Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De vordering tot tenuitvoerlegging
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
telkens het misdrijf: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
200 (tweehonderd) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
100 (honderd) dagen;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter te Almelo van 31 juli 2018 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstrafvoor de duur van
twee weken.