Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 3 juni 2022, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte;
- de aangifte van [slachtoffer 1] van 7 augustus 2021;
- de aangifte van [slachtoffer 2] van 12 augustus 2021;
- de aangifte van [slachtoffer 3] van 10 november 2020.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelde
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
12 (twaalf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte:
bijzondere voorwaardendat verdachte:
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1315, (zegge: dertienhonderdvijftien), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 november 2020 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 23 dagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;