ECLI:NL:RBOVE:2022:2066
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens onvoldoende bewijs van omkoping van politieambtenaar
In de zaak tegen een 39-jarige man, die werd beschuldigd van omkoping van een politieambtenaar, heeft de rechtbank Overijssel op 19 juli 2022 uitspraak gedaan. De verdachte werd ervan beschuldigd meermalen, al dan niet samen met anderen, een politieambtenaar te hebben omgekocht door hem geldbedragen aan te bieden in ruil voor vertrouwelijke informatie uit politiesystemen. De rechtbank heeft het onderzoek op de openbare terechtzitting gevoerd op 23 november 2021 en 7 juli 2022, waarbij de officier van justitie, mr. drs. M.R.A. van IJzendoorn, en de raadsman, mr. F. van Gaal, aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte daadwerkelijk giften heeft gedaan of geldbedragen heeft aangeboden aan de politieambtenaar. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten die zich zouden hebben voorgedaan tussen 1 januari 2019 en 23 maart 2021 in Nijmegen, Lent, Eist en elders in Nederland. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, omdat het bewijs niet voldoende was om de beschuldigingen te onderbouwen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit mr. D. ten Boer als voorzitter, mr. S.K. Huisman en mr. J.T. Pouw, in aanwezigheid van griffier H. Kamp. Het vonnis is openbaar uitgesproken op 19 juli 2022.