4.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt op grond van de volgende redengevende feiten en omstandigheden, die in de bewijsmiddelenzijn vervat en waarop de bewezenverklaring steunt, tot een bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde.
Op vrijdag 4 december 2020 heeft een pseudokoper van de politie-eenheid Oost-Nederland via de app Telegram – naar aanleiding van een daarop geplaatste advertentie waarin vuurwerk werd aangeboden – contact gehad met ‘ [naam] ’. De pseudokoper bestelde voor € 450,-- het volgende vuurwerk:
‘3x ‘Maroon’, 3x ‘Big boy’, 3x ‘Screams’, 1x ‘Retorno’ en 10 pak nitraten’. Die bestelling resulteerde in een fysieke afspraak op diezelfde dag omstreeks 20:45 uur op een parkeerplaats in Bronkhorst. Ten tijde van de afspraak zag de pseudokoper op de genoemde parkeerplaats een Opel Zafira (met kenteken [kenteken 1] ) staan. De bestuurder van de auto gaf vervolgens aan de pseudokoper te kennen dat hij ‘ [naam] ’ was. De pseudokoper herkende ‘ [naam] ’ als [medeverdachte] . De pseudokoper zag in de kofferbak van de auto een bruinkleurige kartonnen doos met vuurwerk staan. [medeverdachte] haalde het door de pseudokoper bestelde vuurwerk uit die doos en overhandigde dit aan de pseudokoper. De pseudokoper betaalde [medeverdachte] met negen bankbiljetten van € 50,--, waarna [medeverdachte] de parkeerplaats in de Opel Zafira verliet.
De overdracht van het vuurwerk aan [medeverdachte]
Vóórdat de pseudokoop plaatsvond, hebben de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] omstreeks 20:18 uur waargenomen dat de voornoemde Opel Zafira en een witte bestelbus (met kenteken [kenteken 2] ) op een parkeerplaats in Baak geparkeerd stonden. De bestuurder van de bestelbus maakte aldaar contact met de bestuurder van de Opel Zafira. Toen het zicht van de verbalisanten geblokkeerd werd, hoorde verbalisant [verbalisant 1] het geluid van een rol-/schuifdeur uit de richting van de bestelbus. Hij zag dat de Opel Zafira enkele minuten later wegreed. De verbalisanten hoorden nadien van collega-verbalisanten dat zij de Opel Zafira vanaf de parkeerplaats hadden gevolgd en twee afzonderlijke overdrachten van goederen hadden waargenomen. Het ging volgens de collega-verbalisanten vermoedelijk om zwaar illegaal vuurwerk.
De aanhouding van verdachte en [medeverdachte]
Verdachte is diezelfde dag omstreeks 21:25 uur in Steenderen, in de gemeente Bronckhorst, als verdachte aangehouden.Hij was de bestuurder van de witte bestelbus (met kenteken [kenteken 2] ). In de laadruimte van deze bestelbus is een doos met nitraten aangetroffen. Het totale gewicht van die doos met vuurwerk betrof veertien kilogram.Omstreeks 21:30 uur is ook [medeverdachte] als verdachte aangehouden.Ook op dat moment was hij de bestuurder van de Opel Zafira (met kenteken [kenteken 1] ). In deze auto zijn twee stuks vuurwerk aangetroffen met de naam ‘Scream 100.
De bekennende verklaring van verdachte
Ter terechtzitting heeft verdachte de ten laste gelegde feiten bekend. Hij heeft verklaard dat hij het professionele knalvuurwerk dat [medeverdachte] voorhanden heeft gehad en dat [medeverdachte] daarna grotendeels aan de pseudokoper heeft verkocht, aan [medeverdachte] heeft verkocht. Verdachte heeft dus ook de aan de pseudokoper verkochte 200 stuks nitraten aldaar, in de gemeente Bronkhorst, voorhanden gehad. Daarnaast heeft hij verklaard dat hij de in zijn witte bestelbus aangetroffen doos met 1.000 nitraten voorhanden heeft gehad. Verdachte wilde geld verdienen met de handel in illegaal vuurwerk. Hij had het vuurwerk van onbekend gebleven Polen gekocht.
Het (aantal stuks) professioneel knalvuurwerk
De politie heeft het door de pseudokoper aangekochte vuurwerk in beslag genomen, evenals het vuurwerk dat bij de aanhouding van verdachte in de laadruimte van de witte bestelbus en het bij de aanhouding van [medeverdachte] in de Opel Zafira aangetroffen vuurwerk.
Het aantal stuks Retorno 100
De rechtbank stelt vast dat in het proces-verbaal van de pseudokoop staat vermeld dat de pseudokoper
‘1x Retorno’ van [medeverdachte] heeft gekocht, maar dat uit de foto’s in het proces-verbaal van het onderzoek naar het in beslag genomen vuurwerk volgt dat in één pakje met de naam ‘Retorno 100’ drie stuks knalvuurwerk zitten en dat aldus drie stuks van dat knalvuurwerk in beslag zijn genomen. Verdachte heeft dit ter terechtzitting ook bevestigd. De rechtbank gaat er bij de bewezenverklaring daarom vanuit dat verdachte ‘knalvuurwerk Retorno 100’ ter beschikking heeft gesteld aan [medeverdachte] .
Totaal: 1214 stuks knalvuurwerk
De rechtbank stelt voorts vast dat in het proces-verbaal van het onderzoek naar het in beslag genomen vuurwerk staat vermeld dat er in totaal 1214 stuks knalvuurwerk in beslag zijn genomen en zijn onderzocht. Hoewel uit het procesdossier volgt dat daarvan bij [medeverdachte] 214 stuks knalvuurwerk in beslag zijn genomen, stelt de rechtbank op basis van de bewijsmiddelen vast dat verdachte in totaal daadwerkelijk 1.214 stuks knalvuurwerk voorhanden heeft gehad en 214 stuks knalvuurwerk aan [medeverdachte] ter beschikking heeft gesteld. De genoemde aantallen zijn gebaseerd op:
- het door de pseudokoper aangekochte vuurwerk: drie stuks Gigant Maroon, drie stuks Scream 100 Limited Edition, drie stuks Profi Cannon Shot Big Boy XL, drie stuks Retorno 100 en 200 stuks FP3 colored flower (nitraten);
- het bij de aanhouding van verdachte in de witte bestelbus aangetroffen vuurwerk: 1.000 stuks FP3 colored flower (nitraten);
- het bij de aanhouding van [medeverdachte] in de Opel Zafira aangetroffen vuurwerk: twee stuks Scream 100 Limited Edition.
Al het voormelde vuurwerk betreft zwaar knalvuurwerk en kan worden aangemerkt als professioneel vuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om vast te kunnen stellen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gepleegd. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het onder 2 ten laste gelegde medeplegen.
De rechtbank moet – gelet op artikel 2 van de Wet op de economische delicten en de tenlastelegging – beoordelen of de gedragingen al dan niet opzettelijk door verdachte zijn verricht. Volgens vaste jurisprudentie volstaat zogenoemd ‘kleurloos opzet’: het opzet moet gericht zijn op de feitelijk omschreven gedraging. Dit betekent dat sprake is van opzet indien willens en wetens is gehandeld of nagelaten. Het opzet hoeft niet mede op het overtreden van het verbod te zijn gericht.
De rechtbank stelt op basis van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen vast dat verdachte welbewust geld heeft willen verdienen met de handel in illegaal vuurwerk. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten steeds
opzettelijkdoor verdachte zijn begaan.