ECLI:NL:RBOVE:2022:234

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 januari 2022
Publicatiedatum
28 januari 2022
Zaaknummer
08/204734-21 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Bordenga-Koppes
  • A. van den Berg
  • J. Vording
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor seksueel misbruik van een minderjarige, bezit en verspreiding van kinderporno, en wapenbezit

Op 28 januari 2022 heeft de Rechtbank Overijssel een 41-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De man was schuldig bevonden aan het seksueel misbruiken van een minderjarige tijdens een rollenspel, het in bezit hebben en verspreiden van kinderporno, en het bezit van een vuurwapen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan ontuchtige handelingen met een minderjarige, die op het moment van de feiten 15 jaar oud was. De verdachte had ook een gewoonte gemaakt van het in bezit hebben van kinderporno, wat een ernstige schending van de integriteit van de betrokken minderjarigen met zich meebrengt. Daarnaast had hij een gaspistool in zijn bezit, wat in strijd is met de Wet wapens en munitie. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer, maar ook met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die openstond voor behandeling en begeleiding. De rechtbank legde naast de gevangenisstraf ook een taakstraf op van 240 uur en bijzondere voorwaarden voor de voorwaardelijke straf, waaronder reclasseringstoezicht en een contactverbod met minderjarigen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/204734-21 (P)
Datum vonnis: 28 januari 2022
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1980 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 14 januari 2022.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. T. Feuth en van wat door verdachte en zijn raadsman, mr. J.B.A. Kalk, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:(primair) met [slachtoffer] , die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, ontucht heeft gepleegd, (mede) bestaand hebbend uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ;
(subsidiair) ontuchtige handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt;
feit 2:kinderpornografie heeft verworven en in bezit heeft gehad en daarvan een gewoonte heeft gemaakt;
feit 3:een gaspistool voorhanden heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2019 tot
en met 31 juli 2020 te Enschede
met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 2004)
die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede
bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
te weten
- het uitkleden van die [slachtoffer] en het aantrekken van een luier bij die [slachtoffer]
en/of
- het houden van een vibrator tegen de penis, althans de schaamstreek van die [slachtoffer]
en/of
- het likken van de anus van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van zijn vinger(s) in de anus van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van de penis van die [slachtoffer] in zijn, verdachtes, mond en/of
- het brengen van zijn, verdachtes, penis in de mond, althans tegen de tong van die
[slachtoffer] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2019 tot
en met 31 juli 2020 te Enschede
met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 2004)
die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
buiten echt
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd,
te weten
- het uitkleden van die [slachtoffer] en het aantrekken van een luier bij die [slachtoffer]
en/of
- het houden van een vibrator tegen de penis, althans de schaamstreek van die [slachtoffer]
en/of
- het likken van de anus van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van zijn vinger(s) in de anus van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van de penis van die [slachtoffer] in zijn, verdachtes, mond en/of
- het brengen van zijn, verdachtes, penis in de mond, althans tegen de tong van die
[slachtoffer] ;
2
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2019 tot en
met 11 september 2020 te Enschede, althans in Nederland
meermalen, althans eenmaal
telkens
(een aantal) afbeelding(en), te weten (een) (aantal) foto(’s) en/of (een) (aantal)
video(’s)/film(s) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende een afbeelding(en), te
weten een of meer telefoon(s) (een Iphone SE en/of een Iphone 11) en/of een of
meer computer(s) (een Antec desktop en/of een NZXT desktop) en/of een of meer
harde schijf/schijven (een Western Digital NASware en/of een Western Digital)
en/of een Cloudaccount (voorzien van de gebruikersnaam [account] ),
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien
jaren nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft
verspreid en/of
aangeboden en/of
verworven en/of
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven –
bestonden uit:
het met de/een penis en/of vinger(s)/hand en/of voorwerp oraal en/of anaal
penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet had bereikt
en/of
het met de/een penis en/of vinger(s)/hand en/of voorwerp oraal en/of vaginaal
en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een penis en/of vinger(s)/hand en/of mond/tong betasten en/of
aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen van een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaar nog niet
had bereikt
en/of
het met de/een vinger(s)/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het
geslachtsdeel en/of de billen van een (ander) persoon door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert met een
voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar
leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de
(onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het
(ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht
worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden
van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij op dat gezicht/lichaam
een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is, (waarbij) de afbeelding (aldus)
(telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele
prikkeling
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
3
hij op of omstreeks 11 september 2020 te Enschede, althans in Nederland
een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie,
te weten een gaspistool, merk RECK, type Miami 92F, kaliber 9mm P.A.K.,
zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool
voorhanden heeft gehad.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden. Met betrekking tot feit 1 stelt de officier van justitie dat sprake is geweest van oraal en anaal seksueel binnendringen van het lichaam.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het primair tenlastegelegde, nu niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat sprake is van oraal en/of anaal binnendringen van het lichaam van [slachtoffer] . Verdachte ontkent dit en [slachtoffer] benoemt het penetreren summier of niet duidelijk in zijn bericht aan [naam] en heeft geen verklaring bij de politie willen afleggen. Verdachte heeft geen reden om hierover leugenachtig te verklaren nu hij alle andere handelingen heeft bekend. Met betrekking tot het subsidiair ten laste gelegde en het onder 2 en 3 ten laste gelegde refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak
Aan verdachte is onder feit 1 primair, onder het vierde en het zesde gedachtestreepje ten laste gelegd dat hij zijn vinger(s) in de anus en zijn penis in de mond van [slachtoffer] heeft gebracht. Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze handelingen niet wettig en overtuigend bewezen, nu zich in het dossier geen bewijsmiddel bevindt dat verdachte bij [slachtoffer] seksueel is binnengedrongen. Het dossier bevat enkel een memo van [slachtoffer] – die in de telefoon van [naam] is aangetroffen – waarin staat dat sprake is geweest van ‘kontvingeren’ en ‘pijpen’. [slachtoffer] is heel stellig geweest in zijn uitlatingen en schriftelijke berichten naar de politie toe dat hij geen aangifte wil doen, zodat deze handelingen niet concreter zijn geworden en voorzichtigheid geboden is bij de waardering van genoemd memo als bewijsmiddel. Daar komt bij dat de rechtbank op basis van dat memo niet heeft kunnen vaststellen of verdachte deze handelingen bij [slachtoffer] heeft verricht of dat het [slachtoffer] is geweest die deze handelingen bij verdachte heeft verricht. Daar staat tegenover dat verdachte stellig en bij herhaling heeft ontkend dat hij deze handelingen bij [slachtoffer] heeft uitgevoerd. Verdachte heeft ter zitting wel verklaard dat [slachtoffer] “een likje” heeft gegeven aan zijn, verdachtes, penis, maar dat [slachtoffer] dit “bitter” vond en het daarom bij dat “likje” gebleven is. Naar het oordeel van de rechtbank kan deze, enkel door verdachte beschreven, handeling, niet uitgelegd worden als “seksueel binnendringen van het lichaam” als bedoeld in de tenlastelegging. Verder heeft verdachte bij de politie en ter zitting uitvoerig en ogenschijnlijk zonder schroom verteld over zijn Adult Baby Diaper Love-fetisj en het daarbij gespeelde rollenspel met gelijkgestemden en zijn aandeel daarin. Alles afwegend vindt de rechtbank dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer] . De rechtbank spreekt verdachte dan ook van het onder feit 1 primair ten laste gelegde vrij.
Bewezenverklaring
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder feit 1 subsidiair, feit 2 en feit 3 ten laste gelegde, waarbij de rechtbank – nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen [1] .
het proces-verbaal van de terechtzitting van 14 januari 2022, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van bevindingen – onderzoek telefoon [naam] – van
14 oktober 2020, pagina 146;
3. het proces-verbaal veiligstellen van verbalisant [verbalisant 1] van 16 juli 2021, pagina’s 233 tot en met 236;
4. het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 28 juni 2021 met bijlagen, pagina’s 165 tot en met 176;
5. het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] van 16 juni 2021, pagina’s 182 tot en met 188;
6. het proces-verbaal van bevindingen onderzoek ge-encrypte gegevensdragers van verbalisant [verbalisant 3] van 30 juni 2021, pagina’s 190 tot en met 192;
7. het proces-verbaal onderzoek wapen van verbalisant [verbalisant 4] , van
30 oktober 2020, pagina 153.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1. subsidiair
hij op tijdstippen in de periode van 1 november 2019 tot en met 31 juli 2020 te Enschede met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 2004) die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
- het uitkleden van die [slachtoffer] en het aantrekken van een luier bij die [slachtoffer] en
- het houden van een vibrator tegen de penis van die [slachtoffer] en
- het likken van de anus van die [slachtoffer] en
- het brengen van de penis van die [slachtoffer] in zijn, verdachtes, mond en
- het brengen van zijn, verdachtes, penis tegen de tong van die [slachtoffer] ;
2
hij in de periode van 1 februari 2019 tot en met 11 september 2020 in Nederland meermalen telkens (een) afbeelding(en), te weten (een) foto(’s) en/of (een) video(’s)/film(s) en gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten telefoons (een Iphone SE en een Iphone 11) en computers (een Antec desktop en een NZXT desktop) en harde schijven (een Western Digital NASware en een Western Digital)
en een Cloudaccount (voorzien van de gebruikersnaam [account] ), van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de penis en/of vinger/hand en/of voorwerp oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
het met de penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
het met de penis en/of vinger/hand en/of mond/tong betasten en aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
het met de vinger/hand en/of mond/tong betasten en aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert met een voorwerp en in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij zijn/haar leeftijd past en door het camerastandpunt en de (onnatuurlijke) pose en de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en billen van deze persoon in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling en
het masturberen bij en ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en het houden van een penis bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij op dat lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is, waarbij de afbeelding alduseen onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
3
hij op 11 september 2020 te Enschede, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een gaspistool, merk RECK, type Miami 92F, kaliber 9mm P.A.K., zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder feit 1 subsidiair, feit 2 en feit 3 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 240b en 247 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en in artikel 55 van de Wet wapens en munitie (WWM). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 subsidiair
het misdrijf: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken, verwerven, in bezit hebben, door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst zich de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
feit 3
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit wordt begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan negen maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en met aftrek van de in voorarrest doorgebrachte tijd. Aan het voorwaardelijk strafdeel dienen reclasseringstoezicht/meldplicht, een ambulante behandeling en een contactverbod met minderjarigen als bijzondere voorwaarden te worden gekoppeld.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat aan verdachte een gevangenisstraf moet worden opgelegd waarvan het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan de tijd doorgebracht in voorarrest, en het voorwaardelijk deel recht doet aan de ernst van de feiten. De raadsman acht een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaren met een proeftijd van drie jaren met bijzondere voorwaarden, zoals voorgesteld door reclassering, inhoudende toezicht, een ambulante behandeling, en eventueel een contactverbod met minderjarigen en een flinke taakstraf van 240 uren passend. Het taakstrafverbod verzet zich hier niet tegen als er ook een onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd. Daarnaast heeft de raadsman verzocht om het opnemen van een overweging in het vonnis waaruit blijkt dat een veroordeling in de onderhavige zaak niet in de weg hoeft te staan aan toekomstige Verklaringen Omtrent het Gedrag, die verdachte in de toekomst eventueel nog zal aanvragen.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich tijdens een rollenspel schuldig gemaakt aan het seksueel misbruiken van een minderjarige. Het slachtoffer was op het moment van het misbruik net vijftien jaren oud. Een puber die zichzelf onder meer op seksueel gebied aan het ontdekken was en zich aan het ontwikkelen was. Verdachte heeft aldus het risico voor lief genomen dat deze ontwikkeling ernstig wordt verstoord. Verdachte heeft met zijn handelen de lichamelijke integriteit van het slachtoffer ernstig geschonden. Het is algemeen bekend dat slachtoffers van seksueel misbruik naast lichamelijke schade ook psychische schade kunnen oplopen, hetgeen vele jaren later nog diepe sporen kan nalaten. Dat het slachtoffer (om welke reden dan ook) geen aangifte tegen verdachte heeft willen doen en zich aanvankelijk niet heeft verzet tegen de seksuele handelingen voortvloeiend uit het rollenspel, maakt dit niet anders. Verdachte heeft als volwassen man van de (seksuele) nieuwsgierigheid van een puber misbruik gemaakt. Verdachte heeft geen oog gehad voor de kwetsbaarheid van het slachtoffer, maar liet zich enkel leiden door zijn eigen seksuele lusten. Dat rekent de rechtbank verdachte aan.
Daarnaast heeft verdachte een gewoonte gemaakt van het in bezit hebben en verwerven van een hoeveelheid kinderporno. Bij kinderporno wordt op uitermate grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer van de betrokken minderjarigen. Door zijn handelen heeft verdachte bijgedragen aan het in stand houden van deze zeer grove schending van de belangen van die minderjarigen. Verdachte had zich moeten realiseren dat hij aldus ook een bijdrage leverde aan het in stand houden van de wereldwijde, zeer kwalijke en zeer schadelijke industrie van de kinderpornografie.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het bezit van een vuurwapen. Het is algemeen bekend welke ellende ongecontroleerd bezit van een vuurwapen kan veroorzaken. De rechtbank is van oordeel dat daar streng tegen moet worden opgetreden.
Gezien de ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Echter, de rechtbank heeft ook rekening te houden met het over verdachte opgemaakte advies van de reclassering dat op 10 december 2021 op het arrondissementsparket Oost-Nederland is ingekomen en de persoonlijke omstandigheden die daaruit en uit de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. In dat verband vindt de rechtbank voor de strafoplegging het volgende van belang. Door zijn fetisj is verdachte op meerdere leefgebieden (sociale contacten, werk, financiën, psychosociaal functioneren) in enige mate in de problemen geraakt. Hoewel sprake was van seksueel contact met minderjarigen gaat de reclassering op basis van de achtergronden niet uit van een pedoseksuele voorkeur. Verdachte lijkt van nature een onzekere man. Verdachte heeft er notie van dat zijn leven van het gemiddelde afwijkt op diverse terreinen en staat open voor begeleiding/behandeling met het doel wat meer stabiliteit in zijn leven te gaan ervaren. Geadviseerd wordt om aan verdachte een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandeling en het vermijden van contact met minderjarigen als bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel op te leggen. Daarnaast wordt vermeld dat bij het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf het risico bestaat dat verdachte zijn baan zal verliezen. Verdachte is volgens de reclassering in staat een werkstraf te verrichten. Het recidiverisico wordt ingeschat als laag.
Uit het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van verdachte van 17 november 2021 blijkt dat verdachte niet eerder strafrechtelijk is veroordeeld.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, moet worden opgelegd. De tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht wordt van het onvoorwaardelijk deel van de gevangenisstraf afgetrokken. Daarnaast acht de rechtbank het noodzakelijk dat aan het voorwaardelijk strafdeel een meldplicht, een ambulante behandeling en het vermijden van contact met minderjarigen als bijzondere voorwaarden worden verbonden.
Daarnaast zal de rechtbank aan verdachte een taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, voor de duur van 240 uren opleggen.
Tot slot overweegt de rechtbank dat het niet aan de rechtbank is om in het kader van een strafzaak een overweging in het vonnis op te nemen waaruit blijkt dat de veroordeling in onderhavige zaak niet in de weg hoeft te staan aan het verkrijgen van een toekomstige Verklaring Omtrent het Gedrag, zoals door de raadsman verzocht. Tegen de afwijzing van de afgifte van deze verklaring staan bestuursrechtelijke procedures open. De rechtbank wijst dit verzoek af.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
afwijzing verzoek
- wijst af het verzoek van de verdediging tot het opnemen van een overweging in het vonnis waaruit blijkt dat de veroordeling in onderhavige zaak niet in de weg hoeft te staan aan het verkrijgen van een toekomstige Verklaring Omtrent het Gedrag;
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 subsidiair
het misdrijf: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken, verwerven, in bezit hebben, door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst zich de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
feit 3
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit wordt begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
12 (twaalf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland, Molenstraat 50 in Enschede op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich ambulant laat behandelen bij de forensische polikliniek De Tender, Transfore of een soortgelijke instelling, ter beoordeling van de reclassering, indien en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte zal zich dan houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
- verdachte zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt verdachte dat hij dit aan de reclassering meldt, indien mogelijk vooraf maar altijd achteraf;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. Bordenga-Koppes, voorzitter, mr. Van den Berg en mr. Vording, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Hoek, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 28 januari 2022.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer ONRBC20535 (onderzoek Zweden). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.