Het proces-verbaal van verhoor verdachte, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Hier heb ik een huis met een hypotheek van € 250.000,-. (…) Voor de auto van mijn vrouw, heb ik toen een lening van de bank gekregen. (…) Deze lening is geheel afbetaald. Mijn auto heb ik vier of vijf jaar geleden contant betaald. (…)
Alleen mijn hypotheek en wat schulden uitstaan bij privé-personen. (…) Het enige wat ik kwijt wil, is dat het gaat om een bedrag van ongeveer € 15.000,- a € 16.000,- wat ik aan privé-personen moet betalen. (…)
Als ik een goede maand heb, zet ik ongeveer € 6.000,- a € 7.000,- om. Dit is meestal in de zomermaanden. In de wintermaanden, de stille maanden, zet ik ongeveer € 4.000,- of hooguit € 5.000,- om. Ik krijg ook nog kleding van de stomerij, die dit bij mij ophangt en die de mensen bij mij ophalen. Daarvoor krijg ik 33% provisie. Dit is ongeveer een bedrag van
€ 800,- tot € 1.100,- per maand, wat ik daar aan verdien. (…) Ik haal € 1.400,- tot € 1.500,- per maand aan salaris, voor mezelf, uit de zaak. (…)
Noot verbalisant: Ik confronteerde de verdachte met een opgenomen en afgeluisterd telefoongesprek, gevoerd op maandag 22 juni 2015 te 11.50 uur. De verdachte maakte gebruik van het telefoonnummer: [telefoonnummer 25] .(…)
Ik ben één van de twee personen, die in dit gesprek te horen is. Ik herken mijn stem voor 100%. (…)
Ik heb twee telefoons in gebruik. Een Iphone, zwart van kleur, telefoonnummer: [telefoonnummer 26] . (…)
Noot verbalisant: Ik confronteerde de verdachte met de bij hem aangetroffen verscheurde papiertjes, waarop berekeningen stonden vermeld (…)
Er was iemand bij mij in de winkel binnengekomen. Hij vroeg mij geld voor hem in de winkel te bewaren. Ik weet niet precies wie hij is. Ik heb telefonisch gesproken met hem. Hij was twee a tweeënhalve maand geleden binnengekomen (…) En de berekeningen slaan op de geldbedragen, die ik voor die persoon, in mijn winkel moest bewaren. Ik moest dit opschrijven. (…)
Ik kreeg een telefoontje, dat iemand mij geld zou geven. Ik sprak meestal Engels met hem. Jullie hebben mijn telefoon afgeluisterd en gelezen, dus jullie weten het. Ik heb deze persoon een adres gestuurd. Ik kan mij herinneren dat ik in ieder geval [adres 1] in [vestigingsplaats] gestuurd heb. Deze persoon is op dinsdag 23 juni 2015 rond 12.00 uur bij mij in de winkel gekomen. Ze waren met zijn tweeën. Ik heb deze personen een token gegeven (een biljet van € 5,-) en zij hebben toen een tas met geld achtergelaten bij mij in de winkel. Ik hoorde van deze personen, dat het om € 300.000,- zou gaan. Bij de zoeking in mijn winkel, hebben je collega’s een foto van die tas gemaakt. Je collega’s waren trouwens ongeveer tien minuten nadat deze twee personen mijn winkel verlaten hadden, bij mij in de winkel. (…)
Het wordt niet in mijn winkel bewaard (…) Normaal gesproken wordt het geld binnen één dag opgehaald, uit mijn winkel.
V: Je hebt op maandag, 22 juni 2015 een bedrag van € 170.000,- opgehaald. Klopt dat?
A: Ja. Ik heb dit geld opgehaald in Rotterdam.
V: Wat heb je met die € 170.000,- gedaan, toen je dit opgehaald hebt in Rotterdam?
A: Dit heb ik de hele nacht in mijn kofferbak van mijn auto laten liggen. (…)
Dit geld heb ik op dinsdag 23 juni 2015 uit mijn auto gehaald en mijn winkel ingebracht (…) Het geld zat in een normale witte plastic tas. In de ochtend kwam één man, van mijn huidskleur, die Nederlands sprak, naar mijn winkel. Daarvoor hebben wij telefonisch contact met elkaar gehad. Deze vroeg aan mij de boodschappentas en het woord geld is niet gevallen. Ik kreeg van deze man een token, een briefje van € 5,- en daarop heb ik hem de tas met geld gegeven. (…)
V: Hoe kan het nu dat hij zegt dat er € 170.000,- in de tas zat (…), terwijl wij (…) bij de aanhouding van de persoon, die het geld bij je in de winkel opgehaald heeft, een bedrag van € 193.660,- bij zich had (…)
A: Dat klopt. In mijn winkel heeft deze persoon nog geld uit zijn eigen kleding gepakt en dat in de tas met geld, wat ik aan hem overdroeg, gestopt heeft. Vervolgens heb ik op een bonnetje het bedrag gezet, wat hij mij dicteerde. (…)
Ja, nadat deze persoon uit mijn winkel verdwenen was, met de tas met geld, heb ik gelijk mijn broker gebeld, om het één en ander te bevestigen.
V: Waar heb je het geld (€ 170.000,-) opgehaald in Rotterdam (…)?
A: Ik moest mij ophouden in de buurt van de Bierstraat in Rotterdam. (…) De nationaliteit van die man weet ik niet en verder kan ik mij die persoon ook niet herinneren. (…) het enige wat ik gezegd heb tegen hem, was hy friend en daarop heb ik het token (briefje van € 5,-) aan hem gegeven en heb ik het geld van hem gehad. Het zat in een blauwe AH-tas.
V: Heb je nog telefonisch contact gehad met degenen in Rotterdam, voorafgaand aan de geldlevering?
A: Ja, maar alleen sms-contact. (…)
V: Gebruik je de telefoons, die in he winkel aangetroffen zijn, in de geldhandel c.q. ondergronds bankieren?
A: Een paar. (…)
Ik doe dit niet lang (…) Ik doe dit voor een Surinamer.