[eiser] vordert om bij vonnis in kort geding:
I. voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad;
II. [gedaagde sub 3] c.s. te veroordelen om op de kortst mogelijke termijn na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, de woning te [woonplaats] aan [het adres] , met al de daarin aanwezige personen en zaken te verlaten alsmede te ontruimen en ontruimd te houden en de woning onder afgifte van alle sleutels ter vrije beschikking van eiser te stellen, alsmede;
III. te bepalen dat voornoemde veroordeling tot ontruiming tot één jaar na de dag waartegen deze ontruiming is bevolen ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die ten tijde van de tenuitvoerlegging zich in het pand bevindt of daar binnen treedt en telkens wanneer zich dat voordoet, alsmede;
IV. Masselink te veroordelen de onder sub II gevorderde ontruiming te gehengen en gedogen, alsmede;
V. Masselink en [gedaagde sub 3] c.s. hoofdelijk te verbieden de vloer in de woonkamer te verwijderen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat Masselink en [gedaagde sub 3] c.s. met voldoening van deze veroordeling in gebreke blijven, met een maximum van € 50.000,00 alsmede;
VI. Masselink en [gedaagde sub 3] c.s. te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder begrepen salaris gemachtigde, zomede met veroordeling van gedaagde in de wettelijke rente over de uit te spreken kostenveroordeling, indien en voor zover betaling van de proceskostenveroordeling niet binnen twee dagen na betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden en voorts gedaagde te veroordelen tot betaling van de nakosten en deze nakosten daarbij te begroten op € 100,00 in geval van afdoening zonder betekening van het vonnis of € 182,00 in geval van afdoening na betekening van het vonnis, indien en voor zover gedaagde niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en het vonnis om die reden is betekend, met bepaling dat indien deze kosten niet binnen twee weken na betekening zijn betaald en gedaagde aldus in verzuim is, gedaagde daarover de wettelijke rente is verschuldigd tot aan de dag der algehele voldoening.