ECLI:NL:RBOVE:2022:2207

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 juli 2022
Publicatiedatum
28 juli 2022
Zaaknummer
C/08/281536 / JE RK 22-922
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van zorg- en opvoedingstaken en benoeming bijzondere curator in een complexe gezinszaak met minderjarigen

In deze zaak heeft de gecertificeerde instelling (GI) verzocht om een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken voor twee minderjarigen, waarbij voor de duur van een half jaar geen verplichte omgang tussen de kinderen en hun moeder zou plaatsvinden. De moeder wenst contactherstel, maar de kinderen hebben aangegeven momenteel geen contact te willen. De kinderrechter heeft tijdens de mondelinge behandeling vastgesteld dat hulpverlening voor de kinderen noodzakelijk is, maar dat deze niet kan worden ingezet zolang het hoger beroep van de moeder tegen de beslissing over de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vader loopt. De kinderrechter heeft ambtshalve een bijzondere curator benoemd om de belangen van de kinderen te behartigen en om duidelijkheid te scheppen over de mogelijkheden voor contactherstel. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is om het emotioneel welzijn van de kinderen in de gaten te houden en te voorkomen dat zij verharden in hun afwijzende houding tegenover de moeder. De bijzondere curator zal de kinderen vertegenwoordigen in de appelprocedure en de kinderrechter verzoeken om haar bevindingen te rapporteren. De beslissing over de zorg- en opvoedingstaken is aangehouden voor zes maanden, in afwachting van de uitkomsten van de werkzaamheden van de bijzondere curator en de beslissing in hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

team familie- en Jeugdrecht
locatie Almelo
zaaknummer: C/08/281536 / JE RK 22-922
datum: 4 juli 2022
beschikking verdeling van de zorg- en opvoedingstaken en benoeming bijzondere curator
in de zaak van

Stichting Jeugdbescherming Overijssel,

de gecertificeerde instelling, hierna te noemen: de GI,
gevestigd te Hengelo (O)
betreffende
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2010 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [minderjarige 1] , en
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2012 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[belanghebbende 1] , hierna te noemen: de moeder,

wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. P.P.E. Buchele,

[belanghebbende 2] , hierna te noemen: de vader,

wonende te [woonplaats]

en mevrouw drs. T. (Tineke) G. van den Berg,

GZ-psycholoog kind & jeugd/ GZ-orthopedagoog generalist,
hierna te noemen: de bijzondere curator,
gevestigd te Zwolle.

Het procesverloop

Op 24 mei 2022 is het verzoek met bijlagen van de GI ingekomen bij de griffie.
Op 30 juni 2022 is het verweer met bijlagen van mr. Buchele ingekomen bij de griffie.
Op 4 juli 2022 heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren plaatsgevonden.
Verschenen en gehoord zijn de vader, de moeder, bijgestaan door haar advocaat, en
[A] en [B] namens de GI. De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan de heer [C] , ambulant begeleider van de moeder.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] wordt uitgeoefend door de ouders.
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] wonen bij de vader.
Bij beschikking van 5 april 2022 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] verlengd tot 12 april 2023.

Het verzoek

De GI verzoekt de volgende verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vast te stellen, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad van de beslissing:
er is voor de duur van een half jaar geen (verplichte) omgang tussen [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en de moeder.
Ter onderbouwing van het verzoek verwijst de GI naar de overgelegde stukken. De aanhoudende strijd en de lopende juridische procedures maken contactherstel in de huidige situatie erg moeilijk. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de GI toegelicht dat op dit moment geen wenselijk geachte systeemtherapie kan worden ingezet vanwege het hoger beroep dat door moeder is ingediend bij het gerechtshof. Dit is door verschillende professionals bevestigd. De GI heeft contact gehad met de door moeder en de heer [C] voorgestelde systeemtherapeut door moeder (Family Supporters). Family Supporters heeft aan de GI te kennen gegeven dat zij vooralsnog geen mogelijkheden ziet om te kunnen starten, eventueel zou zij wel wat kunnen betekenen voor moeder. Mocht moeder beginnen met therapie dan zouden de kinderen hier op een later moment bij betrokken kunnen worden.

Het standpunt van de ouders

De moeder heeft verweer gevoerd. De moeder verzoekt, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. te bepalen dat het verzoek van de GI wordt afgewezen;
bij wege van zelfstandig verzoek:
2. te bepalen dat onder regie van de GI binnen een periode van zes maanden wordt toegewerkt naar een begeleide omgangsregeling via een BOR-traject tussen [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en hun moeder, waar de GI in de tussentijd alle mogelijkheid dient te onderzoeken en dient te benutten, waaronder het inzetten van een andere systeemtherapeut (zoals bijvoorbeeld Family Supporters) en/of andere begeleiding; dan wel (subsidiair) een contact- en of omgangsregeling in opbouw vast te stellen zoals de rechtbank in goede justitie juist acht.
De moeder voert -kort en zakelijk weergegeven- aan dat het inwilligen van het verzoek van de GI de procedure bij het gerechtshof zou doorkruisen. In het kader van het hoger beroep heeft moeder gevraagd om een opname van moeder en [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in Beilen, om moeder zodoende een kans te geven het contact met de kinderen te herstellen. Bij moeder was niet bekend dat alle juridische procedures de systeemtherapie zouden doorkruisen. De GI had haar hiervan op de hoogte moeten stellen. Moeder vindt het ook kwalijk dat de zaken naar haar idee te lang blijven liggen. Zij heeft de kinderen sinds oktober 2021 niet meer gezien of gesproken, ondanks alle pogingen die zij heeft gedaan. Hoe langer de kinderen geen contact hebben met haar, hoe moeilijker het wordt om dit te herstellen. Volgens de GI kan op dit moment geen systeemtherapie worden ingezet. De moeder betwist uitdrukkelijk dat niemand dit wil oppakken. De heer [C] is op zoek gegaan naar alternatieven en heeft Family Supporters gevonden.
De vader kan zich vinden in het verzoek van de GI. De kinderen hebben de nadrukkelijke wens om bij vader te blijven wonen. Sinds het hoger beroep zijn de kinderen onrustig en begint [minderjarige 2] weer in bed te plassen. De vader wenst contactherstel tussen de moeder en de kinderen. Hij vindt het ontzettend jammer voor de kinderen dat ze geen contact met moeder hebben. Zij hebben volgens hem een moeder nodig. De vader wil niet strijden en gunt de kinderen rust. Hij hoopt dat moeder met zichzelf aan de slag gaat. Vader zou het fijn vinden als de kinderen een aanspreekpunt krijgen, zodat zij hun verhaal kwijt kunnen.

De beoordeling

De kinderrechter beoordeelt of het in het belang van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] noodzakelijk is dat een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken wordt vastgesteld, in die zin dat het komende half jaar geen (verplichte) omgang zal zijn tussen [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en de moeder.
Bij beschikking van deze rechtbank van 1 februari 2022 is het hoofdverblijf van de kinderen bij vader bepaald. Ook is bepaald dat contactherstel tussen de moeder en de kinderen dient plaats te vinden onder regie van de GI in het kader van de ondertoezichtstelling. De moeder heeft vervolgens hoger beroep ingesteld. De GI heeft toegelicht dat en waarom zij op dit moment niet kan werken aan de opdracht tot contactherstel zolang het hoger beroep dient.
In deze zaak heeft zich het nodige afgespeeld en de verschillende factoren maken de situatie complex. De moeder wenst dat het contactherstel met de kinderen zo snel mogelijk plaatsvindt, maar de kinderen hebben volgens vader aangegeven op dit moment geen contact te willen met moeder. Het door moeder ingestelde hoger beroep tegen de beslissing om de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij vader te bepalen werkt daarbij niet erg mee. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat hulpverlening voor de kinderen noodzakelijk is, maar dat de hulpverlening niet kan worden ingezet zolang het hoger beroep dient.
De kinderrechter acht het in het belang van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] dat er zo snel als mogelijk is duidelijkheid komt over de mogelijkheden voor herstel van contact tussen hen en moeder. De kinderrechter wil vanzelfsprekend de procedure bij het gerechtshof niet doorkruisen. Van het geven van een eindbeslissing in de onderhavige procedure kan daarom geen sprake zijn. Vooralsnog moet er pas op de plaats worden gemaakt, maar behoort er gedurende de appelprocedure ook zicht te zijn en te blijven op het emotioneel welzijn van de kinderen en moet voorkomen worden dat de kinderen verharden in hun afwijzende standpunt met betrekking tot moeder. De GI doet haar best, maar heeft niet het vertrouwen van moeder. De GI zelf zou het wenselijk vinden als door de rechter een eigen vertrouwenspersoon met grote kwaliteiten aan de kinderen zou worden toegevoegd, die hen ook in de appelprocedure kan vertegenwoordigen door hun spreekbuis te zijn. De kinderrechter onderschrijft die wens en ouders lijken het daar ook mee eens te zijn.
De kinderrechter zal daarom op grond van artikel 1:250 BW een bijzondere curator over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] benoemen. De kinderrechter kan dit – ook ambtshalve - doen als in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding van een minderjarige de belangen van een van de met het gezag belaste ouder of die van beide ouders in strijd zijn met die van het kind. Die situatie doet zich in de onderhavige casus naar alle waarschijnlijkheid voor.
Mevrouw drs. T. (Tineke) G. van den Berg is na de mondelinge behandeling bereid gevonden om als bijzondere curator op te treden en zal hiertoe door de kinderrechter worden benoemd. De kinderrechter heeft na de zitting eerst nog wel contact gezocht met mevrouw drs. [D] van Families First en haar verzocht om als bijzondere curator op te treden, maar zij achtte zich begrijpelijkerwijs op dit moment niet in de positie om de rol van bijzondere curator voor deze kinderen op zich te kunnen en mogen nemen omdat zij eerder in dit dossier al contact had gehad met een of meer jeugdzorgwerkers van de GI met verzoek om als hulpverlener / systeemtherapeut haar diensten beschikbaar te stellen om de impasse tussen kinderen en moeder te doorbreken. Zij staat dus – kortom – niet vrij.
De kinderrechter verzoekt de bijzondere curator om vanuit het perspectief van de kinderen aan te geven wat er nodig en mogelijk is om weer tot herstel van het contact met moeder te komen en of en wanneer passende hulp voor de kinderen ingezet moet worden. De kinderen lijken zich steeds meer te verzetten tegen herstel van contact met moeder. De kinderen zijn onrustig geworden van het hoger beroep dat is ingediend. De kinderrechter verzoekt de bijzondere curator in haar verslag aan te geven of en zo ja welke invloed het hoger beroep van moeder en haar wens om naar een ouder- en kindhuis te gaan heeft op de mogelijkheden voor contactherstel. Omdat het hoger beroep nog moet dienen en [minderjarige 1] bijna twaalf wordt verzoekt de kinderrechter de bijzondere curator de belangen van de kinderen in hoger beroep onder de aandacht van gerechtshof hof te brengen en zich te dien einde bij het gerechtshof te melden als belanghebbende namens de kinderen en het gerechtshof te verzoeken om haar uit te nodigen voor de mondelinge behandeling in hoger beroep.
De kinderrechter gaat ervan uit dat de bijzondere curator in het kader van haar onderzoek op door haarzelf te bepalen wijze gesprekken voert met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] , ouders, de GI, leerkrachten, overige betrokken personen en de in het recente verleden en of thans betrokken hulpverlening. De bijzondere curator wordt -samengevat- verzocht al datgene te doen wat het belang van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] dient in de sleutel van het begrijpelijke en door vader gesteunde verzoek van moeder om weer tot contactherstel te komen. De rechtbank wijst de ouders erop dat zij de verplichting hebben aan de door de bijzondere curator te geven instructies gevolg te geven. Het is volgens mevrouw Van den Berg belangrijk dat de kinderen op een neutrale locatie spreken met haar als bijzondere curator. De kinderen zullen voor het eerste contact / gesprek met de bijzondere curator naar haar kantoor in Zwolle komen. De vervolgafspraken zullen in onderling overleg worden gepland.
De kinderrechter begrijpt en schat in dat de zaak veel tijd van de bijzondere curator kan gaan vergen, mede in aanmerking genomen de tijd die gemoeid zal zijn met het vertegenwoordigen van de kinderen in de procedure bij het gerechtshof. Vooralsnog gaat de kinderrechter uit van een tijdsbesteding van 40 à 50 uur. Mocht dit ruim meer worden dan gaat de kinderrechter ervan uit dat de bijzondere curator daarover tijdig contact met hem opneemt om een en ander nader te bespreken.
Elke verdere beslissing zal worden aangehouden voor de duur van zes maanden in afwachting van de beslissing in hoger beroep en van het resultaat van de werkzaamheden van de bijzondere curator. Zij wordt verzocht van haar bevindingen schriftelijk verslag te doen aan de kinderrechter en daarbij haar standpunt over de voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] meest wenselijke situatie en de daarvoor te nemen maatregelen in te geven. Een en ander met afschrift aan de advocaten, de GI en de raad.

De beslissing

De kinderrechter:
benoemt over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] tot bijzondere curator
mevrouw drs. T. G. van den Berg, GZ-psycholoog kind & jeugd/ GZ-orthopedagoog generalist te Zwolle;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
verzoekt de bijzondere curator om uiterlijk
4 december 2022te rapporteren en te adviseren aan de kinderrechter over hetgeen hiervoor is overwogen;
houdt iedere verdere beslissing over de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken aan voor de duur van zes maanden;
verwijst de zaak naar de rol van
12 december 2022voor uitlating van vader, moeder en de GI over het verslag / rapport van de bijzondere curator en voor dagbepaling voorgezette behandeling.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.H. Olthof, kinderrechter, in tegenwoordigheid van
mr. A. Albers als griffier en in het openbaar uitgesproken op 4 juli 2022. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 19 juli 2022.
[.]

[.]