ECLI:NL:RBOVE:2022:1969

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
7 juli 2022
Publicatiedatum
7 juli 2022
Zaaknummer
08.288087.21; 08.187788.21 (ttz. gev.) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zware mishandeling en verkrachting van twee vrouwen door verdachte met een geschiedenis van geweld

Op 7 juli 2022 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 33-jarige man, die werd beschuldigd van het zwaar mishandelen en verkrachten van twee vrouwen, met wie hij een relatie had. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar, met daarnaast een contact- en locatieverbod van vijf jaar met de slachtoffers. De zaak kwam aan het licht na meerdere meldingen van geweld en mishandeling door de verdachte, die eerder ook al veroordeeld was voor soortgelijke delicten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk zwaar lichamelijk letsel had toegebracht aan beide slachtoffers en dat de seksuele handelingen niet vrijwillig waren geweest. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van de slachtoffers, medische rapportages en getuigenverklaringen. De verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden en toonde geen berouw, wat de rechtbank zwaar meeweegt in de strafoplegging. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van 7.500 euro toegewezen aan een van de slachtoffers, ter compensatie van de immateriële schade die zij heeft geleden door de mishandelingen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 08.288087.21; 08.187788.21 (ttz. gev.) (P)
Datum vonnis: 7 juli 2022
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1988 in [geboorteplaats] ,
nu verblijvende in P.I. Almelo.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 14 april 2022 en 23 juni 2022.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. A.E. Postma en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. H.J. Voors, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 14 april 2022, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
parketnummer 08-288087-21
feit 1:in of omstreeks de periode van 22 oktober 2021 tot en met 23 oktober 2021 heeft geprobeerd [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ) te doden (primair), dan wel [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht (subsidiair), dan wel heeft geprobeerd om zwaar lichamelijk letsel toe te brengen bij [slachtoffer 1] (meer subsidiair);
feit 2:in of omstreeks de periode van 13 september 2021 tot en met 22 oktober 2021 [slachtoffer 1] meermalen heeft verkracht;
parketnummer 08-187788-21
feit 1:in of omstreeks de periode van 20 maart 2020 tot en met 30 april 2020 zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht aan [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) (primair), dan wel heeft geprobeerd om zwaar lichamelijk letsel toe te brengen aan [slachtoffer 2] (subsidiair);
feit 2:in of omstreeks de periode van 20 maart 2020 tot en met 30 april 2020 [slachtoffer 2] meermalen heeft verkracht.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
parketnummer 08-288087-21
1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22-10-2021 t/m 23-10-2021 te Zwolle ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, (met kracht)
- op/tegen het lichaam heeft geduwd en/of
- de keel dicht heeft geknepen en/of dichtgedrukt heeft gehouden en/of
- in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of
- met een (houten) dienblad en/of plankje(s) en/of een kabel en/of connector(s) en/of een chromecast, althans met (een) soortgelijk(e) (harde) voorwerp(en) op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22-10-2021 t/m 23-10-2021 te Zwolle aan [slachtoffer 1] (telkens) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een of meer zware kneuzingen en/of bloeduitstortingen, heeft toegebracht door die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, (met kracht)
- op/tegen het lichaam te duwen en/of
- de keel dicht te knijpen en/of dichtgedrukt te houden en/of
- in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of te stompen en/of te schoppen en/of
- met een (houten) dienblad en/of plankje(s) en/of een kabel en/of connector(s) en/of een chromecast, althans met (een) soortgelijk(e) (harde) voorwerp(en) op/tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22-10-2021 t/m 23-10-2021 te Zwolle ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] (telkens) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met dat opzet die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, (met kracht)
- op/tegen het lichaam heeft geduwd en/of
- de keel dicht heeft geknepen en/of dichtgedrukt heeft gehouden en/of
- in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of
- met een (houten) dienblad en/of plankje(s) en/of een kabel en/of connector(s) en/of een chromecast, althans met (een) soortgelijk(e) (harde) voorwerp(en) op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij in of omstreeks de periode van 13 september 2021 tot en met 22 oktober 2021 te Zwolle en/of Tilburg, (telkens) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door (telkens)
- toepassen van geweld, bestaande uit (veel/ernstig) mishandelen van nagenoemde [slachtoffer 1] ,
- uiten van bedreigingen in de richting van nagenoemde [slachtoffer 1] en/of haar kinderen,
- voorbijgaan aan verbale en non-verbale signalen van verzet,
- gebruik maken van zijn, verdachtes, fysieke en/of mentale overwicht en/of
- ( daardoor) een dreigende, intimiderende en onveilige situatie voor nagenoemde [slachtoffer 1] te creëren,
[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten
- het brengen van zijn, verdachtes, penis in de vagina, anus en/of mond van die [slachtoffer 1] ;
parketnummer 08-187788-21
1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20-03-2020 t/m 30-04-2020 te Zwolle en/of te Schiedam, althans op een of meer plaatsen in Nederland, meermalen, althans eenmaal, aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken pols en/of kneuzingen en/of bloeduitstortingen (over het gehele lichaam), heeft toegebracht door (met kracht),
- die [slachtoffer 2] in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of te stompen en/of
- die [slachtoffer 2] op/tegen het lichaam te trappen en/of
- op de arm, althans het lichaam van die [slachtoffer 2] te gaan staan en/of lopen en/of
- die [slachtoffer 2] in het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan met een stekkerdoos/verlengsnoer en/of een powerbank en/of een klauwhamer en/of heggenschaar, althans met soortgelijke en/of enige voorwerpen en/of
- die [slachtoffer 2] aan de haren te trekken en/of
- die [slachtoffer 2] met een mes, althans met een soortgelijk scherp en/of puntig voorwerp, in de hand te steken/snijden;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20-03-2020 t/m 30-04-2020 te Zwolle en/of te Schiedam, althans op een of meer plaatsen in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met dat opzet (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer 2] in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of
- die [slachtoffer 2] op/tegen het lichaam heeft getrapt en/of
- op de arm, althans het lichaam van die [slachtoffer 2] heeft gestaan en/of gelopen en/of
- die [slachtoffer 2] in het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen met een stekkerdoos/verlengsnoer en/of een powerbank en/of een klauwhamer en/of heggenschaar, althans met soortgelijke en/of enige voorwerpen en/of
- die [slachtoffer 2] aan de haren heeft getrokken en/of
- die [slachtoffer 2] met een mes, althans met een soortgelijk scherp en/of puntig voorwerp, in de hand heeft gestoken/gesneden;
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij in of omstreeks de periode van 20 maart 2020 tot en met 30 april 2020 te Zwolle en/of Schiedam, (telkens) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door (telkens)
- toepassen van geweld, bestaande uit (veel/ernstig) mishandelen van nagenoemde [slachtoffer 2] ,
- uiten van bedreigingen in de richting van nagenoemde [slachtoffer 2] en/of haar moeder,
- voorbijgaan aan verbale en non-verbale signalen van verzet,
- gebruik maken van zijn, verdachtes, fysieke en/of mentale overwicht en/of
- ( daardoor) een dreigende, intimiderende en onveilige situatie voor nagenoemde [slachtoffer 2] te creëren,
[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten
- het brengen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of mond van die [slachtoffer 2] .

3.De voorvragen

3.1
De geldigheid van de dagvaardingen
3.1.1
Het standpunt van de verdediging
In de zaak met parketnummer 08-187788-21 heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de dagvaarding ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde nietig moet worden verklaard, omdat de dagvaarding te algemeen is en te weinig concreet en precies.
3.1.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat nergens staat voorgeschreven dat in de dagvaarding een specifiek incident of datum moet worden genoemd. Uit het proces-verbaal blijkt volgens de officier van justitie dat het gaat om incidenten die in maart beginnen en eindigen in mei. [slachtoffer 2] heeft hier uitgebreid over verklaard. De dagvaarding is volgens de officier van justitie dan ook geldig.
3.1.3
Het oordeel van de rechtbank
Op grond van artikel 261 Sv dient de dagvaarding een opgave te behelzen van het feit dat wordt ten laste gelegd, met vermelding van de tijd en plaats alsook de omstandigheden waaronder het feit zou zijn begaan. Daarnaast dient de dagvaarding de wettelijke voorschriften te vermelden waarbij het feit strafbaar is gesteld. Hieraan ligt ten grondslag dat de beschrijving van het gebeuren in de tenlastelegging voldoende specifiek moet zijn. De tenlastelegging dient de verdachte immers te informeren over het voorval waarvoor hij terecht moet staan, zodat hij weet waartegen hij zich moet verdedigen.
De rechtbank is van oordeel dat de dagvaarding in de zaak onder parketnummer
08-187788-21 voldoet aan de in artikel 261 Sv gestelde eisen. Het aan verdachte onder 2 ten laste gelegde is voldoende feitelijk en concreet. Het is dan ook duidelijk waartegen verdachte zich moet verdedigen.
De rechtbank stelt daarom vast dat de dagvaardingen in de zaken met parketnummers
08-288087-21 en 08-187788-21 geldig zijn.
3.2
De overige voorvragen
De rechtbank stelt verder vast dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaken, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder parketnummer
08-288087-21 onder 1 meer subsidiair en onder 2 en de onder parketnummer 08-187788-21 onder 1 subsidiair en onder 2 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
4.2.1
Parketnummer 08-288087-21
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder parketnummer 08-288087-21 onder 1, primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat het dossier onvoldoende bewijs bevat voor het slaan tegen het hoofd met voorwerpen en het dichtknijpen van de keel. Nu deze feitelijkheden niet kunnen worden bewezen is geen sprake van poging doodslag, zware mishandeling of poging zware mishandeling.
Met betrekking tot feit 2 heeft de raadsman aangevoerd dat de verklaring van [slachtoffer 1] onvoldoende wordt ondersteund. Het geweld en de seksuele handelingen moeten los van elkaar worden gezien. Verdachte moet hierom ook van het onder 2 ten laste gelegde worden vrijgesproken.
4.2.2
Parketnummer 08-187788-21
De raadsman heeft ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 08-187788-21 onder 1, primair ten laste gelegde aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte [slachtoffer 2] met voorwerpen tegen haar hoofd heeft geslagen en dat geen sprake is van zwaar lichamelijk letsel. Verdachte moet hierom worden vrijgesproken van het onder 1 primair ten laste gelegde. Met betrekking tot het onder 1 subsidiair ten laste gelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsman vrijspraak bepleit. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat de verklaring van [slachtoffer 2] onvoldoende wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen en dat de seksuele handelingen en geweldshandelingen niet met elkaar in verband staan. Volgens de raadsman kan geen schakelbewijs worden toegepast.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Parketnummer 08-288087-21
4.3.1.1 De betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer 1]
De rechtbank ziet geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer 1] en zal deze als uitgangspunt nemen voor het bewijs. [slachtoffer 1] heeft gedetailleerd en consistent verklaard over wat er is gebeurd. Zij heeft over specifieke details verklaard, zoals het slaan met een plank en USB-kabel van een Chromecast en het wassen van de kussenslopen. Deze voorwerpen zijn bij de doorzoeking van de woning van verdachte ook daadwerkelijk aangetroffen. Daarnaast past het geconstateerde letsel bij de verklaring die [slachtoffer 1] hierover geeft.
4.3.1.2 Vaststelling van feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast.
Verdachte en [slachtoffer 1] hebben elkaar ontmoet via de datingsite [datingsite] en sinds september 2021 hebben zij een relatie met elkaar. Op 22 oktober 2021 is [slachtoffer 1] met haar twee kinderen met de trein naar verdachte gegaan in Zwolle. ’s Avonds hebben verdachte en [slachtoffer 1] seks met elkaar gehad. Op enig moment tijdens de seks verschoof [slachtoffer 1] iets, waarna verdachte met zijn vlakke hand in het gezicht van [slachtoffer 1] sloeg en zei: “Schuif niet”. Toen zij vervolgens verder gingen met de seks verschoof [slachtoffer 1] weer. Hierop sloeg verdachte weer met zijn hand tegen het gezicht van [slachtoffer 1] . Toen zij klaar waren, zei verdachte tegen [slachtoffer 1] : “Je weet wat je nu moet doen". [slachtoffer 1] wist dat hij daarmee bedoelde dat zij hem moest pijpen. [slachtoffer 1] voelde dat de penis van verdachte slap werd. Zij ging door, omdat zij wist dat als verdachte zou merken dat zijn penis slap werd, hij boos zou worden. Verdachte begon te schreeuwen en duwde [slachtoffer 1] , waardoor zij met haar hoofd tegen een dienblad kwam. Hierdoor ontstond een wond op haar hoofd, waaruit bloed kwam dat op de kussens terecht kwam. [slachtoffer 1] moest de kussenslopen vervolgens van verdachte wassen. Omdat [slachtoffer 1] niet snel genoeg was, schopte verdachte haar meerdere keren tegen haar rug. Vervolgens moest [slachtoffer 1] van verdachte douchen. Toen zij onder de douche stond, werd verdachte (weer) boos over een simkaart die [slachtoffer 1] zou hebben weggegooid. Dit was de oude simkaart van [slachtoffer 1] , waarmee zij met andere mannen contact had voordat zij een relatie kreeg met verdachte. Verdachte wilde die hebben, zodat hij kon zien met welke mannen zij contact had gehad. Hierop sloeg verdachte [slachtoffer 1] meerdere keren in haar gezicht en tegen de achterzijde van haar hoofd. Toen zij uit de douche kwam, moest zij verdachte weer pijpen. Vervolgens moest [slachtoffer 1] zich omdraaien en stak verdachte zijn penis in haar anus en later in haar vagina. Toen verdachte klaarkwam, trok de vagina van [slachtoffer 1] samen waardoor de penis van verdachte uit haar vagina werd geduwd. Zij hoorde dat verdachte boos werd. Hierop sloeg verdachte [slachtoffer 1] meerdere keren in haar gezicht. Ook sloeg verdachte meerdere keren met kracht met zijn vuist op de borstkas en ribben van [slachtoffer 1] . Verdachte schopte meerdere keren met kracht tegen het hoofd, borstkas en armen van [slachtoffer 1] . Vervolgens pakte verdachte de USB-kabel van de Chromecast, met aan beide zijden een connector en deed die dubbel. Verdachte sloeg [slachtoffer 1] hier meerdere keren met kracht mee op haar benen, armen, gezicht en rug. Hierna pakte verdachte een houten plank en sloeg [slachtoffer 1] hiermee op haar ellebogen, rug en benen. Ook heeft verdachte de keel van [slachtoffer 1] dichtgedrukt. Vervolgens moest [slachtoffer 1] zich van verdachte douchen, zodat de plekken minder zouden worden.
[slachtoffer 1] heeft bij de politie verklaard dat de seks niet altijd vrijwillig was. Als hij boos werd, omdat zij verschoof of als zij niet zo lang ging pijpen als hij wilde, dan gaf hij haar klappen, bewoog haar hoofd naar beneden of verhief zijn stem. Als zij aangaf dat zij geen seks wilde, omdat het pijn deed, interesseerde dat verdachte niets. Zij moest het ondergaan als zij dat niet wilde, want anders kreeg zij klappen. Zij liet het dan maar toe om geen klappen te krijgen.
Toen verdachte de volgende dag naar zijn werk ging, is [slachtoffer 1] met haar kinderen het huis uit gevlucht en heeft zij de politie gebeld. De ter plaatse gekomen verbalisanten [verbalisant 1] en
[verbalisant 2] zagen blauwe plekken in de nek van [slachtoffer 1] . Zij hoorden het zoontje van [slachtoffer 1] zeggen dat hij de hele nacht wakker was, omdat hij had gehoord dat zijn moeder werd mishandeld. Verder zagen de verbalisanten dat [slachtoffer 1] moeite had met bewegen en dat zij pijn had. Van de GGD-arts hadden de verbalisanten vernomen dat [slachtoffer 1] fors was mishandeld en dat ze nog niet eerder zulke verwondingen had gezien.
In de woning van verdachte is een houten plankje aangetroffen en een kabel die verbonden was met een Chromecast. Verder hingen er twee witte kussenslopen te drogen. Op het houten plankje zijn bloedspetters aangetroffen.
[slachtoffer 1] is door een forensisch arts onderzocht en bij haar zijn veel diverse diepe kneuzingen geconstateerd en er was sprake van zeer veel en uitgebreid inwendig bloedverlies. Het letsel was uren tot één dag oud en veroorzaakt door stomp botsend, krassend, schurend en knellend geweld door bijvoorbeeld slaan, stompen, schoppen, knijpen, slaan met (harde) voorwerpen. Herstel zou ongeveer zes tot acht weken duren met waarschijnlijk veel blijvend zichtbare en daardoor ontsierende littekens. Het psychische letsel zal waarschijnlijk veel ernstiger en langduriger zijn, met kans op ontstaan van PTSS-achtige stoornissen.
[slachtoffer 1] heeft door de zware kneuzingen langdurig een steunkous gedragen aan haar elleboog en heeft weken pijnstilling moeten slikken. Zij moest voor een periode van drie weken bij haar moeder verblijven, omdat zij door haar letsel niet zelfstandig voor haar kinderen kon zorgen. Zij was niet in staat om haar dochtertje op te tillen en zelfstandig het huishouden te verzorgen. Nadat zij was teruggekeerd naar haar woning, heeft de begeleiding ook nog enkele weken moeten helpen met de verzorging van haar dochtertje.
Getuige [getuige 1] (hierna: [getuige 1] ), begeleider van de woongroep waar [slachtoffer 1] woont, heeft de ochtend dat [slachtoffer 1] naar verdachte vertrok geen verwondingen aan het gezicht van [slachtoffer 1] gezien en niet gezien dat [slachtoffer 1] moeilijk liep of pijn had.
Verbalisant [verbalisant 3] (hierna: [verbalisant 3] ) zag op 23 oktober 2021 dat [slachtoffer 1] erg moeilijk liep en veel pijn had. Ze liep langzaam met een verbeten gezicht van de pijn. Ze kon zich niet snel voortbewegen. Op de camerabeelden van het Station te Zwolle van 22 oktober 2021 zag [verbalisant 3] dat [slachtoffer 1] vlot over het station liep. [verbalisant 3] kon duidelijk verschil zien in het lopen.
Vrijspraak poging tot doodslag
De rechtbank is van oordeel dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat om te komen tot een bewezenverklaring van de onder 1 primair ten laste gelegde poging tot doodslag. Door de rechtbank kan niet worden vastgesteld dat verdachte (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op de dood van [slachtoffer 1] . De rechtbank zal verdachte daar dan ook van vrijspreken.
Zware mishandeling bewezen
Om te komen tot een bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde dient de rechtbank vast te stellen dat verdachte opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht bij [slachtoffer 1] .
De rechtbank stelt voorop dat ook buiten de gevallen zoals beschreven in artikel 82 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) lichamelijk letsel als zwaar kan worden beschouwd indien dat voldoende belangrijk is om naar gewoon spraakgebruik als zodanig te worden aangeduid. Als algemene gezichtspunten voor de beantwoording van de vraag of van zwaar lichamelijk letsel sprake is, kunnen in elk geval worden aangemerkt de aard van het letsel, de eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en het uitzicht op (volledig) herstel.
Op basis van de hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat het letsel van [slachtoffer 1] moet worden aangemerkt als zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank heeft hierbij gelet op:
- de aard van de verwondingen: te weten diverse diepe kneuzingen over haar hele lichaam en zeer veel uitgebreid inwendig bloedverlies;
- de omvang van het letsel: zij is over haar hele lichaam gewond geraakt, daarbij haar hoofd en gezicht inbegrepen;
- de gevolgen van het letsel: [slachtoffer 1] kon tijdelijk niet normaal functioneren. Zij heeft langdurig een steunkous moeten dragen en heeft weken pijnstilling moeten slikken. Zij kon door het letsel wekenlang niet zelfstandig voor haar kinderen zorgen en het huishouden verzorgen. Daarnaast zal [slachtoffer 1] waarschijnlijk veel blijvend zichtbare en daardoor ontsierende littekens houden;
- het feit dat zij naar gewoon spraakgebruik compleet in elkaar is geslagen en getrapt en haar lichaam bont en blauw en beurs was, zodanig dat de GGD-arts aan de politie te kennen heeft gegeven niet eerder zulke verwondingen te hebben gezien en dat in de letselrapportage is te lezen dat de psychische impact fors is met kans op ontstaan van PTSS-achtige stoornissen.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte dit zwaar lichamelijk letsel bij [slachtoffer 1] heeft toegebracht. Toen [slachtoffer 1] op 22 oktober 2021 bij haar woongroep vertrok naar verdachte, is door getuige [getuige 1] geen letsel bij [slachtoffer 1] geconstateerd. Daarnaast zag verbalisant [verbalisant 3] op de camerabeelden van station Zwolle dat [slachtoffer 1] op de heenweg naar verdachte op 22 oktober 2021 nog vlot liep en dat zij 23 oktober 2021 op het politiebureau moeilijk liep en pijn had. Hieruit leidt de rechtbank af dat het letsel is ontstaan in de tijd dat zij bij verdachte was.
De rechtbank is van oordeel dat het handelen van verdachte, bestaande uit het veelvuldig en langdurig schoppen en stompen en slaan, waaronder met voorwerpen als een plank en dubbelgevouwen usb-kabel, naar zijn uiterlijke verschijningsvorm zo zeer is gericht op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel dat het niet anders kan zijn dat verdachte de aanmerkelijke kans op het ontstaan van dit letsel bewust heeft aanvaard.
De rechtbank is daarom van oordeel dat het onder 1 subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen.
4.3.1.3 Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
Bij zedenzaken doet zich vaak de situatie voor dat er slechts twee personen aanwezig waren bij de seksuele handelingen: het vermeende slachtoffer en de vermeende dader. Als de verdachte zwijgt of ontkent kan het seksueel misbruik worden bewezen indien de verklaring van het slachtoffer betrouwbaar is en voldoende steun vindt in enig ander bewijsmiddel.
Zoals hiervoor reeds overwogen, neemt de rechtbank de verklaring van [slachtoffer 1] als uitgangspunt voor het bewijs, nu zij geen reden heeft om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van die verklaring. Omdat verdachte in onderhavige zaak ontkent, ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of voor de verklaring van [slachtoffer 1] voldoende steunbewijs in het dossier aanwezig is. Die ondersteuning hoeft niet te zien op de seksuele handelingen zelf. Het is voldoende wanneer de verklaring van de aangeefster op onderdelen steun vindt in andere bewijsmiddelen, afkomstig van een andere bron dan degene die de belastende verklaring heeft afgelegd.
De rechtbank is van oordeel dat het dossier voldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat de verklaring van [slachtoffer 1] ondersteunt. Zoals onder 4.3.1.1 vermeld, wordt haar verklaring ondersteund door de verklaring van haar zoontje, het geconstateerde letsel, de aangetroffen goederen in de woning en hetgeen over haar fysieke gesteldheid voor en na het tenlastegelegde is waargenomen.
De rechtbank beschouwt de gebeurtenissen in de periode van 22 oktober 2021 tot 23 oktober 2021 als één geheel. Gelet op het door verdachte voorafgaand, tijdens en na de seks veelvuldig en langdurig toepassen van geweld op [slachtoffer 1] is de rechtbank van oordeel dat er in die bewuste periode geen sprake is geweest van vrijwillige seks. De rechtbank vindt dan ook bewezen dat verdachte [slachtoffer 1] heeft verkracht. De rechtbank is daarom van oordeel dat het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen.
4.3.2
Parketnummer 08-187788-21
4.3.2.1 De betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer 2]
De rechtbank neemt de verklaringen van [slachtoffer 2] als uitgangspunt voor het bewijs en heeft geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van die verklaring. [slachtoffer 2] heeft gedetailleerd en consistent verklaard over wat er is gebeurd. De verklaring van [slachtoffer 2] is authentiek en de rechtbank is van oordeel dat die verklaring betrouwbaar is.
De verklaringen van [slachtoffer 2] worden ondersteund door de verklaring van [getuige 2] , een buurvrouw van verdachte, die een aantal dagen heftige ruzies heeft gehoord en een vrouw hoorde smeken en huilen. Daarnaast wordt de verklaring van [slachtoffer 2] ondersteund door het door de artsen geconstateerde letsel en de verklaringen van de moeder van [slachtoffer 2] en de begeleider van de woongroep die letsel bij [slachtoffer 2] constateerden.
4.3.2.2 Vaststelling van feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast.
Verdachte en [slachtoffer 2] hebben elkaar leren kennen via de datingsite [datingsite] en zij kregen na enige tijd een relatie.
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat toen zij op 21 maart 2020 bij verdachte in Zwolle was, hij boos werd, omdat zij een bericht had gekregen van iemand waarmee zij contact had voordat zij verdachte leerde kennen. Verdachte begon [slachtoffer 2] eerst uit te schelden, waarna hij haar meerdere klappen gaf in haar gezicht, neus en bovenop haar hoofd. [slachtoffer 2] probeerde vervolgens naar de keuken te vluchten, maar voelde dat verdachte haar van achteren aan haar haren vastpakte en haar achterover trok. [slachtoffer 2] viel op de grond. Verdachte ging bovenop haar zitten en sloeg met zijn vuisten op het hoofd en lichaam van [slachtoffer 2] . Vervolgens pakte verdachte een stekkerdoos/verlengsnoer, vouwde het snoer dubbel en begon hiermee te slaan. Verdachte begon steeds harder te slaan. Op enig moment wist [slachtoffer 2] naar de slaapkamer te vluchten. Verdachte kwam achter haar aan en sloeg haar weer met het verlengsnoer. Vervolgens pakte verdachte [slachtoffer 2] bij haar kraag, trok haar omhoog en gooide [slachtoffer 2] op bed. [slachtoffer 2] huilde en smeekte verdachte om op te houden. Verdachte dekte haar mond af met zijn hand en zei: “Je bent niet zielig, dus je hoeft niet te huilen”. Verdachte begon [slachtoffer 2] weer met kracht te slaan. Hierop vluchtte [slachtoffer 2] naar de badkamer. Verdachte kwam achter haar aan en begon haar weer met vuisten te slaan. [slachtoffer 2] zag en voelde dat verdachte met een voorwaartse trap twee keer in haar buik trapte, waardoor zij even geen lucht meer kreeg. Verdachte pakte vervolgens weer het verlengsnoer en begon [slachtoffer 2] hier weer mee te slaan.
Het geweld bleef de avond en nacht doorgaan en stopte pas de volgende ochtend. [slachtoffer 2] kon het huis niet uit vluchten, omdat verdachte de deur op slot had gedraaid. [slachtoffer 2] zag dat ze onder de blauwe plekken en striemen zat en dat zij een blauw oog had, blauwe kaken en een enorme bult op haar hoofd. Toen het geweld die ochtend stopte, moest [slachtoffer 2] lepeltje lepeltje naast verdachte gaan liggen en hebben ze seks gehad. [slachtoffer 2] durfde geen nee te zeggen, omdat zij bang was dat verdachte haar weer zou slaan.
De volgende dag durfde [slachtoffer 2] niet te vragen of zij het huis uit mocht, omdat zij bang was voor meer klappen. [slachtoffer 2] stemde daarom overal mee in. De dagen erna wilde verdachte een aantal keren seks met [slachtoffer 2] . Dit durfde ze niet te weigeren, omdat ze bang was.
[slachtoffer 2] moest vervolgens twee weken bij verdachte blijven, omdat de blauwe plekken bij [slachtoffer 2] anders zichtbaar zouden zijn voor anderen. [slachtoffer 2] ging om die reden ook niet FaceTimen met haar moeder, wat zij normaal wel doet.
Toen [slachtoffer 2] weer terug naar huis ging, constateerde een begeleidster op 4 april 2021 letsel bij [slachtoffer 2] . Zij zag bij [slachtoffer 2] een blauw oog, twee blauwe plekjes bij haar mond, blauwe plekken op haar onderarm, bovenarm, duim, tussen haar borsten en twee hoefijzervormige plekken met een korst op haar hand.
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij veel vaker is mishandeld. Zo heeft verdachte [slachtoffer 2] met een mes bedreigd. Toen [slachtoffer 2] zich probeerde te verdedigen, kwam zij langs het mes, waardoor een diepe snee in haar hand ontstond. Verder heeft verdachte [slachtoffer 2] met een heggenschaar, een snijplank en een klauwhamer geslagen. Verdachte heeft op haar arm gestaan, die later gebroken bleek te zijn. Verdachte zei een aantal keren tegen [slachtoffer 2] dat als zij iets aan de politie, familieleden of begeleiding zou vertellen, hij haar of haar moeder iets zou aandoen. Verder zette verdachte tijdens het geweld een aantal keren harde muziek aan. Toen hij haar weer mishandelde kwamen de buren. [slachtoffer 2] moest van verdachte snel haar gezicht wassen met water, omdat ze anders konden zien dat ze had gehuild. Diezelfde dag zijn verdachte en [slachtoffer 2] met de auto naar Schiedam gegaan. Dit was begin mei, de donderdag voor de verjaardag van [slachtoffer 2] . In de auto heeft verdachte [slachtoffer 2] met een powerbank op haar hand en arm geslagen. In Schiedam werd [slachtoffer 2] ook door verdachte geslagen. Daarnaast moest [slachtoffer 2] verdachte pijpen, maar dit lukte [slachtoffer 2] niet. Zij kon haar mond niet goed openen omdat verdachte op haar kaken had geslagen. Toen het pijpen niet lukte, sloeg verdachte [slachtoffer 2] . Hij pakte [slachtoffer 2] bij haar haren en sleurde haar door de kamer. Ook dreigde verdachte om haar met gewichten te slaan. Verdachte had [slachtoffer 2] bij haar nek vast en sloeg haar. Toen is [slachtoffer 2] verdachte gaan pijpen.
Getuige [getuige 2] (hierna: [getuige 2] ), een buurvrouw van verdachte, hoorde een aantal dagen achter elkaar ruzie en hoorde iemand huilen, jammer en smeken. Ook hoorde zij harde rapmuziek en geluiden van gooien of slaan. Toen de ruzie steeds luider en heftiger werd, heeft ze samen met haar vriend bij verdachte aangebeld. Dit was in mei 2020. [getuige 2] kon zien dat [slachtoffer 2] had gehuild en haar vriend meende een blauw oog bij [slachtoffer 2] te hebben gezien. Zij zag het stel met de auto weggaan.
De moeder van [slachtoffer 2] zag begin mei 2020 dat [slachtoffer 2] een blauwe plek aan de rechterkant van haar hoofd had en dat zij moeite had om het eten te kauwen. Verder zag zij meerdere blauwe plekken op de benen van [slachtoffer 2] . Toen [slachtoffer 2] haar op 12 mei 2020 vertelde, dat verdachte haar al langere tijd mishandelde, moest [slachtoffer 2] huilen. Het was de moeder van [slachtoffer 2] al opgevallen dat [slachtoffer 2] de laatste tijd niet meer met haar wilde FaceTimen.
[slachtoffer 2] is door een forensisch arts onderzocht op 13 mei 2020. Op haar hoofd, armen, handen, borst, rug, rechter been, linker been, linker voet en buik is letsel geconstateerd dat goed past bij de gemelde toedracht (langdurige mishandeling). Door de Eerste Hulp is op 13 mei 2020 geconstateerd dat de rechter arm van [slachtoffer 2] was gebroken. Deze bleek al zo’n anderhalve week gebroken te zijn.
Vrijspraak zware mishandeling
De rechtbank ziet zich in de eerste plaats voor de vraag of gesteld of het toegebrachte letsel kan worden gekwalificeerd als zwaar lichamelijk letsel.
De rechtbank is van oordeel dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten bevat om te kunnen vaststellen dat bij [slachtoffer 2] sprake was van zwaar lichamelijk letsel. Het dossier bevat dan ook onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om te komen tot een bewezenverklaring van de onder 1 primair ten laste gelegde zware mishandeling van [slachtoffer 2] . De rechtbank zal verdachte daar dan ook van vrijspreken.
Poging tot zware mishandeling bewezen
Om te komen tot een bewezenverklaring van de onder 1 subsidiair ten laste gelegde poging tot zware mishandeling dient te rechtbank vast te stellen dat verdachte opzet had op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bij [slachtoffer 2] .
Op grond van de hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden acht de rechtbank bewezen dat verdachte [slachtoffer 2] over een langere periode veelvuldig en ernstig heeft mishandeld door [slachtoffer 2] onder andere met een stekkerdoos/verlengsnoer, heggenschaar, snijplank en een klauwhamer te slaan, tegen haar lichaam te trappen en op haar te gaan staan. Hierdoor is veel letsel bij [slachtoffer 2] ontstaan, waaronder een gebroken arm.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte, door de hoeveelheid en heftigheid van de geweldshandelingen en de daarbij gebruikte voorwerpen, de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. De rechtbank komt daarom tot een bewezenverklaring van de onder 1 subsidiair ten laste gelegde poging tot zware mishandeling.
4.3.2.3 Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
Nu ook in deze zaak een verkrachting is ten laste gelegd, er geen getuigen waren en verdachte zich heeft beroepen op zijn zwijgrecht, ziet de rechtbank zich ook in deze zaak voor de vraag gesteld of de verklaring van [slachtoffer 2] betrouwbaar is en voldoende steun vindt in enig ander bewijsmiddel.
De rechtbank is van oordeel dat het dossier voldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat de verklaring van [slachtoffer 2] ondersteunt. Zoals onder 4.3.2.2 vermeld, wordt haar verklaring ondersteund door de rapportage van haar begeleidster over door haar bij [slachtoffer 2] waargenomen letsel begin april 2020, de verklaringen van buurvrouw [getuige 2] en de moeder van [slachtoffer 2] betreffende begin mei 2020 en het geconstateerde letsel in mei 2020. De rechtbank ziet daarom ook hier geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer 2] , zodat de rechtbank haar verklaring als uitgangspunt neemt voor het bewijs.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de onder 4.3.2.2 benoemde bewijsmiddelen is bewezen dat er seks is geweest tussen verdachte en [slachtoffer 2] en dat die seks op de momenten die [slachtoffer 2] als zodanig heeft beschreven omstreeks de ten laste gelegde periode, vanwege het door verdachte voorafgaand, tijdens en na de seks veelvuldig en langdurig toepassen van geweld op [slachtoffer 2] , niet vrijwillig is geweest. De rechtbank vindt dan ook bewezen dat verdachte [slachtoffer 2] meermalen heeft verkracht. De rechtbank is daarom van oordeel dat het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
parketnummer 08-288087-21
1. subsidiair
hij in de periode van 22 oktober 2021 tot en met 23 oktober 2021 te Zwolle aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten zware kneuzingen en bloeduitstortingen, heeft toegebracht door die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, (met kracht)
- tegen het lichaam te duwen en
- de keel dicht te knijpen en dichtgedrukt te houden en
- in het gezicht en op het lichaam te slaan en te stompen en/of te schoppen en
- met een plankje en een kabel en connectors tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan;
2
hij in de periode van 13 september 2021 tot en met 22 oktober 2021 te Zwolle door geweld of een andere feitelijkheid, te weten door (telkens)
- toepassen van geweld, bestaande uit ernstig mishandelen van [slachtoffer 1] ,
- voorbijgaan aan verbale en non-verbale signalen van verzet,
- gebruik maken van zijn, verdachtes, fysieke overwicht en
- ( daardoor) een dreigende, intimiderende en onveilige situatie voor [slachtoffer 1] te creëren,
[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten
- het brengen van zijn, verdachtes, penis in de vagina, anus en mond van die [slachtoffer 1] ;
parketnummer 08-187788-21
1. subsidiair
hij omstreeks de periode van 20 maart 2020 tot en met 30 april 2020 in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met dat opzet (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer 2] in het gezicht en tegen het lichaam heeft geslagen en gestompt en
- die [slachtoffer 2] tegen het lichaam heeft getrapt en
- op de arm van die [slachtoffer 2] heeft gestaan en
- die [slachtoffer 2] in het gezicht en tegen het hoofd en tegen het lichaam heeft geslagen met een stekkerdoos/verlengsnoer en een powerbank en een klauwhamer en heggenschaar en
- die [slachtoffer 2] aan de haren heeft getrokken en
- die [slachtoffer 2] met een mes in de hand heeft gesneden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij omstreeks de periode van 20 maart 2020 tot en met 30 april 2020 te Zwolle en Schiedam, (telkens) door geweld of een andere feitelijkheid en bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door (telkens)
- toepassen van geweld, bestaande uit ernstig mishandelen van [slachtoffer 2] ,
- uiten van bedreigingen in de richting van nagenoemde [slachtoffer 2] en haar moeder,
- voorbijgaan aan verbale en non-verbale signalen van verzet,
- gebruik maken van zijn, verdachtes, fysieke overwicht en
- ( daardoor) een dreigende, intimiderende en onveilige situatie voor nagenoemde [slachtoffer 2] te creëren,
[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] , te weten
- het brengen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en mond van die [slachtoffer 2] .
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 242, 302 juncto 45 en 302 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 08-288087-21
feit 1 subsidiair
het misdrijf: zware mishandeling;
feit 2
het misdrijf: verkrachting, meermalen gepleegd;
parketnummer 08-187788-21
feit 1, subsidiair
het misdrijf: poging tot zware mishandeling;
feit 2
het misdrijf: verkrachting, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, en tot de ongemaximeerde maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd aan verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel zoals bedoeld in artikel 38v Sr op te leggen, inhoudende een contactverbod met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] voor de duur van vijf jaren. Iedere keer dat verdachte deze maatregel overtreedt, zal vervangende hechtenis moeten worden toegepast voor de duur van twee weken. De officier van justitie heeft gevorderd voornoemde maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich bij een bewezenverklaring op het standpunt gesteld dat aan verdachte een gevangenisstraf dient te worden opgelegd en heeft verzocht af te zien van oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Volgens de raadsman bieden de rapporten onvoldoende houvast om een stoornis bij verdachte vast te stellen en om te kunnen vaststellen dat een stoornis aanwezig was ten tijde van en van invloed was op de delicten.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
7.3.1
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan (poging tot) het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bij en verkrachten van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , met wie hij een relatie had. Door zijn handelen heeft verdachte ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke, psychische en seksuele integriteit van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Beide slachtoffers moeten doodsangsten hebben uitgestaan toen verdachte ze op ernstige en grove wijze mishandelde. Bij slachtoffers van dergelijke delicten kunnen lange tijd gevoelens van angst en onzekerheid blijven bestaan. Bovendien is het een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van zedendelicten nog lange tijd de nadelige psychische gevolgen daarvan kunnen ondervinden. Uit de schadevordering is gebleken dat [slachtoffer 1] veel angstklachten heeft ervaren. Als zij op straat liep was zij bang hem tegen te komen. Ze wordt nog dagelijks met de gebeurtenissen geconfronteerd. Toen de verbalisanten bij de melding kwamen, vertelde het zevenjarige zoontje van [slachtoffer 1] aan ze dat hij niet goed had geslapen en dat hij de hele nacht wakker was, omdat hij had gehoord dat zijn moeder werd mishandeld. Dit moet afschuwelijk voor hem zijn geweest en kan tot in lengte van jaren nadelige psychische gevolgen voor hem veroorzaken. Uit de schadevordering is ook gebleken dat haar zoontje erg bang en overstuur is geweest. De rechtbank weegt verder mee dat verdachte op geen enkele wijze verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen. Hij heeft klaarblijkelijk geen aandacht voor de mogelijke gevolgen van zijn handelen. De rechtbank rekent dit alles verdachte zwaar aan.
7.3.2
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 17 mei 2022, waaruit blijkt dat verdachte in het verleden meermalen onherroepelijk is veroordeeld voor huiselijk geweld, partnermishandeling en andere geweldsdelicten.
Daarnaast heeft de rechtbank bij haar beslissing rekening gehouden met:
  • het pro Justitia rapport van 18 februari 2022, opgemaakt door drs. B.Y. van Toorn, GZ-psycholoog, en dr. A.J.W.M. Trompenaars, psychiater;
  • het pro Justitia rapport van 7 februari 2012, opgemaakt door T. den Boer, psychiater;
  • het pro Justitia rapport van 11 februari 2012, opgemaakt door drs. J.P.M. van der Leeuw, klinisch psycholoog, en drs. T. den Boer, psychiater;
  • het pro Justitia rapport van het NIFP (locatie: Pieter Baan Centrum) van 30 november 2017, opgemaakt door B.H. Boer, klinisch psycholoog, en T. den Boer, psychiater.
7.3.3
Oplegging van maatregel
De maatregel van terbeschikkingstelling (TBS-maatregel) kan door de rechter worden opgelegd indien is voldaan aan de in artikel 37a Sr gestelde voorwaarden. Eén van die voorwaarden houdt in dat bij de verdachte ten tijde van het begaan van het feit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond. Daarnaast dient het door de verdachte begane feit een misdrijf te zijn waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld en dient de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel te eisen. Voor oplegging van de maatregel is voorts vereist dat de rechter beschikt over een advies van ten minste twee gedragsdeskundigen van verschillende disciplines, onder wie een psychiater, die de verdachte hebben onderzocht. Dat advies mag kort gezegd niet meer dan een jaar oud zijn, tenzij het Openbaar Ministerie en de verdachte instemmen met gebruik van een ouder advies (artikel 37a, derde lid, Sr). Indien de verdachte zijn medewerking aan een onderzoek door gedragsdeskundigen heeft geweigerd, vervalt voor het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling de eis van een (volwaardig) multidisciplinair onderzoek. Dit neemt niet weg dat vereist blijft dat vastgesteld moet worden dat sprake is van een psychische stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens van de verdachte ten tijde van het plegen van het feit, waarbij overigens geen rechtsregel meebrengt dat de stoornis ook wordt geclassificeerd volgens het in de psychiatrie gehanteerde handboek DSM-V. Zonder deze vaststelling is oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling niet mogelijk. Bevolen kan worden dat de ter beschikking gestelde van overheidswege wordt verpleegd, indien de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verpleging eist (artikel 37b, eerste lid, Sr).
Gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens?
In het pro Justitia rapport van 18 februari 2022 is te lezen dat verdachte bij alle drie gesprekken heeft geweigerd mee te werken. Gezien de ernst van de problematiek, het langdurige patroon van geweld en de mogelijk hoge kans op (hernieuwde) letselschade adviseerde de deskundige verdachte opnieuw voor een klinische observatie op te nemen in het Pieter Baan Centrum.
Op de zitting van 14 april 2022 heeft verdachte verklaard dat, mocht hij naar het Pieter Baan Centrum (PBC) worden gezonden, hij niet zal meewerken aan het onderzoek. Desgevraagd verklaarde hij zich ervan bewust te zijn dat de rechtbank beschikt over oudere rapportages en dat die gebruikt mogen worden.
Gelet op het voorgaande kan verdachte als een zogenaamde ‘weigerende observandus’ worden beschouwd. De rechtbank heeft besloten verdachte niet (opnieuw) naar het PBC te zenden, maar kennis te nemen van de oudere over verdachte opgemaakte rapportages.
In de pro Justitia rapporten van 7 en 11 februari 2012, die zijn opgemaakt naar aanleiding van de mishandeling en bedreiging van zijn (toenmalige) vriendin en kind, waaraan verdachte heeft meegewerkt, is te lezen dat bij verdachte een autistische stoornis is vastgesteld en dat daarnaast sprake was van cannabismisbruik. In het functioneren van verdachte zijn kenmerken van een narcistische en antisociale persoonlijkheid te bemerken. De autistische stoornis en de genoemde persoonlijkheidskenmerken betreffen stabiele persoonsgebonden eigenschappen en waren in die zaak dan ook aanwezig ten tijde van de ten laste gelegde feiten. De deskundigen adviseerden verdachte voor de ten laste gelegde feiten sterk verminderd toerekeningsvatbaar te achten. Gezien de geconstateerde stoornis bij verdachte kon volgens de deskundigen niet worden verwacht dat er voldoende draagkracht is om om te gaan met deze situatie, zonder opnieuw controle te verliezen op eigen handelen. De kans op herhaling van soortgelijke feiten als de destijds ten laste gelegde feiten was volgens de deskundigen zeer groot. De beschreven persoonsfactoren die als belangrijke delictfactoren aangemerkt kunnen worden, namelijk de krenkbaarheid en de ermee gepaard gaande agressie en de ontbrekende rem op de agressie vanwege het grotendeels ontbreken van empathie door een gestoorde belevingswereld, waren destijds onverminderd aanwezig. De deskundigen adviseerden een klinische behandeling in een gedwongen kader, in de vorm van TBS met voorwaarden.
In het pro Justitia rapport van het NIFP (locatie: PBC) van 30 november 2017, dat is opgemaakt naar aanleiding van mishandelingen van zijn vriendin in die periode, waaraan verdachte grotendeels heeft geweigerd mee te werken, is naar voren gekomen dat bij verdachte sprake lijkt te zijn van enige agressieregulatieproblematiek, samenhangend met het niet los kunnen laten van eigen ideeën over hoe zaken lopen. Verdachte lijkt dan onvoldoende zicht te hebben op eigen emotionaliteit en de gevolgen hiervan binnen een contact. Dat eventuele autistische problematiek tijdens het onderzoek in het PBC niet op de voorgrond staat, weerspreekt eerdere diagnostiek niet, aldus de deskundige. Wel geeft dit aan dat een context zoals geboden wordt binnen een PI of binnen het PBC voldoende tegemoet komt aan eventuele beperkingen die verdachte met zich meedraagt. Het is de context die van belang is om het evenwicht bij verdachte te handhaven. Zelf heeft verdachte hier onvoldoende mogelijkheden voor. Verdachte lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens volgens de DSM-5. Dit betreft een constatering die een chronische beperking van verdachte beschrijft. De beperking was dan ook aanwezig ten tijde van het destijds ten laste gelegde. De enige reële behandelmogelijkheid was volgens de deskundige een maatregel terbeschikkingstelling met dwangverpleging, aangezien behandelpogingen in een minder ingrijpend juridisch kader niet geleid hebben tot structurele afname van het recidiverisico.
Op basis van voornoemde rapporten, bezien in het licht van de huidige bewezen verklaarde feiten, die gelijkenissen vertonen met de aan die rapportages ten grondslag liggende delicten, stelt de rechtbank vast dat verdachte lijdt aan een psychische stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens. In het functioneren van verdachte zijn kenmerken van een narcistische en antisociale persoonlijkheid. De autistische stoornis en de genoemde persoonlijkheidskenmerken betreffen stabiele persoonsgebonden eigenschappen die dan ook aanwezig waren ten tijde van de bewezen verklaarde feiten. Het gaat om chronische beperkingen van verdachte. De rechtbank acht het daarom ook aannemelijk dat de bewezen verklaarde feiten in verminderde mate aan verdachte zijn toe te rekenen en houdt daar bij de bepaling van de straf rekening mee.
Een misdrijf genoemd in artikel 37a, eerste lid, onder 2 Sr
De rechtbank stelt vast dat de door verdachte begane feiten, te weten (poging tot) zware mishandeling en verkrachting misdrijven zijn waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld.
De veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen of goederen
Bij het beoordelen van het gevaarscriterium heeft de rechtbank acht geslagen op de aard, omvang en ernst van de gepleegde misdrijven, het strafblad en het herhalingsgevaar beschreven in de rapportages. Dat wat hiervoor naar voren is gebracht over de persoon van verdachte kan hier als herhaald en ingelast worden beschouwd.
De rechtbank meent dat sprake is van een hoog recidivegevaar. Uit de bewezen verklaarde feiten en de veroordelingen in het verleden voor soortgelijke feiten, waarbij ook al is gesproken over de noodzaak van een TBS-maatregel, is naar het oordeel van de rechtbank gebleken dat het hoge recidiverisico in onverminderde mate aanwezig is. Daarnaast heeft verdachte ter terechtzitting voor het plegen van de feiten op geen enkele wijze verantwoordelijkheid getoond, noch heeft hij blijk gegeven van enige vorm van berouw en spijt. In het licht hiervan komt de rechtbank tot de conclusie dat de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat aan verdachte de TBS-maatregel wordt opgelegd.
Al met al is de rechtbank daarom van oordeel dat de ter beschikkingstelling van verdachte dient te worden gelast en dat zijn verpleging van overheidswege dient te worden bevolen.
Nu de maatregel van terbeschikkingstelling zal worden opgelegd ter zake van misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zware mishandeling en verkrachting, kan de totale duur van de maatregel een periode van vier jaren te boven gaan. De rechtbank zal daarom aan verdachte de ongemaximeerde TBS-maatregel opleggen.
7.3.4
Oplegging gevangenisstraf
Gelet op het hiervoor overwogene ten aanzien van de ernst van de feiten, het strafblad en de persoon van verdachte, acht de rechtbank ook het opleggen van een gevangenisstraf van substantiële duur aangewezen. De rechtbank is van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf voor de duur van zes jaren recht doet aan de ernst van de feiten en de houding van verdachte. De rechtbank heeft daarbij tevens acht geslagen op de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht.
7.3.5
Vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van artikel 38v Sr
De rechtbank zal naast de TBS-maatregel en de gevangenisstraf aan verdachte ook een vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van artikel 38v Sr opleggen, inhoudende een contactverbod. Het contactverbod houdt in dat verdachte op geen enkele wijze - direct of indirect – contact mag opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1995, en [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 1998. Het contactverbod geldt voor de duur van vijf jaren, waarbij wordt bevolen dat bij iedere overtreding vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van twee weken, met een maximum van zes maanden.
De rechtbank is van oordeel dat de op grond van artikel 38v Sr opgelegde maatregelen dadelijk uitvoerbaar moeten zijn, nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en/of zich belastend zal gedragen jegens een bepaalde persoon of bepaalde personen. De rechtbank daarvoor het volgende in aanmerking genomen.
Toen verdachte in voorlopige hechtenis zat in verband met de zware mishandeling en verkrachting van [slachtoffer 1] , heeft hij veelvuldig contact met haar gezocht. Dit heeft ertoe geleid dat het telefoonnummer van [slachtoffer 1] geblokkeerd moest worden op twee telefoonkaarten. Daarnaast heeft verdachte zich in het verleden vaker schuldig gemaakt aan soortgelijke feiten. De rechtbank acht de dadelijke uitvoerbaarheid van de maatregelen daarom aangewezen.

8.De schade van benadeelde

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1] ( [slachtoffer 1] ) heeft zich ten aanzien van het onder parketnummer 08-288087-21 onder 1 en 2 ten laste gelegde als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces en vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 12.500,-- (twaalfduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde schadevergoeding bestaat uit immateriële schade.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van [slachtoffer 1] dient te worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft het standpunt ingenomen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, primair vanwege de bepleite vrijspraak en subsidiair omdat de vordering onvoldoende is onderbouwd.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de onder parketnummer 08-288087-21 onder 1 subsidiair en 2 bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan [slachtoffer 1] , de benadeelde partij.
De rechtbank is van oordeel dat vast is komen te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks immateriële schade heeft geleden. Gelet op de aard en ernst van de normschending en de beschreven gevolgen acht de rechtbank het evident dat de benadeelde partij psychische schade heeft geleden, maar de vordering is wat betreft de diagnose en eventueel te volgen therapieën onvoldoende onderbouwd om tot volledige toewijzing te komen. De rechtbank zal de vordering daarom toewijzen tot een bedrag van € 7.500,-, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan, en de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten onder parketnummer 08-288087-21 onder 1 en 2 is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 72 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen en de artikelen 37a, 37b, 38v, 38w, 57 en 63 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08-288087-21 onder 1 subsidiair en onder 2 en het onder parketnummer 08-187788-21 onder 1 subsidiair en onder 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 08-288087-21
feit 1 subsidiair
het misdrijf: zware mishandeling;
feit 2
het misdrijf: verkrachting, meermalen gepleegd;
parketnummer 08-187788-21
feit 1, subsidiair
het misdrijf: poging tot zware mishandeling;
feit 2
het misdrijf: verkrachting, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 08-288087-21 onder 1 subsidiair en onder 2 en het onder parketnummer 08-187788-21 onder 1 subsidiair en onder 2 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
zes (zes) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
maatregel
- legt aan de verdachte op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheidals
bedoeld in artikel 38v Sr voor de duur van
vijf jaren;
- beveelt dat de verdachte gedurende vijf jaren op geen enkele wijze – direct of
indirect – contact op zal nemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1995, en [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 1998;
- beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel per overtreding wordt vervangen door
2 (twee) wekenhechtenis en bepaalt daarbij dat de maximale hechtenis zes maanden bedraagt;
- beveelt dat deze maatregel
dadelijk uitvoerbaaris, omdat er ernstig rekening mee moet
worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en/of zich
belastend zal gedragen jegens [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ;
- toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op;
- gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van
overheidswege zal worden verpleegd;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 7.500,-- (zevenduizend vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schadevergoeding;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] (parketnummer 08-288087-21 onder 1 subsidiair en 2) van een bedrag van € 7.500,-- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 oktober 2021);
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de onder parketnummer 08-288087-21 onder 1 subsidiair en 2 bewezen verklaarde feiten tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 7.500,--, (zegge: zevenduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 oktober 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 72 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.P.K van Rosmalen, voorzitter, mr. J. de Ruiter en
mr. A.S. Metgod, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.C. Folkerts, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 7 juli 2022.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Parketnummer 08-288087-21, feit 1 en 2
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2021498469. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.

1.

Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 23 oktober 2021, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven (pagina 17 t/m 19):

Ik ben op 22 oktober 2021 met mijn twee kinderen met de trein vanaf Tilburg naar Zwolle gereisd. Wij hadden seks. Op een gegeven moment verschoof ik mijn lichaam iets. Ik zag en voelde dat [verdachte] met zijn rechterhand mij met kracht met zijn vlakke hand op mijn linkerzijde van mijn gezicht sloeg. Dit deed een beetje pijn. Ik voelde dat [verdachte] verder ging met de seks en ik schoof toen weer iets. Ik voelde dat [verdachte] weer met zijn rechterhand met kracht tegen mijn linkerzijde van mijn gezicht sloeg. Deze klap kwam iets harder aan en deed daarom ook meer pijn. [verdachte] ging vervolgens verder met seks. [verdachte] kwam klaar in mij. Ik zag dat [verdachte] ging liggen op de bank en ik hoorde dat hij tegen mij zei: "Je weet wat je nu moet doen". Uit de vorige keren dat ik seks met hem had wist ik dat hij bedoelde dat ik hem moest pijpen. Hij krijgt dat wel een stijve penis maar niet echt een erectie. Ik voelde dat de penis van [verdachte] slap werd maar ik ging door omdat ik weet dat als [verdachte] merkt dat zijn penis slap wordt dat hij dan boos wordt. Ik hoorde dat [verdachte] boos werd want hij begon tegen mij te schreeuwen. Ik zag en voelde dat [verdachte] mij van zich af duwde. Ik viel hierdoor van de bank en kwam met mijn hoofd tegen een groot houten dienblad dat op de bank lag terecht.
Toen ik onder de douche stond zag en voelde ik dat [verdachte] met zijn vlakke hand mij meerdere keren in het gezicht sloeg. Deze klappen kwamen op mijn wangen terecht. [verdachte] heeft mij ook nog met de vlakke hand op de achterzijde van mijn hoofd geslagen. [verdachte] sloeg met kracht en deed dit echt pijn. Ik moest [verdachte] vervolgens pijpen. Ik hoorde dat [verdachte] tegen mij zei: "Draai en geef je kont". Ik voelde dat hij zijn penis eerst in mijn anus stak en later in mijn vagina. Ik voelde dat hij klaar kwam in mijn anus en in mijn vagina. Doordat mij vagina samentrok tijdens het klaarkomen duwde ik daardoor zijn penis naar buiten. Ik hoorde dat [verdachte] een bepaald geluidje maakte waardoor ik wist dat hij boos was. Ik voelde dat [verdachte] met zijn vlakke hand mij met kracht meerdere keren in het gezicht sloeg. Ik voelde dat hij met zijn vuisten met mij kracht meerdere keren sloeg op mijn borstkas en mijn ribben. Ik zag en voelde dat [verdachte] mij meerdere keren met kracht schopte tegen mijn hoofd, borstkas en armen. Op dat moment stond hij voor mij en zat ik op de bank. Omdat hij schijnbaar niet het antwoord kreeg dat hij verwachtte met betrekking tot de simkaart, zag ik dat hij op een gegeven moment een usb-kabel van zijn Chromecast had gepakt. Ik zag dat [verdachte] dat kabeltje dubbel had vastgepakt waardoor deze ongeveer 40 centimeter lang was. Aan beiden uiteinden van de kabeltje zit een connector. Ik zag en voelde dat hij met kracht met dat kabeltje mij meerdere keren op mijn benen, armen, gezicht en rug sloeg. Dit veroorzaakte heel veel pijn bij mij. Ik zag dat [verdachte] een plankje pakte dat normaal op de leuning van de bank ligt. Ik zag en voelde dat [verdachte] met kracht mij daarmee sloeg op mijn ellebogen, mijn rug en een paar keer op mijn benen. Ik voelde dat dit heel veel pijn deed. Ik zag dat [verdachte] mij bleef slaan met de kabel en met het plankje. Het maakte niet uit wat ik tegen hem zei want hij bleef mij slaan.
[verdachte] heeft mijn keel ook nog dicht gedrukt. Door dit dichtknijpen kreeg ik bijna geen lucht.
2.
Het proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1] van 4 november 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 25, 26, 32, 34):
V: Is de seks altijd vrijwillig geweest tijdens jullie ontmoetingen?
A: Niet altijd nee. Soms als hij boos werd. Hij werd boos als ik verschoof. Of als ik niet zo lang ging pijpen als hij wilde. Dan gaf hij mij klappen, bewoog mijn hoofd naar beneden of verhief zijn stem.
Ik ging het juist doen om geen klappen te krijgen van hem. Ik deed dan wat hij vroeg. Als ik pijn had gaf ik het aan of als ik moe was zei ik het maar het interesseerde hem niet.
V: Jullie hadden de eerste keer seks en toen heb je klappen gehad. Vervolgens hadden jullie lepeltje lepeltje seks en in hoeverre is dat nog vrijwillig?
A: Niet echt meer. Ik was toen al mishandeld. Ik weet dat als ik geen seks zou willen en doen dat ik dan weer hele erge klappen zou krijgen en dat wilde ik niet.
Ik moest de kussens schoonmaken. Ik was gaan opstaan en ik moest opschieten van hem en op dat moment werd ik dus geschopt in mijn rug. Ik was niet snel genoeg volgens hem en ik stond in de woonkamer vlakbij de bank. Hij schopte mij toen weer op mijn rug.

3.

Een schriftelijk bescheid, te weten een letselrapportage van GGD IJsselland van 23 oktober 2021, met aanvulling van 11 november 2021, met bijlagen, opgemaakt en ondertekend door M.A.J. van Keulen, forensisch arts, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 40 t/m 42):

letselbeschrijving
hoofddiverse ronde littekens in de haargrens links voor en rechts aan de zijkant
1/ zwelling en roodheid beiderzijds onder de ogen t.h.v. jukbeenderen
2/ rode schuin verlopende striem van ca 5,0 x 0,5 cm op voorhoofd links
Beschrijving extra bevindingen SEH: a/ rode verkleuring en lichte drukpijn behaarde hoofdhuid
hals3/ diverse brede rechte en gebogen lijnvormige rode kneusplekken van ca 4 x 3 cm in de nek achter het rechter oor die patroon / patronen lijken te vormen mogelijk van een voorwerp / voorwerpen waarmee dit letsel is toegebracht
4/ diverse brede gebogen lijnvormige rode kneusplekken van ca 8 x 4 cm op overgang hals naar nek onder en achter het linker oor die patroon / patronen lijken te vormen mogelijk van een voorwerp / voorwerpen waarmee dit letsel is toegebracht
Beschrijving extra bevindingen SEH: a/ diverse bloeduitstortingen
romp
borst 5/ grillig gevormde blauw-paarse kneusplekken t.h.v. het linker sleutelbeen
rug 6/ zeer uitgebreid patroon van rood verkleurde bloeduitstortingen en schaafwonden op de rug ter hoogte van rechter schouderblad (ca 14 x 13 cm groot) en in kleinere gebieden links, midden en onder hiervan (linker schouderblad en over wervelkolom), deels in een veegvormig patroon verlopend
7/ pijnlijke ribben rechter zijde onder de borst (ter plaatse geen letsel zichtbaar)
8/ in de rechtertaille lijnvormige striemverwondingen
bekken 9/ op rechter flank / heup een zeer uitgebreid patroon van lijnvormige schuin
verlopende blauw-paarse lijnvormige kras-schaafwonden met daaronder patroon van samenvloeiende diepe onderhuidse bloeduitstortingen; betreft ernstig kneusletsel van rechter flank / heup waar een impressie van bijvoorbeeld een plank en/of een kabel in zou kunnen worden herkend
armen
linker arm 10/ bovenarm is overdekt met blauw-rode vlekkige en in elkaar overlopende grote bloeduitstortingen die een in schuine richting verlopend patroon vormen
11/ lijnvormige striemverwondingen op de onderarm
rechter arm 12/ bovenarm is overdekt met blauw-rode vlekkige en in elkaar overlopende grote bloeduitstortingen
Beschrijving extra bevindingen SEH: beweging in schouder is fors beperkt door pijn (max 90 gr heffen arm)
13/ de ellenboog is fors gezwollen en overdekt met bloeduitstortingen
14/ op onderarm veel rode lijnvormige striemen die opvallend parallel patroon vormen wat zou kunnen passen bij slaan met planken of kabels (zgn. tramtrackbruises)
benen
linker been 15/ ter hoogte van de heup een grote grillig gevormde bijna ovale vlekkige rood­blauwe onderhuidse bloeduitstorting
16/ op buitenzijde onderbeen lijnvormige striemverwondingen; onder de knie is deze lusvormig
17/ op voorzijde / zijkant grote blauwe onderhuidse bloeduitstorting
rechter been 18/ hoog op buiten-voor-zijde bovenbeen zeer uitgebreid patroon van rood verkleurde parallel schuin verlopende lijnvormige kras-schaafverwondingen
19/ op voorzijde bovenbeen boven, op en onder de knie grillige patronen van bloeduitstortingen en lijnvormige kraswonden
20/ op voorzijde bovenbeen 2 samengestelde grote vlekkige bloeduitstortingen in een soort hoefijzervormig patroon met kras- en schaafwonden daarop en daarnaast
Is er vermoeden van inwendig bloedverlies? Ja, namelijk zeer veel en uitgebreid bloedverlies in de diverse diepe kneuzingen.
Is er vermoeden van niet uitwendig waarneembaar letsel? Ja, namelijk veel diepe kneuzingen.
Is er sprake van psychische- of bewustzijnsstoornissen? Ja, namelijk ernstige mishandeling met grote psychische impact op SO.
beoordeling letsel
ontstaan Letsel ten tijde van onderzoek vers: uren tot 1 dag oud en veroorzaakt door stomp botsend, krassend, schurend en knellend geweld door bijvoorbeeld slaan, stompen, schoppen, knijpen, slaan met (harde) voorwerpen, etc.
herstel Geen aanwijzingen voor botbreuken of ander ernstig inwendig letsel waardoor redelijk tot goed functioneel herstel is te verwachten binnen ongeveer 6 tot 8 weken met waarschijnlijk veel blijvend zichtbare en daardoor ontsierende littekens. Het psychische letsel zal waarschijnlijk veel ernstiger en langduriger zijn.
blijvend letsel Fysiek: waarschijnlijk diverse grote blijvend zichtbare en daardoor ontsierende littekens op diverse plaatsen op het lichaam van SO.
Psychisch: forse impact met kans op ontstaan van PTSS-achtige stoornissen.

4.

Een geschrift, te weten een voeging benadeelde partij en verzoek tot schadevergoeding met bijlagen van 5 april 2021 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (los in het dossier):

Nadat cliënte op 23 oktober 2021 aangifte had gedaan is zij voor een periode van ongeveer drie weken bij haar moeder moeten verblijven met haar kinderen nu zij door haar verwondingen niet zelfstandig voor haar kinderen kon zorgen. Zo was zij niet in staat om haar dochtertje op te tillen en zelfstandig het huishouden te verzorgen. Toen cliënte terug was gekeerd naar haar woning, heeft de begeleiding van de woning waar zij verblijft nog enkele weken moeten helpen met de verzorging van haar dochtertje. Zij heeft haar elleboog langdurig in een steunkous moeten dragen en de weken na 23 oktober 2021 veelvuldig pijnstilling moeten slikken.
5.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van 23 oktober 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 64):
Op zaterdag 23 oktober 2021 ontvingen wij een melding. In een kapperszaak zagen wij meldster [slachtoffer 1] , met haar twee kinderen zitten. Wij hoorden bij het overbrengen naar het politiebureau dat het zoontje van [slachtoffer 1] , [naam 1] , zei dat hij niet goed geslapen had en dat hij de hele nacht wakker was omdat hij had gehoord dat zijn moeder mishandeld was.
Op 23 oktober 2021 zagen wij blauwe plekken in de nek van [slachtoffer 1] zitten. Wij zagen dat [slachtoffer 1] moeite had met bewegen. Ze was niet in staat zelf haar kinderwagen in te klappen. Ze vertelde ons ook veel pijn te hebben.
De GGD-arts heeft haar bekeken en vertelde ons dat [slachtoffer 1] fors mishandeld was en ze nog niet eerder zulke verwondingen na een mishandeling had gezien.

6.

Het proces-verbaal van vordering verstrekking beelden van beveiligingscamera’s van verbalisant [verbalisant 4] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 77)

De volgende camerabeelden worden gevorderd:
Beelden station NS Zwolle vrijdag 22 oktober 2021 1700 uur tot en met vrijdag 22 oktober 18.00 uur.
7.
Het proces-verbaal van bevindingen met bijlagen van verbalisant [verbalisant 3] van 8 december 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 78):
Ik, verbalisant, zag op 23 oktober 2021 dat [slachtoffer 1] erg moeilijk liep en veel pijn had. Ze vertelde mij dat ze veel pijn had. Ik heb alleen haar shirt omhoog gedaan om wat foto's te maken en zag en hoorde dat ze hier veel pijn bij ervoer. Ze kreunde van de pijn en dook ook in elkaar. Nadat we klaar waren met de foto's ging [slachtoffer 1] op een stoel zitten en zakte ze bij in elkaar van de pijn. Ze voelde zich niet lekker. Ik zag dat ze langzaam liep en dat ze met een verbeten gezicht van de pijn liep. Ze kon zich niet snel voortbewegen.
Op de camerabeelden van het Station te Zwolle was te zien dat [slachtoffer 1] vlot over het station heen liep en zag het er niet naar uit dat ze pijn had. Doordat ik haar had zien lopen in het politiebureau en vervolgens op de camerabeelden van het station te Zwolle kon ik wel duidelijk verschil zien in het lopen.

8.

Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] van 26 oktober 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 88):

Ik was 22 oktober 2021 aan werk als begeleider bij de woongroep waar [slachtoffer 1] woont. Ik heb geen verwondingen gezien aan het gezicht van [slachtoffer 1] . Ik heb ook niet gezien dat [slachtoffer 1] moeilijk liep of dat ze pijn had ergens. Ik heb niet gezien dat ze hinkte of plekken had.
9.
Het proces-verbaal van binnentreden in woning van 25 oktober 2021 met nummer PL0600-2021497078, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 98):
Op 25 oktober 2021 omstreeks 13:28 uur, trad ik binnen in de woning [adres] , bewoond door [verdachte] . Onder de bank in de woonkamer werd een houten plankje aangetroffen die paste op de leuning van de bank en die kon dienen als dienblad. In de woonkamer werden twee wasrekken aangetroffen en op één van de wasrekken hingen twee witte kussenslopen te drogen. In een stekkerdoos zat een stekker met daaraan een kabel die met een Chromecast verbonden was.
10.
Het proces-verbaal van bevindingen van 1 november 2021 van [verbalisant 3] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 114)
Toen [naam 2] het houten plankje zag vertelde hij mij dat hij aan de onderzijde van de plank vermoedelijk bloedspetters zag. Vervolgens heeft [naam 2] getest of het vlekje daadwerkelijk bloed betrof. Als de vloeistof op het wattenstaafje blauw zou kleuren zou het bloed betreffen. Van een klein vlekje had hij een monster genomen en deze met vloeistof bemonsterd. Het bleek dat het wattenstaafje direct blauw kleurde.
Goed: PL0600-2021497078-2619318: houten dienblad voor op armleuning
van bank
Parketnummer 08-187788-21, feit 1 en 2
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer ON1R020077 (onderzoek Helmpoon). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 12 mei 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 29 t/m 31):
Op 10 februari 2020 leerde ik mijn ex [verdachte] kennen via een dating site genaamd [datingsite] . Op 20 maart 2020 ben ik mijn ex [verdachte] blijven slapen. ’s Morgens werd hij heel erg boos en stond op. Hij begon mij eerst uit te schelden en daarna kreeg ik de eerste klap in mijn gezicht. Ik voelde dat hij mij sowieso de eerste vier klappen op mijn linkerzijde van mijn gezicht gegeven heeft. De klappen daarna kreeg ik op mijn rechterzijde van mijn gezicht, neus en bovenop mijn hoofd. Ik probeerde vanaf de bank de keuken in te vluchten in de hoop dat daar iets zou liggen waarmee ik mijzelf zou kunnen verdedigen. Ik voelde dat hij mij van achteren aan mijn haar vastpakte. Ik voelde dat hij mij hard achterover trok. Ik viel hierdoor op de grond. Hij kwam toen bovenop mij zitten en sloeg met zijn vuisten op mijn hoofd en lichaam. Ik zag dat hij een grote stekkerdoos/verlengsnoer pakte. Ik zag dat hij het snoer dubbel had gevouwen. Ik zag dat hij mij hiermee sloeg en eerst zachtjes op mijn hoofd raakte. Na een paar keer zachtjes te hebben geslagen sloeg hij steeds harder en harder. Ik ben naar de slaapkamer gevlucht en ben naast het bed gaan zitten. Hij kwam de slaapkamer binnen en sloeg mij wederom met het verlengsnoer. Ik heb heel erg gehuild en hem gesmeekt te stoppen met slaan. Mijn hele lichaam zat onder de blauwe plekken en deed heel erg veel pijn. Ik voelde dat hij mij bij mijn kraag vastpakte. Ik voelde dat hij mij met kracht omhoog tilde. Ik voelde dat hij mij met kracht op het bed gooide. Ik voelde dat hij weer met kracht op mij in begon te slaan. Ik ben hierna naar de naastgelegen badkamer gevlucht. Hij kwam op mij af lopen en begon mij weer met zijn vuisten te slaan. Ik zag en voelde dat hij mij met een voorwaartse trap tot twee keer toe vol in mijn buik trapte. Tot twee keer toe voelde ik alle lucht uit mijn longen getrapt worden en kon even geen adem meer halen zo hard als hij trapte. Ik zag dat hij naar het verlengsnoer toe liep. Ik zag dat hij die van de grond op pakte. Ik zag dat hij hiermee mijn richting op kwam lopen. Nog voordat ik het door had, had ik de eerste klap alweer te pakken. Ik voelde dat hij steeds agressiever begon te slaan. Dit tafereel herhaalde zich gedurende de avond en de nacht. Ik ben steeds gevlucht naar andere plekken in het huis maar overal kwam hij achter mij aan en overal waar ik zat kreeg ik opnieuw heel veel klappen. Het huis uit vluchten kon niet want hij had de deur op slot gedraaid en ik wist niet waar de sleutel was. Het geweld stopte pas vroeg in de ochtend op 21 maart. Al die tijd wilde ik niets liever dan weg het huis uit, maar ik durfde het hem niet te vragen uit angst voor meer klappen. Ik wilde niet nog meer klappen dan dat ik al gehad had en stemde overal mee in. Hij wilde ook seks met mij wat ik hem niet durfde te weigeren omdat ik bang was voor wat hij zou gaan doen als ik nee zou zeggen. Hij wilde het graag dus dan deed ik maar. Dit ging zo een dag of twee a drie door. Ik zat helemaal onder de blauwe plekken en striemen. Ik had een blauw oog, blauwe kaken en een enorme bult op mijn hoofd.
2.
Het proces-verbaal van studioverhoor van [slachtoffer 2] van 4 juli 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 75, 77, 78, 80, 91, 92, 93, 95, 97 t/m 100, 103, 105, 106, 107, 109):
Hij heeft mij en mijn moeder bedreigd met de dood. Als ik iets zou vertellen aan de politie, aan mijn familieleden of aan mijn begeleiding, dan zou er iets met mijn moeder gebeuren. Daar was ik wel bang voor.
Mijn arm is gebroken omdat hij op mijn arm heeft gestaan. Hij heeft mij met een mes bedreigd. Ik probeerde mij toen te verdedigen, waardoor ik langs het mes kwam. Ik kreeg hierdoor een diepe snee in mijn hand. Hij heeft mij ook met een heggenschaar, een snijplank en een klauwhamer geslagen.
Toen het geweld in de ochtend van 21 maart stopte gingen we slapen. Ik moest toen naast hem gaan liggen en hebben we seks gehad. Ik vond het natuurlijk niet echt leuk, omdat ik de hele nacht geslagen was. Ik lag op mijn zij, lepeltje lepeltje, en toen hebben we geneukt. Ik was bang om nee te zeggen. Ik was bang dat hij mij weer zou slaan.
De buren kwamen aanbellen, omdat die mij hoorden schreeuwen. Ze vroegen hoe het met mij ging en ze wilden mij zien. Toen moest ik snel mijn gezicht wassen met water, omdat je kon zien dat ik had gehuild. Hij zei toen tegen de buren dat er echt niets aan de hand was. Ze vroegen mij of ik een kopje thee bij hun kwam drinken. Ik zei tegen ze dat dit later wel kon. Diezelfde dag zijn wij naar Schiedam gegaan. Dit was de donderdag op vrijdag voor mijn verjaardag. Daar wonen vrienden van hem. Toen we in de auto naar Schiedam zaten heeft hij me met een powerbank op mijn hand en arm geslagen.
In Schiedam heeft hij mij ook geslagen. In Schiedam moest ik hem pijpen, maar ik kon mijn mond niet goed openen omdat hij zo hard op mijn kaken had geslagen. Mijn kaak zat heel stijf op elkaar. Ik ben toen gedwongen om hem oraal te bevredigen. Ik kon het niet, dus toen heeft hij mij in mijn gezicht geslagen. Hij heeft mij bij mijn haren gepakt en naar de woonkamer gesleurd. Hij dreigde om mij met gewichten te slaan. Toen ben ik hem gaan pijpen, maar het lukte niet. Hij had mij bij mijn nek vast en hij sloeg mij. Toen heb ik hem gepijpt.
Ik moest twee weken bij hem blijven vanwege de blauwe plekken. Toen heeft hij mij nog een paar keer geslagen. Normaal FaceTime ik wel met mijn moeder, maar dat heb ik toen niet gedaan vanwege de blauwe plekken en het blauwe oog.
3.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] van 12 januari 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 157 en 158):
Ik denk dat ik in mei aan de deur ben geweest bij de buurman op nummer 66. Ik hoorde die dag en de dag ervoor een vrouw/meisje huilen. Ik hoorde ruzie. Ik hoorde dan dat er een meisje huilde, jammerde en smeekte. Ook zette de buurman harde rapmuziek op zodat er voor mijn gevoel een dreigende sfeer ontstond. Ik hoorde ook geluiden van gooien of slaan maar kon dat toen eigenlijk niet plaatsen. We hoorden dat de ruzie doorging. Het werd luider en in mijn ogen heftiger. Het schreeuwen en dat er dingen tegen de muur o.i.d. werden gegooid werd heftiger.
Ik kon zien dat ze gehuild had. Mijn vriend zei achteraf dat hij dacht dat hij een blauw oog zag bij het meisje.
Even later kwamen ze naar buiten met jassen aan en de capuchon op en hadden zij tassen bij zich. Het meisje liep voor de buurman naar buiten. Ze liepen naar een auto en reden snel weg.
4.
Een schriftelijk bescheid, te weten een uitdraai uit het dossier (zorgplan) van [organisatie] over [slachtoffer 2] van 5 april 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 27 en 28):
Datum: 05-04-2020
Tijd: 23:01
Auteur: [naam 3]
Zaterdagmiddag zag ik jou voor het eerst in mijn dienst nadat je 2 weken weg bent geweest bij je vriend. Je stond in de hal, vanuit jou kamer, te praten met een medebewoner. Ik schrok van hoe je er uit zag. Eén oog leek een beetje blauw. Ook leek het of je twee kleine blauwe plekjes had langs je mond. Ik keek naar je arm en het leek of er een flinke blauwe plek op je onderarm zat.
Toen ik je in de woonkamer vanmiddag zag was je hele bovenarm ook blauw. Ik zag twee hoefijzervormige plekken van ongeveer vijf cm groot op je hand. Ook zag ik hier een korst op. Het leek meer op brandplekken die al wat ouder waren. Ook had je aan die hand een blauwe plek in streepvorm op de zijkant van jouw duim. Ook gaf ik aan dat ik een blauwe plek tussen je borsten had gezien.
5.
Een schriftelijk bescheid, te weten een Letselrapportage Forensische Geneeskunde van GGD Amsterdam met bijlagen van 13 mei 2020, opgemaakt en ondertekend door drs. K. van den Hondel, forensisch arts, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 122 t/m 132):
Het huidige tijdsinterval past bij de ouderdom van het letsel.
Letsel
Lichaamsdeel: hoofd
Beschrijving: Naast de linker wenkbrauw doorlopend tot over het jukbeen was een onscherp begrensde gele huidverkleuring van +/- 8 bij 3cm. Het betreft een onderhuidse bloeduitstorting. De kaak lijkt gezwollen.
Past de gemelde toedracht goed
bij het letsel:
Lichaamsdeel: rechter arm
Beschrijving: Op de rechter pols (1 stuk) en hand (tenminste 3) waren enkele streepvormige rode huidverkleuring zichtbaar die samenkwamen in een lus. Het betreft een onderhuidse bloeduitstorting en kan geclassificeerd worden als patroonletsel. Op de buitenzijde van de rechter bovenarm was een matig scherpbegrensde gele huidverkleuring van +/- 5 bij 5cm en nog enkele huidverkleuringen van +/- 2 cm. Dit betreffen onderhuidse bloeduitstortingen.
Er was op de onderarm een scherpbegrensde streepvormige rode huidverkleuring van +/- 6,5 bij 0,5cm.
Past de gemelde toedracht goed
bij het letsel:
Lichaamsdeel: rechter hand
Beschrijving: Op de handpalm was een scherpbegrensde huidklieving van +/- l cm. Op de wijsvinger was een lijnvormige roodheid van +/- l cm zichtbaar die volgens betrokkene aanvankelijk ook een huidklieving was.
Soort: Snijwond
Past de gemelde toedracht goed
bij het letsel:
Toelichting: De locatie en toedracht (mes afweren) zouden het letsel goed kunnen verklaren. Dit is typisch voor afweer/pareer-letsel.
Lichaamsdeel: linker arm
Beschrijving: Op de handrugzijde waren tenminste vier lusvormige rode huidverkleuringen. Het betreft een onderhuidse bloeduitstorting en kan geclassificeerd worden als patroonletsel. Net naast de pols was een matig scherp begrensde huidverkleuring van +/- 2cm. Op de achterzijde van de linker bovenarm waren enkele gele huidverkleuringen van +/- 2cm. Ter hoogte van de oksel was een gele huidverkleuring van +/- l,5cm.
Past de gemelde toedracht goed
bij het letsel:
Lichaamsdeel: linker hand
Beschrijving: Op de overgang van de handpalm naar hand rug was aan de pinkzijde een lijnvormige rode huidverkleuring die aan beide kanten puntig uitloopt. Het zou volgens betrokkene een huidklieving geweest zijn die nu aan het genezen is.
Past de gemelde toedracht goed
bij het letsel:
Toelichting: De locatie en toedracht (mes afweren) zouden het letsel goed kunnen verklaren. Dit is typisch voor afweer/pareer-letsel.
Lichaamsdeel: borst
Beschrijving: Op de borsten waren enkele onscherp begrensde gele huidverkleuringen van +/- 1-4 cm. Het betreffen onderhuidse bloeduitstortingen.
Past de gemelde toedracht goed
bij het letsel:
Lichaamsdeel: rug
Beschrijving: Op de rug waren enkele onscherp begrensde gele huidverkleuringen van +/- 3-8 cm. Dit betreffen onderhuidse bloeduitstortingen. Boven de bil was een onscherp begrensde huidverkleuring van +/- 4 bij 2 cm.
Past de gemelde toedracht goed
bij het letsel:
Lichaamsdeel: rechter been
Beschrijving: Er waren op het bovenbeen enkele lijnvormige rode huidverkleuringen sommige lusvormig. Tevens enkele onscherp begrensde gele huidverkleuringen van tussen de 1-3 cm. Op de binnenzijde van het bovenbeen een genezende oppervlakkige huidbeschadiging van +/- 4 bij 0,3 cm. Op het onderbeen waren onder elkaar tenminste vier lijnvormige verkleuringen waarbij enkele in een lus samenkwamen. Deels doorlopend op de kuit. Tevens enkele gele huidverkleuringen op het onderbeen van +/- 1-2 cm en een lijnvormige genezende huidverkleuring van +/- 3cm. Op de achterzijde van het bovenbeen waren boven elkaar 2 matig scherp begrensde huidverkleuring van +/- 2cm. Op de achterzijde van de kuit een onscherp begrensde huidverkleuring, mogelijk in patroon, van +/- 3cm.
Past de gemelde toedracht goed
bij het letsel:
Lichaamsdeel: linker voet
Beschrijving: Op de linker voetrug was een matig scherp begrensde gele huidverkleuring met zwelling. Tevens zwelling en verkleuring bij de enkel. Het betreffen onderhuidse bloeduitstortingen.
Past de gemelde toedracht goed
bij het letsel:
Lichaamsdeel: linker been
Beschrijving: Op het bovenbeen was een lusvormige rode huidverkleuring van 15cm lengte en 5cm breedte. Daarboven nog een minder scherp begrensde huidverkleuring met een patroon. Op de achterzijde van het bovenbeen was een streepvormige huidverkleuring van +/- 9cm lengte. Op de achterzijde van de kuit waren enkele huidverkleuringen waarvan 1 van +/- 4 bij 4cm, daaronder 1 van +/-2 bij 3cm. Bij de enkel 1 van +/- 6 bij 3cm. Op de linker bil was een oppervlakkige verwonding met korstvorming genezen van +/- lcm.
Past de gemelde toedracht goed
bij het letsel:
Lichaamsdeel: buik
Beschrijving: Links op de buik was een genezende huidbeschadiging van +/- 4 bij 1 cm.
Past de gemelde toedracht goed
bij het letsel:
6.
Een schriftelijk bescheid, te weten een verwijsbrief van [huisarts] van 18 januari 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 148 en 149):
13-5-2020: ingekomen, medisch Eerste hulp AMC MEDSPE Distale radiusfractuur rechts, geen verdenking voor scaphoid fractuur Diverse contusies
18-5-2020: ingekomen, medisch hapadam, MEDVRI. Fractuur radius/ulna
Contactdatum 18-5-2020
Deelcontact: (L72.00) Fractuur radius/ulna
(B) RZ begeleiding belt: Vorige week gips om de pols ivm breuk bleek 1.5 wk gebroken te zijn zonder dat ze dit wist.
7.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] van 12 mei 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 154 en 155):
Begin mei 2020 zag ik dat zij aan de rechterkant van haar hoofd een blauwe plek had zitten. Ook zag ik dat zij moeite had om het eten te kauwen. Ik zag toen dat zij op allebei haar benen blauwe plekken had zitten. Ik zag dat die blauwe plekken op haar heupen en haar bovenbenen zaten. Ik zag dat die blauwe plekken tot ongeveer haar knieën doorliepen. Ik zag dat het verschillende ronde blauwe plekken waren.
Verder kan ik nog melden dat voordat mijn dochter deze vriend kreeg ik regelmatig met haar aan het videobellen was. Maar het viel mij op dat sinds zij deze vriend heeft zij niet meer wilde videobellen en alleen nog maar gewoon wilde bellen of appen.