Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2 mei 2022.
Rechtbank Overijssel
De rechtbank Overijssel heeft op 16 mei 2022 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 44-jarige man, die werd verdacht van betrokkenheid bij een hennepkwekerij en diefstal van elektriciteit. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk telen van hennep en het illegaal afnemen van stroom in de periode van 1 januari 2020 tot en met 7 januari 2021. Tijdens de zitting op 2 mei 2022 heeft de officier van justitie, mr. A.M. de Vries, de vordering ingediend, terwijl de verdachte en zijn raadsman, mr. J. Vlug, hun verweer hebben gevoerd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie stelde dat de verdachte eigenaar was van het pand waar de hennepkwekerij was aangetroffen en dat er illegaal stroom werd afgetapt. De verdediging voerde echter aan dat er geen bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de hennepkwekerij of de diefstal van elektriciteit.
Na zorgvuldige overweging heeft de rechtbank geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de ten laste gelegde feiten had begaan. Daarom heeft de rechtbank de verdachte integraal vrijgesproken van de beschuldigingen.