ECLI:NL:RBOVE:2022:2221

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 juli 2022
Publicatiedatum
28 juli 2022
Zaaknummer
08/960114-15
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor gewoontewitwassen en illegale betaaldiensten

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 28 juli 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van gewoontewitwassen en het zonder vergunning verrichten van betaaldiensten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 13 januari 2015 tot en met 23 juni 2015 betrokken was bij het witwassen van aanzienlijke geldbedragen, waaronder bedragen van € 170.000, € 193.660, € 290.000, € 9.325 en een totaalbedrag van € 2.035.640. De verdachte heeft deze bedragen ontvangen en overgedragen, terwijl hij wist dat deze afkomstig waren uit misdrijven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een actieve rol speelde in een Hawala-netwerk, waarbij hij grote contante geldbedragen ophaalde en afleverde aan anonieme personen. De verdachte heeft geen verifieerbare verklaring gegeven over de herkomst van het geld en zijn financiële situatie was niet in overeenstemming met de ontvangen bedragen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen voorwerpen verbeurd verklaard, omdat deze verband hielden met de gepleegde feiten.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/960114-15 (P)
Datum vonnis: 13 juni 2017
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1968 te [geboorteplaats] (India),
wonende te [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 29 september 2015, 17 januari 2017 en 30 mei 2017.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. G. Oosterveld en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. L.J.B.G. van Kleef, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdachte is wordt, kort weergegeven, verdacht van het maken van een gewoonte van witwassen van grote geldbedragen.
Na wijziging luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij, in of omstreeks de periode van 13 januari 2015 tot en met 23 juni 2015, te Rotterdam en/of [vestigingsplaats] , althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen, immers heeft hij, verdachte en/of (één of meer van) zijn mededader(s), van meerdere grote (contante) geldbedragen, waaronder:
- op of omstreeks 22 juni 2015 een bedrag ad 170.000 euro en/of
- op of omstreeks 23 juni 2015 een bedrag ad 193.660 euro en/of
- op of omstreeks 23 juni 2015 een bedrag ad 290.000 euro en/of
- op of omstreeks 23 juni 2015 een bedrag van 9.325 euro en/of
- in of omstreeks de periode van 13 januari 2015 tot en met 10 juni 2015 een bedrag van in totaal 2.035.640 euro,

althans van enig(e) (contante) gelbedragen, de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld en/of verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende is en/of enig(e) geldbedrag(en) verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet, terwijl hij verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit/deze geldbedrag(en) – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf;

en/of
hij, in of omstreeks de periode van 13 januari 2015 tot en met 10 juni 2015 te Rotterdam en/of [vestigingsplaats] , althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk zonder vergunning van de Nederlandse Bank het bedrijf van betaaldienstverlener heeft uitgeoefend als bedoeld in artikel 2:3a lid 1 van de Wet op het Financieel Toezicht, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) ten behoeve van en/of op verzoek van één of meer (tot op heden onbekend gebleven) begunstigde(n) en/of betaler(s) (telkens) één of meer (contante) geldtransactie(s) en/of één of meer (contante) geldtransfer(s) uitgevoerd en/of voor rekening van een of meer van de begunstigde(n) en/of betaler(s) ontvangen en/of aan een of meer van de begunstigde(n) en/of betaler(s) beschikbaar gesteld en/of voor een of meer van de begunstigde(n) en/of betaler(s) gehouden, te weten (in ieder geval):
- op of omstreeks 22 juni 2015 een bedrag ad 170.000 euro en/of
- op of omstreeks 23 juni 2015 een bedrag ad 193.660 euro en/of
- op of omstreeks 23 juni 2015 een bedrag ad 290.000 euro en/of
- op of omstreeks 23 juni 2015 een bedrag van 9.325 euro en/of
- in of omstreeks de periode van 13 januari 2015 tot en met 10 juni 2015 een bedrag van in

totaal 2.035.640 euro.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen ter zake het ten laste gelegde.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, onder verwijzing naar jurisprudentie, bestreden dat er sprake is van (gewoonte) witwassen. Ten aanzien van het bankieren zonder vergunning heeft hij zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Niet in geschil is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan ondergronds bankieren dan wel Hawala-bankieren: het zonder vergunning verrichten van betaaldiensten in de zin van artikel 2:3a van de Wet op het financieel toezicht.
Uit het dossier blijkt dat verdachte op 22 juni 2015, na telefonisch contact te hebben gehad met een onbekende man, een bedrag van € 170.000,- heeft opgehaald in Rotterdam. Verdachte heeft dit bedrag in een witte plastic tas gedaan en in zijn auto gelegd.
De volgende dag, op 23 juni 2015, heeft hij deze tas naar zijn winkel ‘ [bedrijf] ’ in [vestigingsplaats] gebracht. Een onbekende man, waarmee hij kort daarvoor telefonisch contact had, kwam naar zijn winkel en toonde hem een token, een briefje van € 5,-. Daarop heeft verdachte de tas met daarin het bedrag van € 170.000,- aan deze man overhandigd. De man stopte zelf ook nog geld in de tas en verliet de winkel. Kort daarna werd deze man, rijdende in een Saab met kenteken [kenteken 1] , aangehouden. Tijdens de doorzoeking van de auto trof de politie een verborgen ruimte aan waarin zich de witte plastic tas bevond met daarin een totaalbedrag van
€ 193.660,-.
Voorts staat vast dat verdachte op 23 juni 2015 omstreeks 12:00 uur van twee onbekende mannen een bedrag van € 290.000,- heeft ontvangen. Blijkens een proces-verbaal van observatie d.d. 23 juni 2015 is door twee onbekende mannen rond dit tijdstip een vierkante, papieren, donkergekleurde tas in de winkel van verdachte achtergelaten. Deze tas is tijdens de doorzoeking van de winkel van verdachte kort hierna aangetroffen, met daarin een bedrag van € 290.000,-.
Tijdens de doorzoeking in de winkel van verdachte werden tevens geldbedragen van € 120,-, € 1.590,-, € 2.000,- en € 4.700,- gevonden. In de auto van verdachte lag een biljet van € 500,- en een bedrag van € 130,-. Bij de fouillering van verdachte werden de bedragen van € 275,- en € 10,- aangetroffen. Gelet op de financiële positie van verdachte en zijn bedrijf is het niet reëel te veronderstellen dat deze bedragen, van in totaal € 9.325,-, verband houden met zijn kledinghandel. Naar het oordeel van de rechtbank houdt ook dit geld verband met de criminele geldstroom die verdachte heeft gefaciliteerd.
De rechtbank stelt verder vast dat tijdens de doorzoeking van de winkel van verdachte meerdere telefoons zijn aangetroffen waarmee in de periode van 13 januari 2015 tot en met 10 juni 2015 veelvuldig telefonisch contact is geweest met personen in Pakistan en Dubai.
In het dossier bevinden zich schriftelijke weergaven van deze telefoongesprekken en sms-berichten. De gesprekken en berichten hebben een versluierend, cryptisch karakter waarin herhaalde patronen optreden en getallen een prominente rol spelen. In deze gesprekken worden nummers en adressen doorgegeven en soms ook kennelijk telefoonnummers van contactpersonen. Ook wordt er gebruikgemaakt van pgp-telefoons, een manier om versleuteld berichten te versturen, en is er sprake van zogenoemde ‘tokens’ die kennelijk fungeren als legitimatie voor de leveranciers van de geldbedragen, zoals bij Hawala-bankieren gebruikelijk is. De rechtbank gaat er vanuit dat verdachte degene is geweest die in de periode 13 januari 2015 tot en met 10 juni 2015 alle tapgesprekken heeft gevoerd en de sms-berichten heeft verstuurd, nu hij heeft verklaard in ieder geval gebruik te hebben gemaakt van een aantal van de onderzochte telefoons voor Hawala bankieren en de telefoons allemaal in zijn winkel zijn aangetroffen.
Gelet op de inhoud van deze tapgesprekken en de verstuurde sms-berichten, de hoogte van de onder verdachte inbeslaggenomen geldbedragen en de getallen die staan vermeld op het handgeschreven briefje dat verdachte tijdens zijn aanhouding verscheurde, stelt de rechtbank vast dat de in de gesprekken en sms-berichten genoemde nummers, getallen betreffen die staan voor het geldbedrag dat dient te worden overgedragen. Deze ‘nummers’ dienen in een aantal gevallen voor de juiste hoogte van het geldbedrag te worden vermenigvuldigd met 1000 (300, 200, 200, 140, 70, 100, 200, 40, 150 en 150) en andere nummers staan voor het volledige bedrag (121530, 136010, 97700, 19400). Het totale bedrag dat verdachte in de periode van 13 januari 2015 tot en met 10 juni 2015 betaalbaar heeft gesteld en heeft ontvangen, dan wel heeft overgedragen komt daarmee uit op een bedrag van € 2.095.640,-. De rechtbank gaat ervan uit dat bij het opstellen van de tenlastelegging kennelijk een rekenfout is gemaakt en dat in plaats van € 2.035.640,-, een bedrag van € 2.095.640,- is bedoeld. Nu het lagere bedrag in de tenlastelegging is opgenomen, zal de rechtbank daarvan uitgaan.
Naar het oordeel van de rechtbank speelde verdachte een grote en zelfstandige rol binnen het Hawala-netwerk. In de winkel van verdachte ‘ [bedrijf] ’ zijn immers grote contante geldbedragen aangetroffen. Ook het feit dat verdachte in het bezit was van een handgeschreven briefje met getallen, die betrekking lijken te hebben op opgehaald en weggebracht geld, en de grote hoeveelheid tapgesprekken over geld- van/voor verschillende personen tussen de verdachte en onbekend gebleven personen, wettigen het oordeel dat verdachte meer was dan alleen een geldkoerier.
De rechtbank gaat er vanuit dat de verdachte als min of meer zelfstandig opererend onderdeel van een Hawala-netwerk onder meer veelvuldig grote contante geldbedragen ophaalde en dat geld onder meer afleverde aan anonieme personen.
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag geplaatst of er in het onderhavige geval tevens sprake is van (gewoonte) witwassen van de hiervoor genoemde geldbedragen van
€ 170.000,-, € 193.660,-, € 290.000,-, € 9.325,- en € 2.035.640,- .
Voor een veroordeling terzake van witwassen dient wettig en overtuigend te worden bewezen dat de in de tenlastelegging genoemde geldbedragen van misdrijf afkomstig waren.
Het onderzoek heeft niet geresulteerd in direct bewijs dat de geldbedragen die de verdachte heeft ontvangen van criminele herkomst waren. De oorsprong van de geldbedragen die de verdachte heeft ontvangen is niet komen vast te staan.
Dit betekent dat slechts dan tot een bewezenverklaring van witwassen kan worden gekomen als er gelet op alle omstandigheden waaronder de verdachte bedragen ontving en afgaf, een gerechtvaardigd vermoeden bestaat dat sprake is van witwassen en de verklaring die de verdachte over de herkomst van het geld geeft zo onwaarschijnlijk is dat zij zonder meer terzijde kan worden geschoven.
De rechtbank leidt uit de stukken van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting af dat de door verdachte verrichte geldtransacties plaatsvonden onder omstandigheden die als zogenoemde typologieën van – en daarmee kenmerkend voor – witwassen zijn aan te merken.
De rechtbank overweegt dat verdachte meermalen grote geldbedragen heeft ontvangen, vervoerd en afgegeven aan anderen, welke bedragen (overwegend) bestonden uit kleine coupures. De geldbedragen werden vervoerd in (plastic) tassen. Deze wijze van vervoer van dergelijke grote geldbedragen is hoogst ongebruikelijk en gaat gepaard met aanzienlijke veiligheidsrisico’s. De bedragen heeft de verdachte vervolgens afgeleverd aan voor hem anonieme personen. In het telefoonverkeer tussen de verdachte en deze personen werd in versluierde taal over deze geldbedragen gesproken. Daarnaast werden de geldbedragen niet afgehaald bij een officiële bancaire instelling en zodoende onttrokken aan het voor dit soort geldtransacties gebruikelijke (overheids)toezicht.
Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigen voormelde omstandigheden een vermoeden van witwassen van opbrengsten van misdrijven. Gelet op dit vermoeden mag van de verdachte worden verwacht dat hij een verklaring geeft over de herkomst van het geld.
Verdachte heeft geen concrete, min of meer verifieerbare verklaring gegeven waaruit zou kunnen worden afgeleid dat deze geldbedragen – ondanks het vermoeden van witwassen – toch een legale herkomst hebben. De geldbedragen die verdachte voorhanden heeft gehad verhouden zich in ieder geval niet tot het door verdachte aan de belastingdienst opgegeven inkomen en vermogen van verdachte over de jaren 2014 en 2015 en tot zijn spaar-en banktegoeden over die jaren. Dat betekent dat het niet anders kan dan dat de in de tenlastelegging genoemde geldbedragen uit enig misdrijf afkomstig zijn.
Naar het oordeel van de rechtbank wist verdachte van de criminele herkomst van het geld.
Verdachte heeft immers verklaard dat hij meermalen grote contante geldbedragen heeft ontvangen en vervolgens heeft vervoerd en aan onbekende personen heeft overhandigd. Voorts is gebleken dat de verdachte met diverse personen in Dubai en Pakistan in codetaal over de geldbedragen heeft gesproken en is vervolgens gebruik gemaakt van zogenaamde “tokens” om de identiteit van de betrokken personen te verhullen.
De verdachte heeft echter omtrent de anonieme personen van wie het geld afkomstig was c.q. voor wie het bestemd was en hun activiteiten, niet willen verklaren. Evenmin heeft hij verklaard dat hij naar deze personen en/of de herkomst van het geld op enig moment ook maar enig onderzoek heeft ingesteld. Verdachte heeft evenmin een verklaring gegeven waaruit zou kunnen blijken dat hij een legale herkomst van het geld kende dan wel vermoedde. Gezien deze feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de verdachte zich minst genomen willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat het geld van misdrijf afkomstig was.
Gelet op de hoge frequentie waarmee verdachte binnen de tenlastegelegde periode – welke periode een relatief lange tijd beslaat – contante geldbedragen betaalbaar heeft gesteld en heeft ontvangen, dan wel overgedragen, acht de rechtbank bewezen dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het witwassen van de in de tenlastelegging genoemde geldbedragen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
hij, in de periode van 13 januari 2015 tot en met 23 juni 2015, in Nederland, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte, meerdere grote (contante) geldbedragen, waaronder:
- op 22 juni 2015 een bedrag ad 170.000 euro en
- op 23 juni 2015 een bedrag ad 193.660 euro en
- op 23 juni 2015 een bedrag ad 290.000 euro en
- op 23 juni 2015 een bedrag van 9.325 euro en
- in de periode van 13 januari 2015 tot en met 10 juni 2015 een bedrag van in totaal 2.035.640 euro,
verworven en voorhanden gehad en overgedragen, terwijl hij verdachte, wist, dat deze geldbedragen – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf;
en
hij, in de periode van 13 januari 2015 tot en met 10 juni 2015 in Nederland, (telkens) opzettelijk zonder vergunning van de Nederlandse Bank het bedrijf van betaaldienstverlener heeft uitgeoefend als bedoeld in artikel 2:3a lid 1 van de Wet op het Financieel Toezicht, immers heeft hij, verdachte ten behoeve van en op verzoek van één of meer (tot op heden onbekend gebleven) begunstigde(n) en betaler(s) (telkens) één of meer (contante) geldtransactie(s) uitgevoerd en voor rekening van een of meer van de begunstigde(n) en betaler(s) ontvangen en aan een of meer van de begunstigde(n) en betaler(s) beschikbaar gesteld en voor een of meer van de begunstigde(n) en/of betaler(s) gehouden, te weten (in ieder geval):
- op 22 juni 2015 een bedrag ad 170.000 euro en
- op 23 juni 2015 een bedrag ad 193.660 euro en
- op 23 juni 2015 een bedrag ad 290.000 euro en
- op 23 juni 2015 een bedrag van 9.325 euro en
- in de periode van 13 januari 2015 tot en met 10 juni 2015 een bedrag van in totaal 2.035.640 euro.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en de artikelen 1 en 6 van de Wet op de economische delicten. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:
gewoontewitwassen
en
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 2:3a van de Wet op het financieel toezicht, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek overeenkomstig artikel 27 Sr.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht rekening te houden met het gegeven dat verdachte zes weken in voorarrest heeft doorgebracht, hij ten gevolge van deze strafzaak zijn winkel is kwijtgeraakt en de feiten van twee jaar geleden dateren.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen. Hij heeft aanzienlijke geldbedragen voorhanden gehad, waarvan hij wist dat ze van misdrijf afkomstig waren. Dit is een ernstig feit. Door het witwassen van crimineel vermogen wordt de onderliggende criminaliteit gefaciliteerd. Het vormt een aantasting van de legale economie en is, mede vanwege de corrumperende invloed ervan op het reguliere handelsverkeer, een bedreiging voor de samenleving.
Voorts is verdachte werkzaam geweest als geldtransactiekantoor, terwijl hij hiervoor niet over de wettelijk vereiste registratie beschikte.
Verdachte heeft zich lange tijd aan de bewezenverklaarde gedragingen schuldig gemaakt en is blijkens een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 29 mei 2017 eerder veroordeeld ter zake soortgelijke feiten. Deze veroordeling heeft verdachte er niet van weerhouden om opnieuw op grote schaal te gaan witwassen en zich schuldig te maken aan ondergronds bankieren. Daarnaast weegt de rechtbank in strafverhogende zin tevens mee dat verdachte, zoals hiervoor is overwogen, bij het geldverkeer een grotere rol had dan die van louter geldkoerier. Naar het oordeel van de rechtbank kan verdachte worden aangemerkt als een facilitator, iemand die bewust tegen een vergoeding witwast.
Alles overwegend is de rechtbank van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, met aftrek overeenkomstig artikel 27 Sr, passend en geboden is. Deze gevangenisstraf is korter dan door de officier van justitie is geëist nu de rechtbank – overeenkomstig het bepaalde in artikel 63 Sr – rekening houdt met de veroordeling van verdachte bij arrest van het Gerechtshof te Den Haag van 7 juni 2016.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank heeft in het dossier een beslaglijst aangetroffen met de nummers 1 tot en met 27.
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen voorwerpen (nummers 1 tot en met 27 op de beslaglijst) dienen te worden verbeurdverklaard, omdat dit voorwerpen betreffen met betrekking tot welke de feiten zijn begaan.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10, 27, 33 en 33a Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
  • verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
en
het misdrijf:overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 2:3a van de Wet op het financieel toezicht, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
s
trafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;

de inbeslaggenomen voorwerpen

- verklaart verbeurd de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerpen
onder de nummers 1 tot en met 27.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper, voorzitter, mr. B.T.C. Jordaans en mr. W. Foppen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.J. de Vries, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2017.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Landelijke Eenheid, Dienst Landelijke Recherche met nummer LERAE15047-96. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Een geschrift, te weten de uitwerking van een tapgesprek d.d. 22 juni 2015 te 15:53 uur, inhoudende, zakelijk weergegeven [1] :
[betrokkene 1] : Hallo
[verdachte] : Broer, ik en nu door die man gebeld.
[betrokkene 1] : Is goed.
[verdachte] ; Die is in Rotta.
[betrokkene 1] : Is goed dan broer, u mag het op tijd doen. Als het kan en dan is het beter.
[verdachte] : Broer, kan niet op tijd broer, de stad is ver, nu kan ik niet daar naartoe gaan, ik kan vanavond gaan.(…)
[betrokkene 1] : En u mag het doen. Ik stuur het van hem voor morgenochtend.
[verdachte] zegt dat als hij om 18:00 uur zal vertrekken en dan komt hij om 20.00 uur daar aan. En om 21.00 uur of 21.30 uur zal hij terugkomen. [betrokkene 1] zegt dat als [verdachte] wil en dan gaan het bij iemand naders vandaan doen. [betrokkene 1] gaat met hem praten en hij komt weer aan de lijn. [verdachte] vraagt of hij niet hier van [naam 1] kan krijgen? [betrokkene 1] is van [naam 1] bang geworden wat die eerder heeft gedaan. [naam 1] begon gelijk de betaling te vragen terwijl [verdachte] nog niet thuis was gekomen. [verdachte] zegt dat hij ( [betrokkene 1] ) 5 uur tijd moet vragen. [verdachte] zegt dat het altijd erg klein is, het neemt veel tijd met de machine te tellen. [betrokkene 1] zegt dat [naam 1] begon herrie te maken voor de betaling. [verdachte] zegt dat [naam 1] wist dat die minder had gegeven en daarom wilde hij het snel doen. [betrokkene 1] gaat met [naam 2] contact opnemen om te zeggen dat het erg ver is en moet hij ergens de buurt regelen.
Een geschrift, te weten de uitwerking van een tapgesprek d.d. 22 juni 2015 te 19:39 uur, inhoudende, zakelijk weergegeven [2] :
Ze zeggen elkaar gedag en [betrokkene 1] zegt, vragen naar [naam 3] en [naam 4] (fon.) in het Spaans.
[verdachte] zegt: Ja ja adres?
[betrokkene 1] zegt dat dit zijn nummer is (Engels) en [verdachte] moet maar zijn adres sturen (Spaans)
[verdachte] vraagt wat [betrokkene 1] adres is (…)
[verdachte] moet het adres sturen en dat komt [betrokkene 1] daar.
[verdachte] vraagt waar [betrokkene 1] woont, in Amsterdam of in Rotterdam.
[betrokkene 1] zegt dat hij in Amsterdam woont en hij vraagt of [verdachte] hem zijn adres wil smsen, dan komt [betrokkene 1] daarheen. Nu, vandaag, vraagt [verdachte] .
Niet vandaag, zegt [betrokkene 1] , morgen.
Morgen Utrecht, zegt [verdachte] . (…)
Ze spreken af voor morgen rond 11 uur in Utrecht.
[betrokkene 1] vraagt weer of [verdachte] alsjeblieft het adres van [verdachte] wil sturen. Oké, zegt [verdachte] .
Een geschrift, te weten de uitwerking van een tapgesprek d.d. 22 juni 2015 te 20:11 uur, inhoudende, zakelijk weergegeven [3] :
[verdachte] : Hallo
[betrokkene 1] : Heeft [naam 2] niet gebeld?
[verdachte] : Hij heeft nog niet gebeld.
[betrokkene 1] : Is goed dan, als er weinig tijd is en dan mag u het gaan ophalen.
[verdachte] : Er is weinig tijd, maar u zei dat het extra gaat kosten, het zal voor u duurder worden. Daarom zeg ik het.
[betrokkene 1] : Wat?
[verdachte] : U zei dat het u meer gaat kosten en daarom zeg ik het.
[betrokkene 1] : O is genoeg, ik kijk ook dat het ver is. Want ik wil geen risico nemen.
[verdachte] : Het gaat niet om ver maar hij is een juiste persoon. Hij belt keer op keer.
[betrokkene 1] : Is goed dan (…)
[verdachte] : wat zou [naam 2] zeggen of gaat hij zeggen dat hij niet moet gaan?
[betrokkene 1] : He wat?
[verdachte] : Wat zou [naam 5] zeggen? Zal ik gaan of niet?
[betrokkene 1] : Ik kan geen contact met hem krijgen. Hoelang geleden had hij met u gebeld?
[verdachte] : Hij had een uur geleden gebeld.
[betrokkene 1] : Een uur geleden?
[verdachte] : Hij vroeg of ik door iemand gebeld ben? Ik zei dat ik ben gebeld. Ik zei dat die man in Rotterdam steeds mij vraagt dat ik moet komen. Hij ( [naam 2] ) zei dat hij binnen een uur zal zeggen.
[betrokkene 1] : Is goed, er zijn 15a20 minuten dat het gebed klaar is. We kunnen even wachten.
Een geschrift, te weten de uitwerking van een tapgesprek d.d. 22 juni 2015 te 21:55 uur, inhoudende, zakelijk weergegeven [4] :
[betrokkene 1] : Ja broer
[verdachte] : Ik heb nu een zeventig (1 70) ontvangen.
[betrokkene 1] : Het is goed,
[verdachte] : Het gaat nog een beetje tijd kosten om het te lezen/tellen. Ik heb nog 1uur nodig terug te gaan.
[betrokkene 1] : Is goed dan, zullen we het morgen met hem afhandelen.?
[verdachte] : Ja, het kan morgen want het is nu 10 uur. Ik heb nog 1 uur nodig naar huis te gaan. Tot 12 uur heb ik nodig om te lezen/tellen.
[betrokkene 1] : Is goed dan. We zullen het morgen doen.
[verdachte] : Morgen mag u alles in een keer laten geven. (…)
[betrokkene 1] : Ja, neen, we zullen het morgen in een keer doen.
[verdachte] : Ja, tot hoe laat gaat u mij (…)
[betrokkene 1] : Eigenlijk moet je hem 193.700 geven.
[verdachte] : Nee, hoe laat bent u mij doorgeven (…)
Hoe laat, hebt u al alle ‘samaan’ gekregen?
[betrokkene 1] : Ja, het is al gekomen. U mag het rond 12.00 uur doen/geven.
Het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 25 juni 2015 gesloten proces-verbaal van observatie d.d.23 juni 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [5] :
08:45 (…) Wordt gezien dat [verdachte] (…) bij de Mercedes Benz voorzien van kenteken [kenteken 2] , staat (…) Hij kijkt, zonder de Mercedes te openen, op de achterbank en voelt aan de bestuurdersportier. Vervolgens loopt [verdachte] naar de achterzijde van zijn woning.
09:45 (…) Wordt gezien dat [verdachte] vanuit de richting van zijn woning aan komt lopen. Hij draagt een jas en een goudkleurige plastic tas in zijn hand. [verdachte] legt de plastic tas achter de bestuurdersstoel. Hij stapt in als bestuurder. De Mercedes rijdt weg.
10:03 (…) Wordt gezien dat de Mercedes wordt ingeparkeerd op het Achterom te [vestigingsplaats] , (…) [verdachte] stapt uit en loopt met een goudkleurige plastic tas en een jas onder zijn arm, in de richting van [adres 1] .
10:05 (…) Wordt gezien dat [verdachte] de kledingwinkel ‘ [bedrijf] ’, gelegen aan [adres 1] , met de sleutel binnen gaat. (…)
11:39 (…)Wordt gezien dat er een zwarte Saab 93 voorzien van het kenteken [kenteken 1] (…) ingeparkeerd op dezelfde parkeerterrein als waar de mercedes geparkeerd staat.
11:40 (…) Wordt gezien dat er een man met donker kort haar, een jas aan met een capuchon met gele accenten, de winkel ‘ [bedrijf] ’ binnen gaat. (…) [betrokkene 1] draagt niets met zich mee.
11:44 (…) Wordt gezien dat [betrokkene 1] ! ‘ [bedrijf] ’ uit komt gelopen. Hij draagt een witte plastic tas in zijn linker hand. (…) Aan de vorm te zien lijkt het alsof er een doos in de tas zit. Aan de manier van lopen door [betrokkene 1] kan worden opgemaakt dat de tas zwaar is.
11:44 (…) Wordt gezien dat [betrokkene 1] met de tas aan komt lopen vanuit de richting ‘ [adres 1] ’. [betrokkene 1] stopt naast de Saab.
11:45 (…) Wordt gezien dat de Saab weg rijdt (…)
11:50 (…) [betrokkene 1] krijgt een stopteken (…) De Saab wordt gecontroleerd (…) waarbij de witte plastic tas met hierin een grote som contant geld, in een verborgen ruimte wordt aangetroffen. (…)
12:01 (…) Wordt gezien dat er twee mannen, nader te noemen [betrokkene 2] en [betrokkene 3] , ‘ [bedrijf] ’ binnen gaan. [betrokkene 2] draagt een vierkant model, papieren tas, donker van kleur met zich mee. De tas is gevuld: de hengels staan strak. (…)
12:19 (…) Wordt gezien dat [betrokkene 2] en [betrokkene 3] ‘ [bedrijf] ’ uit komen gelopen. Ze dragen nu niets met zich mee. (…)
Een geschrift, te weten de uitwerking van een tapgesprek d.d. 23 juni 2015 te 11:50 uur, inhoudende, zakelijk weergegeven [6] :
[betrokkene 1] : Ja, het gaat goed.
[verdachte] : Ja, ik heb met hem afgehandeld.
[betrokkene 1] : Is goed, het is goed broer.
[verdachte] : Nee. Er is een beetje van u over, hebt u niet de administratie gecheckt?
[betrokkene 1] : Er is een beetje nog over. Ik maak nu een berekening van u en dan ga ik een bericht naar u sturen.
Het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 1] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 25 juni 2015 gesloten proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [7] :
Op dinsdag 23 juni 2015 (…) werd door ons, verbalisanten, op grond van artikel 96b van het Wetboek van Strafvordering, een doorzoeking verricht in een personenauto van het merk: Saab type 93 (…) voorzien van het kenteken [kenteken 1] . (…)
Omdat wij de achterbank niet naar voren konden doen, wat wel zou moeten kunnen, bestond bij ons, verbalisanten, het vermoeden dat er een verborgen ruimte achter de achterbank was. (…) Wij zagen dat de bestuurder een afstandsbediening uit de middenconsole pakte en dat hij door op een van deze knoppen te drukken de achterbank los klikte (…) Ik (…) zag dat hier een verborgen ruimte was en dat hier de (…) tas in lag. Ik (…) heb deze tas onderzocht en ik zag dat hierin een groot aantal gebundelde euro bankbiljetten zaten. (…)
Bij de doorzoeking is het volgende in beslag genomen:
(…) Plastic tas met daarin bundels bankbiljetten (euro), totaal 193.660,- euro.
Het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 24 juni 2015 gesloten proces-verbaal van binnentreden en doorzoeken [adres 1] Veuten, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [8] :
Op dinsdag, 23 juni 2015 (…), trad ik binnen op de plaats, gevestigd aan [adres 1] te [vestigingsplaats] (…) Op de plaats werd in beslag genomen; zie gevoegde lijst met inbeslaggenomen goederen (…)
Bijlage inbeslaggenomen goederen [9] :
HE83.01.02.001
HE83.01.02.001 Een gsm merk Samsung, zwart (…)
HE83.01.02.003
HE83.01.02.003 Een gsm Blackberry, zwart (…)
HE83.01.02.004
HE83.01.02.004 Een Iphone, zwart (…)
HE83.02.01.A
Geldbiljetten (euro), tw: 3x 500 +35 x 100 + 3616 x 50 + 4711 x 20 + 991 x 10 = totaal 289.930,-- euro (…)
HE83.02.02.001
Geldbiljetten, tw: 94 x 50 euro = totaal 4.700,-- euro
HE83.02.02.002
Geldbiljetten, tw: 400 x 5 euro = totaal 2.000,-- euro
HE83.02.02.003
Geldbiljetten, tw: 2 x 50 euro + 4 x 5 euro = totaal 120,-- euro
HE83.02.02.004
HE83.02.02.004 Een gsm Samsung, zwart (…)
HE83.02.02.005
HE83.02.02.005 Een gsm merk Samsung, blauw (…)
HE83.02.02.006
HE83.02.02.006 Een gsm merk Samsung, wit (…)
HE83.02.02.007
HE83.02.02.007 Een gsm merk Samsung, zwart (…)
HE83.02.02.008
HE83.02.02.008 Een gsm merk Samsung, wit (…)
HE83.02.03.001
Geldbiljetten, tw: 63 x 20 euro + 40 x 10 euro = totaal 1.300,-- euro (…)
HE83.02.04.001
HE83.02.04.001 Een gsm merk Kazam, wit (…)
HE83.02.04.002
HE83.02.04.002 Een gsm merk Kazam, wit (…)
HE83.02.04.001
HE83.02.04.001 Een gsm merk Samsung, zwart (…)
HE83.02.04.006
HE83.02.04.006 Een gsm merk Samsung, blauw (…)
Het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 24 juni 2015 gesloten proces-verbaal, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [10] :
In het verlengde van die aanhouding en het aantreffen van een groot geldbedrag in zijn winkel hebben wij (…) het voertuig van de verdachte op 23 juni 2015 (…) doorzocht. (…) Tijdens de doorzoeking werd in het middenconsole een bankbiljet van € 500,-- aangetroffen en inbeslaggenomen.
Het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 2 juli 2015 gesloten proces-verbaal uitlezen GSM HE83.02.04.007, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [11] :
SMS-berichten (…)
[telefoonnummer 1] (…) 19-1-2015 13:30:35 (…) ( [naam 6] ) .Zb0512625813. (200) (…)
[telefoonnummer 2] (…) 18-1-2015 21:20:47 (…) [adres 2] (…)
[telefoonnummer 3] (…) 15-1-2015 15:10:20 (..) morgen om holaat (…)
[telefoonnummer 1] (…) 15-1-2015 11:58:57 (…) Us 5157642347)649042335 (300) (…)
[telefoonnummer 1] (…) 15-1-2015 11:57:57 (…) Va7178967371 irany (200) (…)
[telefoonnummer 2] (…) Ik ben hier waar ben j (…)
[telefoonnummer 4] (…) 8 45 ok (…)
[telefoonnummer 4] (…) U give me time (…)
[telefoonnummer 4] (…) 11 30ur (…)
[telefoonnummer 4] (…) Tel me what time i come to u (…)
Het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 30 juni 2015 gesloten proces-verbaal uitlezen GSM HE83.02.02.004, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [12] :
SMS-berichten (…)
[telefoonnummer 5] (…) 4-2-2015 (…) [e-mailadres 1] (121530) se.3010856923 (…)
[telefoonnummer 6] (…) 3-2-2105 (…) [e-mailadres 1] (…)
[telefoonnummer 7] (…) 3-2-2015 (…) Paulkruger straat Rotterdam (…)
[telefoonnummer 8] (…) 3-2-2015 (…) Se3010856923.. [naam 6] (100) (…)
[telefoonnummer 8] (…) 3-2-2015 (…) [naam 8] (300) (…)
[telefoonnummer 8] (…) 2-2-2015 (…) [naam 9] (328040)
Het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 30 juni 2015 gesloten proces-verbaal uitlezen GSM HE83.02.02.007, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [13] :
SMS-berichten (…)
[telefoonnummer 9] (…) 16-2-2015 (…) Na2643584797 [naam 7] (136010) (…)
[telefoonnummer 9] (…) 16-2-2015 (…) [naam 8] (100) (…)
[telefoonnummer 9] (…) 16-2-2015 (…) Na2643584797 [naam 7] (100) (…)
[telefoonnummer 10] (…) 14-2-2015 (…) [e-mailadres 2] (…)
Het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 30 juni 2015 gesloten proces-verbaal uitlezen GSM HE83.02.02.006, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [14] :
SMS-berichten (…)
[telefoonnummer 11] (…) 25-2-2015 20:45:59 (…) Se5062582765. [naam 7] (140)
[telefoonnummer 12] (…) 25-2-2015 19:41:50 (…) When can you ben there (…)
[telefoonnummer 12] (…) 25-2-2015 19:38:49 (….) Bouwem ewoutstzstraat (…)
[telefoonnummer 12] (…) 25-2-2015 19:00:47 (…) I’m in amsterdam ok when can you be here (…)
Het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 30 juni 2015 gesloten proces-verbaal uitlezen GSM HE83.02.02.005, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [15] :
SMS-berichten (…)
[telefoonnummer 13] (…) 8-3-2015 (…) Tokn.Va2161757297 . [e-mailadres 1] (70) (…)
[telefoonnummer 13] (…) 7-3-2015 (…) Tkn.va7855114601. [e-mailadres 1] . [naam 6] (100) (…)
[telefoonnummer 14] (…) 4-3-2015 16:42:20 (…) Louis bouwmeesterstraat 140 in 30 min pls (…)
[telefoonnummer 13] (…) Call me bhi jaan (…)
+ [telefoonnummer 15] (…) Abu adres aub (…)
Het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 30 juni 2015 gesloten proces-verbaal uitlezen GSM HE83.02.02.008, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [16] :
SMS-berichten (…)
[telefoonnummer 16] (…) 19-3-2015 19:06:25 (…) [naam 9] (200) (…)
[telefoonnummer 16] (…) 19-3-2015 18:13:25 (…) Shsh (97700)
[telefoonnummer 16] (…) 19-3-2015 16:11:20 (…) New tokn.(…)
[telefoonnummer 17] (…) 19-3-2015 10:44:42 (…) Is dat adres van de mac (…)
[telefoonnummer 17] (…) 19-3-2015 10:37:52 (…) ok zie je 1400 gouda (…)
[telefoonnummer 17] (…) 19-3-2015 10:12:11 (….) Goedemorgen vriend kan ik je dadelijk zien (…)
[telefoonnummer 17] (…) 18-3-2015 14:34:47 (…) ok morgen rond 12 uur mac hoofddorp is dat oke? (…)
[telefoonnummer 17] (…) 18-3-2015 14:24:00 (…) Ok kom batavierenstr rotterdam (…)
[telefoonnummer 16] (…) Zb242256307 (…)
[telefoonnummer 17] (…) Nieuwe gouwe oostzijde 19 2803 ra gouda (…)
[telefoonnummer 17] (…) Laat maar as j will kom ams of ut (…)
[telefoonnummer 17] (…) Kan ik nu kom bij u (…)
[telefoonnummer 17] (…) Ik ben ams kom (…)
[telefoonnummer 17] (…) Stur adres
Het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 30 juni 2015 gesloten proces-verbaal uitlezen GSM HE83.02.04.006, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [17] :
SMS-berichten (…)
[telefoonnummer 18] (…) 28-4-2015 (…) Van leijenberghlaan 221 1082 gg (…)
[telefoonnummer 19] (…) 28-4-2015 19:47:54(…) Zb4716162222 (0633187352) – 40k (…)
[telefoonnummer 19] (…) 25-4-2015 21:44:52 (…) [naam 8] (19400) (…)
[telefoonnummer 20] (…) Ik ben 7 ur bij u ok (…)
[telefoonnummer 21] (…) Send me adres plz (…)
[telefoonnummer 18] (…) What time and where i come m in utreacht (…)
[telefoonnummer 18] (…) Ok send me adres (…)
Het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 3 juli 2015 gesloten proces-verbaal uitlezen GSM HE83.02.04.002, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [18] :
Berichten inkomend (…)
[telefoonnummer 22] (…)Gb 0170213[e-mailadres 3]
(150) 17 mei 2015 14:44 (…)
[telefoonnummer 23] Johan huizingalaan 300 07 mei 2015
Het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 2 juli 2015 gesloten proces-verbaal uitlezen GSM HE83.02.04.001, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [19] :
Berichten inkomend (…)
[telefoonnummer 22] (…) Ua4012 0504 86 [naam 7] @ (150) 09 juni 2015 19:57 (…)
[telefoonnummer 24] (…) Please, can you send mij this my number of phone 28 mei 2015 14:25 (…)
[telefoonnummer 24] (…) For 1 hour I will be in Utrecht. Give adress? 28 mei 2015 14:04
Het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 23 juni 2015 gesloten proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [20] :
Nadat de verdachte was aangehouden (….) Omdat hij met zijn rechterhand in zijn broekzak zat te friemelen, vroeg ik hem of ik mocht zien war er in mijn zak zat. Hierop haalde hij een wit papiertje uit zijn zak dat hij onmiddellijk begon door te scheuren.
Het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5] , in de wettelijke vorm opgemaakt en op 25 juni 2015 gesloten proces-verbaal zaaksdossier ZD-01, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende [21] :
Resume inkomen/vermogen:
2014-2015
Inkomsten: Onbekend
Stijging spaargeld: € 7.965,-
Transfer naar Portugal 1.555,-
(…) verdachte [verdachte] voor 1 november 2009 niet was ingeschreven in het Wgt register.
Na 1 november is de verdachte [verdachte] ook niet ingeschreven als geldwisselkantoor of als wisselinstelling in het register van De Nederlandse Bank en heeft hij voor het verrichten van betaaldiensten (waaronder geldtransfer) geen vergunning verkregen of aangevraagd.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte, inhoudende, zakelijk weergegeven [22] :
Hier heb ik een huis met een hypotheek van € 250.000,-. (…) Voor de auto van mijn vrouw, heb ik toen een lening van de bank gekregen. (…) Deze lening is geheel afbetaald. Mijn auto heb ik vier of vijf jaar geleden contant betaald. (…)
Alleen mijn hypotheek en wat schulden uitstaan bij privé-personen. (…) Het enige wat ik kwijt wil, is dat het gaat om een bedrag van ongeveer € 15.000,- a € 16.000,- wat ik aan privé-personen moet betalen. (…)
Als ik een goede maand heb, zet ik ongeveer € 6.000,- a € 7.000,- om. Dit is meestal in de zomermaanden. In de wintermaanden, de stille maanden, zet ik ongeveer € 4.000,- of hooguit € 5.000,- om. Ik krijg ook nog kleding van de stomerij, die dit bij mij ophangt en die de mensen bij mij ophalen. Daarvoor krijg ik 33% provisie. Dit is ongeveer een bedrag van
€ 800,- tot € 1.100,- per maand, wat ik daar aan verdien. (…) Ik haal € 1.400,- tot € 1.500,- per maand aan salaris, voor mezelf, uit de zaak. (…)
Noot verbalisant: Ik confronteerde de verdachte met een opgenomen en afgeluisterd telefoongesprek, gevoerd op maandag 22 juni 2015 te 11.50 uur. De verdachte maakte gebruik van het telefoonnummer: [telefoonnummer 25] .(…)
Ik ben één van de twee personen, die in dit gesprek te horen is. Ik herken mijn stem voor 100%. (…)
Ik heb twee telefoons in gebruik. Een Iphone, zwart van kleur, telefoonnummer: [telefoonnummer 26] . (…)
Noot verbalisant: Ik confronteerde de verdachte met de bij hem aangetroffen verscheurde papiertjes, waarop berekeningen stonden vermeld (…)
Er was iemand bij mij in de winkel binnengekomen. Hij vroeg mij geld voor hem in de winkel te bewaren. Ik weet niet precies wie hij is. Ik heb telefonisch gesproken met hem. Hij was twee a tweeënhalve maand geleden binnengekomen (…) En de berekeningen slaan op de geldbedragen, die ik voor die persoon, in mijn winkel moest bewaren. Ik moest dit opschrijven. (…)
Ik kreeg een telefoontje, dat iemand mij geld zou geven. Ik sprak meestal Engels met hem. Jullie hebben mijn telefoon afgeluisterd en gelezen, dus jullie weten het. Ik heb deze persoon een adres gestuurd. Ik kan mij herinneren dat ik in ieder geval [adres 1] in [vestigingsplaats] gestuurd heb. Deze persoon is op dinsdag 23 juni 2015 rond 12.00 uur bij mij in de winkel gekomen. Ze waren met zijn tweeën. Ik heb deze personen een token gegeven (een biljet van € 5,-) en zij hebben toen een tas met geld achtergelaten bij mij in de winkel. Ik hoorde van deze personen, dat het om € 300.000,- zou gaan. Bij de zoeking in mijn winkel, hebben je collega’s een foto van die tas gemaakt. Je collega’s waren trouwens ongeveer tien minuten nadat deze twee personen mijn winkel verlaten hadden, bij mij in de winkel. (…)
Het wordt niet in mijn winkel bewaard (…) Normaal gesproken wordt het geld binnen één dag opgehaald, uit mijn winkel.
V: Je hebt op maandag, 22 juni 2015 een bedrag van € 170.000,- opgehaald. Klopt dat?
A: Ja. Ik heb dit geld opgehaald in Rotterdam.
V: Wat heb je met die € 170.000,- gedaan, toen je dit opgehaald hebt in Rotterdam?
A: Dit heb ik de hele nacht in mijn kofferbak van mijn auto laten liggen. (…)
Dit geld heb ik op dinsdag 23 juni 2015 uit mijn auto gehaald en mijn winkel ingebracht (…) Het geld zat in een normale witte plastic tas. In de ochtend kwam één man, van mijn huidskleur, die Nederlands sprak, naar mijn winkel. Daarvoor hebben wij telefonisch contact met elkaar gehad. Deze vroeg aan mij de boodschappentas en het woord geld is niet gevallen. Ik kreeg van deze man een token, een briefje van € 5,- en daarop heb ik hem de tas met geld gegeven. (…)
V: Hoe kan het nu dat hij zegt dat er € 170.000,- in de tas zat (…), terwijl wij (…) bij de aanhouding van de persoon, die het geld bij je in de winkel opgehaald heeft, een bedrag van € 193.660,- bij zich had (…)
A: Dat klopt. In mijn winkel heeft deze persoon nog geld uit zijn eigen kleding gepakt en dat in de tas met geld, wat ik aan hem overdroeg, gestopt heeft. Vervolgens heb ik op een bonnetje het bedrag gezet, wat hij mij dicteerde. (…)
Ja, nadat deze persoon uit mijn winkel verdwenen was, met de tas met geld, heb ik gelijk mijn broker gebeld, om het één en ander te bevestigen.
V: Waar heb je het geld (€ 170.000,-) opgehaald in Rotterdam (…)?
A: Ik moest mij ophouden in de buurt van de Bierstraat in Rotterdam. (…) De nationaliteit van die man weet ik niet en verder kan ik mij die persoon ook niet herinneren. (…) het enige wat ik gezegd heb tegen hem, was hy friend en daarop heb ik het token (briefje van € 5,-) aan hem gegeven en heb ik het geld van hem gehad. Het zat in een blauwe AH-tas.
V: Heb je nog telefonisch contact gehad met degenen in Rotterdam, voorafgaand aan de geldlevering?
A: Ja, maar alleen sms-contact. (…)
V: Gebruik je de telefoons, die in he winkel aangetroffen zijn, in de geldhandel c.q. ondergronds bankieren?
A: Een paar. (…)
Ik doe dit niet lang (…) Ik doe dit voor een Surinamer.

Voetnoten

1.Ordner 2 ZD-01 pagina 13
2.Ordner 2 ZD-01 pagina 14
3.Ordner 2 ZD-01 pagina 15
4.Ordner 2 ZD-01 pagina 16
5.Ordner 2 ZD-01 Pagina 9 tot en met 12
6.Ordner 2 ZD-01 pagina 20
7.Ordner 2 ZD-01 Pagina 28 tot en met 30
8.Ordner 1 Beslagdossier pagina 73
9.Ordner 1 Beslagdossier pagina 76
10.Ordner 1 Beslagdossier pagina 79
11.Ordner 2 ZD-03 Pagina 11 en 12
12.Ordner 2 ZD-03 Pagina 23 tot en met 25
13.Ordner 2 ZD-03 Pagina 36 en 37
14.Ordner 2 ZD-03 Pagina 52
15.Ordner 2 ZD-03 Pagina 65 en 66
16.Ordner 2 ZD-03 Pagina 76 tot en met 79
17.Ordner 2 ZD-03 Pagina 83 en 84
18.Ordner 2 ZD-03 Pagina 88
19.Ordner 2 ZD-03 Pagina 91
20.Ordner 2 ZD-01 pagina 27
21.Ordner 2 ZD-01 pagina 26
22.Ordner 1 Prsoonsdossier pagina 14 tot en met 19