Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[bezwaarde] ,
Feiten
Procedure
Bezwaar
Standpunt van het Openbaar Ministerie
Beoordeling
de Belastingdienstde aanmeldingen van mogelijke
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de bezwaarde, bijgestaan door zijn advocaat mr. W. de Vries, op 3 september 2021 een verzoek ingediend bij de rechter-commissaris om verschillende onderzoekshandelingen te verrichten in de strafzaak Jaca. Dit omvatte het horen van getuige [getuige], het toevoegen van SWP-overleggen aan het strafdossier en het voegen van processtukken van het onderzoek Madrid aan het strafdossier Jaca. De rechter-commissaris heeft op 12 april 2022 de eerste twee verzoeken afgewezen en het derde verzoek als vervallen beschouwd. De bezwaarde heeft hiertegen bezwaar aangetekend, dat op 5 augustus 2022 door de rechtbank Overijssel in besloten raadkamer is behandeld.
De rechtbank heeft de bezwaarde en zijn advocaat gehoord, maar de bezwaarde is niet verschenen. De rechtbank overweegt dat de rechter-commissaris de afwijzing van het horen van getuige [getuige] op goede gronden heeft gedaan, omdat de relevantie van de getuigenverklaring voor de zaak onvoldoende is aangetoond. Ook de verzoeken om de SWP-stukken en het verhoor van deelnemers aan die overleggen zijn afgewezen, omdat deze niet van belang zijn voor de beslissing in de strafzaak.
Het verzoek om processtukken van het onderzoek Madrid toe te voegen aan het strafdossier Jaca is door de rechter-commissaris niet behandeld, wat de rechtbank als een procedurefout beschouwt. De rechtbank heeft dit bezwaar gegrond verklaard, maar het verzoek om de stukken van het onderzoek Madrid te voegen is afgewezen, omdat de raadsman onvoldoende bewijs heeft geleverd dat het gebruik van deze informatie onrechtmatig zou zijn. De rechtbank wijst het bezwaar voor het overige ongegrond.