ECLI:NL:RBOVE:2022:1967

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
7 juli 2022
Publicatiedatum
7 juli 2022
Zaaknummer
08-218221-21 en 08-104637-21 (ttz. gev.) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor poging doodslag, bedreiging en vernieling binnen het gezin

Op 7 juli 2022 heeft de Rechtbank Overijssel een 26-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De man werd schuldig bevonden aan poging doodslag, bedreiging en vernieling. De zaak kwam aan het licht na een incident op 14 augustus 2021, waarbij de verdachte zijn vader probeerde te wurgen en zijn broer en ouders met de dood bedreigde. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zijn vader bij de keel had gegrepen, waardoor deze buiten bewustzijn raakte. Daarnaast vernielde hij spullen van zijn ouders. De rechtbank legde als bijzondere voorwaarden een contact- en locatieverbod op, naast de gevangenisstraf. De verdachte had eerder al een strafbeschikking voor mishandeling en vertoonde tijdens de zittingen tekenen van psychische problemen, waaronder een complexe posttraumatische stressstoornis (PTSS). De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, maar ook met de noodzaak voor behandeling van de verdachte. De rechtbank benadrukte dat de verdachte de juiste hulp moet krijgen om herhaling van dergelijk gedrag te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 08-218221-21 en 08-104637-21 (ttz. gev.) (P)
Datum vonnis: 7 juli 2022
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1995 in [geboorteplaats] ,
nu verblijvende bij FPA Transfore, aan de Haven Noordzijde 45, 7607 ES te Almelo.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 21 april 2022 en 23 juni 2022.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Jager en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. K. Kok, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
parketnummer 08-104637-21
zijn broer [broer] (hierna: broer of [broer] ) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht;
parketnummer 08-218221-21
feit 1:heeft geprobeerd zijn vader [vader] (hierna: vader) te doden door zijn keel dicht te knijpen (primair), dan wel heeft geprobeerd zijn vader op die manier zwaar lichamelijk letsel toe te brengen (subsidiair);
feit 2:zijn vader en moeder [moeder] (hierna: moeder) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling;
feit 3:de huistelefoon en ruit van zijn vader en moeder heeft vernield.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
parketnummer 08-104637-21
hij op of omstreeks 17 april 2021 te Kampen [broer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [broer] dreigend (telefonisch) de woorden toe te voegen:
- " Ik zeg toch, ik maak je dood. Lekker met de hond, hè lekker domme mongool" en/of
- " Regel maar vast je begrafenis. Bestel maar vast je kist" en/of
- " Wacht maar tot jij weer in Kampen bent, dan zal ik jou eens op je tenen trappen. Dan heb je gelijk je laatste adem uitgeademd", althans woorden van gelijke
dreigende aard of strekking;
parketnummer 08-218221-21
1
hij, op of omstreeks 14 augustus 2021 te Kampen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om zijn vader, te weten, [vader] , opzettelijk van het leven te beroven, immers heeft hij, verdachte:
- zijn vader bij de keel/nek gegrepen en/of gepakt en/of (vervolgens)
- de keel van zijn vader dichtgeknepen en/of tegen de keel van zijn vader gedrukt (waardoor zijn vader buiten bewust zijn is geraakt),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 14 augustus 2021 te Kampen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan zijn vader, te weten, [vader] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen immers heeft hij, verdachte:
- zijn vader bij de keel/nek gegrepen en/of gepakt en/of (vervolgens)
- de keel van zijn vader dichtgeknepen en/of tegen de keel van zijn vader gedrukt (waardoor zijn vader buiten bewust zijn is geraakt),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij, op of omstreeks 14 augustus 2021 te Kampen zijn vader, te weten [vader] en/of zijn moeder, te weten [moeder] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door zijn vader en/of zijn moeder dreigend de woorden toe te voegen:
- " Ik maak jullie kapot" en/of
- " De hele zooi gaat eraan" en/of
- " Ik zoek ze allemaal op" , althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3
hij op of omstreeks 14 augustus 2021 te Kampen opzettelijk en wederrechtelijk een huistelefoon en/of een ruit, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [moeder] en/of [vader] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle ten laste gelegde feiten, waaronder het onder parketnummer 08-218221-21 onder 1 primair ten laste gelegde, wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman kan zich wat betreft de bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten vinden in het standpunt van de officier van justitie.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan.
De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast.
Parketnummer 08-104637-21 [1]
Op 17 april 2021 was de broer van verdachte, [broer] , bij zijn ouders in Kampen. Hij werd een aantal keer anoniem gebeld en hoorde verdachte aan de telefoon. [broer] heeft vijf telefoongesprekken opgenomen en aan de politie gestuurd. [2] De politie heeft de geluidsbestanden beluisterd en hoorde [broer] en verdachte. De politie hoorde dat verdachte zei: “Ik zeg toch, ik maak je dood. Lekker met de hond, hè lekker domme mongool” en “Regel maar vast je begrafenis. Bestel maar vast de kist” en “Wacht maar tot jij in Kampen bent. Zal ik jou eens op je tenen trappen. Heb je gelijk je laatste adem uitgeademd”. [3]
Parketnummer 08-218221-21 [4] feiten 1 en 3
De moeder van verdachte heeft verklaard dat verdachte op 14 augustus 2021 bij haar en haar man, vader van verdachte, in Kampen aan de voordeur kwam. Zij zag dat verdachte erg boos was. Hij kwam al tierend binnen. Zij zag dat hij de huistelefoon pakte. Vervolgens liep hij heel kwaad de woning uit. Hij had daarbij de huistelefoon nog in zijn handen. Zij zag dat hij met zijn linkerhand de ruit van de schuurdeur in sloeg en daarna de huistelefoon kapot gooide. Moeder en vader liepen ook naar buiten. Moeder zag dat verdachte opeens zijn vader bij de keel greep en hem tegen de muur drukte. Hij deed dit met volle kracht. Moeder zag dat vader geen lucht meer kreeg. Verdachte bleef de keel van zijn vader dichtknijpen. Moeder zag dat de tong van vader naar buiten kwam en dat zijn ogen wegdraaiden, waarna hij in elkaar zakte. Moeder hoorde dat de buurvrouw riep: “laat je vader los [verdachte] ”. Hierna liet hij los. Daarop zei verdachte “Ik maak jullie kapot” en “De hele zooi gaat eraan”, waarna hij wegrende en nog riep “Ik zoek ze allemaal op”. [5]
Vader heeft verklaard dat hij zag dat verdachte de huistelefoon pakte. Hij loodste verdachte de woning uit en zag dat hij de ruit van de schuur kapot sloeg met zijn hand. Ook gooide verdachte de telefoon kapot. Hij zag dat verdachte zich ineens omdraaide. Verdachte pakte hem bij de keel beet en drukte hem tegen de muur. Vader had het gevoel dat hij werd opgetild en kreeg geen lucht. Hij hoorde dat de buurvrouw riep en merkte dat verdachte hem losliet. Vanaf dat moment weet vader het niet meer, omdat hij in elkaar zakte. Het eerste wat hij daarna weet is dat de buurman bij hem zat. [6]
De ter plaatse gekomen politie zag dat vader hevig ontdaan was. Zij zagen dat hij een opgezwollen nek had, striemen in zijn nek had en moeite had met ademhalen. [7] Uit de letselbeschrijving komt naar voren dat bij vader puntbloedingen in de ogen zijn vastgesteld die ontstaan bij verhoogde druk op de vaten. In de hals is roodheid in combinatie met huiddoorbrekingen geconstateerd. Op de Plattner scale levert dit een score van 3, acuut levensbedreigend, op. [8]
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de in de zaak met parketnummer 08-104637-21 en de in de zaak met parketnummer 08-218221-21 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
parketnummer 08-104637-21
hij op 17 april 2021 te Kampen [broer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [broer] dreigend (telefonisch) de woorden toe te voegen:
- " Ik zeg toch, ik maak je dood. Lekker met de hond, hè lekker domme mongool" en
- " Regel maar vast je begrafenis. Bestel maar vast de kist" en
- " Wacht maar tot jij in Kampen bent. Zal ik jou eens op je tenen trappen. Heb je gelijk je laatste adem uitgeademd";
parketnummer 08-218221-21
1
hij, op 14 augustus 2021 te Kampen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om zijn vader, te weten, [vader] , opzettelijk van het leven te beroven,
- zijn vader bij de keel heeft gegrepen en vervolgens
- de keel van zijn vader heeft dichtgeknepen (waardoor zijn vader buiten bewust zijn is geraakt),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op 14 augustus 2021 te Kampen zijn vader, te weten [vader] , en zijn moeder, te weten [moeder] , heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door zijn vader en moeder dreigend de woorden toe te voegen:
- “ Ik maak jullie kapot”,
- “ De hele zooi gaat eraan” en
- “ Ik zoek ze allemaal op”;
3
hij op 14 augustus 2021 te Kampen opzettelijk en wederrechtelijk een huistelefoon en een ruit, die aan [moeder] en/of [vader] toebehoorden heeft vernield.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 285, 287 juncto 45 en 350 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 08-104637-21
het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
parketnummer 08-218221-21
feit 1 primair
het misdrijf: poging tot doodslag;
feit 2
het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
feit 3
het misdrijf: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Aan de orde is de vraag of de bewezen verklaarde feiten aan verdachte kunnen worden toegerekend. Zowel de officier van justitie als de raadsman hebben zich op het standpunt gesteld dat dat, zij het in (sterk) verminderde mate, het geval is.
In het pro Justitia rapport van 13 juni 2022, opgemaakt door dr. L.E.E. Ligthart, klinisch psycholoog en klinisch neuropsycholoog en prof. dr. H.G.J.M. Vermetten, arts-kolonel b.d. en psychiater, wordt echter geadviseerd de feiten niet aan verdachte toe te rekenen, vanwege de combinatie van de bij verdachte geconstateerde stoornissen. Dit advies is in tegenspraak met het afdoeningsadvies van de deskundigen: onder meer een klinische behandeling binnen het kader van een voorwaardelijke gevangenisstraf. Voor een dergelijke afdoening is immers vereist dat de delicten in zekere mate aan de verdachte kunnen worden toegerekend.
De reclassering schrijft bovendien in haar rapport van 16 juni 2022, opgemaakt door
D. Libier, reclasseringswerker bij Reclassering Nederland, dat de psycholoog en psychiater hebben geadviseerd het ten laste gelegde in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen, waar de reclassering zich ook bij aansluit.
Vanwege deze discrepanties is de rapporteurs om opheldering gevraagd. De psycholoog schreef dat abusievelijk in de definitieve versie van de rapportage is opgenomen dat de feiten niet, in plaats van sterk verminderd, aan verdachte kunnen worden toegerekend. De psychiater liet weten:
“Hetgeen is gecommuniceerd en mijn handtekening heeft is het advies als deskundige. Ik wil toevoegen nu u dit vraagt, dat met inachtneming van beperkingen in capaciteiten, op basis van het aanwezige ziekte-inzicht en besef bij betrokkene, een maatregel passend zal zijn. Dat zal in deze ook niet toenemen met een straf.”
Al met al komt de rechtbank tot de conclusie dat niet is komen vast te staan dat de feiten in het geheel niet aan verdachte kunnen worden toegerekend. Er zijn ook overigens geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan elf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren, met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering is geadviseerd en daarnaast een contact- en locatieverbod ten aanzien van zijn broer en diens woning.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich wat betreft de strafoplegging aangesloten bij de eis van de officier van justitie.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft geprobeerd zijn vader van het leven te beroven door hem te wurgen en heeft zijn broer en ouders met de dood bedreigd. Daarnaast heeft hij spullen van zijn ouders vernield. Dit zijn ernstige strafbare feiten. Verdachte heeft door zijn handelen, op de betreffende pleegdata maar ook daaromheen, zijn familie veel pijn en verdriet aangedaan en angst bezorgd. Dit bleek ook uit de slachtofferverklaring die zijn vader ter zitting heeft voorgedragen en de slachtofferverklaring van zijn broer. Zijn vader kreeg door het incident mentale en fysieke klachten en heeft een jaar niet kunnen werken. De broer van verdachte wordt zenuwachtig als hij via anderen hoort over verdachte en heeft last van nachtmerries. Het maakt hem ongerust en bang voor zichzelf, maar ook de mensen om hem heen. De familieleden spreken desondanks ondubbelzinnig uit dat hun wens is dat verdachte de juiste hulp krijgt en dat hij wordt behandeld.
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 22 mei 2022, waaruit blijkt dat hij in 2021 een strafbeschikking heeft gekregen voor mishandeling en in 2014 een mishandeling voorwaardelijk is geseponeerd.
In de bij de bespreking van de strafbaarheid van verdachte reeds aangehaalde pro Justitia rapportage komt naar voren dat verdachte ten gevolge van belastende gebeurtenissen gedurende zijn opleiding bij de Luchtmobiele Brigade in Schaarsbergen een complexe Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) heeft ontwikkeld. Er is sprake van onvrijwillige en intrusieve herinneringen aan de belastende gebeurtenissen, onaangename dromen en een negatieve gemoedstoestand met enkele dissociatieve fenomenen en negatieve veranderingen in stemming. Daarnaast is er sprake van roekeloos en prikkelbaar gedrag, een verhoogde waakzaamheid en emotie- en agressieregulatie problemen. Voornoemde stoornissen waren volgens de deskundigen ook aanwezig ten tijde van de ten laste gelegde feiten en hebben de gedragskeuzes en gedragingen van verdachte ten tijde van de ten laste gelegde feiten beïnvloed. Verder functioneert verdachte op een laagbegaafd niveau en hanteert hij een ineffectieve vermijdend emotionele copingstijl. Uit de klinische en gestructureerde risicotaxatie komt naar voren dat bij verdachte sprake is van een duidelijk verhoogd risico op herhaling van het ontremd, onaangepast en grensoverschrijdend, agressief gekleurd gedrag.
De deskundigen adviseren een verplichte behandeling in het kader van een zo lang mogelijk voorwaardelijk strafdeel in een forensisch psychiatrische setting, omdat een eerdere opname binnen de reguliere GGZ weinig opleverde. Een kliniek met ervaring in de behandeling van complexe PTSS is daarbij aangewezen en het is van belang dat systeemgesprekken daar eveneens een nadrukkelijk onderdeel van uitmaken.
Uit het ook al eerder benoemde reclasseringsadvies blijkt dat verdachte in het kader van een schorsing van de voorlopige hechtenis vanaf september 2021 is opgenomen op de FPA Radix in Heerlen, waar hij psychologisch is onderzocht. Vanwege de ernst van de klachten werd al vrij snel besloten om te starten met EMDR-behandeling, die verdachte succesvol heeft afgerond. Vervolgens startte verdachte met groepstherapie waar hij ziektebesef toonde. Ook ging hij akkoord met individuele psychologische behandeling (CGT), muziektherapie en beeldende therapie, met als doel het uitbreiden van zijn copingsvaardigheden en bevorderen van emotie- en agressieregulatie. Verdachte heeft de behandeldoelen in de huidige opname behaald, maar omdat hij niet uit Limburg afkomstig is, wordt hij onvoldoende uitgedaagd op het gebied van risicosituaties en loopt verdere resocialisatie vast. Door de toezichthouder is een overplaatsing aangevraagd naar een FPA in de eigen regio, zodat daar het verlof verder kan worden uitgebreid en verdachte geconfronteerd kan worden met risicosituaties die onderdeel kunnen gaan vormen van zijn verdere behandeling. De reclassering adviseert aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met daaraan als bijzondere voorwaarden gekoppeld de meldplicht, een opname in een zorginstelling, een ambulante behandeling en begeleid wonen of maatschappelijke opvang.
Verdachte verblijft momenteel bij FPA TransFore in Almelo, waar hij verder kan re-integreren. Hier zal hij nog emotieregulatie- en systeemtherapie volgen.
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat verdachte (sterk) verminderd toerekeningsvatbaar is geweest en dat het belangrijkste doel in deze zaak is dat verdachte de behandeling krijgt die hij nodig heeft. Verdachte heeft al de nodige stappen gezet, wat de rechtbank prijzenswaardig en als een zeer positieve ontwikkeling ziet, maar hij is er nog niet. Om deze weg te vervolgen is behandeling en begeleiding geïndiceerd. Verdachte beseft dit en wil geholpen worden. De rechtbank is daarom van oordeel dat een voorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur opgelegd dient te worden, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering is geadviseerd. Daarnaast zal de rechtbank ook het door de broer van verdachte verzochte contact- en locatieverbod als bijzondere voorwaarden opleggen. De rechtbank zal daarbij bepalen dat die gedurende de proeftijd blijven gelden, maar mochten er positieve ontwikkelingen zijn in het contact tussen verdachte en zijn broer en zij hier beiden voor open staan, dat de reclassering een kortere duur kan bepalen.
De rechtbank zal, gelet op de geïndiceerde behandeling en begeleiding om het recidiverisico te beperken die reeds is gestart, bepalen dat de voorwaarden en het hierop uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen en de artikelen 14a, 14b, 14c, 14e en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08-104637-21 en onder parketnummer 08-218221-21 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 08-104637-21
het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
parketnummer 08-218221-21
feit 1 primair, het misdrijf: poging tot doodslag;
feit 2, het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
feit 3, het misdrijf: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een
ander toebehoort, vernielen, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 08-104637-21 en onder parketnummer 08-218221-21 onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
8 (acht) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich binnen drie werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland aan de Heerderweg 25 te Maastricht op het telefoonnummer 088-8041502, en zich zal gedurende de proeftijd blijft melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zo lang als de reclassering dat nodig vindt;
- zich voor de duur van een jaar, of zo veel korter als de reclassering nodig vindt, laat opnemen op een Forensische Poliklinische Afdeling (FPA) Transfore of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing, en zich zal houden aan de huisregels en aanwijzingen die de zorginstelling voor de behandeling geeft. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- zich gedurende de proeftijd, of zo veel korter als de reclassering nodig vindt, aansluitend op de klinische behandeling, ambulant laat behandelen door Transfore of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, en zich zal houden aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- aansluitend op de klinische behandeling, gedurende de proeftijd of zo veel korter als de reclassering nodig acht, zal verblijven in RIBW Overijssel of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering, en zich zal houden aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- op geen enkele wijze contact opneemt en/of onderhoudt met [broer] , geboren op
[geboortedatum 2] 1993, zo lang de reclassering dit, in overeenstemming met [broer] , nodig acht;
- zich niet ophoudt in de Spaarbankstraat in Kampen, zo lang de reclassering dit, in overeenstemming met [broer] , nodig acht;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- beveelt dat de op grond van artikel 14c Sr gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14d Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.S. Metgod, voorzitter, mr. J. de Ruiter en mr. V.P.K. van Rosmalen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.C. Folkerts, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 7 juli 2022.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, district IJsselland met nummer PL0600-2021171361. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Proces-verbaal van aangifte [broer] , pagina 10-11.
3.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 12-13.
4.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, district IJsselland met nummer PL0600-2021379188. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
5.Proces-verbaal van aangifte [moeder] , pagina 16-17.
6.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer [vader] , pagina 39.
7.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 32.
8.Een geschrift, te weten een letselbeschrijving van W. Duijst, forensisch arts, van 23 augustus 2021, los in het dossier.