ECLI:NL:RBOVE:2022:2365

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 juli 2022
Publicatiedatum
17 augustus 2022
Zaaknummer
9965129 \ CV EXPL 22-2279
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over afgifte laptop en privacygevoelige gegevens na beëindiging dienstverband

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, ging het om een kort geding tussen Stichting Eega Plus en een voormalige werknemer, aangeduid als [gedaagde]. De werknemer had na beëindiging van het dienstverband een laptop in bruikleen, waarvan de werkgever, Eega, de afgifte eiste. De werknemer wilde echter eerst haar privégegevens van de laptop verwijderen voordat zij deze inleverde. De werkgever was bezorgd over de toegang van de werknemer tot privacygevoelige informatie van het bedrijf. Tijdens de zitting op 18 juli 2022, waar beide partijen aanwezig waren, heeft de kantonrechter een mondelinge uitspraak gedaan. De rechter oordeelde dat de laptop binnen vier weken door een ict-medewerker van Eega gewist moest worden, in het bijzijn van de werknemer. De laptop en toebehoren moesten daarna bij Eega worden achtergelaten. De rechter verklaarde de bevelen uitvoerbaar bij voorraad en bepaalde dat iedere partij de eigen kosten draagt. De beslissing was gebaseerd op de overweging dat zowel de werkgever als de werknemer privacybelangen hadden, en dat een praktische oplossing werd voorgesteld waarbij de werknemer aanwezig mocht zijn bij het wissen van de gegevens. De uitspraak werd gedaan door kantonrechter A.M. Koene en openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 9965129 \ CV EXPL 22-2279
PROCES-VERBAALvan de op 18 juli 2022 te Zwolle gehouden zitting van de kantonrechter in de kort geding procedure van:
de stichting
STICHTING EEGA PLUS,
gevestigd en kantoorhoudende te Deventer,
eisende partij, hierna te noemen Eega,
gemachtigde: mr. H. den Besten
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. E. Baldan Kaya
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 18 juli 2022.
Tegenwoordig:
- mr. A.M. Koene , kantonrechter
- drs. A. Panjer-Hartman, griffier
Na uitroeping van de zaak verschenen:
- Eega, vertegenwoordigd door [A] (directeur/bestuurder van de stichting) en [B] (operationeel directeur), bijgestaan door mr. den Besten;
- [gedaagde] , in persoon, bijgestaan door mr. Baldan Kaya.
De kantonrechter stelt vast dat beide partijen zijn verschenen.
Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter ter zitting mondeling uitspraak gedaan.

1.De beslissing in kort geding

De kantonrechter:
In conventie en in reconventie
1.1.
beveelt partijen om eraan mee te werken dat de harde schijf van de laptop binnen vier weken na heden ten kantore van Eega door een ict-medewerker van Eega in het bijzijn van [gedaagde] wordt gewist;
1.2.
beveelt [gedaagde] om de laptop met toebehoren (muis en acculader) vervolgens bij Eega achter te laten;
1.3.
verklaart deze bevelen uitvoerbaar bij voorraad;
1.4.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
1.5.
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.

2.De gronden van de beslissing

In conventie en in reconventie
2.1.
Er is een dienstverband geweest tussen Eega als werkgever en [gedaagde] als werknemer en dat dienstverband is inmiddels beëindigd. [gedaagde] heeft ten behoeve van dat dienstverband van Eega een laptop in bruikleen gekregen. Zij heeft die laptop nog in haar bezit. Eega heeft de toegang tot de laptop geblokkeerd.
2.2.
Eega wil de laptop terug en zij heeft daartoe een vordering (de vordering in conventie) in kort geding ingesteld. Eega vordert afgifte van de laptop op straffe van een dwangsom. [gedaagde] verzet zich niet tegen het teruggeven van het apparaat, maar zij wil daarvoor eerst toegang tot de laptop om haar eigen gegevens te kunnen verwijderen. Zij beroept zich ten aanzien van die gegevens op privacy. [gedaagde] heeft in verband daarmee een tegenvordering (een vordering in reconventie) ingesteld om op straffe van een dwangsom af te dwingen dat zij de gelegenheid krijgt om haar privégegevens van de laptop te verwijderen.
2.3.
Dat laatste vindt Eega geen redelijke eis om de volgende redenen. Ten eerste voert Eega aan dat de laptop alleen zakelijk mocht worden gebruikt en dat de laptop dus niet was bedoeld voor het opslaan van privé gegevens. Ten tweede voert Eega aan dat toegang tot de laptop ook toegang tot haar vertrouwelijke bedrijfsomgeving betekent. In dat opzicht doet ook Eega een beroep op bescherming van privacy gevoelige informatie.
2.4.
Beide partijen hebben hun vordering gehandhaafd en vragen vonnis.
2.5.
De kantonrechter komt tot het oordeel dat zowel in conventie als in reconventie het mindere van de vorderingen toewijsbaar is. Dat betekent dat beide partijen over en weer ten dele gelijk krijgen. Aan dat oordeel ligt de hierna volgende motivering ten grondslag.
2.6.
De vordering van Eega is niet volledig toewijsbaar, want Eega heeft niet betwist dat zich op de laptop privacygevoelige gegevens van [gedaagde] bevinden. Dat [gedaagde] deze gegevens er mogelijk niet op mocht zetten, maakt dat niet anders. De gegevens staan op de laptop en het zijn privacygevoelige gegevens in de zin van de AVG. [gedaagde] heeft dus een punt als zij zegt dat die niet ter beschikking van de voormalig werkgever mogen komen.
2.7.
Anderzijds is de tegenvordering van [gedaagde] evenmin volledig toewijsbaar. Dat komt omdat het verlenen van toegang tot de laptop zou betekenen dat [gedaagde] toegang krijgt tot de digitale bedrijfsomgeving van Eega. En dat kan ertoe leiden dat zij toegang krijgt tot bedrijfsgegevens van Eega die privacygevoelig zijn in de zin van de AVG en waar Eega verantwoordelijk voor is.
2.8.
De kantonrechter is daarom van oordeel dat de oplossing in het midden ligt. Die oplossing komt neer op het praktische voorstel dat [A] tijdens de mondelinge behandeling, kort voor de schorsing, deed en dat door [gedaagde] ook is geaccepteerd. Dat voorstel houdt in dat de laptop naar Eega wordt gebracht en dat de laptop daar door iemand van Eega, niet zijnde [A] of [B], wordt geschoond zodat de vertrouwelijke gegevens van [gedaagde] worden verwijderd. [gedaagde] mag daarbij aanwezig zijn.
2.9.
Dat betekent dat beide partijen gelijk (of, zoals je wil: ongelijk) krijgen en daar hoort bij dat iedere partij de eigen kosten draagt (compensatie van kosten). Bovendien heeft de kantonrechter niet kunnen vaststellen dat het feit dat partijen in de onderhavige kortgedingprocedure verwikkeld zijn geraakt in overwegende mate aan de één of de ander te wijten is.
Deze mondelinge uitspraak is gedaan door mr. A.M. Koene, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 18 juli 2022.
Waarvan proces-verbaal,
de kantonrechter