ECLI:NL:RBOVE:2022:180

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 januari 2022
Publicatiedatum
25 januari 2022
Zaaknummer
C/08/260856 / HA ZA 21/34
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H. Bottenberg – van Ommeren
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over betaling van facturen en productaansprakelijkheid met betrekking tot mobiele mestdecanter

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 12 januari 2022, gaat het om een geschil tussen Mesttechniek B.V. (eiseres) en Mesthandel en Transport B.V. (gedaagde) over onbetaald gelaten facturen voor onderhoud en reparaties aan een mobiele mestdecanter. De gedaagde stelt dat de decanter ondeugdelijk is en dat de facturen onterecht zijn, terwijl de eiseres zich beroept op haar algemene voorwaarden. De rechtbank oordeelt dat de eiseres een beroep mag doen op haar algemene voorwaarden, maar dat een deel van de facturen onterecht is. De rechtbank wijst de vordering van de eiseres tot betaling van openstaande facturen toe, maar vermindert het bedrag met de onterecht in rekening gebrachte bedragen. Daarnaast wordt de vordering van de gedaagde tot ontbinding van de koopovereenkomst voor een decanterschroef toegewezen, omdat deze niet is geleverd. De rechtbank concludeert dat de gedaagde schade heeft geleden door de niet-nakoming van de overeenkomst door de eiseres, en kent een schadevergoeding toe. De vordering tot betaling van een boete wegens schending van de geheimhoudingsplicht wordt afgewezen, evenals de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, die wordt gematigd. De proceskosten worden gecompenseerd.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer : C/08/260856 / HA ZA 21/34
Vonnis van 12 januari 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres in conventie] MESTTECHNIEK B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats 1] ,
eisende partij in conventie,
gedaagde partij in reconventie,
hierna te noemen:
[eiseres in conventie],
advocaat: mr. P.J.P. van Huizen te Deventer,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde in conventie] MESTHANDEL EN TRANSPORT B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats 2] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen:
[gedaagde in conventie],
advocaat: H. Versluis te Almelo.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 26 mei 2021 en hetgeen daarin is opgenomen over het procesverloop,
- de conclusie van antwoord in reconventie van [eiseres in conventie] d.d. 21 juli 2021,
- de door [eiseres in conventie] op 6 september 2021 toegestuurde aanvullende productie 15,
- de door [gedaagde in conventie] op 8 september 2021 toegestuurde aanvullende productie 29,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 22 september 2021 met daaraan gehecht de spreekaantekeningen namens [eiseres in conventie] en namens [gedaagde in conventie] ,
- de akte houdende uitlating, tevens houdende productie van de zijde van [gedaagde in conventie] d.d. 13 oktober 2021,
- de antwoordakte uitlating productie d.d. 27 oktober 2021 van de zijde van [eiseres in conventie] .
1.2.
Tot slot hebben partijen vonnis gevraagd, welk vonnis vandaag zal worden uitgesproken.
2. De feiten
In conventie en in reconventie
In deze zaak staan de volgende feiten vast.
2.1.
[eiseres in conventie] heeft in 2014 een mobiele mest decanter gemaakt. Een mest decanter is een soort centrifuge die mest scheidt in een vloeibaar (dunne fractie) en een niet-vloeibaar deel (dikke fractie).
De door [eiseres in conventie] gemaakte mobiele mest decanter bestond uit een bestaande decanter met besturingskast (elektronicakast) die [eiseres in conventie] van het bedrijf GEA had gekocht. [eiseres in conventie] heeft de decanter aangepast om hem mobiel te maken. Zo is de decanter op een trailer geplaatst en zijn er onderdelen toegevoegd zoals een ombouwkast (voor de bescherming van de besturingskast), een aggregaat, filterunit, watertank, mestpomp, afvoerpomp, vijzels met elektromotoren en diverse leidingen en verbindingen.
2.2.
[eiseres in conventie] heeft de mobiele decanter in 2014 verkocht aan de firma [A] .
2.3.
[gedaagde in conventie] is een bedrijf dat mest verhandelt en transporteert. [gedaagde in conventie] heeft in oktober/november 2018 de mobiele decanter gekocht van de firma [A] . Voorafgaand aan de koop heeft [gedaagde in conventie] contact gezocht met [eiseres in conventie] . [eiseres in conventie] heeft een prijsopgave gemaakt voor een onderhoudsbeurt en aanpassingen op wens van [gedaagde in conventie] .
2.4.
Nadat [eiseres in conventie] verschillende werkzaamheden had uitgevoerd, heeft [gedaagde in conventie] de decanter in december 2018 in bedrijf genomen. [eiseres in conventie] heeft in de loop van de tijd verschillende andere onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de decanter uitgevoerd, waarvoor zij facturen heeft gestuurd aan [gedaagde in conventie] .
2.5.
[gedaagde in conventie] heeft een deel van de facturen onbetaald gelaten.
In conventie

3.De vordering van [eiseres in conventie] en de onderbouwing daarvan

3.1.
[eiseres in conventie] vordert dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde in conventie] veroordeelt:
tot betaling van € 51.181,43 vermeerderd met de contractuele jaarrente van 12,5% althans de wettelijke handelsrente vanaf 30 dagen na opeisbaarheid;
tot betaling van € 75.000,00 aan boetes in verband met overtreding van het geheimhoudingsbeding;
tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten van € 7.020,00
tot betaling van de kosten van dit geding, binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis en – voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.2.
[eiseres in conventie] onderbouwt haar vordering als volgt.
[gedaagde in conventie] heeft een aantal facturen die zien op reparatiewerkzaamheden onbetaald gelaten. [gedaagde in conventie] dient deze facturen te voldoen.
[eiseres in conventie] betwist dat [gedaagde in conventie] de factuurbedragen mag verrekenen, zoals [gedaagde in conventie] stelt.
Voor zover de gestelde schade ziet op gestelde non-conformiteit van de mest decanter, dient [gedaagde in conventie] zich te wenden tot haar verkoper de firma [A] .
De door [eiseres in conventie] gestelde fouten in de fabricage van de mest decanter (zoals een niet goed werkend koolstoffilter) worden betwist. Ook de stelling dat de reparaties die [eiseres in conventie] nadien heeft uitgevoerd niet zijn gedaan overeenkomstig de voorschriften en adviezen, althans goede gebruiken, wordt door [eiseres in conventie] betwist.
Waar [gedaagde in conventie] stelt dat zij recht heeft op een door haar bestelde en betaalde decanterschroef, voert [eiseres in conventie] aan dat deze decanterschroef nog niet door [gedaagde in conventie] is betaald. Voor zover dat wel zo zou zijn, beroept [eiseres in conventie] zich op haar retentierecht.
3.3.
[eiseres in conventie] beroept zich op de toepasselijke Fedecom leverings- en betalingsvoorwaarden.
[eiseres in conventie] verwijst onder meer naar de bepalingen omtrent geheimhouding, aansprakelijkheid, garantie en overige aanspraken, betaling en zekerheden.
3.4.
[gedaagde in conventie] heeft de geheimhoudingsbepaling van artikel 3 van de Fedecom voorwaarden geschonden door aan derden informatie te verstrekken. De boete per overtreding bedraagt € 25.000,00 dus in totaal € 75.000,00.

4.Verweer van [gedaagde in conventie]

4.1.
erkent dat de facturen niet zijn betaald.
Zij hoeft deze echter niet te betalen, omdat zij betaling mag verrekenen of opschorten. Daarnaast heeft [gedaagde in conventie] in het verleden facturen betaald die zij niet had hoeven betalen. Deze bedragen dienen terugbetaald te worden. Al met al blijft er een groter bedrag over dat [gedaagde in conventie] van [eiseres in conventie] te vorderen heeft.
4.2.
[gedaagde in conventie] beroept zich hierbij ten eerste op productaansprakelijkheid: [eiseres in conventie] heeft een ondeugdelijk product op de markt gebracht.
Ten tweede is er sprake van tekortkomingen in de reparatie- en onderhoudswerkzaamheden waarop (een deel van) de facturen van [eiseres in conventie] zien. Als gevolg daarvan heeft [gedaagde in conventie] schade geleden. [eiseres in conventie] is daarvoor aansprakelijk.
Ook valt een deel van de verrichte en gefactureerde werkzaamheden onder de garantie.
[eiseres in conventie] heeft een bedrag van € 80.093,81 (inclusief btw) teveel in rekening gebracht. Er is dus sprake van onverschuldigde betaling dan wel lijdt [gedaagde in conventie] deze schade.
4.3.
De bestelde decanterschroef is wel betaald. Inmiddels heeft [gedaagde in conventie] die echter niet meer nodig. [gedaagde in conventie] zal ontbinding van de koopovereenkomst vorderen.
4.4.
[gedaagde in conventie] betwist dat de Fedecom-voorwaarden van toepassing zijn. [gedaagde in conventie] heeft deze nooit expliciet geaccepteerd. Ook overigens mag [eiseres in conventie] zich daar niet op beroepen. Dat betekent dat ook de tweede vordering betreffende een boete wegens het schenden van de geheimhoudingsplicht, niet toewijsbaar is.
4.5.
Tot slot betwist [gedaagde in conventie] de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten.
In reconventie

5.De vordering van [gedaagde in conventie] , de onderbouwing daarvan en het verweer van [eiseres in conventie]

5.1.
[gedaagde in conventie] vordert in reconventie, samengevat weergegeven, dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
[eiseres in conventie] veroordeelt tot betaling aan [gedaagde in conventie] van een bedrag van € 125.444,80 te vermeerderen met wettelijke rente, op grond van onrechtmatige daad,
[eiseres in conventie] veroordeelt tot betaling aan [gedaagde in conventie] van een bedrag van € 59.000,00 te vermeerderen met wettelijke handelsrente, als schadevergoeding op grond van toerekenbare tekortkoming,
[eiseres in conventie] veroordeelt tot betaling aan [gedaagde in conventie] van een bedrag van € 30.420,95 te vermeerderen met wettelijke (handels)rente, op grond van onverschuldigde betaling, althans op grond van schadevergoeding als gevolg van ten onrechte door [gedaagde in conventie] betaalde facturen,
ontbindt de koopovereenkomst tussen partijen waarbij [gedaagde in conventie] in december 2018 een decanterschroef heeft gekocht van [eiseres in conventie] , met veroordeling van [eiseres in conventie] om aan [gedaagde in conventie] de door [gedaagde in conventie] betaalde koopprijs van € 42.500,00 terug te betalen te vermeerderen met de wettelijke handelsrente,
[eiseres in conventie] veroordeelt in de kosten van dit geding.
5.2.
[gedaagde in conventie] onderbouwt zijn vordering met een verwijzing naar zijn verweer in conventie.
5.3.
[eiseres in conventie] heeft het verweer in conventie en de vordering in reconventie betwist. Daarbij verwijst [eiseres in conventie] onder meer naar artikel 15 van de Fedecom-voorwaarden, waarin staat dat bij klachten over een factuur, binnen 14 dagen moet worden gereclameerd, en artikel 13 waarin een beperking van de aansprakelijkheid staat.

6.De beoordeling door de rechtbank.

In conventie en in reconventie

6.1.
Omdat het verweer in conventie ook de onderbouwing van de reconventie is, kunnen deze tegelijk worden behandeld.
6.2.
[eiseres in conventie] vordert betaling van openstaande facturen tot een bedrag van € 51.181,43. De rechtbank constateert dat [gedaagde in conventie] niet betwist dat deze facturen nog openstaan.
6.3.
[gedaagde in conventie] stelt dat zij deze facturen niet hoeft te betalen omdat ze vorderingen heeft op [eiseres in conventie] die hoger uitkomen dan het bedrag van de facturen, en ook dat de facturen zelf (deels) niet terecht zijn.
De rechtbank zal deze tegenvorderingen van [gedaagde in conventie] hierna bespreken.
A. Vorderingen op basis van onrechtmatige daad.
Standpunt [gedaagde in conventie]
6.4.
[gedaagde in conventie] stelt dat de mobiele decanter een ondeugdelijk product is.
De ondeugdelijkheid zit daarin dat er giftige ammoniakdampen vrij kunnen komen, die de elektronica in de besturingskast aantasten. De giftige dampen komen in de ombouw, waar de besturingskast zich bevindt. De giftige dampen hadden daar weggefilterd moeten worden. Het koolstoffilter werkt echter niet goed. Ook is er geen overdruk in de ombouw en bovendien zitten er (boor)gaten in de ombouw waardoor de overdruk als die er al is, teniet wordt gedaan.
Door deze ondeugdelijkheid heeft [gedaagde in conventie] de volgende schade geleden:
a. [gedaagde in conventie] heeft een nieuwe overdrukcabine moeten aanbrengen. Aangetaste componenten en bedrading zullen echter op korte termijn moeten worden vervangen, hetgeen neerkomt op volledige vervanging van de besturingskast. De kosten daarvoor zijn € 75.000,-.
b. Door storingen in de besturingskast heeft de decanter regelmatig stil gestaan. De schade daardoor is € 34.331,40.
c. GEA heeft service moeten verlenen op 20 en 23 januari 2021 in verband met aantasting van elektrische componenten. De kosten daarvan bedragen € 5.861,40.
d. [gedaagde in conventie] heeft onderzoek laten doen door Machine Service Twente (MST), waar deze ondeugdelijkheid aan het licht kwam. De kosten voor dit onderzoek bedragen € 10.252,-
De totale schade wegens een ondeugdelijk product komt aldus op € 125.444,80.
Standpunt [eiseres in conventie]
6.5.
[eiseres in conventie] heeft in reactie hierop betwist dat de bepalingen over productaansprakelijkheid hier aan de orde zijn.
Daarnaast betwist [eiseres in conventie] dat de decanter ondeugdelijk of gebrekkig zou zijn. Het gebruikte koolstoffilter is van voldoende kwaliteit. Voorts betwist [eiseres in conventie] dat de elektronica is aangetast en dat dat komt door schadelijke stoffen. Het kan ook gewoon slijtage zijn wegens intensief gebruik van de decanter. Als er wel schade is ontstaan door schadelijke stoffen had [gedaagde in conventie] eerder de koolstoffilters moeten vervangen, zeker nu zij kennelijk werd bijgestaan door een deskundige, de heer [B] .
Ook heeft [eiseres in conventie] aangevoerd dat [gedaagde in conventie] niet bij haar maar bij de verkoper [A] moet zijn. Uit hetgeen [gedaagde in conventie] en [A] hebben afgesproken, blijkt dat [A] geen garantie heeft gegeven en dat [gedaagde in conventie] de decanter heeft gekocht zoals gezien. Tot slot doet [eiseres in conventie] een beroep op de Fedecom voorwaarden waar het betreft garanties en de termijn waarbinnen geklaagd moet worden.
Beoordeling door de rechtbank
6.6.
De rechtbank overweegt het volgende.
Productaansprakelijkheid
Hoewel [gedaagde in conventie] zijn stellingen in de conclusie van antwoord lijkt te baseren op productaansprakelijkheid als bedoeld in artikel 6:185 BW, heeft zij ter zitting uitgelegd dat daarvoor in de plaats moet worden gelezen: onrechtmatig handelen. De verweren van [eiseres in conventie] met betrekking tot productaansprakelijkheid hoeven dus niet meer te worden besproken.
Onrechtmatige daad
6.7.
Voor zover [gedaagde in conventie] haar vorderingen baseert op de algemene ‘onrechtmatige daad’ van artikel 6:162 BW overweegt de rechtbank het volgende.
6.8.
Om aansprakelijk te zijn op grond van een onrechtmatige daad moet de dader zelf onrechtmatig hebben gehandeld jegens degene die schade heeft geleden. Waar [gedaagde in conventie] stelt dat hem een ondeugdelijk product is verkocht, moet hij zich allereerst wenden tot zijn verkoper, [A] .
Voor zover [gedaagde in conventie] stelt dat het onrechtmatig jegens haar is dat [eiseres in conventie] een product heeft gebouwd dat schade veroorzaakt doordat het niet goed werkt en/of (snel) kapot gaat, oordeelt de rechtbank dat onder omstandigheden een dergelijk handelen onrechtmatig kan zijn. De omstandigheden van het geval spelen daarbij een rol. De rechtbank zal die hierna bespreken.
Decanter gekocht zonder garantie en “als gezien”.
6.9.
[eiseres in conventie] heeft in dit kader aangevoerd dat [gedaagde in conventie] de decanter heeft gekocht van [A] zonder garantie en “zoals gezien”. Dat betekent volgens [eiseres in conventie] dat [gedaagde in conventie] niet kan klagen over ondeugdelijkheden.
6.10.
De rechtbank overweegt hierover het volgende.
[eiseres in conventie] heeft verwezen naar een als productie 15 overgelegde handgeschreven tekst die is ondertekend door de heer [C] namens [gedaagde in conventie] en de heer [D] namens de firma [A] . Dit stuk is gedateerd op 6 november 2018. Hierin staat dat [A] geen garantie geeft op de decanter en dat [gedaagde in conventie] de decanter koopt zoals gezien.
Naar het oordeel van de rechtbank kan [gedaagde in conventie] niet meer [eiseres in conventie] aanspreken als hij de decanter heeft gekocht wetende dat er geen garanties werden gegeven. Als er in zo’n geval toch ondeugdelijkheden aan het product kleven, heeft de koper die op de koop toe genomen.
Nadere afspraken?
6.11.
[gedaagde in conventie] heeft (ter zitting) aangevoerd dat er nog een tweede pagina bestaat met een handgeschreven tekst die ook is ondertekend namens [gedaagde in conventie] en [A] .
[gedaagde in conventie] heeft deze (met toestemming) na de mondelinge behandeling als productie 30 in het geding gebracht.
Dit stuk is gedateerd op 3 november 2018. In deze tekst staat:
Afspraken en overleg met [D] .
- Decanter nieuw gekocht door [A] in 2015 bij [eiseres in conventie] . Complete decanter incl opbouw vijzels + aggregaat
- Complete elektronica + besturing in zomer 2017 vernieuwd bij [eiseres in conventie] . Deze was compleet verrot door schadelijke gassen. (Machine begin 2018 weer in gebruik genomen).
- T/m eind 2020 garantie op complete elektronica bij [eiseres in conventie] ivm verkeerde opbouw eerste besturingskast.
- Problemen met aggregaat nog steeds niet verholpen door [eiseres in conventie] . Er zit een te kleine motor op met een te grote generator. [eiseres in conventie] zal dit nog altijd oplossen volgens afspraak met [A] .
Aggregaat gaat vaak in storing door oververhitting.
- Onderhoud aan complete installatie en decanter altijd verricht door [eiseres in conventie] in [vestigingsplaats 1] .
- Decanter en trailer opbouw wordt dor [eiseres in conventie] compleet nagekeken en herstelt volgens overzicht mail [F]
Mail van 2-11-2018 zoals besproken.
- Decanter heeft tijd lang met externe aggregaat gedraaid ivm problemen van de bestaande aggregaat. Dit tot op heden nog steeds niet 100% opgelost door [eiseres in conventie] en [E] .
- Machine wordt door [eiseres in conventie] 100% nagekeken voor aflevering aan [gedaagde in conventie] Mesthandel zodat deze de komende jaren probleemloos kan draaien.
6.12.
[eiseres in conventie] heeft de echtheid van dit stuk betwist. De handtekening die staat onder de naam van [D] is volgens haar vals. De handtekening lijkt niet op de handtekening die onder het handgeschreven stuk van 6 november 2018 staat. Bovendien heeft [eiseres in conventie] een e-mail van [D] geciteerd d.d. 20 oktober 2021 waarin [A] bevestigt dat hij tegen de heer [F] van [eiseres in conventie] heeft gezegd dat de in dit stuk opgeschreven afspraken niet zijn gemaakt en dat de handtekening onder dit document niet door hem is gezet. [eiseres in conventie] biedt aan de heer [A] onder ede te doen horen.
6.13.
De rechtbank overweegt hierover het volgende.
Er zijn aanwijzingen dat het stuk vals is. De inhoud wijkt nogal af van hetgeen drie dagen later is afgesproken en wat wel door beide partijen als echt wordt beschouwd. Uiteraard speelt ook de verklaring van de heer [D] , dat deze afspraken niet zijn gemaakt, daarbij een rol.
De rechtbank laat dat echter in het midden, omdat het niet [A] is die garanties kan afgeven namens [eiseres in conventie] . Dat kan alleen [eiseres in conventie] zelf.
6.14.
Er zijn door [gedaagde in conventie] geen stukken in het geding gebracht waaruit de (naar zijn zeggen) door [eiseres in conventie] gegeven garanties blijken. Als [A] een garantie met [eiseres in conventie] had afgesproken tot eind 2020 voor de complete elektronica (zoals in het handgeschreven stuk staat), zou dat ergens schriftelijk vast moeten liggen. Dat volgt uit de Fedecom voorwaarden waar [eiseres in conventie] naar verwijst.
Naar het oordeel van de rechtbank kan [eiseres in conventie] namelijk een beroep doen op de Fedecom voorwaarden. De rechtbank motiveert dat als volgt.
Algemene voorwaarden
6.15.
Op de facturen die [eiseres in conventie] aan [gedaagde in conventie] heeft gestuurd staat vermeld:
“Op al onze offertes, op alle opdrachten aan ons en op alle met ons gesloten overeenkomsten zijn van toepassing de Fedecom leverings- en betalingsvoorwaarden zoals deze luiden volgends de op de achterzijde afgedrukte tekst”.
De Fedecom voorwaarden zijn ‘algemene voorwaarden’ zoals bedoeld in afdeling 3 (Algemene voorwaarden) van titel 5 van boek 6 BW.
Uit artikel 6:232 BW volgt een snelle gebondenheid aan algemene voorwaarden. Doordat [gedaagde in conventie] zaken heeft gedaan met [eiseres in conventie] terwijl [eiseres in conventie] op al haar transacties de Fedecom voorwaarden van toepassing verklaart, wordt [gedaagde in conventie] geacht de algemene voorwaarden te hebben geaccepteerd.
Tegenover de snelle gebondenheid aan algemene voorwaarden staat de mogelijkheid om deze te vernietigen op de grond dat deze onredelijk bezwarend zijn of als de wederpartij niet een redelijke mogelijkheid heeft gehad om van de algemene voorwaarden kennis te nemen.
Nu de Fedecom voorwaarden op de achterzijde van de facturen zijn afgedrukt, heeft [eiseres in conventie] een redelijke mogelijkheid gehad om van de algemene voorwaarden kennis te nemen.
Voor zover [gedaagde in conventie] zou stellen dat één of meer bepalingen (in dit geval de bepaling met betrekking tot garanties) onredelijk bezwarend zijn, volgt de rechtbank dat niet.
Artikel 14 van de Fedecom voorwaarden luidt als volgt.
Garantie en overige aanspraken.
14.1
Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen staat opdrachtnemer voor een periode van zes maanden na (op)levering in voor de goede uitvoering van de overeengekomen prestatie, zoals in de volgende artikelleden nader wordt uitgewerkt.
(…)
De bepaling dat een garantie van zes maanden wordt gegeven en dat een langere garantie schriftelijk moet worden overeengekomen, is naar het oordeel van de rechtbank niet onredelijk bezwarend voor [gedaagde in conventie] . Dat en waarom dat wel zo zou zijn, is door [gedaagde in conventie] niet gesteld.
De conclusie is dat [eiseres in conventie] een garantie geeft van zes maanden op de goede uitvoering van de geleverde prestatie. Meer heeft [eiseres in conventie] niet gegarandeerd. De besturingskast is vervangen in de zomer van 2017. Op het moment dat [gedaagde in conventie] de decanter kocht, was de garantie die [eiseres in conventie] gaf, dus reeds verlopen, en er is niet vast komen te staan dat die garantietermijn schriftelijk is verlengd.
6.16.
Ten overvloede merkt de rechtbank nog op dat de gestelde schade voor een groot deel plaatsvindt na 2020 (dat geld in elk geval voor de onderdelen a. en b. zoals geciteerd in r.o. 6.4). Ook in gedachtegang van [gedaagde in conventie] (garantie van twee jaar) was de garantie toen al verlopen.
6.17.
Meer ten overvloede merkt de rechtbank nog op dat zij dus niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van de gestelde gebreken in het product. Hoewel naar het voorlopig oordeel van de rechtbank aannemelijk is dat in elk geval de elektronica kon worden aangetast doordat de ammoniak niet voldoende werd weggefilterd [1] , komt de rechtbank daar gelet op hetgeen hierboven is geoordeeld, dus niet aan toe.
Onrechtmatige daad op basis van aankoopadvies?
6.18.
Voor zover [gedaagde in conventie] stelt dat de onrechtmatige gedraging bestaat uit het (ten onrechte) geven van een (positief) aankoopadvies, overweegt de rechtbank het volgende.
6.19.
[eiseres in conventie] heeft betwist dat hij een aankoopadvies heeft gegeven.
Van een aankoopadvies is de rechtbank niet gebleken. Wat er wel is afgesproken tussen [eiseres in conventie] en [gedaagde in conventie] ten tijde van de aankoop door [gedaagde in conventie] , staat op papier. In de mail van 2 november 2018 van de heer [F] van [eiseres in conventie] aan [gedaagde in conventie] staat een voorstel voor uit te voeren werkzaamheden aan de decanter en de kosten daarvan. Dat er meer is afgesproken dan in deze mail staat, kan de rechtbank uit de stukken niet afleiden.
6.20.
De rechtbank overweegt verder dat het maar de vraag is of, als [eiseres in conventie] wel een (positief) aankoopadvies had gegeven, dat de zaak anders zou hebben gemaakt. Dat zou alleen kunnen als een dergelijk (positief) advies als garantie zou moeten worden aangemerkt. Dat is door [gedaagde in conventie] niet gesteld, en bovendien moeten (extra) garanties schriftelijk worden gegeven, zoals hierboven uitgelegd.
CE keurmerk
6.21.
Voor zover [gedaagde in conventie] stelt dat de onrechtmatige daad bestaat uit het produceren van een apparaat zonder CE keurmerk, overweegt de rechtbank het volgende.
6.22.
[gedaagde in conventie] heeft de decanter gekocht van [A] . Als [gedaagde in conventie] een decanter met een CE keurmerk had willen kopen, had zij dat met [A] moeten afspreken.
6.23.
Voor zover het produceren van een decanter zonder CE keurmerk zou moeten worden aangemerkt als onrechtmatige daad jegens [gedaagde in conventie] , overweegt de rechtbank dat daarmee nog niet het causale verband tussen het ontbreken van een CE keurmerk en de door [gedaagde in conventie] geleden schade vast staat.
Het ontbreken van een CE keurmerk zegt op zichzelf nog niet dat het product niet doet wat het zou moeten doen (en non-conform is). [gedaagde in conventie] heeft ook niet uitgelegd hoe en welke schade zou zijn voorkomen als de decanter wel een CE keurmerk zou hebben gehad.
Conclusie
6.24.
De rechtbank komt tot de conclusie dat er geen onrechtmatige daad kan worden vastgesteld. Voor zover [gedaagde in conventie] zijn tegenvordering baseert op onrechtmatige daad, moet dit worden afgewezen.
B.
Tekortkoming in de uitvoering van de reparatie- en onderhoudswerkzaamheden.
Standpunt [gedaagde in conventie]
6.25.
[gedaagde in conventie] heeft bij wijze van
verweer tegen de vordering van [eiseres in conventie]het volgende aangevoerd.
Er is sprake van een tekortkoming in de reparatie- en onderhoudswerkzaamheden waarop (een deel van) de facturen van [eiseres in conventie] zien. De fouten die [eiseres in conventie] heeft gemaakt betreffen:
1. Tijdens het onderhoud is een kunststof flexkoppeling gebruikt in plaats van een originele koppeling en bouten van GEA. Als gevolg daarvan is de bout losgelopen en vervolgens tijdens een door [eiseres in conventie] in 2019 uitgevoerde onderhoudsbeurt niet goed vastgezet. Daardoor is weer een bout losgetrild waardoor via een kapotgeslagen sensor onbalans op de geharde aandrijfas kon ontstaan. De lagers op de aandrijfas zijn daardoor stukgelopen en op die plek is de aandrijfas oververhit en uiteindelijk beschadigd. Deze beschadigde aandrijfas is door [eiseres in conventie] tijdens reparatiewerkzaamheden echter weer teruggeplaatst met nieuwe lagers in de aandrijflijn. Vervanging van de aandrijfas was volgens [eiseres in conventie] niet nodig. Twee maanden later diende de aandrijfas te worden vervangen omdat deze in tweeën brak. De geharde aandrijfas had zijn sterkte verloren en had niet teruggeplaatst mogen worden.
2. [eiseres in conventie] heeft in 2019 nieuw gekochte vijzelbakken inclusief vijzels gekocht en op de decanter gemonteerd die ondeugdelijk en gevaarlijk zijn.
3. De firma GEA heeft in februari/maart 2021 de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden van [eiseres in conventie] beoordeeld. Hieruit blijkt dat deze niet naar de eisen van goed vakmanschap zijn uitgevoerd. Hierdoor waren nieuwe reparaties nodig.
4. [eiseres in conventie] heeft reparaties aan het drijfwerk uitgevoerd, maar daartoe was hij niet gerechtigd. Bij GEA geldt de afspraak dat dit type drijfwerk enkel door specialisten van de drijfwerkafdeling op de productielocatie in Duitsland mag worden geopend.
5. Ook de firma MST heeft de werkzaamheden van [eiseres in conventie] onderzocht en komt tot nog meer onjuist uitgevoerd reparaties (rapport d.d. 25 maart 2021).
Met deze fouten als uitgangspunt is [gedaagde in conventie] de door [eiseres in conventie] gestuurde facturen nagelopen. Hieruit blijkt volgens [gedaagde in conventie] dat de openstaande facturen grotendeels terecht niet zijn betaald, en dat wel betaalde facturen deels ten onrechte zijn betaald. Er is in totaal ten onrechte in rekening gebracht: € 80.093,81 inclusief btw. [gedaagde in conventie] heeft hiervan betaald een bedrag van € 30.420,95. Er is dus sprake van onverschuldigde betaling dan wel van schade die [gedaagde in conventie] hierdoor lijdt.
Van de niet-betaalde facturen ad € 51.181,43 is € 50.128,57 ten onrechte in rekening gebracht.
6.26.
Ter zitting heeft [gedaagde in conventie] onderdeel 4 genuanceerd: toen [eiseres in conventie] de as heeft vervangen, had zij de gearbox moeten controleren volgens GEA. Die mag echter alleen geopend worden door speciale medewerkers van GEA.
6.27.
Uit dit verweer van [gedaagde in conventie] vloeien verschillende onderdelen van de
eis in reconventievoort. Deze zijn door [gedaagde in conventie] aangeduid als de onderdelen B, D en E.
De onderdelen D en E zullen verderop worden behandeld. De rechtbank beoordeelt hier eerst onderdeel B.
De schade wegens toerekenbare tekortkoming bestaat volgens [gedaagde in conventie] uit de volgende elementen (doorgenummerd na de gestelde schade wegens onrechtmatige daad, zie r.o. 6.4):
e. De gearbox is niet volgens de richtlijnen van GEA onderhouden. Bovendien zijn er montagefouten gemaakt. De gearbox moet worden vervangen en de kosten daarvan bedragen € 25.000,00.
f. Er zullen kosten gemaakt moeten worden in verband met extra revisie en reparatie van beschadigde onderdelen door GEA, hetgeen is veroorzaakt door het tekortschieten van [eiseres in conventie] . De kosten zijn naar verwachting € 28.500,00.
Standpunt [eiseres in conventie]
6.28.
heeft hiertegen verweer gevoerd.
6.28.1.
Zij beroept zich ten eerste op de Fedecom voorwaarden en artikel 6:89 BW (klachtplicht).
Artikel 15 van de Fedecom voorwaarden bepaalt dat er binnen 14 dagen na het ontdekken van een gebrek schriftelijk moet worden geklaagd. Dat is bij geen van de gestelde gebreken gebeurd volgens [eiseres in conventie] .
Als er wel tijdig is geklaagd èn er is sprake van een tekortkoming, dan beroept [eiseres in conventie] zich op artikel 13.3 van de Fedecom voorwaarden. Hierin staat dat een vergoeding is gemaximeerd tot 15% van de totale opdrachtsom. Op grond van artikel 13.4 is vervolgschade uitgesloten.
6.28.2.
Ter zitting heeft [eiseres in conventie] daar aan toegevoegd dat [gedaagde in conventie] volgens haar zeggen de gebreken heeft ontdekt in juli 2019, door onderzoek van dhr. [B] (hierna: [B] ). [gedaagde in conventie] stelt dat ze toen direct heeft geklaagd, maar dat wordt door [eiseres in conventie] betwist, en is volgens haar ook niet aannemelijk. Na juli 2019 zijn er nog 20 reparatie-opdrachten gegeven. In november 2019 is voor het eerst geklaagd, maar voor zo goed als alle facturen was de klachttermijn toen al verlopen. Bovendien zijn daarna in april 2020 betalingsafspraken gemaakt. De facturen van na juli 2019 zijn ofwel betaald ofwel meegenomen in de betalingsregeling van april 2020. De eerste schriftelijke klacht is van 29 november 2020.
6.28.3.
Ten tweede (subsidiair) betwist [eiseres in conventie] de gestelde tekortkomingen.
Ten aanzien van de kunststof flexkoppeling betwist [eiseres in conventie] dat dit een verkeerde montagehandeling is. Niet is gebleken dat de kwaliteit van de kunststof flexkoppeling te wensen overliet. Ook betwist [eiseres in conventie] de verdere gestelde gang van zaken en het causaal verband tussen de verschillende gebeurtenissen. De echtheid van de verklaring van ene [G] van GEA (productie 7b bij dagvaarding), wordt betwist.
De vijzelbakken zijn niet ondeugdelijk of gevaarlijk. [eiseres in conventie] heeft nimmer klachten gehad over de vijzelbakken en is niet bekend met “gevaarlijke situaties”.
[eiseres in conventie] heeft geen onderhoudswerkzaamheden verricht, alleen reparaties. [eiseres in conventie] betwist dat zij daarin tekortgeschoten is.
[eiseres in conventie] heeft geen reparatiewerkzaamheden verricht aan het drijfwerk, alleen de olie ververst. De gearbox hoefde niet uit elkaar gehaald te worden.
Ten aanzien van de gestelde schade (vordering in reconventie) voert [eiseres in conventie] aan dat daarvan geen enkele onderbouwing is gegeven, hoewel die wel werd aangekondigd.
Beoordeling door de rechtbank
6.29.
Ad e: niet volgens de richtlijnen van Gea onderhouden gearbox.
[gedaagde in conventie] verwijst hierbij naar de mail van de heer [H] van GEA (productie 6 bij conclusie van antwoord) en naar de uitleg van MST (de heer [B] ) van het Technisch rapport van Gea Westfalia (productie 7 bij conclusie van antwoord van [gedaagde in conventie] ). Op pagina 3 van deze uitleg schrijft [B] dat de spekas (de rechtbank begrijpt: de aandrijfsas zoals genoemd in r.o. 6.25 onder onderdeel 1, die door het aanbrengen van de kunststofkoppeling en foute montage kapot is gegaan) door [eiseres in conventie] zelf twee maal op eigen initiatief is gereviseerd. Gea Westfalia zelf laat deze revisie werkzaamheden normaliter enkel uitvoeren door twee specialisten binnen hun firma te Gea Duitsland. De conclusie is volgens [B] dat [eiseres in conventie] dit nooit zelf had mogen uitvoeren.
6.30.
De rechtbank overweegt dat niet vast is komen te staan dat [eiseres in conventie] de gearbox heeft geopend. Ter zitting is namens [gedaagde in conventie] gezegd dat bij de werkzaamheden die [eiseres in conventie] uitvoerde, hoorde dat hij de gearbox had gecontroleerd. Dat [eiseres in conventie] dat heeft gedaan, is echter niet gesteld en door [eiseres in conventie] ontkend.
De rechtbank overweegt voorts dat het feit dat GEA revisiewerkzaamheden aan de gearbox laat uitvoeren door specialisten van GEA Duitsland, niet betekent dat [eiseres in conventie] dit niet had mogen doen. Althans het verband daartussen is niet gesteld. De rechtbank kan het enkele feit dat [eiseres in conventie] werkzaamheden aan de gearbox heeft uitgevoerd niet kwalificeren als een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst.
Bovendien is het door [gedaagde in conventie] genoemde schadebedrag niet onderbouwd. Bij conclusie van antwoord in conventie heeft [gedaagde in conventie] aangekondigd een onderbouwing te overleggen. Bij de daarop volgende conclusie van antwoord in reconventie heeft [eiseres in conventie] er op gewezen dat de kosten niet zijn onderbouwd. [gedaagde in conventie] had de gelegenheid de bedoelde onderbouwing voorafgaand aan de mondelinge behandeling in het geding te brengen, maar dat is niet gebeurd. Ook om deze reden zou het gevorderde bedrag niet toegewezen kunnen worden.
6.31.
Ad f: kosten in verband met extra revisie en reparatie van beschadigde onderdelen door GEA.
De rechtbank overweegt dat ook hier een bedrag is genoemd aan schade, dat niet is onderbouwd. [gedaagde in conventie] had die gelegenheid wel, terwijl [eiseres in conventie] expliciet een beroep heeft gedaan op het ontbreken van enige onderbouwing. De rechtbank ziet geen grond om [gedaagde in conventie] nogmaals die gelegenheid te geven. Reeds om deze reden kan ook dit onderdeel van de reconventionele vordering niet worden toegewezen.
Conclusie
6.32.
De vordering van [gedaagde in conventie] die is gebaseerd op ‘tekortkoming’ onderdeel B, kan niet worden toegewezen.
D.
Onverschuldigde betalingen
E.
Ten onrechte in rekening gebrachte bedragen
6.33.
De rechtbank zal eerst onderdeel D en E van de vordering in reconventie bespreken, omdat deze dezelfde feitelijke grondslag hebben als onderdeel B.
Standpunt [gedaagde in conventie]
6.34.
[gedaagde in conventie] heeft een bedrag van € 30.420,95 ten onrechte betaald.
[gedaagde in conventie] had deze bedragen niet hoeven betalen omdat de facturen zagen op werkzaamheden en materialen die voor rekening en risico van [eiseres in conventie] zijn omdat [eiseres in conventie] de oorzaak van de werkzaamheden kan worden toegerekend, dan wel omdat deze werkzaamheden onder garantie vallen, dan wel omdat de reparaties niet goed zijn uitgevoerd.
De facturen waarvan [eiseres in conventie] betaling vordert zijn, om dezelfde reden, voor een bedrag van € 50.126,57 ten onrechte in rekening gebracht.
Zie r.o. 6.25 voor de verdere onderbouwing.
Standpunt [eiseres in conventie]
6.35.
Het verweer van [eiseres in conventie] is opgenomen in r.o. 6.28.
Boordeling door de rechtbank.
6.36.
[gedaagde in conventie] heeft van 15 met name genoemde facturen gesteld dat de bedragen ten onrechte in rekening zijn gebracht. De rechtbank zal de facturen beoordelen. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten.
● [eiseres in conventie] mag een beroep doen op artikel 15 van de Fedecom voorwaarden
6.37.
De rechtbank heeft al geoordeeld dat de Fedecom voorwaarden van toepassing zijn (zie r.o. 6.15). In deze voorwaarden staat onder meer:
Artikel 15: Klachtplicht.
15.1
Opdrachtgever kan op een gebrek in de prestatie geen beroep meer doen, als hij hierover niet binnen veertien dagen nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken, schriftelijk bij opdrachtnemer heeft geklaagd.
6.38.
Opgemerkt wordt dat dit artikel vergelijkbaar is met artikel 6:89 BW, zij het dat daar niet een termijn van 14 dagen staat, maar “binnen bekwame tijd”. De klachttermijn gaat lopen zodra de schuldeiser (in dit geval [gedaagde in conventie] ) het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijs had moeten ontdekken. In dat verband wordt van de schuldeiser verlangd dat hij (a) het in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van hem te verwachten onderzoek verricht en (b) binnen bekwame tijd nadat hij heeft ontdekt of bij een dergelijk onderzoek had behoren te ontdekken dat de prestatie een gebrek heeft, hiervan kennis geeft aan de schuldenaar (in dit geval [eiseres in conventie] ).
Als de schuldenaar zich beroept op het verzaken van de klachtplicht is het aan de schuldeiser om te stellen en te bewijzen dat en op welk moment hij heeft geklaagd. De schuldenaar moet stellen en bewijzen op welk moment het gebrek is ontdekt of redelijkerwijs ontdekt had kunnen worden en dat de termijn is verlopen.
Opgemerkt wordt ook dat artikel 15 vereist dat er
schriftelijkwordt geklaagd.
6.39.
Deze bepaling is niet onredelijk bezwarend jegens [gedaagde in conventie] . Dat heeft zij overigens ook niet gesteld.
● Onderzoek door [B] , klachttermijn.
6.40.
De stelling van [eiseres in conventie] dat [B] geen onafhankelijke deskundige is – welke stelling is betwist door [gedaagde in conventie] – betekent niet dat aan zijn waarnemingen geen enkel gewicht kan worden toegekend. “Niet onafhankelijk” betekent niet dat zijn observaties niet juist kunnen zijn.
Wat in dit kader wel een probleem is, is dat zowel [gedaagde in conventie] [2] als [B] [3] hebben gezegd dat [B] al vanaf de zomer van 2019 onderzoek heeft gedaan en tot de conclusie kwam dat er door [eiseres in conventie] vele fouten zijn gemaakt. Gelet op de klachtplicht van 14 dagen na ontdekken van de gebreken, zullen verschillende onderdelen daarop afstuiten.
De stelling van [gedaagde in conventie] ter zitting dat in de zomer van 2019 al mondeling is geklaagd, kan hem niet helpen, nu klachten volgens artikel 15 van de Fedecom voorwaarden schriftelijk moeten worden ingediend.
● Klachten over elektronica
6.41.
Een deel van de kritiek die [gedaagde in conventie] heeft op de facturen, heeft betrekking op de elektronica. Er zijn kosten voor reparatie van elektronica in rekening gebracht. [eiseres in conventie] is volgens [gedaagde in conventie] als producent van de decanter verantwoordelijk voor de elektronica, en daarom moeten kosten voor reparatie daarvan niet voor rekening van [gedaagde in conventie] komen.
De rechtbank heeft echter al overwogen dat, nu zij de decanter heeft gekocht van [A] , [gedaagde in conventie] [A] dient aan te spreken als de decanter non-conform is (niet is wat er tussen partijen is overeengekomen). Ten tweede heeft de rechtbank al geoordeeld dat garantie op de door [eiseres in conventie] in 2017 vervangen elektronicakast (en ombouw) reeds is verlopen. [gedaagde in conventie] kan er derhalve geen aanspraak meer op maken dat alle kosten voor reparatie van de elektronica voor rekening van [eiseres in conventie] komt.
Facturen
6.42.
Met deze uitgangspunten zal de rechtbank de bedoelde facturen nalopen.
6.42.1.
Factuur 907243 d.d. 15 april 2019 (reeds betaald)
Deze factuur zou onterecht zijn om hij betrekking heeft op elektronische problemen in de bedieningskast.
Gelet op r.o. 6.41 volgt de rechtbank dit standpunt niet. De factuur is terecht betaald.
6.42.2.
Factuur 907244 d.d. 15 april 2019 (reeds betaald)
Deze factuur ziet op werkzaamheden die eind december 2018 zijn uitgevoerd. Volgens de factuur wilde de decanter niet meer draaien. Na onderzoek bleek het lager aan de dunnefractie zijde stuk te zijn, aldus deze factuur.
[gedaagde in conventie] stelt dat deze kosten ten onrechte in rekening zijn gebracht omdat in november 2018 de machine van [eiseres in conventie] groot onderhoud heeft gehad op kosten van [A] . Nog vier weken ervoor zijn bij groot onderhoud de worm en lagers geheel gecheckt en goedgevonden door [eiseres in conventie] .
De rechtbank overweegt hierover dat [gedaagde in conventie] dit “gebrek” eerder had kunnen ontdekken, zoals bedoeld in artikel 15 van de Fedecom voorwaarden. Op de factuur staat uitgelegd wat het probleem is, en als [gedaagde in conventie] van mening was dat [eiseres in conventie] deze werkzaamheden onder garantie of anderszins voor eigen rekening had moeten uitvoeren nu de decanter nog maar net was onderhouden en gecheckt, had zij dat eerder, dat wil zeggen binnen 14 dagen nadat zij de factuur had ontvangen, schriftelijk aan [eiseres in conventie] moeten melden. Nu dat niet is gebeurd, komt [gedaagde in conventie] geen beroep meer toe op een “gebrek” in deze werkzaamheden.
6.42.3.
Factuur 907412 d.d. 13 mei 2019 (reeds betaald).
Volgens [gedaagde in conventie] is een deel van deze factuur ten onrechte in rekening gebracht. Het betreft lagers en sensoren van de vijzels die [eiseres in conventie] in november 2018 geheel heeft nagekeken en vernieuwd.
De rechtbank kan uit de factuur niet afleiden dat dit gaat om schade die, vanwege eerder verricht groot onderhoud, voor rekening van [eiseres in conventie] zou moeten komen. Op de factuur staat: “aandrijfkast zat geen olie meer op en daardoor stukgedraaid”. Als dat wel zo is, had [gedaagde in conventie] dat aan de hand van de factuur kunnen zien, en had zij binnen 14 dagen schriftelijk moeten klagen. Nu zij dat niet heeft gedaan, kan niet gezegd worden dat [gedaagde in conventie] deze factuur ten onrechte heeft betaald.
6.42.4.
Factuur 907637 d.d. 21 juni 2019 (reeds betaald).
Dit gaat wederom om lagers van de vijzel, net als de factuur hiervoor.
Kennelijk is hier een oude lager verwijderd en een nieuwe gemonteerd.
Ook hiervoor geldt dat als [gedaagde in conventie] meende dat dit voor rekening van [eiseres in conventie] diende te blijven omdat zij in november 2018 groot onderhoud had verricht, zij dat gelet op artikel 15 van de Fedecom voorwaarden, binnen 14 dagen na het ontdekken daarvan (en dat is in dit geval binnen 14 dagen na factuurdatum omdat op de factuur staat omschreven wat er is gebeurd en waarom) schriftelijk bij [eiseres in conventie] had moeten klagen.
6.42.5.
Factuur 907770 d.d. 30 juli 2019 (door [gedaagde in conventie] onbetaald gelaten)
Deze factuur is volgens [gedaagde in conventie] onterecht omdat de in rekening gebrachte werkzaamheden al bij de afgesproken prijs voor groot onderhoud vijzels en trailer (bedrag € 27.500,- factuurnummer 906296) in zaten gecalculeerd. Het valt volgens [gedaagde in conventie] onder de rood gemarkeerde omschrijving van de mail van [F] van 2 november 2018 (productie 1 bij conclusie van antwoord).
De rechtbank overweegt hierover het volgende.
De rechtbank kan uit de factuur niet afleiden dat dit dezelfde werkzaamheden zijn als de werkzaamheden die al zijn gefactureerd bij factuur 906296. Deze factuur is niet overgelegd. In het factuuroverzicht van [eiseres in conventie] (productie 3 bij dagvaarding) staat slechts dat dit ziet op “opleggers”. Deze factuur is overigens op 12 juli 2019 betaald, terwijl de werkzaamheden die bij factuur 907770 in rekening zijn gebracht, op 15 juli 2019 zijn verricht. Dat lijkt te wijzen op andere werkzaamheden.
De in rood gemarkeerde werkzaamheden in de mail van [F] van 2 november 2018, zien, blijkens de handgeschreven toevoeging, op werkzaamheden die later worden uitgevoerd. Ook dat wijst eerder in de richting van andere werkzaamheden dan degenen die in november 2018 al zijn uitgevoerd.
Ook dit onderdeel kan niet worden gehonoreerd.
6.42.6.
Factuur 907936 d.d. 20 september 2019 (reeds betaald)
Dit gaat om het vervangen van de airco. [gedaagde in conventie] stelt dat deze in november 2018 ook al was vervangen en gecontroleerd door [eiseres in conventie] . De factuur daarvoor was betaald door [A] . Dit zou onder garantie moeten vallen.
De rechtbank overweegt dat ook hier geldt dat als [gedaagde in conventie] meent dat de werkzaamheden voor rekening van [eiseres in conventie] hadden moeten blijven, hij dat, gelet op artikel 15 van de Fedeom voorwaarden, tijdig schriftelijk bij [eiseres in conventie] had moeten melden. Gelet op de omschrijving in de factuur was [gedaagde in conventie] op de hoogte van de verrichte werkzaamheden. Overigens was de garantietermijn van 6 maanden (artikel 14 Fedecom voorwaarden) op het moment dat de werkzaamheden werden verricht (30 augustus 2019) ook reeds verlopen.
6.42.7.
Factuur 908116 d.d. 28 november 2019 (reeds betaald).
De factuur is volgens [gedaagde in conventie] gedeeltelijk onterecht, namelijk voor zover dat ziet op werkzaamheden in verband met elektronische problemen waarvoor [eiseres in conventie] als producent van de decanter verantwoordelijk is.
De rechtbank verwijst naar r.o. 6.41. Dit onderdeel van de reconventionele vordering kan niet worden toegewezen.
6.42.8.
Factuur 908176 d.d. 12 december 2019 (reeds betaald)
Deze factuur is volgens [gedaagde in conventie] onterecht nu deze werkzaamheden zien op elektronische problemen waarvoor [eiseres in conventie] als producent van de decanter verantwoordelijk is.
De rechtbank verwijst naar r.o. 6.41. Dit onderdeel van de reconventionele vordering kan niet worden toegewezen.
6.42.9.
Factuur 908654 d.d. 20 februari 2020 (onbetaald gebleven)
De factuur hangt deels samen met elektronische problemen in de bedieningskast. Schadelijke gassen hebben de elektronica aangetast en [eiseres in conventie] is daar als producent van de decanter volgens [gedaagde in conventie] voor verantwoordelijk.
Voor het overige ziet deze factuur op werkzaamheden aan de decanterschroef die niet goed zijn uitgevoerd. Hij is door [eiseres in conventie] niet goed uitgelijnd, waardoor de v-snaren defect zijn gegaan.
Wat betreft het deel dat ziet op elektronica verwijst de rechtbank naar r.o. 6.41. Dit onderdeel van de reconventionele vordering kan niet worden toegewezen.
De rechtbank kan uit de overgelegde stukken niet afleiden dat de v-snaren (waar de factuur ook op ziet) defect zijn gegaan doordat de decanterschroef niet goed was uitgelijnd. [B] verklaart dat op pagina 2 van zijn bijlage bij zijn rapport van 25 maart 2021 (productie 7 bij conclusie van antwoord), maar waar dat uit blijkt en wanneer [gedaagde in conventie] (of [B] ) daar achter kwam, staat daar niet in. De rechtbank kan dit onderdeel wegens onvoldoende onderbouwing niet honoreren.
6.42.10.
Factuur 908861 d.d. 20 maart 2020 (onbetaald gebleven)
Deze factuur ziet deels op elektronische problemen.
Verder ziet deze factuur op werkzaamheden als gevolg van een verkeerde constructie van lagers en aandrijfkast na vernieuwing door [eiseres in conventie] in de zomer van 2019. Door de verkeerde constructie kon er water in de aandrijfkast en elektromotor komen.
De rechtbank overweegt dat voor zover de factuur ziet op elektronica, dit onderdeel niet kan worden gehonoreerd.
Wat betreft de overige werkzaamheden overweegt de rechtbank het volgende. De werkzaamheden zijn uitgevoerd op 20 januari 2020. Hoewel naar het oordeel van de rechtbank bij conclusie van antwoord aannemelijk is gemaakt [4] dat deze werkzaamheden het gevolg waren van onvoldoende reparaties in de zomer van 2019, althans dat is onvoldoende betwist door [eiseres in conventie] , moet de rechtbank concluderen dat over deze factuur niet tijdig is geklaagd. Dit onderdeel is niet eerder dan bij conclusie van antwoord concreet benoemd en over geklaagd. Dat is gelet op de klachttermijn en de uitleg daarvan (zie r.o. 6.37 - 6.39), te laat.
6.42.11.
Factuur 909081 d.d. 16 april 2020 (onbetaald gebleven).
Volgens [gedaagde in conventie] is na de revisie van de vijzels in de zomer van 2019 en na aanpassing van de afvoer van de spoelwaterbank, niet de juiste software geïnstalleerd, waardoor de pompen te laat uitschakelden en vervolgens droogliepen/verbranden. De werkzaamheden op deze factuur kan [eiseres in conventie] daarom niet bij [gedaagde in conventie] in rekening brengen.
De rechtbank overweegt dat [gedaagde in conventie] te laat heeft geklaagd over de factuur. Kennelijk was dit probleem eerder bekend, de rechtbank verwijst naar r.o. 6.42.10. [gedaagde in conventie] had binnen 14 dagen schriftelijk moeten klagen over een gebrek/tekortkoming in de werkzaamheden.
6.42.12.
Factuur 909134 d.d. 23 april 2020 (onbetaald gebleven)
Deze werkzaamheden zien op het verhelpen van een elektronische storing waarvoor [eiseres in conventie] volgens [gedaagde in conventie] als producent van de decanter verantwoordelijk is.
De rechtbank verwijst naar r.o. 6.41. Dit onderdeel kan niet worden gehonoreerd.
6.42.13.
Factuur 909422 d.d. 11 juni 2020 (onbetaald gebleven).
[gedaagde in conventie] stelt dat de factuur betrekking heeft op werkzaamheden als gevolg van een losgeslagen flexkoppeling bout, waarvoor [eiseres in conventie] verantwoordelijk is.
Dit betreft de gang van zaken zoals geschetst in r.o. 6.25 onder 1.
Het verweer van [gedaagde in conventie] is weergegeven in r.o. 6.28.3
De gang van zaken zoals omschreven in r.o. 6.24 is door [gedaagde in conventie] ontdekt na onderzoek.
- [B] heeft zijn bevindingen opgenomen in de verklaring van 28 januari 2021, pagina 3, bovenaan (productie 3 bij conclusie van antwoord).
- De gebroken as is onderzocht door de firma [I] Metaal Bewerking. Op 4 november 2020 heeft [I] zijn bevindingen aan [gedaagde in conventie] gemaild (productie 4 bij conclusie van antwoord). Deze mail heeft [gedaagde in conventie] op 6 november 2020 doorgestuurd aan [eiseres in conventie] (productie 7a bij dagvaarding).
- De firma GEA heeft de as onderzocht nadat [B] die daar had gebracht. De bevindingen staan in de mail van 6 november 2020. Deze mail is op dezelfde dag door [gedaagde in conventie] doorgestuurd aan [eiseres in conventie] (productie 7b bij dagvaarding).
De rechtbank acht de door [gedaagde in conventie] geschetste gang van zaken voldoende aannemelijk. Het feit dat een niet originele bout is gebruikt, bovendien van een ander materiaal, maakt het naar het oordeel van de rechtbank mogelijk dat deze is losgekomen. [B] heeft de bout van de koppeling op de vloerplaat aangetroffen.
De enkele betwisting door [eiseres in conventie] van de gebrekkige kwaliteit van de bout en van de gebrekkige werkzaamheden (niet goed vastgedraaid), is naar het oordeel van de rechtbank, in het licht van de verschillende verklaringen van ter zake kundige vakmensen, onvoldoende.
Naar het oordeel van de rechtbank is ook de causale keten tot het breken van de as voldoende aannemelijk gemaakt. Waarom deze gang van zaken niet mogelijk of niet logisch zou zijn, is door [eiseres in conventie] niet uitgelegd. [eiseres in conventie] heeft volstaan met een enkele betwisting van een causaal verband.
[gedaagde in conventie] heeft ervoor gekozen de (vermoedde) gang van zaken te laten onderzoeken door GEA en [I] . Gelet op de jurisprudentie bij artikel 6:89 BW (zie r.o. 6.37 – 6.39) mag aan de schuldeiser een termijn voor onderzoek worden gegund.
De bevindingen van [I] d.d. 4 november 2020 zijn op 6 november 2020 doorgestuurd aan [eiseres in conventie] . De bevindingen van GEA d.d. 6 november 2020 zijn dezelfde dag doorgestuurd aan [eiseres in conventie] . Dat is binnen 14 dagen na ontdekking/bevestiging. Bij mail van 29 november 2020 heeft [gedaagde in conventie] uitgelegd waarom hij op basis van deze informatie van mening is dat de reparatie van [eiseres in conventie] gebrekkig was. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [gedaagde in conventie] hiermee voldaan aan de klachtplicht van artikel 15 Fedecom voorwaarden en artikel 6:89 BW.
Het verweer van [eiseres in conventie] dat de as in juni niet is vervangen op verzoek van [gedaagde in conventie] , en dat de as op enig moment sowieso vervangen had moeten worden, helpt [eiseres in conventie] niet. Dat de as überhaupt vervangen moest worden is, naar de rechtbank heeft aangenomen, het gevolg van een tekortkoming van [eiseres in conventie] .
De kosten op deze factuur zijn derhalve ten onrechte in rekening gebracht. [gedaagde in conventie] heeft deze factuur met recht onbetaald gelaten. Het gaat om € 8.237,79.
6.42.14.
Factuur 909900 d.d. 26 oktober 2020 (reeds betaald).
Deze factuur heeft betrekking op factuur 909422 (behandeld onder r.o. 6.42.13). Dit betreffen werkzaamheden aan de beschadigde spekas, deze is doormidden gebroken op de plek waar deze oververhit was geraakt. [eiseres in conventie] is daarvoor, volgens [gedaagde in conventie] , verantwoordelijk.
De rechtbank verwijst naar hetgeen zij heeft overwogen in r.o. 6.42.13. Deze kosten komen niet voor rekening van [gedaagde in conventie] . [gedaagde in conventie] had deze factuur niet hoeven te betalen. Het gaat om een bedrag van € 10.043,36.
6.42.15.
Factuur 910022 d.d. 2 december 2020 (onbetaald gebleven).
Deze factuur ziet volgens [gedaagde in conventie] op werkzaamheden betreffende een elektronische storing en op het drijfwerk, spekas, alle zaken waarvoor [eiseres in conventie] verantwoordelijk is. Het heeft betrekking op de facturen 909422 en 909900 (behandeld in r.o. 6.42.14 en 15).
De rechtbank overweegt dat voor zover deze factuur ziet op elektronische storingen, niet gezegd kan worden dat [gedaagde in conventie] deze niet hoeft te voldoen (zie r.o. 6.41).
Voor zover het ziet op de andere werkzaamheden, is de factuur wel onterecht (zie r.o. 6.42.13). Het gaat om een bedrag van € 799,13 exclusief btw, (inclusief btw: € 966,95) (bonnummer 407923).
6.43.
De conclusie ten aanzien van
onderdeel Dis dat [gedaagde in conventie] een bedrag van € 10.043,36 onverschuldigd heeft betaald.
De conclusie ten aanzien van
onderdeel Eis dat [gedaagde in conventie] een bedrag van € 9.204,74 ten onrechte in rekening heeft gebracht. Dit bedrag hoeft [gedaagde in conventie] niet te betalen.
C. Tekortkoming wegens niet afgeven van de decanterschroef
6.44.
[eiseres in conventie] heeft volgens [gedaagde in conventie] ten onrechte de gekochte en betaalde decanterschroef niet uitgeleverd. Daardoor moest [gedaagde in conventie] in februari 2021 een andere, gebruikte decanterschroef in de decanter laten monteren. Deze heeft, omdat hij tweedehands is, een kortere levensduur waardoor hij eerder weer zal moeten worden vervangen. GEA zal extra werkzaamheden moeten verrichten. Dit zal € 12.500,00 dan wel € 5.500,00 extra kosten.
6.45.
[eiseres in conventie] voert aan dat hij de decanterschroef niet hoeft te leveren omdat hij niet is betaald. [eiseres in conventie] betwist dat de door [gedaagde in conventie] genoemde betalingen zien op de decanterschroef. Als de rechtbank zou oordelen dat de decanterschroef wel betaald is, beroept [eiseres in conventie] zich op een retentierecht.
6.46.
De rechtbank overweegt het volgende.
In de mail van 2 november 2018 van [F] van [eiseres in conventie] staat dat de decanterschroef wordt vervangen. Wanneer dat zal gebeuren is op dat moment nog niet duidelijk, [eiseres in conventie] heeft op dat moment nog geen levertijd.
Op 24 december 2018 heeft [eiseres in conventie] een factuur gestuurd aan [gedaagde in conventie] voor de decanterschroef voor een totaalbedrag van € 42.350,00 inclusief btw (productie 23 bij conclusie van antwoord).
Op 12 juli 2019 heeft [gedaagde in conventie] op deze factuur € 7.350,00 voldaan (productie 24 bij conclusie van antwoord). Op het betalingsbewijs staat immers het factuurnummer van de factuur voor de decanterschroef vermeld. Ook [eiseres in conventie] gaat ervan uit dat er € 7.350,00 op de decanterschroef is betaald. Dat blijkt uit haar factuuroverzicht (productie 3 bij dagvaarding, vierde regel). Op deze factuur ad € 42.350,00 is € 7.350,00 betaald zodat nog € 35.000,00 openstaat.
6.47.
Daarna is op 20 april 2020 een betalingsregeling afgesproken (productie 10 bij conclusie van antwoord in reconventie). Ook op dit overzicht staat van de factuur voor de decanterschroef nog € 35.000,00 open.
[gedaagde in conventie] heeft vervolgens in mei, juni en augustus 2020 conform de betalingsafspraak telkens een bedrag van € 12.500,00 betaald met verwijzing naar de afspraak (productie 24 bij conclusie van antwoord, pagina 2 tot en met 4).
6.48.
[gedaagde in conventie] heeft de laatste termijn van de betalingsregeling niet voldaan. [eiseres in conventie] heeft daarop gesteld dat de betalingsregeling van de baan is, en vorderde bij dagvaarding voldoening van alle openstaande facturen.
6.49.
[gedaagde in conventie] heeft ter zitting aangevoerd dat de betalingen van drie maal € 12.500,00 moeten worden afgeboekt op de factuur van de decanterschroef.
De rechtbank overweegt dat [gedaagde in conventie] daarin, gelet op artikel 6:43 BW gelijk heeft. Als er bij een betaling niet staat op welke factuur de betaling ziet, moet de betaling worden afgeboekt op de oudste factuur. Nu volgens [eiseres in conventie] de betalingsregeling van de baan was, gelden de gewone regels voor betalingen, en heeft [gedaagde in conventie] € 37.500,00 voldaan, waarvan € 35.00,00 op de (oudste) factuur van de decanterschroef. De decanterschroef was in augustus 2020 dus geheel betaald. [eiseres in conventie] had de schroef in februari 2021, toen [gedaagde in conventie] om aflevering vroeg, moeten afleveren.
6.50.
Omdat [gedaagde in conventie] de decanterschroef geheel had betaald, kan [eiseres in conventie] zich niet op een retentierecht beroepen.
6.51.
Het voorgaande betekent dat dit deel van het verweer in conventie/vordering in reconventie kan worden toegewezen. [gedaagde in conventie] heeft immers schade geleden wegens de toerekenbare niet-nakoming van [eiseres in conventie] . De schade bestaat uit de extra kosten die [gedaagde in conventie] moet maken wegens het eerder moeten vervangen van de decanterschroef. Volgens opgave van GEA bedragen de kosten € 6.500,00 (productie 6 bij conclusie van antwoord).
Verrekening
6.52.
[gedaagde in conventie] heeft een beroep gedaan op verrekening voor zover dat kan, en voor het overige een vordering in reconventie ingesteld. De rechtbank komt hier verderop op terug.
Reconventie: vordering ontbinding koopovereenkomst met betrekking tot de decanterschroef
6.53.
In reconventie heeft [gedaagde in conventie] ontbinding van de koopovereenkomst gevorderd omdat zij hierbij inmiddels geen enkel belang meer heeft. Ook heeft [gedaagde in conventie] de betaling voor de decanterschroef teruggevorderd.
[eiseres in conventie] heeft daartegen ingebracht dat de vordering van [gedaagde in conventie] moet worden afgewezen en dat zij dus ook geen recht heeft op ontbinding en schadevergoeding.
6.54.
De rechtbank overweegt, met verwijzing naar wat hierover is opgenomen in r.o. 6.44 - 6.51, dat [gedaagde in conventie] terecht een beroep heeft gedaan op ontbinding van de koopovereenkomst. Hierdoor ontstaan ongedaanmakingsverbintenissen. [eiseres in conventie] hoeft de decanterschroef niet meer af te leveren en [gedaagde in conventie] hoefde de schroef niet te betalen. Dat betekent dat [eiseres in conventie] het betaalde bedrag in beginsel dient terug te betalen. De rechtbank komt hier op terug.
Conventie: vordering boete op grond van schending geheimhoudingsplicht.
6.55.
Naast betaling van de openstaande facturen, vordert [eiseres in conventie] betaling van een boete van € 75.000,00 op grond van overtreding van artikel 3 van de Fedecom voorwaarden. Zij voert daartoe aan dat [gedaagde in conventie] de geheimhoudingsplicht van artikel 3 van de Fedecom voorwaarden heeft geschonden door aan derden, waaronder [B] , [I] en GEA, informatie te verstrekken.
[gedaagde in conventie] heeft verweer gevoerd tegen deze vordering.
6.56.
De rechtbank overweegt hierover het volgende.
Artikel 3 van de Fedecom voorwaarden luidt als volgt.
Artikel 3 Geheimhouding
3.1
Alle door of uit naam van opdrachtnemer aan opdrachtgever verstrekte informatie (zoals aanbiedingen, ontwerpen, afbeeldingen, rekeningen en knowhow) van welke aard en in welk vorm dan ook, zijn vertrouwelijk en zullen niet door opdrachtgever worden gebruikt voor enig ander doel dan ter uitvoering van de overeenkomst.
3.2
De in lid 1 van dit artikel genoemde informatie zal door opdrachtgever niet openbaar worden gemaakt of worden vermenigvuldigd.
3.3
indien opdrachtgever een van de in de lid 1 en 2 van dit artikel genoemde verplichtingen schendt, is hij per overtreding een direct opeisbare boete verschuldigde van 25.000,- Deze boete kan naast schadevergoeding op grond van de wet worden gevorderd.
6.57.
Volgens [gedaagde in conventie] is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat [gedaagde in conventie] aan derden geen informatie over de decanter zou mogen verstrekken/zou mogen opvragen ten behoeve van onderzoek naar de oorzaak en oplossing van diverse aan [eiseres in conventie] toe te rekenen storingen aan de decanter.
6.58.
Naar het oordeel van de rechtbank kan [eiseres in conventie] geen aanspraak maken op de boete van artikel 3 Fedecom voorwaarden. De situatie die zich hier voordoet, het laten onderzoeken van de decanter om de oorzaken van problemen te vinden, is geen situatie die bedoeld is in artikel 3 van de Fedecom voorwaarden, waar het gaat om het bekend maken van bedrijfsgevoelige informatie. Deze vordering in conventie zal worden afgewezen.
Conventie: vordering buitengerechtelijke incassokosten
6.59.
[eiseres in conventie] heeft op grond van artikel 17.8 van de Fedecom voorwaarden, vergoeding van buitengerechtelijke kosten gevorderd tot een bedrag van € 7.020,00.
[gedaagde in conventie] heeft hiertegen verweer gevoerd.
6.60.
De rechtbank overweegt hierover het volgende. Voor het geval de schuldenaar geen consument is, zoals hier het geval is, geldt het besluit Buitengerechtelijke Incassokosten (Besluit BIK) niet als dwingend recht. Partijen kunnen andersluidende afspraken maken. Deze andersluidende bepalingen zijn dan geldend, behoudens de matigingsbevoegdheid van artikel 242 Rv. In het Rapport BGK Integraal is opgenomen dat op grond van dit artikel in beginsel matiging tot het tarief van de staffel van het Besluit BIK plaatsvindt.
Indien de schuldeiser gemotiveerd stelt en bij betwisting bewijst dat de werkelijke kosten hoger zijn geweest dan de staffel van het Besluit BIK en dat het redelijk was om buitengerechtelijk kosten te maken tot dit bedrag, komen de hogere kosten voor vergoeding in aanmerking.
De rechtbank concludeert dat [eiseres in conventie] niet heeft gesteld dat de werkelijke kosten hoger waren en dat het redelijk was om buitengerechtelijke kosten te maken tot het in de Fedecom voorwaarden bepaalde bedrag. De rechtbank zal de gevorderde buitengerechtelijke kosten derhalve matigen tot het tarief van het Besluit BIK.
Conclusie betalingen in conventie en in reconventie
6.61.
Uit al het voorgaande kan het volgende geconcludeerd worden ten aanzien van over en weer te betalen bedragen.
- [gedaagde in conventie] heeft € 51.181,43 aan openstaande facturen niet voldaan.
- [gedaagde in conventie] heeft daarvan terecht niet betaald: € 8.237,79 (r.o. 6.42.13) plus € 966,95 (r.o. 6.42.15) zodat overblijft: € 41.886,69;
- [gedaagde in conventie] heeft ten onrechte wel betaald een bedrag van € 10.042,36 (r.o. 6.42.14). Dit mag worden verrekend met het openstaande bedrag zodat resteert: € 31.844,33;
- [gedaagde in conventie] lijdt schade wegens een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst, namelijk het niet uitleveren van de decanterschroef (r.o. 6.51). De schade bedraagt € 6.500,00. Ook dit mag worden verrekend, zodat resteert: € 25.344,33;
- de vordering van [gedaagde in conventie] tot ontbinding van de koop van de decanterschroef wordt toegewezen. Daardoor ontstaan ongedaanmakingsverplichtingen. [eiseres in conventie] moet de betaalde koopsom terugbetalen. Ook hier mag echter worden verrekend.
[gedaagde in conventie] heeft in juli 2019 € 7.350,00 betaald. Na verrekening resteert € 17.994,33
[gedaagde in conventie] heeft daarna nog € 37.500,00 betaald waarvan € 35.000,00 wordt toegerekend aan de decanterschroef. Deze betaalde € 35.000,00 heeft [eiseres in conventie] afgeboekt op andere facturen. Als [eiseres in conventie] dit bedrag moet terugbetalen, komen die facturen weer open te staan. Dus tegenover de vordering van [gedaagde in conventie] voor terugbetaling van € 35.000,00 voor de decanterschroef, staat een vordering voor andere facturen van [eiseres in conventie] . De rechtbank zal deze met elkaar verrekenen.
Het resterende betaalde bedrag van € 2.500,00 heeft [eiseres in conventie] afgeboekt op andere facturen. Hier verandert niks aan.
De conclusie is dat onder de streep een door [gedaagde in conventie] aan [eiseres in conventie] te betalen bedrag van
€ 17.944,33overblijft.
Rente
6.62.
De rechtbank wijst de door [eiseres in conventie] gevorderde rente als wettelijke handelsrente toe vanaf de datum van dit vonnis. Pas vanaf dat moment is immers voor partijen duidelijk wie welk bedrag dient te betalen.
Buitengerechtelijke incassokosten
6.63.
De rechtbank zal de buitengerechtelijke incassokosten conform het Besluit BIK toewijzen, berekend over het bedrag dat kan worden toegewezen.
Proceskosten
6.64.
Nu beide partijen deels in het gelijk en deels in het ongelijk worden gesteld, zal de rechtbank de proceskosten in conventie en in reconventie tussen partijen compenseren, in die zin dat elke partij haar eigen kosten draagt.

7.De beslissing

De rechtbank
In conventie
7.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie] om aan [eiseres in conventie] te betalen een bedrag van € 17.994,33 (zegge: zeventienduizend negenhonderdvierennegentig euro en drieëndertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over dit bedrag vanaf de datum van dit vonnis,
7.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie] tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten, berekend op een bedrag van € 1.155,48.
In reconventie
7.3.
ontbindt de koopovereenkomst tussen partijen waarbij [gedaagde in conventie] aan [eiseres in conventie] in of omstreeks december 2018 heeft gekocht een decanterschroef Gea Westfalia ten behoeve van de decanter van [gedaagde in conventie] .
In conventie en in reconventie
7.4.
compenseert de proceskosten in conventie en in reconventie zodat elke partij haar eigen proceskosten draagt;
7.5.
wijst af het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Bottenberg – van Ommeren en in het openbaar uitgesproken op 12 januari 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Rapport [J] , productie 2 bij conclusie van antwoord, rapport MST, productie 3 bij conclusie van antwoord. Dat een bestaand filter met CE keurmerk is gebruikt zegt niet dat het voor dit doel afdoende is. Dat de elektronica is aangetast blijkt uit de vele facturen van [eiseres in conventie] die zien op reparaties/verhelpen van storingen aan de elektronica. De heer [gedaagde in conventie] heeft ter zitting uitgelegd hoe is geconstateerd dat ammoniakdampen in de cabine bleven hangen.
2.Zie de brief van 29 november 2020 waar [gedaagde in conventie] aan het einde van de eerste alinea schrijft dat [B] veel onderzoek heeft gedaan en naar hem toe is gekomen met veel verklaringen, informatie en bewijzen, en ook ter zitting heeft [gedaagde in conventie] verklaard dat er in de zomer van 2019 al gebreken zijn ontdekt en dat aan [eiseres in conventie] is gemeld.
3.Verklaring van 3 december 2020, productie 5 bij dagvaarding en van 28 januari 2021, productie 3 bij dagvaarding.
4.Met name door de verklaring van [B] d.d. 28 januari 2021, waaruit blijkt dat de in juli 2019 gemonteerde vijzelbakken ondeugdelijk en gevaarlijk waren omdat onder andere de assen van de vijzels van slechte kwaliteit waren, en ook de afdichting van de vijzelbakken ondeugdelijk was.