Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
en waarvan 22 niet bestemd voor eigen handel, waaronder
(DOC-030),
(DOC-039),
(DOC-037),
(DOC-038),
(DOC-040),
(DOC-035),
(DOC-031),
(DOC-032),
(DOC-041),
(DOC-043),
(DOC-043),
(DOC-045),
(DOC-046), en/of
en waarvan 22 niet bestemd voor eigen handel, waaronder
(DOC-030),
(DOC-039),
(DOC-037),
(DOC-038),
(DOC-040),
(DOC-035),
(DOC-031),
(DOC-032),
(DOC-041),
(DOC-043),
(DOC-043),
(DOC-045),
(DOC-046), en/of
en waarvan 22 niet bestemd voor eigen handel, waaronder
(DOC-030),
(DOC-039),
(DOC-037),
(DOC-038),
(DOC-040),
(DOC-035),
(DOC-031),
(DOC-032),
(DOC-041),
(DOC-043),
(DOC-043),
(DOC-045),
(DOC-046), en/of
(waardoor de margeregeling van toepassing is), en uit de onder b) genoemde inkoopverklaring (DOC-234) blijkt dat de twee horloges (twee keer een Rolex Datejust) afkomstig zijn uit Italië en/of zijn ingekocht binnen de Europese Unie (waardoor de margeregeling van toepassing is), en uit de onder c) genoemde inkoopverklaring (DOC-236) blijkt dat het horloge (Rolex Submariner) afkomstig is uit Frankrijk en/of is ingekocht binnen de Europese Unie (waardoor de margeregeling van toepassing is), en uit de onder d) genoemde inkoopverklaring (DOC-249) blijkt dat de drie horloges (merk Rolex):
terwijl hij en/of zijn een of meer van zijn mededaders telkens wisten of redelijkerwijs moesten vermoeden dat die geschriften telkens bestemd waren voor zodanig gebruik;
en waarvan 22 niet bestemd voor eigen handel, waaronder
(DOC-030),
(DOC-039),
(DOC-037),
(DOC-038),
(DOC-040),
(DOC-035),
(DOC-031),
(DOC-032),
(DOC-041),
(DOC-043),
(DOC-043),
(DOC-045),
(DOC-046), en/of
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
‘aangiften ten invoer’vallen binnen het bereik van
‘de belastingwet’, zoals bedoeld in artikel 2 van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen (hierna: AWR).
‘de belastingwet’in de zin van de AWR is beperkt tot nationale wetgeving, is de rechtbank van oordeel dat de
‘aangiften ten invoer’niet binnen het bereik van
‘de belastingwet’vallen. De rechtbank komt, gezien het vorenstaande, tot het oordeel dat het tenlastegelegde bestanddeel ‘bij de belastingwet voorziene aangifte(n)’ niet kan worden bewezenverklaard.
‘rechten bij invoer’werden geheven. Ter terechtzitting werd de vraag opgeworpen of de ‘invoer-btw’ kan worden geschaard onder het begrip
‘rechten bij invoer’.
‘rechten bij invoer’maken deel uit van de belastbare grondslag van de te innen invoer-btw en omvatten niet die invoer-btw. [2] Het vorenstaande betekent dat niet kan worden bewezenverklaard dat het doen van onjuiste of onvolledige aangifte ertoe strekte dat te weinig invoerrechten zouden worden geheven, zodat vrijspraak voor het onder 1 subsidiair tenlastegelegde moet volgen.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd,
medeplegen van een ingevolge de douanewetgeving vereiste aangifte onjuist doen, meermalen gepleegd;
medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd,
medeplegen van een ingevolge de douanewetgeving vereiste aangifte onjuist doen, meermalen gepleegd;
medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst;
gevangenisstrafvoor de duur van
9(
negen) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte:
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
- één groen leeg horlogedoosje merk Rolex SA Geneve Suisse 39137.71;
- één groen leeg horlogedoosje merk Rolex SA Geneve Suisse 39139.71 Oyster M;
- twee groene boekjes Rolex Oyster Perpetual Datejust en Guarantee Manual Worldwide Service;
- certificaat Horloge Rolex Serial Q335U554 Model 114060 97200 Black;
- één creme doos met nummer OP 36 met daarin zeven groene Rolex boekjes;
- uit de creme doos met nummer OP36 1 Rolex Certificaat Serial 4848Z6LO Model 126000 72HHB00 Green;
- één creme doos met daarin groen kistje met opschrift Oyster M;
- één creme doos met daarin groene doos met opschrift Oyster L;
- één creme doos met nummer 126600 met daarin groene doos met opschrift Oyster M;
- één creme doos met nummer M274666 met daarin groene doos met nummer 30.00.01.