Op 19 juli 2022 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, een ontnemingsbeslissing genomen in de zaak met parketnummer 08-963632-20 (LP) (P). De rechtbank heeft de veroordeelde, geboren in 1983, verplicht tot terugbetaling van € 44.000,- aan de Staat, als wederrechtelijk verkregen voordeel. Deze beslissing is genomen naar aanleiding van een vordering van de officier van justitie, die het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel heeft geschat op € 44.000,-. De vordering is behandeld op de openbare terechtzitting van 5 juli 2022, waar de officier van justitie, mr. drs. M.R.A. van IJzendoorn, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. M.J.R. Roethof, aanwezig waren. De veroordeelde zelf was niet verschenen.
De rechtbank heeft de vordering beoordeeld en vastgesteld dat de veroordeelde eerder is veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder computervredebreuk en het aannemen van giften. De ontnemingsvordering is gebaseerd op deze eerdere veroordelingen. De rechtbank heeft de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel, zoals opgenomen in het ontnemingsrapport van 3 september 2021, als voldoende onderbouwd en aannemelijk beschouwd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde voordeel heeft behaald uit 39 persoonsbevragingen in politiesystemen, waarvoor hij € 500,- per bevraging heeft ontvangen.
De rechtbank heeft het voorwaardelijk verzoek van de verdediging om getuigen te horen afgewezen, omdat zij zich voldoende voorgelicht achtte op basis van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven om het bedrag van de betalingsverplichting te matigen. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de veroordeelde verplicht tot betaling van het vastgestelde bedrag aan de Staat.