ECLI:NL:RBOVE:2022:2393

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 augustus 2022
Publicatiedatum
22 augustus 2022
Zaaknummer
284606 KGRK 22-352
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van een rechter in een civiele procedure betreffende een saneringskrediet

Op 19 augustus 2022 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, uitspraak gedaan in de zaak van een verzoekster tot wraking van rechter G.P. van Eerde. De wraking vond plaats naar aanleiding van een mondelinge behandeling op 18 juli 2022, waarin de rechter een machtigingsverzoek tot het aangaan van een saneringskrediet heeft toegewezen. De verzoekster, procederende in persoon, diende op 1 augustus 2022 een wrakingsverzoek in, nadat de rechter zijn uitspraak had gedaan. De wrakingskamer oordeelde dat een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. Echter, het verzoek tot wraking werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het was ingediend na de einduitspraak in de hoofdzaak. De wrakingskamer baseerde haar beslissing op artikel 5 lid 2 sub d van het Wrakingsprotocol, dat bepaalt dat een verzoek tot wraking zonder behandeling ter zitting kan worden afgewezen indien het verzoek na de einduitspraak is ingediend. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK OVERIJSSEL

Wrakingskamer
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer: 284606 KGRK 22-352
Beslissing van 19 augustus 2022
in de zaak van
[verzoekster] ,
verzoekster tot wraking (hierna: de verzoekster),
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Op 18 juli 2022 heeft de mondelinge behandeling door de kantonrechter plaatsgevonden van het machtigingsverzoek tot aangaan van een overeenkomst voor een saneringskrediet, door Beschermingsbewind Twente B.V., als bewindvoerder van verzoekster.
Mr. G.P. van Eerde, rechter in deze rechtbank (hierna: de rechter) was in die hoedanigheid belast met de behandeling van het verzoek dat is geregistreerd onder 9928720\BH VERZ 22-4247.
1.2.
Op 1 augustus 2022 heeft de griffie van de rechtbank Overijssel een bericht van verzoekster ontvangen, met daarin het verzoek de rechter te wraken.

2.De feiten

2.1.
Op 18 juli 2022 heeft mevrouw [naam] namens Beschermingsbewind Twente B.V. om een machtiging verzocht een overeenkomst voor een saneringskrediet aan te mogen gaan namens verzoekster.
2.2.
De rechter heeft op 18 juli 2022, aan het einde van de mondelinge behandeling, direct uitspraak gedaan. Hij heeft het verzoek toegewezen en de machtiging verleend.

3.De beoordeling

3.1.
Een rechter kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Uitgangspunt daarbij is dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet, die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter jegens een partij bij een geding een vooringenomenheid koestert. De vrees dat dit het geval zal zijn, dient objectief gerechtvaardigd te zijn. Dat betekent dat sprake moet zijn van concrete feiten en omstandigheden waaruit objectief de vrees voor partijdigheid van de rechter kan worden afgeleid.
Daarnaast kan er onder omstandigheden reden zijn voor wraking, indien - geheel afgezien van de persoonlijke opstelling van de rechter in de hoofdzaak - de bij een partij bestaande vrees voor partijdigheid van die rechter objectief gerechtvaardigd is, waarbij rekening moet worden gehouden met uiterlijke schijn.
3.2.
De wrakingskamer overweegt dat zij ingevolge artikel 5 lid 2 sub d van het Wrakingsprotocol het verzoek tot wraking zonder behandeling ter zitting ongegrond of niet-ontvankelijk kan verklaren indien het verzoek is ingediend na het tijdstip waarop in de hoofdzaak einduitspraak is of wordt gedaan. De uitspraak in deze zaak is op 18 juli 2022 gedaan en het wrakingsverzoek is 1 augustus 2022 ontvangen. Omdat het verzoek is ingediend nadat uitspraak is gedaan, zal het zonder behandeling ter zitting niet-ontvankelijk worden verklaard.

4.De beslissing

De wrakingskamer
verklaarthet verzoek
niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven door de mrs. U. van Houten, A.M.S. Kuipers en M.H. van der Lecq, in tegenwoordigheid van de griffier en in openbaar uitgesproken op 19 augustus 2022.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.