Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
COHEDRON B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Utrecht,
[X],
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
€ 2.979,52.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak gaat het om een geschil tussen Cohedron B.V. en [gedaagde] over de uitleg van een bepaling in hun huurovereenkomst. Cohedron, de huurder, heeft een huurovereenkomst gesloten voor 2.269 m2 kantoorruimte en 33 parkeerplaatsen in Zwolle, met een aanvangshuur van € 33.174,67 per maand. De huurovereenkomst bevat een bepaling die de huurder het recht geeft om maximaal 30% van de gehuurde metrage terug te geven aan de verhuurder na een periode van 24 maanden. Cohedron heeft in maart 2020 een beroep gedaan op deze bepaling en de huur van 681 m2 opgezegd per 1 december 2020. De verhuurder, [gedaagde], heeft echter niet op deze opzegging gereageerd en heeft in de tussentijd delen van de gehuurde ruimte aan derden verhuurd.
De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de teruggegeven vierkante meters niet kunnen worden aangemerkt als teruggeven in de zin van de huurovereenkomst. De rechter oordeelt dat Cohedron per 1 januari 2021 30% van de per 31 december 2020 nog gehuurde metrage, zijnde 503 m2, kon teruggeven. Dit betekent dat Cohedron nog 1.174 m2 kantoorruimte moest huren. De rechter heeft [gedaagde] veroordeeld tot terugbetaling van de huurpenningen en servicekosten van de per 1 februari 2021 teruggegeven gehuurde 503 m2, met wettelijke rente. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de kosten van de procedure.