ECLI:NL:RBOVE:2022:2476

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 augustus 2022
Publicatiedatum
31 augustus 2022
Zaaknummer
C/08/285197 / KG ZA 22-188
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake de verkoop van Hotel 't Elshuys en de verplichtingen van Vieux Montagne c.s. tot medewerking aan de overdracht aan het COA

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 29 augustus 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en Vieux Montagne B.V. en Landhotel 't Elshuys B.V. De eisende partij, het COA, vorderde dat de gedaagden zouden meewerken aan de overdracht van het bedrijfspand, Hotel 't Elshuys, aan hen. De achtergrond van de zaak is dat het hotel door de eigenaresse, [A], te koop was aangeboden en dat het COA interesse had getoond om het hotel te huren of aan te kopen voor de opvang van asielzoekers. Na onderhandelingen werd er een koopovereenkomst gesloten, maar na ondertekening kwamen de gedaagden terug op hun beslissing, stellende dat zij onder invloed van dwaling en bedrog de overeenkomst hadden getekend.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het COA voldoende aannemelijk had gemaakt dat de koopovereenkomst rechtsgeldig was en dat de gedaagden verplicht waren om mee te werken aan de levering van het hotel. De rechter wees erop dat de gedaagden niet hadden aangetoond dat er sprake was van dwaling of bedrog, en dat het COA van meet af aan open kaart had gespeeld over haar bedoelingen met het hotel. De voorzieningenrechter concludeerde dat de gedaagden ten onrechte hun beroep op dwaling en bedrog deden en dat de vorderingen van het COA in kort geding toewijsbaar waren. De rechter bepaalde dat Vieux Montagne c.s. medewerking moest verlenen aan de overdracht van het hotel, op straffe van een dwangsom van € 50.000,- per dag, met een maximum van € 1.000.000,-. Tevens werd de gedaagden hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer : C/08/285197 / KG ZA 22-188
Vonnis in kort geding van 29 augustus 2022
in de zaak van
de rechtspersoon
Centraal Orgaan opvang Asielzoekers,
gevestigd en kantoorhoudende te Den Haag,
eisende partij, hierna te noemen het COA,
advocaat: mrs. A.R. de Jonge en J.M. Huber te 's-Gravenhage,
tegen
1. besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Vieux Montagne B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Albergen,
2. besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Landhotel 't Elshuys B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Albergen,
gedaagde partij, hierna te noemen Vieux Montagne c.s. of gedaagden,
advocaat: mr. E. Nijhoff te Almelo.

1.De procedure

1.1.
In verband met de spoedeisendheid van de zaak is bij vonnis van 29 augustus 2022 op het door het COA gevorderde beslist. De feiten en de motivering waarop de in dat vonnis gegeven beslissing steunt, volgen hieronder.

2.De feiten

2.1.
[A] was als eigenaresse van Hotel ’t Elshuys te Albergen (hierna: het hotel) op zoek naar een nieuwe eigenaar voor haar hotel. Zij heeft voor de verkoop dhr. [B] van Horecapachter (hierna: de makelaar) ingeschakeld.
2.2.
Op 2 april 2022, toen het hotel al drie jaar te koop stond, heeft de makelaar het COA benaderd met het voorstel om het hotel te huren dan wel aan te kopen. Daarbij schreef de makelaar onder meer:
“ (…)Aantal personen
75-110 (…)
Optionele toelichting
(…) Het betreft een Hotel met momenteel 29 kamers. Echter zijn dit ruime kamers, waar makkelijk 3 personen op kunnen. tevens nog een paar familiekamers met een splitlevel, geschikt voor 4 personen per kamer.
Ook is er eenvoudig 1 zaal om te toveren naar 6 extra kamers geschikt voor 3 personen. Er is meer dan voldoende ruimte om het gebouw heen voor ontspanning en eventueel nog extra units te plaatsen.
kavel is ruim 10.000m2.”
2.3.
In april 2022 vond een fysieke schouw plaats bij het hotel, waarbij namens het COA [C] en [D] aanwezig waren en voor Vieux Montagne c.s. [A] en de makelaar.
2.4.
Op 10 juni 2022 schreef [C] in een WhatsApp-bericht aan de makelaar:
“(…) Kan jij vanochtend aangeven hoeveel mensen er per overname datum direct in het hotel kunnen overnachten, 80? Dat aantal heb ik nodig voor mijn bestuurder. Binnen een week kunnen we dan opschalen naar ca 200 door plaatsen stapelbedden etc.”
Hierop reageerde de makelaar:
“Er staan nu 72 bedden.
Plus huis [A] is plus 2”
2.5.
Op 21 juni 2022 heeft de makelaar het COA een concept koopovereenkomst toegestuurd. Op 5 augustus 2022 heeft het COA op het concept gereageerd. Daarbij heeft zij verzocht om de volgende passage toe te voegen:
“Koper is voornemens om het verkochte te gebruiken ten behoeve van de opvang van asielzoekers en/of statushouders.”
Op 6 augustus 2022 heeft de makelaar op deze passage gereageerd met de opmerking:
“ (…) staat de opmerking dat jullie het ergens voor willen gebruiken. Daar heeft verkoper niks mee te maken, dus er niet in!
Dat is juist jullie politieke strijd. Jullie risico.”
Op 8 augustus 2022 heeft het COA aan de makelaar de gewijzigde koopovereenkomst toegezonden waarin over de bestemming van het verkochte het volgende is toegevoegd:
“Het voorgenomen gebruik van koper is niet bindend ten opzichte van verkoper.”
Daarop reageerde de makelaar diezelfde dag:
“Ik vind bindend te beperkt. Verkoper kan en zal voor gewenst gebruik van koper niet verantwoordelijk gesteld worden. Tevens vermelden dat alle kosten die voor het gewenste gebruik van koper van toepassing zijn voor rekening van koper komen.”
2.6.
Partijen hebben op 9 en 12 augustus 2022 de koopovereenkomst ondertekend. In de definitieve koopovereenkomst staat:
Artikel 4Eigendomsoverdracht
4.1.
De akte van levering van de onroerende zaak zal gepasseerd worden op 29 augustus 2022 of zoveel eerder of later als partijen tezamen schriftelijk nader overeenkomen (…)
Artikel 6Staat van de onroerende zaak. Gebruik.
(…)
6.2. (…)
(…) De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig zijn voor een normaal gebruik als:Hotel restaurant.Koper is voornemens om het verkochte te gebruiken ten behoeve van de opvang van asielzoekers en/of statushouders. Verkoper kan en zal voor het gewenst gebruik van koper niet verantwoordelijk worden gehouden. Alle kosten die voor het gewenst gebruik van koper van toepassing zijn, zijn voor rekening van koper. (…)”.
2.7.
Het COA heeft op 16 augustus 2022 de op grond van de koopovereenkomst verschuldigde waarborgsom aan Vieux Montagne c.s. voldaan.
2.8.
In de avond van 16 augustus 2022 heeft de volgende WhatsApp-wisseling tussen [A] en [C] plaatsgevonden:
“21:24 - [C] : Hoi [A] , ik heb [B](de makelaar, voorzieningenrechter)
de naam van onze woordvoerder doorgegeven, naar hem kan je doorverwijzen, anders wordt je stapel gek. Als je verder advies of hulp nodig hebt, laat maar weten!
21:29 - [A] : Dank je wel. Ik hoop dat er een boeteclausule is, zodat het teruggedraaid kan worden. Stapelgek word ik. Maar ben over bovenstaande erg serieus. Dank voor je appje.
21:30 - [C] : wat bedoel je precies?
21:31 - [A] : Als ik er weer onderuit kon dan deed ik dat. Alle harde werken ten spijt.
21:31 - [C] : omdat de omgeving zo reageert bedoel je?
21:31- [A] : En mijn hele lijf
21:32 - [A] : Weet jij daar iets van?
21:32 - [C] : ik weet dat je veel stress had van het bedrijf en het verkoop proces
21:34 - [A] : Ja, maar ik ben bereid consequenties te betalen om het terug te draaien.
21:37- [A] : Heb jij hier nog inbreng in?
21:37 - [C] : weet niet of dat nog kan. Ik zou het stof eerst even laten neerdalen, de eerste reacties zijn het heftigst, begreep dat je al 3 jaar bezig bent geweest met verkopen, dat gaat je niet in de koude kleren zitten, de gemeente, iedereen had de kans om te kopen. En nu het eenmaal verkocht is klaagt men steen en been, dat is achteraf niet eerlijk
21:38 - [A] : Weet ik. Maar jij hebt wel veel voor het zeggen. Ik zou graag zien dat het teruggedraaid wordt.
21:43 - [C] : [A] , er zijn twee handtekeningen gezet, dit draai je niet meer terug…
21:43 - [A] : Ik snap. Dank.”
2.9.
Vanwege de onrust rondom het hotel, verzocht [A] het COA op 17 augustus 2022 om voor het hotel veiligheidsmaatregelen te treffen. Dat is door het COA één dag later geregeld.
2.10.
Op 19 augustus 2022 heeft Vieux Montagne c.s. aan het COA een factuur gestuurd van € 200.000,- excl. btw voor de door het COA over te nemen aanwezige inventaris.
2.11.
Bij brief van 22 augustus 2022 heeft (de advocaat van) Vieux Montagne c.s. onder meer het volgende aan het COA geschreven:
“ (…) Indien cliënten zouden hebben geweten dat u voornemens was om 4 tot 5 keer de maximale capaciteit van het hotel te gaan gebruiken voor de opvang van asielzoekers en/of statushouders, en dat u zelfs voornemens bent om barakken bij het hotel te plaatsen, dan hadden cliënten nimmer de koopovereenkomst met u gesloten. Hoewel cliënten duidelijke informatie hebben verschaft over de maximale capaciteit heeft u nimmer kenbaar gemaakt dat u voornemens was om 150 tot 300 asielzoekers en/of statushouders te huisvesten.
Met inachtneming van het bovenstaande hebben cliënten besloten dat zij in redelijkheid niet gehouden kunnen worden om de koopovereenkomst gestand te doen. Cliënten doen een uitdrukkelijk beroep op bedrog c.q. dwaling nu zij de litigieuze koopovereenkomst nimmer hadden getekend indien zij op voorhand hadden geweten dat u 150 tot 300 asielzoekers en/of statushouders zou gaan huisvesten.
Middels dit schrijven doen cliënten een uitdrukkelijk beroep op bedrog c.q. dwaling en vernietigen zij de koopovereenkomst tussen cliënten enerzijds en het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers anderzijds. De door Landhotel ’t Elshuys B.V. reeds verzonden factuur d.d. 19 augustus 2022 dient u als niet verzonden te beschouwen. (…)”.
2.12.
Op 25 augustus 2022 heeft het COA de koopsom op de derdengeldenrekening van de notaris gestort.
2.13.
Op 25 augustus 2022 heeft (de advocaat van) het COA gereageerd op hiervoor genoemde brief. Het COA heeft daarbij Vieux Montagne c.s. gesommeerd om voor 25 augustus 2022 om 15:00 uur schriftelijk te bevestigen dat zij onverkort tot nakoming van de koopovereenkomst zou overgaan, bij gebreke waarvan het COA Vieux Montagne c.s. in rechte zou betrekken.

3.Het geschil

3.1.
Het COA vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Vieux Montagne c.s. zal veroordelen tot nakoming van de verplichtingen uit hoofde van de koopovereenkomst, inhoudende het onvoorwaardelijk meewerken aan de levering van het hotel, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom ter hoogte van € 150.000,-, voor iedere dag dat Vieux Montagne c.s. hiermee in gebreke blijft, een gedeelte van een dag daaronder begrepen,
II. zal bepalen dat dit vonnis op grond van het bepaalde in artikel 3:300 BW dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte notariële akte tot levering en derhalve in de plaats treedt van de vereiste medewerking van Vieux Montagne c.s. aan levering van het hotel,
III. Vieux Montagne c.s. hoofdelijk zal veroordelen in de kosten van deze procedure, met de bepaling dat daarover de wettelijke rente verschuldigd zal zijn met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis,
IV. Vieux Montange c.s. hoofdelijk zal veroordelen in de nakosten, begroot op € 163,- dan wel, in geval van betekening, € 248,-.
3.2.
Het COA stelt - kort gezegd - dat partijen een rechtsgeldige koopovereenkomst hebben gesloten en vordert nakoming van de (leverings)verplichtingen.
3.3.
Vieux Montagne c.s. voert verweer. Zij stelt - samengevat - dat de koopovereenkomst tot stand is gekomen onder invloed van dwaling dan wel bedrog en wenst de overeenkomst te vernietigen.

4.De beoordeling

Verkorte dagvaardingstermijn
4.1.
Aan het COA is op haar verzoek bij de behandeling van de aanvraag van een datum voor het kort geding een verkorte termijn verleend voor het uitbrengen van de dagvaarding als bedoeld in artikel 254 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de dagvaarding uiterlijk op 26 augustus 2022 om 12:00 uur diende te zijn uitgebracht aan Vieux Montagne c.s. en dat de zitting zou plaatsvinden op 29 augustus 2022 om 13.00 uur. De dagvaarding is tijdig betekend.
4.2.
De voorzieningenrechter moet zich bij de beoordeling van een verzoek tot verkorting van de termijn richten naar de spoedeisendheid zoals die door de eisende partij wordt gesteld in de (concept)dagvaarding. Andere informatie heeft de rechter dan nog niet. In de concept dagvaarding werd gesteld dat er een koopovereenkomst voor een hotel was met als datum van levering 29 augustus 2022 en dat de verkopers niet wilden leveren. Deze gegevens zijn voldoende voor verkorting van de dagvaardingstermijn. Zonder verkorting van de termijn kon de koper immers niet meer verwezenlijken waarop het recht stelde te hebben, te weten de levering op 29 augustus 2022. Bij deze beoordeling is niet van belang wie de koper is. De suggestie van Vieux Montagne c.s. dat de rechter het COA verkorting van de termijn heeft verleend omdat het COA een overheidsorgaan is, is dus onjuist.
Spoedeisend belang
4.3.
Partijen hebben in de koopovereenkomst afgesproken dat het hotel op zeer korte termijn, namelijk op 29 augustus 2022, door Vieux Montagne c.s. aan het COA geleverd zou worden. Daarmee is het spoedeisend belang van het COA gegeven. Daarnaast is het maatschappelijk belang van een spoedige beslissing evident.
Medewerking aan de levering van het hotel
4.4.
De vordering van het COA strekt tot nakoming van de koopovereenkomst. Vieux Montagne c.s. beroept zich op vernietiging van de koopovereenkomst vanwege dwaling dan wel bedrog.
4.5.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat een vordering tot nakoming in kort geding alleen kan worden toegewezen, als voldoende aannemelijk is dat in een bodemprocedure een dergelijke veroordeling zal worden uitgesproken.
4.6.
Vieux Montagne c.s. heeft gesteld dat zij niet wist dat het COA voornemens was om 150 tot 300 asielzoekers en/of statushouders op te vangen in het hotel en dat zij, als zij dit wel had geweten, de koopovereenkomst niet had gesloten.
4.7.
Op grond van artikel 6:228 lid 1 sub a BW is een overeenkomst die tot stand is gekomen onder invloed van dwaling en die bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten vernietigbaar, indien de dwaling te wijten is aan een inlichting van de wederpartij, tenzij deze mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting zou worden gesloten. Van dwaling is in dit geval dus sprake als Vieux Montagne c.s. bij het aangaan van de overeenkomst een verkeerde voorstelling van zaken had en zij die overeenkomst niet (of niet op dezelfde voorwaarden) had gesloten als zij wel een juiste voorstelling van zaken had gehad. De onjuiste voorstelling van zaken moet bovendien zijn ontstaan door een onjuiste mededeling van het COA of doordat het COA informatie heeft verzwegen die zij had moeten melden. Omdat Vieux Montagne c.s. zich beroept op dwaling en daaraan het rechtgevolg vernietiging van de koopovereenkomst verbindt, rust de bewijslast daarvan bij haar.
4.8.
Vieux Montagne c.s. heeft voor de verkoop van haar hotel de makelaar in de arm genomen. Zij stelt dat de makelaar op geen enkele wijze haar vertegenwoordiger of gemachtigde was en dat hij daarom niet bevoegd was om namens haar op te treden. Het klopt dat de makelaar niet zonder meer bevoegd is om namens Vieux Montagne c.s. beslissingen te nemen, maar het COA mocht er vanuit gaan dat de makelaar namens Vieux Montagne c.s. optrad en dat Vieux Montagne c.s. en de makelaar over en weer op de hoogte waren van wat de ander deed en wist. De makelaar is door Vieux Montagne c.s. ingeschakeld voor de verkoop van het hotel, zodat de door de makelaar gedane en ontvangen mededelingen in de verhouding van het COA tot Vieux Montagne c.s. aan Vieux Montagne c.s. als opdrachtgever worden toegerekend.
4.9.
Uit de contacten tussen Vieux Montagne c.s. en haar makelaar enerzijds en het COA anderzijds blijkt naar het oordeel van de voorzieningenrechter dat steeds duidelijk was dat het COA het hotel wilde gaan gebruiken voor een azc met veel meer bedden dat het hotel had. De voorzieningenrechter acht in dat verband een aantal omstandigheden van belang. Allereerst rekent de makelaar, als hij op 2 april 2022 contact zoekt met het COA, voor dat de capaciteit minstens 75 tot 110 bedden is en als het COA dat wil, er nog aanzienlijk uitgebreid kan worden door bijvoorbeeld het plaatsen van extra units. Verder heeft het COA in het WhatsApp-bericht aan de makelaar van 10 juni 2022 aangekondigd binnen een week op te willen schalen naar circa 200 slaapplekken door het plaatsen van stapelbedden. Bovendien heeft [A] ter zitting verklaard dat zij er vanuit ging dat het COA extra bedden in de kamers zou zetten en daarbij al dan niet gebruik zou maken van stapelbedden. Daardoor zou de oorspronkelijke capaciteit van het hotel, circa 74 slaapplaatsen, al snel verdubbeld kunnen worden. Tot slot is de voorzieningenrechter nergens uit gebleken dat Vieux Montagne c.s. uitdrukkelijk aan het COA te kennen heeft gegeven dat zij het belangrijk vond dat in het hotel maximaal 100 mensen opgevangen zouden worden. Zij had kunnen vragen om een bepaling van deze strekking op te nemen in de koopovereenkomst. Niet alleen heeft zij dit niet gedaan, in de koopovereenkomst is zelfs opgenomen dat Vieux Montagne c.s. niets te maken heeft met het gebruik van het hotel door het COA en de makelaar heeft in dat verband op 6 augustus 2022 aan het COA laten weten dat Vieux Montagne c.s. daar niets mee te maken wilde hebben.
4.10.
Uit deze feiten blijkt naar het oordeel van de voorzieningenrechter dat het COA van meet af aan open kaart heeft gespeeld over haar bedoelingen met het hotel. Tegen die bedoelingen hebben Vieux Montagne c.s. en de makelaar zich niet verzet. Pas na het sluiten van de koopovereenkomst op 12 augustus 2022 stelt [A] bij een WhatsApp-bericht van 16 augustus 2022 voor het eerst aan de orde dat zij de koop wil terugdraaien. Als het COA duidelijk maakt dat dat niet kan, schrijft [A] dat zij dat snapt. Daarna heeft [A] op 18 augustus 2022 de sleutel van het hotel aan het COA gegeven, zodat het COA op haar verzoek beveiliging van het hotel kon regelen. Op 19 augustus 2022 heeft Vieux Montagne c.s. de factuur voor de overname van de inventaris aan het COA gestuurd. Ook deze feiten wijzen er niet op dat Vieux Montagne c.s. van de koopovereenkomst af wilde.
4.11.
De voorzieningenrechter begrijpt dat de gebeurtenissen na de verkoop van het hotel aan het COA grote impact hebben gehad op [A] . Zij heeft niet voorzien en kon niet voorzien wat er na de koopovereenkomst zou gebeuren tussen de rijksoverheid en de gemeente Tubbergen. Zij kon ook niet voorzien wat de bestuurlijke gang van zaken en de komst van een azc in Albergen teweeg zouden brengen. En zij kon niet voorzien wat dat alles zou kunnen betekenen voor haar positie in de dorpsgemeenschap waarvan zij deel uitmaakt. Vieux Montagne c.s. heeft te goeder trouw het hotel verkocht aan een bonafide partij, nadat zij er al een jaar of drie niet in geslaagd was een koper te vinden voor het hotel, het levenswerk van [A] en haar ouders. Er valt Vieux Montagne c.s. niks te verwijten. Maar ook de gebeurtenissen na het sluiten van de koopovereenkomst geven haar niet het recht om op de verkoop terug te komen. De voorzieningenrechter concludeert dan ook dat het beroep op dwaling niet opgaat.
4.12.
Omdat van dwaling geen sprake is, laat de voorzieningenrechter in het midden of het beroep van het COA op artikel 20.3 van de koopovereenkomst, waarin een beroep op dwaling zou zijn uitgesloten, juist is.
4.13.
Vieux Montagne c.s. heeft verder nog een beroep gedaan op bedrog. Van bedrog als bedoeld in artikel 3:44 lid 3 BW is sprake wanneer iemand een ander beweegt tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling door enige opzettelijk daartoe gedane onjuiste mededeling, door het opzettelijk verzwijgen van enig feit dat de verzwijger verplicht was mede te delen, of door een andere kunstgreep. Nu de voorzieningenrechter hiervoor heeft geoordeeld dat geen sprake is van dwaling, kan van bedrog al helemaal geen sprake zijn. Nergens is ook uit gebleken dat het COA Vieux Montagne c.s. opzettelijk verkeerd heeft ingelicht.
Conclusie
4.14.
De voorzieningenrechter is al met al van oordeel dat Vieux Montagne c.s. zich ten onrechte beroept op dwaling dan wel bedrog en acht het daarbij voldoende aannemelijk dat de rechter in een bodemprocedure tot dezelfde beslissing zal komen. Daarom zal de voorzieningenrechter de vorderingen in kort geding toewijzen en zal het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard worden.
4.15.
De voorzieningenrechter zal de door het COA gevorderde dwangsom matigen tot € 50.000,- per dag of een gedeelte daarvan en maximeren op € 1.000.000,-.
Inschrijving van de uitspraak
4.16.
De door het COA gevorderde mogelijkheid om dit vonnis in de plaats te laten treden van de vereiste medewerking door Vieux Montagne c.s. aan de levering van het hotel, zal ook worden toegewezen. Zoals hiervoor reeds is overwegen, volgt uit de verklaringen van Vieux Montagne c.s. dat zij geen medewerking wenst te verlenen aan de levering. Ook de veroordeling van Vieux Montagne c.s. biedt geen garantie tot daadwerkelijke medewerking van Vieux Montagne c.s. Om zekerheid te verkrijgen om de levering van het hotel door te kunnen zetten, heeft het COA op goede gronden gevorderd dat dit vonnis in de plaats kan treden van de medewerking van Vieux Montagne c.s.
Proceskosten en nakosten
4.17.
Vieux Montagne c.s. zal, als de in het ongelijk gestelde partij, hoofdelijk in de kosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van het COA worden begroot op:
-griffierecht € 676,00
-kosten dagvaarding € 136,37
-salaris advocaat €
1.312,00 (2 punten x liquidatietarief € 656,-)
Totaal € 2.124,37
4.18.
Vieux Montagne c.s. wordt ook (hoofdelijk) veroordeeld tot betaling van de nakosten.
4.19.
De gevorderde wettelijke rente over de proces- en nakosten zal worden toegewezen met inachtneming van de hierna te bepalen termijn.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Vieux Montagne c.s. haar medewerking te verlenen aan de overdracht van het bedrijfspand met aanhorigheden, plaatselijk bekend onder de naam Hotel ‘t Elshuys, aan het adres Gravendijk 6 te Albergen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,- per dag of een gedeelte van een dag dat zij dat zij daarmee in gebreke blijft, tot een maximum van € 1.000.000,- is bereikt,
5.2.
bepaalt dat indien Vieux Montagne c.s. geen gevolg geeft aan de veroordeling onder 5.1., dit vonnis in de plaats treedt van de noodzakelijke handtekeningen van Vieux Montagne c.s. voor de levering van het hotel aan het COA, zodat de levering zal plaatsvinden door inschrijving van dit vonnis samen met de leveringsakte in de daartoe bestemde openbare registers,
5.3.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van het COA tot op heden begroot op € 2.124,37, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagden niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. U. van Houten en in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2022. De feiten en de motivering waarop de beslissing steunt, zijn afzonderlijk vastgesteld op 2 september 2022.