ECLI:NL:RBOVE:2022:2363
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzetzaak in kort geding over ontruiming van een huurwoning en betaling van achterstallige huur
Op 12 augustus 2022 vond er een mondelinge behandeling plaats in een verzetzaak in kort geding bij de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle. De eisende partijen, [A] en [B], vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. F. Havers, stonden tegenover de gedaagden in verzet, [X] en [Y]. De kantonrechter, mr. E.C. Rozeboom, stelde vast dat alle partijen aanwezig waren en deed ter zitting mondeling uitspraak. De zaak betrof een vordering tot ontruiming van een huurwoning en betaling van achterstallige huur, alsmede een gebruiksvergoeding. De kantonrechter concludeerde dat de huurovereenkomst rechtsgeldig was geëindigd op 1 augustus 2022, en dat [Y] zonder recht of titel in de woning verbleef. De verhuurders hadden een belang bij ontruiming, terwijl [Y] aanvoerde dat zij niet tijdig vervangende woonruimte kon krijgen. De kantonrechter oordeelde dat de ontruiming kon doorgaan en dat de vorderingen tot betaling van huur en gebruiksvergoeding werden toegewezen. Tevens werd het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, ondanks het verweer van [Y]. De proceskosten werden aan [Y] opgelegd, aangezien zij in het ongelijk werd gesteld.