10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het
onder 1, het
onder 2en het
onder 3ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:het misdrijf: door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van
een communicatiedienst een persoon van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden
dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, een ontmoeting voorstellen
met het oogmerk ontuchtige handelingen met die persoon te plegen, terwijl hij enige
handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting;
feit 2:het misdrijf: poging tot opzettelijk een minderjarige onttrekken aan het wettig over
hem gesteld gezag;
feit 3:het misdrijf: handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en
munitie;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich meldt op afspraak bij de reclassering. De verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- zich ambulant laat behandelen door Transfore of een soortgelijke instelling, te bepalen door de reclassering. De behandeling start op een nader te bepalen tijdstip en duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling, waaronder ook kan worden begrepen het meewerken aan diagnostiek;
- op geen enkele wijze contact zoekt met minderjarigen. De verdachte vermijdt contacten met minderjarigen zoveel mogelijk. Als contacten met minderjarigen onvermijdelijk zijn, dan zorgt verdachte dat een gezaghebbende hierbij aanwezig is;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
140 (honderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
70 (zeventig) dagen;
- beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste zestig dagen doorgebracht in verzekering of voorlopige hechtenis, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer]toe tot een bedrag van
€ 19,82(bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer](feiten 1 en 2): van een bedrag van
€ 19,82(te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder 1 en het onder 2 bewezen verklaarde tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 19,82, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 november 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
1 dagkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen voorwerpen, te weten de op de beslaglijst genoemde voorwerpen: een wapen van het merk Umarex (PL0600-2021544804-G2642201) en een wapen in onderdelen (PL0600-2021544804-G2642206).
Dit vonnis is gewezen door mr. V.P.K van Rosmalen, voorzitter, mr. J. de Ruiter en
mr. A.S. Metgod, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M.B. Cakir, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 28 juli 2022.
De voorzitter, de jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen van het onder 1 en het onder 2 ten laste gelegde.
Indien hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit (de doorgenummerde) pagina’s uit het dossier van onderzoek OPIRUS (ONRBC21096) van de politie Eenheid Oost-Nederland, Dienst Regionale Recherche, Team Zeden, van 17 december 2021. Er wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal, tenzij hieronder anders wordt vermeld.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] – namens [slachtoffer] – van
23 november 2021, pagina’s 1 t/m 5, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster:
Zij deed aangifte namens het slachtoffer [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2]
2009 te [geboorteplaats 2] .
V: Tegen wie kom je aangifte doen?
A: Een meneer die zicht [alias] noemt, maar hoogst waarschijnlijk [verdachte] heet. Hij woont op [adres 1] (de rechtbank begrijpt: [adres 1] ) in [woonplaats] . Dit weet ik, omdat hij dat aan mijn dochter heeft verteld.
V: Namens wie kom je aangifte doen?
A: Namens mijn dochter [slachtoffer] .
V: Wat kun je over [slachtoffer] vertellen?
A: Ze is net 12 jaar oud.
V: Vertel eens precies wat er is gebeurd?
A: Afgelopen zaterdag op zondag nacht, 20 op 21 november 2021, zat ik in de woonkamer. Ik zag haar telefoon oplichten. Ik pakte haar telefoon en hield hem in mijn handen en kon de berichten die binnen kwamen gelijk lezen. Ik zag de naam [alias] . Die probeerde via tekst... onder andere van “zal ik je onder een lekkere warme douche zetten. Zal ik je masseren”. Daarop tikte ik dat ik, dus [slachtoffer] , pas twaalf was. Dat maakte hem niet uit. En als ik maar stil zou zijn, zou mijn moeder het niet merken. Hij stuurde twee foto’s van een blauwe boxershort met daarin een flink geslachtsdeel of sok. Ik heb daar een screenshots van gemaakt. Hij stuurde dat hij een blauwe Ford Focus had. Ik heb hem gestuurd dat ik nu naar de tuin van de buren zou gaan en me daar zou verstoppen. Hij stuurde een berichtje dat hij er aan kwam.
V: Wanneer is dit gebeurd?
A: In de nacht van zaterdag op zondag 20 op 21 november 2021.
V: Hoe laat was dit?
A: Ik heb om 04:28 uur de meldkamer gebeld.
V: Op welke sociale media platform kwamen de berichten binnen?
A: (…) inderdaad via Messenger.
V: Vanaf wanneer heb jij het gesprek overgenomen?
O: (…). Deze prints zullen afzonderlijk, met een proces verbaal van bevindingen, in het dossier worden gevoegd. In de prints heeft zij met stift geschreven vanaf het punt waar zij het gesprek heeft overgenomen.
V: Wat wilde deze man?
A: Hij probeerde haar midden in de nacht uit huis te vragen. Om haar op te halen en naar zijn huis te gaan. Dan kon ze daar lekker warm douchen en dan zou hij haar masseren. En als ze een kusje wilde, mocht zij aangeven waar ze die wilde hebben.
V: Hoe wist je dat?
A: Omdat hij die teksten stuurde via Messenger.
2.
Het proces-verbaal samenvatting studioverhoor van [slachtoffer] , opgesteld door verbalisant [verbalisant] , van 25 november 2021, pagina’s 12 en 13, zakelijk weergegeven, als verklaring van deze betrokkene:
Ik kom vertellen over de kinderlokker. Begin oktober was ik aan het zwemmen in de IJssel. Toen kwam er een man aan lopen met een hond, een Chow Chow. We hebben toen een gesprekje gehad samen. Ongeveer een week later kwam ik hem weer tegen, dat was tegenover ons huis bij de bloemist “ [bloemist] ”. De man vroeg aan mij mijn contactgegevens. Ik heb toen mijn gegevens van LinkedIn en Facebook op een post-it geschreven. Een week later ging hij mij contacten, eerst via LinkedIn en later via Facebook. Eerst was het gewoon “contact”, later stuurde hij veel emoticons met hartjes en kusjes en zo, ook wilde hij samen knuffelen en met mijn in bed liggen. De berichten werden ook meer seksueel, hij wilde mij een kusje geven waar ik maar wilde en douchen en masseren. Hij vertelde mij dat hij binnen drie minuten bij mij kon zijn. Hij stuurde ook steeds vaker ‘s nachts berichten. Hij heeft mij ook hele ranzige foto’s gestuurd van zijn boxershort. Mijn moeder kon toen niet slapen en ging beneden een sigaret roken, zij zag dat mijn telefoon werd opgelicht. Mijn moeder heeft toen net gedaan alsof zij, mij was. Mijn moeder heeft toen de politie gebeld, zij hebben een plannetje bedacht om de man in de val te lokken. lk zou dus naar de tuin van de buren gaan. Hij had ook zijn locatiegegevens een keer gestuurd. Ik weet dus dat hij op [adres 1] woont. Hij heeft ook een foto van zichzelf op zijn profiel. Hij is blank, kort haar, stoppelbaard, normaal figuur, hij is tussen de 50 en 60 jaren oud. De man wilde heel graag dat ik bij hem thuis kwam.
3.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgesteld door verbalisanten [verbalisant] en
[verbalisant] , van 21 november 2021, pagina 14, zakelijk weergegeven, als relaas van deze verbalisanten:
Op zondag 21 november 2021 waren wij belast met het algemene toezicht in de gemeente Deventer. Op bovengenoemde dag omstreeks 04:31 uur werd de surveillance eenheid 14-09 gestuurd naar de [adres 2] . Aldaar zou de dochter des huizes via social media uitgelokt worden tot seksuele handelingen. De dochter is 12 jaar oud. Degene die zou uitlokken, zou zijn genaamd [alias] en woonachtig zijn in [woonplaats] . Wij werden door de 14-09 verzocht om onopvallend post te vatten aan de [locatie] ter hoogte van de [adres 2] . Dit vanwege het feit dat genoemde [alias] in zijn auto zou stappen en naar de 12-jarige dochter toe zou komen. [alias] zou aan komen in een personenauto van het Merk Ford, type Focus en blauw van kleur. Nadat wij enige tijd post hadden gevat, zagen wij dat er een blauwe Ford Focus over de [adres 2] aan kwam rijden en parkeerde in een parkeervak aan de [locatie] . Het parkeervak waar [alias] parkeerde, is ongeveer 50 meter gelegen vanaf de woning van meldster en haar dochter. Wij zagen dat er een man uit de Ford Focus stapte en dat deze man op het trottoir naast zijn auto bleef staan. De man gaf op te zijn: [verdachte] en in [woonplaats] woont aan [adres 1] . Betrokkene: [verdachte] , geboren op
[geboortedatum 1] 1968 te [geboorteplaats 1] .
4.
Het proces-verbaal van bevindingen, opgesteld door verbalisanten [verbalisant] en
[verbalisant] , van 22 november 2021, pagina’s 16 en 17, inclusief bijlage, pagina’s 18 t/m 20, zakelijk weergegeven, als relaas van deze verbalisanten:
Op zondag 21-11-2021 omstreeks 04:40 uur kwamen wij ter plaatse bij de [adres 2] . Wij hoorden [aangever] zeggen: “Ik zag de telefoon van mijn 12 jaar oude dochter een aantal keren oplichten vannacht, dat betekent dat zij een bericht binnen krijgt. Ik ben gaan kijken wat ze ontving. Ik zag dat mijn dochter verschillende soorten berichten ontving van ene [alias] . Ik heb aan deze [alias] kenbaar gemaakt dat hij berichten stuurde naar een meisje van 12 jaren oud. Onder andere werd aan mijn dochter het voorstel gedaan haar te masseren, tevens werd het voorstel gedaan mijn dochter op te komen halen en om te kleden in bikini. Ik zag dat de man een foto van zijn boxershort stuurde. Ik zag dat de man zijn geslachtsdeel op deze foto in erectie was”. Ik, [verbalisant] , zag dat de man, [alias] , van plan was om naar het genoemde adres toe te komen om de dochter van [aangever] op te halen. Ik zag dat [aangever] naar de man, [alias] , berichtte dat haar dochter buiten zou gaan staan om op hem te wachten. Op zondag 21-11-2021 om 05:09 uur hoorden wij dat de Eenheid 1407 de man, [alias] , staande had gehouden. (…) en hoorde dat hij zich kenbaar maakte als [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1968 te [geboorteplaats 1] . Ik, [verbalisant] , vroeg [verdachte] of hij zijn onderbroek wilde laten zien. Ik zag dat [verdachte] zijn broek liet zakken waarna verbalisant [verbalisant] een foto van zijn onderbroek maakte. Wij zagen dat de onderbroek van het merk Ziki, donkerblauw was en dezelfde onderbroek was als op de foto van het geslachtsdeel in erectie die naar het 12 jaar oude meisje werd gestuurd. De foto’s van [verdachte] zijn boxershort en de het geslachtsdeel in erectie voegen wij als bijlage bij dit proces-verbaal van bevindingen.
5.
De schriftelijke bescheiden, inhoudende chatgesprekken via Facebook Messenger, pagina’s 28, 29, 31, 32, 35 t/m 38, 40, 42 t/m 44, zakelijk weergegeven, inhoudende:
6.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] van 2 december 2021, pagina’s 198 en 200, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
A: Ik was fout en heb seksuele getinte opmerkingen geplaats die niet goed waren.
A: In het verhaal [slachtoffer] heb ik alles helemaal fout gedaan. (…), maar dat ik het heb verstuurd, is een feit.