Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
3.De beoordeling
4.De beslissing
niet-ontvankelijk.
Rechtbank Overijssel
Op 19 augustus 2022 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, uitspraak gedaan in de zaak van een verzoekster tot wraking van rechter G.P. van Eerde. De wraking vond plaats naar aanleiding van een mondelinge behandeling op 18 juli 2022, waarin de rechter een machtigingsverzoek tot het aangaan van een saneringskrediet heeft toegewezen. De verzoekster, procederende in persoon, diende op 1 augustus 2022 een wrakingsverzoek in, nadat de rechter zijn uitspraak had gedaan. De wrakingskamer oordeelde dat een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. Echter, het verzoek tot wraking werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het was ingediend na de einduitspraak in de hoofdzaak. De wrakingskamer baseerde haar beslissing op artikel 5 lid 2 sub d van het Wrakingsprotocol, dat bepaalt dat een verzoek tot wraking zonder behandeling ter zitting kan worden afgewezen indien het verzoek na de einduitspraak is ingediend. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.