ECLI:NL:RBOVE:2022:2416

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 augustus 2022
Publicatiedatum
24 augustus 2022
Zaaknummer
10042508 \ CV EXPL 22-1822
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot medewerking aan dringende werkzaamheden in huurwoning

In deze zaak vordert de Almelo's Woningstichting 'Beter Wonen' dat de bewindvoerder van mevrouw [X] wordt veroordeeld om medewerking te verlenen aan dringende werkzaamheden aan de huurwoning van mevrouw [X]. De eiseres, Beter Wonen, heeft onbetwist gesteld dat er dringende werkzaamheden aan de riolering en sanitaire voorzieningen van de woning van mevrouw [X] moeten worden uitgevoerd. Mevrouw [X] heeft echter geweigerd om medewerking te verlenen aan deze werkzaamheden, wat heeft geleid tot een open riool en het onbruikbaar zijn van sanitaire voorzieningen voor zowel haar als haar bovenbuurvrouw. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang bij de vordering van Beter Wonen, gezien de ernstige situatie in de woning.

Tijdens de mondelinge behandeling op 18 augustus 2022 is gebleken dat Beter Wonen meerdere pogingen heeft gedaan om contact op te nemen met mevrouw [X] om afspraken te maken voor het herstel, maar zonder succes. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werkzaamheden aan de huurwoning kwalificeren als dringende werkzaamheden volgens artikel 7:220 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Aangezien de bewindvoerder, [gedaagde], de belangen van mevrouw [X] vertegenwoordigt, is de vordering van Beter Wonen toewijsbaar. De kantonrechter heeft de bewindvoerder veroordeeld om binnen vijf dagen na betekening van het vonnis Beter Wonen toe te laten in de woning en medewerking te verlenen aan de uitvoering van de werkzaamheden. Tevens is de bewindvoerder veroordeeld in de proceskosten van Beter Wonen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 10042508 \ CV EXPL 22-1822
Vonnis in kort geding van 19 augustus 2022
in de zaak van
de stichting
ALMELOSE WONINGSTICHTING "BETER WONEN",
gevestigd en kantoorhoudende te Almelo ,
eisende partij, hierna te noemen Beter Wonen,
gemachtigde: Deurwaarderskantoor Wigger Van het Laar,
tegen
de besloten vennootschap
[Z] BEWINDVOERDERS B.V.,
als bewindvoerder over de (toekomstige) goederen van mevrouw
[X],
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
gemachtigde: S.E. Nijman.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in kort geding van 11 augustus 2022 met producties,
- de mondelinge behandeling op 18 augustus 2022, waarbij mevrouw [C] (consulent sociaal beheer) is verschenen namens Beter Wonen, bijgestaan door mr. E. Asbroek van Deurwaarderskantoor Wigger Van het Laar, en waarbij mevrouw S.E. Nijman (bewindvoerder) en mevrouw [D] (assistent bewindvoerder) zijn verschenen namens [gedaagde] . De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat tijdens de mondelinge behandeling is besproken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] is bewindvoerder over de goederen van mevrouw [X] (hierna: [X] ).
2.2.
[X] huurt een woning van Beter Wonen aan [het adres] in [woonplaats] .
2.3.
Op 7 juli 2022 heeft [X] bij Beter Wonen gemeld dat er sprake was van verstoppingen in de woning. Omdat het een duplexwoning betreft, kon zowel [X] als haar bovenbuurvrouw geen gebruik maken van de douche en het toilet.
2.4.
Omdat de riolering gedeeltelijk uit asbest bestond, moest deze eerst gesaneerd en vervangen worden, voordat het probleem met de verstoppingen opgelost kon worden. Beter Wonen heeft twee mobiele doucheruimtes en noodtoiletten geregeld.
2.5.
Beter Wonen heeft meerdere keren geprobeerd om telefonisch contact op te nemen met [X] om afspraken te maken voor het herstel van de riolering en het aansluiten van de douche-units, maar [X] gaf geen gehoor.
2.6.
Op 13 juli 2022 heeft een medewerker van Beter Wonen bij [X] aangebeld, maar zonder gehoor.
2.7.
Op 14 juli 2022 heeft Beter Wonen schoonmaakwerkzaamheden ingepland bij [X] . [X] opende de deur zodat de werkzaamheden konden worden verricht.
2.8.
Op 18 juli 2022 werd Beter Wonen door de installateur gebeld dat het hem niet lukte om een afspraak in te plannen met [X] om de nooddouche aan te sluiten en afspraken te maken voor het herstel van het riool. Op diezelfde dag heeft er een bespreking met [X] plaatsgevonden waarin is benadrukt dat het belangrijk is dat zij bereikbaar is en aanwezig is en medewerking verleent voor de herstelwerkzaamheden.
2.9.
Beter Wonen en de installateur hebben daarna meerdere keren gebeld en geappt, maar kregen geen contact met [X] . De werkzaamheden zijn uiteindelijk door de installateur ingepland op 28 en 29 juli 2022. Op 28 juli 2022 heeft [X] de werklieden toegelaten en zijn er werkzaamheden verricht. Op 29 juli 2022 heeft [X] de werklieden weggestuurd. Daarna weigerde zij om ze nog toe te laten.
2.10.
De woning van [X] heeft nu een open riool, waardoor ook de bovenbuurvrouw geen sanitaire voorzieningen heeft.

3.Het geschil

3.1.
Beter Wonen vordert dat de kantonrechter bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] in haar hoedanigheid van bewindvoerder veroordeelt:
I. om binnen vijf dagen na betekening van het vonnis Beter Wonen toe te laten in de woning en toe te staan dat Beter Wonen, dan wel degenen die in opdracht van haar de betreffende werkzaamheden uitvoeren, de werkzaamheden met betrekking tot het herstel van het riool en de sanitaire voorzieningen uitvoert;
II. om aan de uitvoering van de hiervoor genoemde werkzaamheden alle medewerking te verlenen die noodzakelijk is, één en ander op eerste verzoek van Beter Wonen, dan wel degenen die in opdracht van haar de betreffende werkzaamheden uitvoeren;
III. wanneer zij niet vrijwillig aan de hiervoor opgenomen veroordelingen voldoet, om uiterlijk twee dagen na betekening van het vonnis de woning tijdelijk, voor de duur van de werkzaamheden, en gedeeltelijk te ontruimen, één en ander ter uitsluitende beoordeling van Beter Wonen, te bewerkstelligen door de deurwaarder overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 558 sub b jo. 556 lid 1 jo. 557 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv);
IV. in de proceskosten en nakosten.
3.2.
Beter Wonen stelt dat de te verrichten werkzaamheden kwalificeren als dringende werkzaamheden zoals bedoeld in artikel 7:220 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en dat [X] op grond van artikel 8.1 van de toepasselijke algemene voorwaarden verplicht is om dringende werkzaamheden toe te staan.
3.3.
[gedaagde] voert geen verweer. De kantonrechter zal de gegrondheid van de vordering tot het treffen van voorlopige voorzieningen toetsen zoals hierna omschreven.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang

4.1.
Voor toewijzing van een vordering in kort geding moet er sprake zijn van een spoedeisend belang bij de vorderingen.
4.2.
Beter Wonen stelt dat er op dit moment sprake is van een open riool in de woning van [X] en daardoor ook van een behoorlijke stank. Daarnaast klaagt de bovenbuurvrouw dat zij nog steeds geen gebruik kan maken van sanitaire voorzieningen. Het betreft namelijk een duplexwoning en [X] weigert mee te werken aan reparatie. Die reparatie dient gezien die situatie op korte termijn uitgevoerd te worden. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Beter Wonen hiermee voldoende aannemelijk gemaakt dat zij een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen.
Vorderingen
4.3.
In dit kort geding moet worden beoordeeld of het zodanig aannemelijk is dat de vorderingen van Beter Wonen in een bodemprocedure zullen worden toegewezen, dat het gerechtvaardigd is om daarop vooruit te lopen door het treffen van voorlopige voorzieningen. Dit betreft dus een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
4.4.
De kantonrechter overweegt dat als er dringende werkzaamheden aan een huurwoning moeten worden uitgevoerd, de huurder daartoe gelegenheid moet geven. Dit staat in artikel 7:220 lid 1 BW.
4.5.
Beter Wonen heeft onbetwist gesteld dat de werkzaamheden aan het riool en de sanitaire voorzieningen van de door [X] gehuurde woning kwalificeren als dringende werkzaamheden. [X] is dus verplicht om haar medewerking te verlenen aan deze werkzaamheden. Tussen partijen staat vast dat zij dit niet (volledig) heeft gedaan. [gedaagde] erkent dat zij als bewindvoerder het beheer en de beschikking over de onder bewind staande goederen van [X] heeft en daarbij [X] in en buiten rechte vertegenwoordigt. Tot die goederen behoren de rechten die voortvloeien uit de huurovereenkomst tussen Beter Wonen en [X] , zodat, nu de vordering van Beter Wonen die rechten raakt, [gedaagde] hier namens [X] als procespartij optreedt. De tegen [gedaagde] gerichte vordering is dan ook toewijsbaar.
4.7.
De kantonrechter acht de gevorderde voorlopige voorzieningen toewijsbaar. De vorderingen zullen worden toegewezen, met uitzondering van het volgende.
4.8.
De gevorderde veroordeling tot tijdelijke ontruiming indien niet vrijwillig wordt meegewerkt zal worden toegewezen onder voorwaarde dat niet uiterlijk
zevendagen (in plaats van twee dagen) na betekening van het vonnis medewerking aan de uitvoering van de werkzaamheden verleend is, aangezien [gedaagde] wordt veroordeeld tot die medewerking binnen
vijfdagen na betekening van het vonnis.
Proceskosten
4.9.
[gedaagde] wordt in deze procedure in het ongelijk gesteld en zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten. De proceskosten van Beter Wonen worden begroot op:
  • dagvaarding € 127,43
  • griffierecht € 128,00
  • salaris gemachtigde € 498,00
totaal € 753,43
4.10.
De door Beter Wonen gevorderde nakosten zijn ook toewijsbaar. De nakosten worden zoals gebruikelijk begroot op een half salarispunt van het toegewezen salaris, met een maximum van € 124,00. Dat leidt in dit geval tot toewijzing van een bedrag van € 124,00.

5.De beslissing in kort geding

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] in haar hoedanigheid van bewindvoerder om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis Beter Wonen toe te laten in de woning aan [het adres] in [woonplaats] en toe te staan dat Beter Wonen, dan wel degenen die in opdracht van Beter Wonen de betreffende werkzaamheden uitvoeren, de werkzaamheden met betrekking tot het herstel van het riool en de sanitaire voorzieningen uitvoert,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in haar hoedanigheid van bewindvoerder om aan de uitvoering van de hiervoor genoemde werkzaamheden alle medewerking te verlenen die noodzakelijk is, één en ander op eerste verzoek van Beter Wonen, dan wel degenen die in opdracht van Beter Wonen de betreffende werkzaamheden uitvoeren,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in haar hoedanigheid van bewindvoerder, wanneer zij niet vrijwillig aan de hiervoor opgenomen veroordelingen voldoet, om uiterlijk zeven dagen na betekening van het vonnis de woning tijdelijk, voor de duur van de werkzaamheden, en gedeeltelijk te ontruimen, één en ander ter uitsluitende beoordeling van Beter Wonen, te bewerkstelligen door de deurwaarder overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 558 sub b jo. 556 lid 1 jo. 557 Rv,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van Beter Wonen begroot op € 753,43, en in de nakosten begroot op € 124,00,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. de Beaufort, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 19 augustus 2022.