4.5De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij in de periode van 1 oktober 2017 tot en met 9 juli 2018, te Deventer, tezamen en in vereniging met anderen, in de uitoefening van een bedrijf opzettelijk heeft geteeld en bewerkt en verwerkt in een pand aan de [adres 1] een grote hoeveelheid (als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet) hennepplanten, 791 planten,
zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2
hij in de periode van 1 oktober 2017 tot en met 9 juli 2018, te Deventer, tezamen en in vereniging met anderen, stoffen en voorwerpen heeft voorhanden gehad, te weten:
- meerdere) slangen, en
- meerdere (kunststof) potten, en
- meerdere verpakkingen, plantenvoeding,
- meerdere lampen,
waarvan hij en zijn mededaders wisten dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
3
hij in de periode van 1 oktober 2017 tot en met 9 juli 2018, te Deventer, tezamen en in vereniging met anderen, uit het pand gelegen aan de [adres 1] , stroom, dat toebehoorde aan Enexis, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders dat weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking;
4
hij in de periode van 1 oktober 2017 tot en met 9 juli 2018, te Deventer, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een elektriciteitswerk, te weten een elektriciteitsmeter voor de stroomvoorziening in een pand, te weten het pand aan de [adres 1]
, heeft beschadigd, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en verhindering of bemoeilijking van stroomlevering ten algemenen nutte te duchten was;
5
hij in de periode van 1 oktober 2017 tot en met 9 juli 2018, te Deventer, in de uitoefening van een bedrijf opzettelijk heeft geteeld en bewerkt en verwerkt in een
pand aan de [adres 2] een grote hoeveelheid (als bedoeld in artikel
11 lid 5 van de Opiumwet) hennepplanten, ongeveer 1116
gram hennep(toppen) en/of delen daarvan, zijnde hennep een middel
als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
6
hij in de periode van 1 oktober 2017 tot en met 9 juli 2018, te Deventer, stoffen en voorwerpen heeft voorhanden gehad, te weten:
- meerdere (kunststof) potten, en
- meerdere droogrekken, en
- meerdere droognetten, en
- een weegschaal, en
- meerdere slakkenhuizen, en
- een strijkzak, en
- meerdere koolstoffilters, en
- een waterton, en
- meerdere flacons, dan wel verpakkingen, (hennep)plantenvoeding,
- meerdere schakelborden, en
- meerdere tijdschakelaars, en
- meerdere zekeringen, en
- meerdere transformatoren, en
- een afzuiginstallatie, en
- meerdere assimilatielampen,
waarvan hij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
7
hij op 9 juli 2018, te Deventer, opzettelijk aanwezig heeft gehad in een pand aan de [adres 3] 85 gram hennepzijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende
lijst II;
8
hij op 9 juli 2018, te Deventerstoffen en voorwerpen heeft voorhanden gehad, te weten:
- een koolstoffilter, en
- een droogplaatje, en
- een (elektra) schakelbord, en
- een transformator, en
- een ph meter, en
- een elektriciteitskabel,
waarvan hij wist dat voornoemde voorwerpen bestemd waren tot het plegen van een van
de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
9
hij in de periode van 1 oktober 2017 tot en met 9 juli 2018, te Eefde, stoffen en voorwerpen heeft voorhanden gehad, te weten:
- een canacutter, en
- meerdere assimilatielampen, en
- meerdere transformatoren, en
- een stroomverdeelkast, en
- meerdere tl-lampen, en
- meerdere koolstoffilters, en
- meerdere slakkenhuizen, en
- meerdere (geïsoleerde) afzuigslangen, en
- meerdere (kunststof) potten, en
- meerdere flacons, (hennep)plantenvoeding,
waarvan hij wist dat voornoemde voorwerpen bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.