Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[X],
wonende te [woonplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.Inleiding
3.Het geschil
4.De beoordeling
2011324/ expertisekosten”. Het had voor [gedaagde] dus duidelijk moeten zijn dat het uitbetaalde bedrag was bedoeld voor het voldoen van de expertisekosten. Door dat bedrag niet aan [eiser] te betalen, handelt [gedaagde] naar oordeel van de kantonrechter onrechtmatig jegens [eiser] . [gedaagde] moet de schade die [eiser] daardoor lijdt, namelijk het bedrag ter hoogte van de factuur van € 2.675,17, aan [eiser] betalen. De vordering van [eiser] tot betaling van het bedrag van € 2.675,17 zal dus worden toegewezen. Tegen de gevorderde wettelijke rente heeft [gedaagde] geen verweer gevoerd, zodat deze zal worden toegewezen vanaf 21 september 2021, dat is de dag waarop de dagvaarding aan [gedaagde] is betekend, tot de dag van volledige betaling.
€ 436,00(2 punten x tarief € 218,00)