Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
Inleiding
- 2018: juni, juli, september, november, december,
- 2019: februari, april t/m augustus,
- 2020: oktober.
20 september 2021” maar, gelet op de e-mails waarnaar zij verwijst, berust dat op een kennelijke, zij het een hardnekkig herhaalde schrijffout en bedoelt zij steeds het jaartal 2019 in plaats van 2021.
“Maar ik zou het wel fijn vinden als je me weer verder gaat terug betalen.”verwijst niet naar een verplichtende, maar naar een vrijblijvende betalingsregeling. En uit de e-mails d.d. 20 september 2019 en 26 oktober 2020 [2] blijkt voldoende dat, zoals [gedaagde] ook heeft gesteld, de alsnog afgesproken betalingsregeling is ingegaan per 26 september 2019. In de e-mail van 26 oktober 2020 schrijft [eiseres] immers onder meer:
“Naar aanleiding van de mail van vrijdag 20 september 2019 ben jij op 26 september 2019 begonnen met het verder afbetalen van jouw lening bij mij. Tot op heden heb jij, conform afspraak (13 termijnen x € 15.- = € 195.-) op de 26e van iedere maand voldaan.”