In deze zaak vorderde de stichting Almelo's Woningstichting "Beter Wonen" ontruiming van de woning van huurder [A] wegens het veroorzaken van overlast. De kantonrechter heeft op 27 juni 2022 uitspraak gedaan in een kort geding, waarbij de vordering van Beter Wonen werd toegewezen. De procedure begon met een dagvaarding op 10 juni 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling op 20 juni 2022. Beter Wonen stelde dat [A] zich niet aan de afspraken hield en dat er herhaaldelijk overlast was gemeld door omwonenden. De kantonrechter oordeelde dat er voldoende bewijs was van structurele overlast sinds de terugkeer van [A] in de woning op 1 december 2021. Ondanks eerdere waarschuwingen en afspraken, waaronder een gedragsaanwijzing, bleef [A] overlast veroorzaken. De kantonrechter concludeerde dat Beter Wonen recht had op ontruiming van de woning, met een termijn van vijf dagen na betekening van het vonnis. Echter, de kantonrechter gaf [A] een ruimere termijn tot uiterlijk 1 september 2022 om de woning te verlaten, rekening houdend met haar aanmelding voor behandeling. De Stadsbank, als bewindvoerder van [A], werd veroordeeld in de proceskosten.