ECLI:NL:RBOVE:2022:1949

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
30 juni 2022
Publicatiedatum
6 juli 2022
Zaaknummer
C/08/281364 / KG ZA 22-113
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over nakoming van afspraken en betaling van facturen tussen coöperaties en BrixCRM in kort geding

In deze zaak vorderde Phone House, vertegenwoordigd door de coöperaties DCP en URS, nakoming van afspraken met BrixCRM over de oplevering van een online Commerce Platform. Phone House stelde dat de eerste release uiterlijk op 18 maart 2022 opgeleverd had moeten worden, terwijl BrixCRM betwistte dat er sprake was van een tekortkoming. De voorzieningenrechter oordeelde dat de datum van 18 maart 2022 slechts als planningsdatum was bedoeld en dat BrixCRM niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor vertragingen die voortvloeiden uit het niet tijdig aanleveren van gegevens door Phone House. De vorderingen van Phone House werden afgewezen, evenals de vorderingen in reconventie van BrixCRM, die niet-ontvankelijk werden verklaard wegens het ontbreken van een spoedeisend belang. De proceskosten werden toegewezen aan BrixCRM.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/281364 / KG ZA 22-113
Vonnis in kort geding van 30 juni 2022
in de zaak van
1. De coöperatie,
COÖPERATIEVE VERENIGING DUTCH CONNECTIVITY PARTNERS U.A.,
gevestigd te Voorthuizen,
eiseres sub 1, hierna te noemen: DCP,
2. De coöperatie,
COÖPERATIEVE VERENIGING UNIFIED RETAIL SERVICES U.A.,
gevestigd te Tilburg,
eiseres sub 2, hierna te noemen: URS,
advocaat mr. E.B.M. Brons-Stikkelbroeck te Zeist,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
BRIXCRM B.V.,
gevestigd te Almelo,
gedaagde, hierna te noemen: BrixCRM,
advocaat mr. E. van Kempen te Den Haag.
Eiseressen worden hierna gezamenlijk Phone House genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 13,
  • de akte overlegging producties 1 t/m 13 aan de zijde van BrixCRM,
  • de nadere producties 14 t/m 16 zijdens Phone House,
  • de eis in reconventie van BrixCRM met producties 14 en 15,
  • de mondelinge behandeling op 16 juni 2022. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken.
1.2.
Het vonnis is bepaald op vandaag.

2.Samenvatting

2.1.
Phone House vordert o.a. nakoming van de gemaakte afspraken. Volgens Phone House had de 1e release van het Commerce Platform uiterlijk 18 maart 2022 opgeleverd moeten worden door BrixCRM. BrixCRM stelt dat er geen sprake is van een tekortkoming in de nakoming. In reconventie vordert BrixCRM betaling van twee facturen.
2.2.
De vorderingen in conventie van Phone House worden afgewezen. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat in de opdrachtbevestiging 18 maart 2022 enkel als planningsdatum is weergegeven. BrixCRM mocht op basis van de opdrachtbevestiging verwachten dat zij een webshop moest oprichten die uniform werkte voor zowel winkeliers als consument. Dat Phone House gedurende het traject andere verwachtingen had, kan niet worden tegengeworpen aan BrixCRM. Evenmin kan aan BrixCRM worden tegengeworpen dat zij de gegevens van derde partijen niet tijdig heeft ontvangen omdat, zoals door BrixCRM onbetwist is gesteld, de verantwoordelijkheid voor het aanleveren van deze gegevens bij Phone House ligt. Tegen die achtergrond kan dan ook niet worden gesteld dat bij het niet halen van de datum van 18 maart 2022 sprake is van een tekortkoming in de nakoming aan de zijde van BrixCRM. Dit betekent dat er ook geen grondslag is voor de gevorderde dwangsom en de gevorderde (schade)vergoeding. Deze vorderingen worden daarom eveneens afgewezen.
2.3.
BrixCRM wordt in haar vorderingen in reconventie niet-ontvankelijk verklaard, vanwege het ontbreken van een spoedeisend belang.

3.De feiten

3.1.
DCP is een coöperatieve vereniging die voorziet in de stoffelijke behoefte van haar leden als belanghebbenden bij de door hen geëxploiteerde ondernemingen in de telecombranche. Het bestuur van DCP wordt gevormd door leden, telecomondernemers. De dagelijkse leiding en uitvoering van diverse centrale diensten heeft DCP uitbesteed aan URS.
3.2.
URS is een coöperatieve vereniging die zich bezighoudt met organisatieadvies en het verlenen van organisatiediensten, onder andere aan en ten behoeve van DCP. URS is volledig gevolmachtigde van DCP.
3.3.
De leden van DCP exploiteren ieder (een of meerdere) ondernemingen in de telecombranche onder de gezamenlijke formulenaam Phone House. URS verzorgt een aantal centrale diensten voor (de leden van) DCP.
3.4.
BrixCRM is een bedrijf dat zich bezighoudt met het ontwikkelen en leveren van digitale oplossingen.
3.5.
In januari 2021 hebben partijen met elkaar gesproken over het ontwikkelen van een nieuwe online verkoopomgeving voor de producten en diensten van Phone House. Phone House had behoefte aan een nieuw ‘Online Commerce Platform’, dat zowel de online klanten bedient als ook de offline klanten en medewerkers in de fysieke winkels.
3.6.
In februari 2021 hebben partijen afspraken gemaakt over het ontwikkelen en opleveren van een nieuw Commerce Platform voor Phone House onder de naam AIR (April is ringing). Deze afspraken zijn vastgelegd in een offerte van 1 februari 2021 met als kenmerk: Q357.
3.7.
Op 15 september 2021 stuurt BrixCRM aan Phone House een document met als titel
Scope Fase 1.
3.8.
Tussen partijen is in de periode tussen het einde van de onderzoeksfase en de opdrachtbevestigingsbrief voor de vervolgfase veel overleg geweest.
3.9.
Op 1 oktober 2021 stuurt DCP een opdrachtbevestiging aan BrixCRM. Hierin is o.a. het volgende opgenomen.
(..)Met deze opdrachtbevestiging geeft CV Dutch Connectivity Partners akkoord voor de realisatie van release 1 van het Commerce Platform, zoals beschreven in de bijlage ‘Scope Realisatie Commerce Platform Phone House Release a (v1.3). (..)
(..) Voorwaarden voor succes (..)
URS regelt en is verantwoordelijk voor de samenwerking met actieve/toekomstige relaties met 3e partijen die van invloed zijn op dit project. Eventuele vertraging die door deze partijen wordt veroorzaakt wordt gezien als overmacht. (..)
(..)Planning
-
Opleverdatum 18 maart 2022 (..)
(..) De punten hieronder, zoals besproken op 1 oktober 2021, maken deel uit van deze opdracht (..)
(..Omdat we inmiddels ook zijn uitgekomen op 18 maart 2022 en wil men toch enige zekerheid verkrijgen over een daadwerkelijke oplevering conform Scope release 1 binnen de gestelde tijd en dat bijzondere verrassingen zijn uitgesloten. En wat als we dan geen applicatie live hebben zoals aangegeven? Dit moeten we meenemen in de bevestiging.
(..) Op basis van de afbakening die we nu hebben beschreven en samen afgestemd is de opleverdatum van 18 maart zeer reëel. Wij hebben er alle vertrouwen in dat we de planning halen.
De sprintaanpak zorgt ervoor dat we dagelijks controle en invloed hebben op de voortgang, ander dan zoals we dat in de afgelopen periode hebben laten lopen.
Wij zien geen risico’s in de realisatie van het design; deze valt ruim binnen de doorlooptijd van het project. De risico’s zien wij in de afhankelijkheid van derden zoals met het kassasysteem. (..)
3.10.
In de tussen partijen overeengekomen ‘Scope Realisatie Commerce Platform Phone House Release, versie 1.3, zijn o.a. de volgende bepalingen opgenomen:
(..). In onderstaande hoofdstukken wordt op hoofdlijnen beschreven wat, in overeenstemming met URS, zal worden gerealiseerd in de eerste release. Het beschrijft wat URS en Phone House op de opleverdatum mogen verwachten als onderdeel van het commerce platform (..)
(..)4.1 Randvoorwaarden voor integraties
Voor alle integraties geldt dat deze gerealiseerd worden op basis van standaard (vendor) API’s. Phone House is verantwoordelijk voor het tijdig aangaan of activeren van contacten met de externe partijen die de API documentatie en end points / payloads ter beschikking moeten stellen. Ook het verschaffen van toegang tot de API’s gebeurt in opdracht van Phone House.
(..) Appendix – Scope uitsluitingen
In deze appendix wordt expliciet gemaakt welke onderdelen niet in de scope van de eerste release zitten. Phone House bepaalt zelf de inhoud van de releases, en kan aan een release onderdelen toevoegen met dien verstande dat een toevoeging gevolgen heeft voor doorlooptijd en/of kosten.
(..) Daarnaast zal voor sommige functionaliteit diensten of software van derde partijen benodigd zijn, bijvoorbeeld voor afhandeling van online betaling of identiteitscontrole. Kosten die hiermee samenhangen en het tijdig aangaan van de benodigde overeenkomsten zijn de verantwoordelijkheid van Phone House. (..)
(..) Prijzen - per SKU wordt centraal een prijs vastgesteld. Deze prijs is voor alle winkels van toepassing. Er wordt dus geen prijs per winkel voor een product gehanteerd. Het is voor een winkel dan ook niet mogelijk om met een afwijkende prijs een order via het commerce platform door te voeren. (..)
3.11.
Tijdens het stuurgroep-overleg van 14 maart 2022 heeft BrixCRM laten weten dat de oplevering van 18 maart 2022 niet gehaald zou gaan worden.
3.12.
Phone House heeft hiertegen mondeling en schriftelijk bezwaar gemaakt.
3.13.
Op 4 april 2022 stuurt Phone House aan BrixCRM een ingebrekestelling en geeft zij BrixCRM tot 20 april 2022 de tijd om haar verplichtingen alsnog na te komen.
3.14.
Op 20 april 2022 stuurt BrixCRM een nieuwe opdracht onder de titel Opdrachtbevestiging extra sprints Release 1 – Realisatie Commerce Platform. Met deze offerte wil BrixCRM gedurende drie extra maanden 9 sprints in rekening brengen voor een bedrag van € 144.400,-
3.15.
Phone House wil deze aanvullende offerte niet ondertekenen. De advocaat van Phone House heeft op 22 april 2022 een formele ingebrekestelling gestuurd aan BrixCRM.

4.Het geschil

in conventie
4.1.
Phone House vordert – samengevat – om bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
I. BrixCRM te veroordelen om binnen 5 dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, over te gaan tot nakoming van de gemaakte afspraken, in het bijzonder tot oplevering van de 1e release van het Commerce Platform per omgaande, doch uiterlijk per 1 juli 2022;
II. Een en ander op straffe van een dwangsom van € 10.000,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat BrixCRM niet of niet geheel aan deze vordering voldoet;
III. BrixCRM te veroordelen tot vergoeding van € 150.000,- bij wijze van voorschot op een in een bodemprocedure te vorderen schade en onkostenvergoeding;
IV. BrixCRM te veroordelen in de kosten van deze procedure.
4.2.
BrixCRM voert verweer.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
4.4.
BrixCRM vordert – samengevat – in reconventie bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
  • URS en DCP hoofdelijk te veroordelen om aan BrixCRM te voldoen de bedragen van € 33.683,98 en € 5.343,36.
  • URS en DCP hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure.
4.5.
Phone House voert verweer.
4.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie

Is er sprake van een spoedeisend belang?
5.1.
Voor toewijzing van een vordering in kort geding is nodig dat er een spoedeisend belang is bij die vordering. Phone House stelt dat zij een spoedeisend belang heeft omdat de licentiekosten van Adobe onverminderd doorlopen naast de reeds bestaande licenties voor het huidige systeem waarmee Phone House werkt. Verder stelt Phone House dat zij iedere dag online verder wordt ingehaald door haar concurrentie en dat daarom op korte termijn een werkend systeem vereist is. Dit wordt door BrixCRM niet betwist. De voorzieningenrechter overweegt dat het afwachten van een eventuele bodemprocedure tot een vertraging kan leiden waarbij Phone House door de marktontwikkelingen door haar concurrentie wordt ingehaald. Aldus heeft Phone House voldoende aannemelijk gemaakt een spoedeisend belang te hebben bij een voorlopige voorziening om zo duidelijkheid te hebben of en op welke termijn ze afronding van de werkzaamheden van BrixCRM aan het nieuwe systeem tegemoet kan zien. Dit betekent dat Phone House ontvankelijk is in haar vorderingen.
Nakoming van de gemaakte afspraken
Het standpunt van Phone House
5.2.
Phone House vordert nakoming en stelt dat BrixCRM op 18 maart 2022 een werkende versie van het nieuwe commerce platform had moeten opleveren. Phone House wilde geen dure maatwerk-applicatie, maar een standaard-plus optie. Een optie die voldeed aan de wens om de organisatie om te buigen richting omni-channel en die voldoende was om de concurrentie bij te houden. Phone House vindt het onbegrijpelijk dat BrixCRM dacht dat zij uitsluitend een webshop moest bouwen en niet ook een (backoffice) systeem dat door de winkels gebruikt zou worden. Phone House verwijst in dat verband naar de eerste verkennende gesprekken alsmede naar het offertraject waarin zij BrixCRM hierop heeft gewezen.
Het standpunt van BrixCRM
5.3.
BrixCRM stelt zich allereerst op het standpunt dat er geen sprake is van een aan haar toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. Zij stelt dat er geen fatale termijn is overeengekomen en dat zij louter een inschatting heeft gemaakt van een opleverdatum op basis van het aantal sprints. Verder stelt BrixCRM dat de uitgangspunten en de scope van het gewenste platform gedurende het proces zijn aangepast. Dat Phone House kennelijk onjuiste verwachtingen had van het hele project kan volgens BrixCRM niet aan haar worden toegerekend. Daarnaast voert BrixCRM aan dat zij niet alleen afhankelijk is van Phone House, maar ook van derde partijen die Phone House dient aan te sturen en dat dit maar moeizaam van de grond komt.
Het oordeel van de voorzieningenrechter
5.4.
Een vordering tot nakoming kan in kort geding alleen worden toegewezen indien voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter het standpunt van de eisende partij zal volgen en wanneer van de eisende partij niet kan worden gevergd dat hij de uitslag van de bodemprocedure afwacht. De voorzieningenrechter komt voorshands tot oordeel dat BrixCRM op basis van de tekst van de opdrachtbevestiging, waarvan de relevante onderdelen hierboven onder 3.9 en 3.10 zijn geciteerd, redelijkerwijs mocht verwachten dat aan haar een opdracht was gegeven om een webshop op te richten die uniform werkte voor zowel de winkeliers als consument. Uit die opdrachtbevestiging blijkt niet dat partijen hadden afgesproken dat het ook mogelijk moest zijn om voor iedere winkelier aparte overeenkomsten met hun klanten te sluiten. Dat vervolgens in het traject blijkt dat de verwachting bij Phone House anders was, in die zin dat er aparte overeenkomsten voor winkeliers moesten worden opgesteld en dat andere wensen werden opgeworpen zoals het systeem van commissiebetalingen, kan, voor zover dat tot vertraging heeft geleid, daarom ook niet worden tegengeworpen aan BrixCRM.
5.5.
Evenmin kan aan BrixCRM worden tegengeworpen het feit dat, zoals tijdens de mondelinge behandeling door beide partijen is bevestigd, BrixCRM afhankelijk is van telecommunicatie-aanbieders voor de afronding van het systeem. Waarbij door BrixCRM onbetwist is gesteld dat de verantwoordelijkheid voor het aanleveren van die gegevens bij Phone House ligt. Dit betekent dat een vertraging die wordt veroorzaakt door het niet aanleveren van gegevens van telecommunicatie-aanbieders, hetgeen zich ook voordoet, niet aan BrixCRM kan worden tegengeworpen. Tegen de achtergrond van die verweren van BrixCRM kan dan ook niet worden gesteld dat BrixCRM tekort is geschoten in het halen van de geplande opleverdatum van 18 maart 2022. De voorzieningenrechter oordeelt in dat verband dat weliswaar uit de opdrachtbevestiging volgt dat partijen onder de op dat moment bestaande verwachtingen ervan uitgingen dat 18 maart 2022 als datum gehaald zou worden, maar dat neemt niet weg dat in de opdrachtbevestiging 18 maart 2022 enkel als planningsdatum is weergegeven. Het is daarom redelijk te veronderstellen dat als er gaandeweg het traject problemen ontstaan die niet aan BrixCRM zijn toe te rekenen, het aan BrixCRM niet verweten kan worden dat zij een bepaalde streefdatum niet haalt. Ook is niet onderbouwd wat dan wel een redelijke termijn is voor het afronden van het project. Dit geldt te meer nu tussen partijen vaststaat dat nadien gewijzigde wensen zijn opgekomen zoals het op individueel niveau, op winkelniveau, op maat kunnen aanbieden van telefoonaanbiedingen. Gelet daarop is de voorzieningenrechter van oordeel dat de gestelde tekortkoming onvoldoende is onderbouwd en de gevorderde nakoming daarom moet worden afgewezen.
Overige vorderingen
5.6.
Nu de voorzieningenrechter aldus van oordeel is dat geen sprake is van een tekortkoming in de nakoming is er ook geen grondslag voor de gevorderde dwangsom en de gevorderde schade. Deze vorderingen van Phone House worden daarom eveneens afgewezen.
Proceskosten
Gelet op het voorgaande wordt Phone House in conventie in het ongelijk gesteld. Phone House zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten. Deze worden tot op heden aan de zijde van BrixCRM begroot op:
- griffierecht € 5.737,-
- salaris advocaat €
1.016,-
Totaal € 6.753,-
In reconventie
Is er sprake van een spoedeisend belang?
5.7.
BrixCRM vordert in dit kort geding in reconventie betalingen van twee facturen. Naar vaste jurisprudentie dient terughoudendheid te worden betracht bij toewijzing van een geldsom in kort geding. De voorzieningenrechter heeft daarbij, volgens vaste rechtspraak, te toetsen aan enkele voorwaarden, in de eerste plaats het spoedeisend belang bij die gevraagde voorziening. Van een partij die een zodanige voorziening vraagt, mag worden verlangd dat naar behoren feiten en omstandigheden worden aangewezen die meebrengen dat een zodanige voorziening uit hoofde van onverwijlde spoed is geboden. BrixCRM heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij een spoedeisend belang heeft bij de betaling van de facturen en heeft tijdens de mondelinge behandeling ook erkend geen spoedeisend belang te hebben. Om die reden zal BrixCRM in haar vorderingen in reconventie niet-ontvankelijk worden verklaard.
Proceskosten
5.8.
BrixCRM wordt als de in het ongelijk gestelde partij in reconventie in de proceskosten veroordeeld. Deze kosten aan de zijde van Phone House worden begroot op € 1.016,- aan salaris advocaat.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
In conventie
6.1.
wijst de vorderingen af,
6.2.
veroordeelt Phone House in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van BrixCRM begroot op € 6.753,-,
In reconventie
6.3.
verklaart BrixCRM in haar vorderingen in reconventie niet-ontvankelijk,
6.4.
veroordeelt BrixCRM in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van Phone House begroot op € 1.016,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.J. Thurlings-Rassa en in het openbaar uitgesproken door mr. U. van Houten op 30 juni 2022.