ECLI:NL:RBOVE:2022:1928
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring wrakingsverzoek tegen rechter in strafzaak
Op 25 februari 2022 heeft de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, een verzoek tot wraking van mr. A.M. Rikken ongegrond verklaard. Dit verzoek werd ingediend door de verzoeker in een strafzaak, waarin hij op diezelfde dag een bekennende verklaring had afgelegd. De raadsman van verzoeker stelde dat de rechter vooringenomen was, omdat hij opmerkingen had gemaakt over de nonchalante houding van verzoeker en had aangegeven niets nieuws te hebben gehoord. De wrakingskamer heeft de zaak openbaar behandeld en kennisgenomen van het proces-verbaal van het wrakingsverzoek, de bandopname van de strafzitting en de standpunten van zowel verzoeker als de gewraakte rechter.
De wrakingskamer oordeelde dat de aan de wraking ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid van de rechter opleverden. De opmerkingen van de rechter werden niet als een oordeel, maar als prikkelende vragen opgevat, bedoeld om wederhoor uit te lokken. De wrakingskamer benadrukte dat een kritische bevraging door de rechter tot zijn taak behoort en dat de vrees voor vooringenomenheid niet objectief gerechtvaardigd was. De wrakingskamer concludeerde dat het verzoek tot wraking prematuur was, aangezien verzoeker de vragen van de rechter niet had beantwoord voordat hij het wrakingsverzoek indiende.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het verzoek tot wraking ongegrond, en deze beslissing werd openbaar uitgesproken en op schrift gesteld. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.