Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.Inleiding
Waarover gaat deze zaak?
4.De beoordeling
e proceskosten
€ 75,00(1 punt x tarief € 75,00)
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert eiser, die een woning heeft gehuurd van gedaagde, de terugbetaling van een borgsom van € 425,00. Gedaagde weigert deze terugbetaling, stellende dat de woning niet in de oorspronkelijke staat is opgeleverd. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde de borgsom moet terugbetalen, omdat er geen aanvangsstaat is opgemaakt en gedaagde onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de woning in een slechtere staat verkeerde bij het einde van de huurovereenkomst. De kantonrechter wijst erop dat het aan de verhuurder is om te bewijzen dat er schade is, wat in dit geval niet is gebeurd. Gedaagde heeft geen bewijsstukken overgelegd die zijn stellingen onderbouwen, zoals facturen of foto's van de staat van de woning bij aanvang van de huur. Bovendien heeft gedaagde eiser niet de kans gegeven om de woning in de veronderstelde juiste staat op te leveren. De kantonrechter wijst de vordering van eiser toe en veroordeelt gedaagde tot betaling van de borgsom, wettelijke rente en proceskosten.