ECLI:NL:RBOVE:2022:2375

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 augustus 2022
Publicatiedatum
18 augustus 2022
Zaaknummer
C/08/276250 HA ZA 22-20
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid opdrachtnemer op grond van onrechtmatige gevaarzetting bij afsluiting rioolbuis

In deze zaak, die zich afspeelt in Almelo, heeft de Rechtbank Overijssel op 10 augustus 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Woningstichting Domijn en Dura Vermeer Infra Regionale Projecten B.V. De zaak betreft de aansprakelijkheid van Dura Vermeer voor schade die is ontstaan door wateroverlast in woningen van Domijn, veroorzaakt door het afsluiten van een rioolbuis. Op 3 september 2018 hebben werknemers van Dura Vermeer de rioolbuis afgesloten ter voorbereiding op werkzaamheden. In de nacht van 4 september 2018 viel er een aanzienlijke regenbui, waardoor het riool overstroomde en twaalf woningen van Domijn onder water kwamen te staan. Domijn vorderde een schadevergoeding van Dura Vermeer op grond van onrechtmatige gevaarzetting, omdat Dura Vermeer volgens haar onvoldoende voorzorgsmaatregelen had getroffen om wateroverlast te voorkomen.

De rechtbank oordeelde dat Dura Vermeer aansprakelijk was op grond van onrechtmatige gevaarzetting, zoals vastgelegd in artikel 6:170 BW. De rechtbank stelde vast dat Dura Vermeer als deskundig opdrachtnemer verantwoordelijk was voor het treffen van adequate voorzorgsmaatregelen en dat zij had verzuimd om voldoende maatregelen te nemen om overstroming te voorkomen. De rechtbank overwoog dat Dura Vermeer had moeten voorzien dat er een aanzienlijke kans op overstroming bestond, vooral gezien de weersvoorspellingen. De rechtbank was echter van mening dat Domijn niet had aangetoond dat de wateroverlast niet zou zijn opgetreden zonder de rioolafsluiting, en dat het aan Domijn was om dit causale verband te bewijzen.

De rechtbank besloot om een deskundigenonderzoek te bevelen om te beoordelen of de wateroverlast daadwerkelijk was veroorzaakt door de afsluiting van de rioolbuis. Partijen werden in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de wenselijkheid van een deskundigenbericht en de te benoemen deskundigen. De zaak werd aangehouden voor verdere beslissingen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/276250 HA ZA 22-20
Vonnis van 10 augustus 2022
in de zaak van
de stichting
WONINGSTICHTING DOMIJN,
gevestigd in Enschede,
eiseres,
hierna genoemd: “
Domijn”,
advocaat: mr. N.P.H. Borm,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DURA VERMEER INFRA REGIONALE PROJECTEN B.V.,
gevestigd in Hoofddorp,
gedaagde,
hierna genoemd: “
Dura Vermeer”,
advocaten: mr. P.E. Bloemendal en mr. E. Boonzaaijer,

1.Inleiding

1.1.
Deze zaak gaat kort gezegd over het volgende. Op 3 september 2018 hebben werknemers van Dura Vermeer een rioolbuis in de Enschedese wijk Transburg afgesloten, ter voorbereiding op uit te voeren werkzaamheden. Vervolgens is het riool in de nacht van
4 september 2018 tijdens een regenbui overstroomd en zijn twaalf woningen van Domijn onder water gelopen. Ter discussie staat of Dura Vermeer op grond van onrechtmatige gevaarzetting tegenover Domijn aansprakelijk is, of de woningen ook onder water zouden zijn gelopen zonder de rioolafsluiting, en wat de omvang is van de door Domijn geleden schade. De rechtbank zal tot het oordeel komen dat Domijn aansprakelijk is op grond van onrechtmatige gevaarzetting. Met betrekking tot de vraag of de wateroverlast ook zou zijn ontstaan zonder de rioolafsluiting, is de rechtbank voornemens om een deskundige te benoemen. Partijen zullen in de gelegenheid worden gesteld zich hierover uit te laten.
1.2.
Hierna (onder 5.) wordt uitgelegd hoe de rechtbank tot zijn oordeel is gekomen. Eerst zal de rechtbank het verloop van de procedure weergeven (onder 2.), de feiten die tussen partijen niet ter discussie staan uiteenzetten (onder 3.), en de vordering en het verweer omschrijven (onder 4.).
2. Het verloop van de procedure
2.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 9 maart 2022, waarin is bepaald dat een mondelinge behandeling zal worden gehouden,
  • de door Domijn ingediende nadere producties, ter griffie ontvangen op 16 juni 2022,
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 29 juni 2022,
  • de spreekaantekeningen van Domijn,
  • de brief van Dura Vermeer van 1 augustus 2022 met opmerkingen over het proces-verbaal.

3.De vaststaande feiten

3.1.
De rechtbank gaat bij de beoordeling uit van de volgende tussen partijen vaststaande feiten:
a. In 2018 heeft Dura Vermeer in opdracht van de gemeente Enschede een rioolbuis vervangen onder de Hoge Bothofstraat in Enschede. Daarbij is de diameter van de rioolbuis vergroot van 1.000 mm naar 1.250 mm. De rioolbuis is 25 meter lang en vormt een hoofdstreng van een gemengd rioolstelsel. Een gemengd rioolstelsel is bestemd om zowel vuil afvalwater als regenwater af te voeren.
In de aanbestedingsfase die voorafging aan de verstrekking van deze opdracht, heeft de gemeente Enschede per e-mail van 4 juli 2018 als volgt geantwoord op vragen die Dura Vermeer haar eerder die dag per e-mail had gesteld (de antwoorden van de gemeente worden cursief weergegeven [1] ):
“- Kunt u aangeven of we het riool mogen afsluiten of dat we rekening moeten houden met overpompen?
Er moet rekening worden gehouden met overpompen. Het water kan niet worden omgeleid.
- Kunt u indien we moeten overpompen aangeven met welk debiet we rekening moeten houden?
De droogweer afvoer is ca. 65 m3/uur. De pompcapaciteit moet daar dus (ruim) boven liggen.
Dura Vermeer was van plan om op 4 september 2018 te beginnen met de vervanging van de rioolbuis. Ter voorbereiding op deze werkzaamheden heeft Dura Vermeer op 3 september 2018 (de aanvoer naar) de rioolbuis alvast afgesloten met een zogenoemde ballonafsluiter. Daarbij heeft Dura Vermeer twee pompinstallaties geïnstalleerd waarmee rioolwater via afvoerleidingen wordt overgepompt, met een capaciteit van 350 m³ per uur (in de Hoge Bothofstraat) en 150 m³ per uur (in een zijstraat van de Hoge Bothofstraat).
In de nacht van 3 op 4 september 2018 is Enschede getroffen door een regenbui. Daarbij is het riool overstroomd en zijn twaalf woningen die eigendom zijn van Domijn onder water komen te staan. Deze woningen, die door Domijn worden verhuurd, zijn vervolgens (tijdelijk) onbewoonbaar verklaard.

4.De vordering en het verweer

4.1.
Domijn vordert (verkort weergegeven) veroordeling van Dura Vermeer om aan haar een bedrag van € 215.192,78 te betalen, te vermeerderen met wettelijke rente en kosten.
4.2.
Domijn legt daaraan het volgende ten grondslag.
Dura Vermeer is tegenover Domijn aansprakelijk op grond van onrechtmatig gevaarzettend handelen van haar werknemers (artikel 6:170 BW); de werknemers van Dura Vermeer hebben de rioolbuis namelijk afgesloten zonder adequate voorzorgsmaatregelen te treffen ter voorkoming van wateroverlast bij regenval. Als gevolg hiervan zijn de woningen van Domijn onder water gelopen. De schade van Domijn bestaat uit herstelkosten van € 122.229,42, kosten voor vervangende huisvesting van haar huurders van € 60.306,36 en interne begeleidingskosten van € 32.192,78.
4.3.
Dura Vermeer concludeert dat de vordering van Domijn moet worden afgewezen.
Dura Vermeer betwist dat zij op grond van onrechtmatige gevaarzetting aansprakelijk is; volgens Dura Vermeer mocht zij erop vertrouwen dat zij voldoende voorzorgsmaatregelen had getroffen. Verder voert Dura Vermeer aan dat de wateroverlast ook zou zijn ontstaan zonder de rioolafsluiting. Daarnaast betwist Dura Vermeer (de omvang van) de gestelde schade.

5.De beoordeling

Dura Vermeer is aansprakelijk op grond van onrechtmatige gevaarzetting
5.1.
De rechtbank oordeelt dat Dura Vermeer op grond van artikel 6:170 BW tegenover Domijn aansprakelijk is. De medewerkers van Dura Vermeer hebben bij het afsluiten van de rioolbuis namelijk zodanig onzorgvuldig gehandeld dat sprake is van onrechtmatige gevaarzetting. Dat oordeel wordt als volgt gemotiveerd.
5.1.1.
Op Dura Vermeer rustte als deskundig opdrachtnemer de verantwoordelijkheid om te onderzoeken in hoeverre de afsluiting van de rioolbuis het risico op overstroming met zich meebracht, en om zo nodig adequate voorzorgsmaatregelen te treffen om een veilige uitvoering van de klus te waarborgen. Niet ter discussie staat dat Dura Vermeer diende te voorkomen dat het riool bij de uitvoering van de opdracht zou overstromen; in de e-mailwisseling van 4 juli 2018 tussen Dura Vermeer en de gemeente is de noodzaak tot het overpompen van rioolwater nadrukkelijk aan de orde gesteld, met als kennelijk doel om wateroverlast te voorkomen. Het lag op de weg van Dura Vermeer om voor zover nodig toereikende inlichtingen in te winnen bij de gemeente over de specifieke eigenschappen van het rioolstelsel.
5.1.2.
De rechtbank stelt vast dat Dura Vermeer geen voorzorgsmaatregelen heeft getroffen die (ook) bij regenval toereikend waren om overstromingsgevaar te voorkomen. De capaciteit van de geplaatste pompen (namelijk 350 m³ per uur en 150 m³ per uur) lag weliswaar ruim boven het door de gemeente genoemde debiet aan afvalwater van ongeveer 65 m³ per uur, maar was bij lange na niet voldoende om er ook bij regenval van verzekerd te kunnen zijn dat al het aangevoerde water kon worden overgepompt. De door Dura Vermeer afgesloten rioolbuis was volgens [X groep] [2] bestemd om inclusief regenwater een debiet van 3.000 tot 5.500 m³ per uur te kunnen afvoeren (bij een stroomsnelheid van 2 m/s), wat Dura Vermeer niet heeft bestreden. En naar eigen zeggen van (de advocaat van) Dura Vermeer was de hoeveelheid te verwerken regenwater 50 tot 80 keer groter dan het debiet aan afvalwater. Dura Vermeer mocht er niet op vertrouwen dat overtollig regenwater kon worden opgevangen door het omliggende buizenstelsel, mede gezien de mededeling van de gemeente dat omleiding van het water niet mogelijk was. [3] Dura Vermeer heeft ook niet bestreden dat is gebleken dat de geplaatste pompen onvoldoende capaciteit hadden om het regenwater te verwerken dat in de nacht van 4 september 2018 is gevallen.
5.1.3.
Dura Vermeer heeft naast het plaatsen van de pompen geen andere voorzorgsmaatregelen getroffen. Zo hebben haar medewerkers na het plaatsen van de ballonafsluiter geen toezicht gehouden.
5.1.4.
Dura Vermeer heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat zij ermee bekend was dat het bewuste rioolstelsel naast afvalwater ook regenwater afvoert, en dat zij uit de antwoorden van de gemeente [4] heeft begrepen dat de capaciteit van de te plaatsen pomp(en) toereikend moest zijn om ook eventuele regenval te kunnen opvangen. Als hiermee tegenstrijdig gaat de rechtbank voorbij aan het betoog van de zijde van Dura Vermeer (zoals door haar advocaat naar voren gebracht in de antwoordconclusie en tijdens de mondelinge behandeling) dat zij erop heeft vertrouwd dat géén rekening gehouden hoefde te worden met mogelijke neerslag.
5.1.5.
Gezien het voorgaande had Dura Vermeer behoren te voorzien dat er een aanzienlijke kans bestond dat een overstroming zou plaatsvinden nadat zij de rioolbuis had afgesloten. Dat het in de bewuste nacht van 4 september 2018 zou gaan regenen in de regio Enschede was bovendien voorspeld. Dura Vermeer heeft echter geen kennis genomen van de weersvoorspellingen.
Voorzienbaar was ook dat in het geval van een overstroming, het rioolwater - dat deels uit vuil afvalwater bestaat - tot omvangrijke overlast en schade zou kunnen leiden. Vast staat dat op zijn minst twaalf woningen, namelijk die van Domijn, onder water zijn gelopen en onbewoonbaar zijn verklaard. Dura Vermeer heeft niet bepleit dat redelijkerwijs niet te verwachten viel dat zich bij een overstroming dergelijke wateroverlast zou voordoen.
5.1.6.
De rechtbank gaat voorbij aan het betoog van Dura Vermeer dat zij uitsluitend volgens de instructies van de gemeente heeft gehandeld, dat de gemeente geen enkele op- of aanmerkingen heeft gemaakt over de wijze waarop Dura Vermeer de opdracht heeft uitgevoerd, en dat de gemeente toezicht heeft gehouden nadat Dura Vermeer de ballonafsluiter had geplaatst. Immers, op Dura Vermeer rustte als deskundig opdrachtnemer de zelfstandige verplichting om te bepalen welke voorzorgsmaatregelen benodigd waren om de klus veilig uit te voeren. Voor zover de gemeente instructies zou hebben gegeven die het risico op schade met zich meebrachten, had Dura Vermeer haar daarvoor moeten waarschuwen. Dat laatste heeft Dura Vermeer kennelijk niet gedaan. Ook als inderdaad toezicht is gehouden door de gemeente, wat Domijn betwist, geldt dat Dura Vermeer er niet op mocht vertrouwen dat het overstromingsgevaar daarmee was ondervangen; niet gesteld en ook niet gebleken is namelijk dat Dura Vermeer mocht verwachten dat de gemeente in staat was om adequaat in te grijpen bij een dreigende overstroming.
5.1.7.
Tot slot stelt de rechtbank vast dat het onrechtmatige handelen van de werknemers van Dura Vermeer aan hen worden toegerekend. In de aard van dat onrechtmatige handelen ligt namelijk in beginsel al besloten dat dit aan hen toerekenbaar is op grond van schuld. Dura Vermeer heeft geen gronden aangevoerd die toch aan toerekening in de weg staan.
Niet vast staat dat de wateroverlast is veroorzaakt door de rioolafsluiting
5.2.
De rechtbank overweegt dat het aan Domijn is om te bewijzen dat zonder de afsluiting van het riool door de medewerkers van Dura Vermeer, haar woningen niet onder water zouden zijn gelopen. Op Domijn rust namelijk de bewijslast van het causale verband tussen de door haar gestelde schade en de onrechtmatige gevaarzetting (artikel 150 Rv). Dura Vermeer heeft ter betwisting aangevoerd dat in de nacht van 4 september 2018 zoveel regen is gevallen, dat de woningen van Domijn ook onder water zouden zijn gelopen als de rioolbuis niet zou zijn afgesloten.
5.3.
De rechtbank is van oordeel dat Domijn tot nu toe niet heeft aangetoond dat de wateroverlast zonder de rioolafsluiting niet zou zijn opgetreden. Dat oordeel steunt op de volgende overwegingen.
5.3.1.
Domijn beroept zich op twee door haar ingebrachte deskundigenrapporten van Crawford & Company (Nederland) B.V., voorheen Silverpulse genaamd (hierna: “Crawford”). [5] Crawford concludeert dat als de rioolbuis niet zou zijn afgesloten, de betreffende regenbui door het riool verwerkt had kunnen worden. Echter, de motivering van die conclusie schiet naar het oordeel van de rechtbank tekort.
5.3.2.
Crawford baseert zich in de eerste plaats op een simulatie van het functioneren van het betreffende rioleringssysteem die is uitgevoerd door ingenieursbureau [X groep] (in opdracht van de gemeente Enschede). De simulatie is gebaseerd op een hydraulisch rekenmodel waarin de gegevens van het rioleringssysteem zijn opgenomen. Volgens de simulatie van [X groep] had de rioolbuis ruim voldoende capaciteit om de neerslag van de bewuste regenbui af te voeren, aldus Crawford.
Echter, naar het oordeel van de rechtbank is tot nu toe onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de hoeveelheid neerslag waarmee [X groep] bij de simulatie heeft gerekend, realistisch is. [X groep] is er vanuit gegaan dat in totaal 13,55 mm is gevallen in een tijdsbestek van 90 minuten. [6] Dura Vermeer bestrijdt de juistheid van deze door [X groep] gehanteerde neerslagsom en voert aan, onder verwijzing naar een door haar ingebrachte neerslagkaart, dat het KNMI melding maakt van een neerslagsom van 28 mm. Verder verwijst Dura Vermeer naar een artikel van RTV Oost waarin een neerslagpiek van 31 mm per uur wordt gemeld. De rechtbank overweegt dat onduidelijk is waarop [X groep] de door haar gehanteerde neerslagsom heeft gebaseerd. Crawford presenteert van verschillende bronnen afkomstige neerslagsommen die onderling afwijken, namelijk 11,4 mm, 13,8 mm, 13,6 mm en 28 mm. [7] Volgens Crawford is het aanvaardbaar om uit te gaan van een bandbreedte tussen 15 mm en 21 mm neerslag, [8] maar die bandbreedte ligt in haar volledigheid hoger dan de waarde van 13,55 mm waarmee [X groep] heeft gerekend. Crawford heeft niet toegelicht in hoeverre volgens de simulatie van [X groep] ook neerslaghoeveelheden hoger dan 13,55 mm afgevoerd hadden kunnen worden.
5.3.3.
In de tweede plaats heeft Crawford een eigen (controle)berekening uitgevoerd, die op het volgende neer komt. Als er vanuit wordt gegaan dat 31 mm neerslag is gevallen in 90 minuten (de hoogste door Dura Vermeer aangedragen neerslagsom), en dat de wijk Transburg een oppervlakte heeft van 0,49 km², dan is er in Transburg in anderhalf uur 15.190 m³ neerslag gevallen. [9] De rioolbuis kon een debiet van 5.500 m³ per uur afvoeren, [10] en dus 8.250 m³ per anderhalf uur. Het overige gedeelte van de in Transburg gevallen neerslag had afgevoerd kunnen worden door andere, omliggende rioolstrengen met een eigen afvoercapaciteit. [11]
De rechtbank acht deze berekening niet overtuigend. Crawford stelt dat omliggende rioolstrengen in staat zouden zijn geweest om het regenwater af te voeren dat niet afgevoerd had kunnen worden door de betreffende rioolbuis, maar zij heeft nagelaten om te concretiseren waar die andere rioolstrengen zich bevinden en wat daarvan de aanvullende afvoercapaciteit is. Bovendien gaat Crawford er vanuit dat de bewuste rioolbuis een capaciteit heeft van 5.500 m³ per uur, terwijl [X groep] – op wiens inlichtingen Crawford zich baseert – een bandbreedte heeft genoemd van 3.000 tot 5.500 m³ per uur. Daar komt bij dat Crawford niet concreet inzichtelijk heeft gemaakt in hoeverre water dat wordt aangevoerd vanaf (hoger gelegen) andere wijken, van invloed is op het totale debiet aan af te voeren water. Tot slot komt het de rechtbank voor dat Crawford er ten onrechte geen rekening mee heeft gehouden dat naast regenwater ook afvalwater moest worden afgevoerd.
De rechtbank is voornemens om een deskundigenonderzoek te bevelen
5.4.
De rechtbank is voornemens om een deskundigenonderzoek te bevelen ten behoeve van de beoordeling of de wateroverlast is veroorzaakt door de afsluiting van de rioolbuis.
5.5.
Partijen zullen in de gelegenheid worden gesteld om zich bij akte uit te laten over de wenselijkheid van een deskundigenbericht, het aantal te benoemen deskundigen, de persoon en het specialisme van de deskundige(n), en de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen. Het heeft uitdrukkelijk de voorkeur dat partijen een gezamenlijk voorstel aan de rechtbank doen.
5.6.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
verwijst de zaak naar de rol van
7 september 2022voor het nemen van een akte
door beide partijenwaarin zij zich uitlaten over de wenselijkheid van een deskundigenbericht, het aantal te benoemen deskundigen, de persoon en het specialisme van de deskundige(n), en de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen;
6.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Louter en in het openbaar uitgesproken op 10 augustus 2022. (HJB)

Voetnoten

1.In de oorspronkelijke e-mail van de gemeente heeft zij haar antwoorden in het rood weergegeven.
2.Een ingenieursbureau dat door de gemeente Enschede is ingeschakeld ten behoeve van het rioolbeheer. In het door Domijn ingebrachte deskundigenrapport van Crawford (voorheen Silverpulse genaamd) van 10 september 2021 wordt verwezen naar mededelingen van [X groep] .
3.Zie de e-mailwisseling van 4 juli 2018.
4.Idem.
5.Het gaat om een eerste rapport van 10 september 2021 en een aanvullend rapport van 9 juni 2022.
6.Dat staat in het tweede rapport van Crawford.
7.Zie respectievelijk bijlage 1 t/m 4 bij het eerste rapport.
8.Zo stelt Crawford in haar tweede rapport.
9.Crawford tekent hier in haar aanvullende rapport bij aan dat “veilig is te stellen” dat slechts 70 – 80 % van de neerslag in het riool is terechtgekomen.
10.Deze afvoercapaciteit is volgens Crawford door [X groep] meegedeeld. In haar aanvullende rapport voegt Crawford toe dat hoewel [X groep] is uitgegaan van een stroomsnelheid van 2 m/s, de stroomsnelheid en daarmee de afvoercapaciteit in werkelijkheid “zeer hoogstwaarschijnlijk” hoger was, omdat Enschede afloopt van Oost naar West.
11.Crawford voegt daar in haar aanvullende rapport aan toe dat als er toch een overstroming zou hebben plaatsgevonden, 1.800 m³ aan water opgevangen zou zijn op het wegdek tussen de stoepranden.