ECLI:NL:RBOVE:2022:1738

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 juni 2022
Publicatiedatum
16 juni 2022
Zaaknummer
08/028344-22, 08/336155-21, 08/013002-22, 08/019628-22 en 08/343456-21 (gevoegd ter terechtzitting) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor stalking, bedreiging en wapengebruik met gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden

Op 16 juni 2022 heeft de Rechtbank Overijssel een 42-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, voor stalking en bedreiging. De verdachte heeft bijna een jaar lang zijn ex-vriendin, haar moeder en de vriend van haar moeder gestalkt, hen bedreigd en meerdere keren het contact- en locatieverbod overtreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder het voorhanden hebben van een vuurwapen en het beledigen van politieambtenaren. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd en bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contact- en locatieverbod ten aanzien van de slachtoffers. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychische problematiek van de verdachte, die lijdt aan een vermijdende persoonlijkheidsstoornis en ernstige alcoholproblemen. De rechtbank heeft de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd, met de mogelijkheid van behandeling in een klinische setting.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 08/028344-22, 08/336155-21, 08/013002-22, 08/019628-22 en 08/343456-21 (gevoegd ter terechtzitting) (P)
Datum vonnis: 16 juni 2022
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1980 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] ,
nu verblijvende in de PI Zwolle te Zwolle.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 14 april 2022 en 2 juni 2022.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. drs. T. van Haaren-Paulus, en van wat door verdachte en zijn raadsman
mr. M.J.H. Mühlstaff, advocaat in Deventer, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt na wijziging van de tenlastelegging (ten aanzien van parketnummer 08/028344-22) van 2 juni 2022, kort en zakelijk weergegeven, neer op:
Parketnummer 08/028344-22:het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie (
feit 1), het meermalen overtreden van een contact-/locatieverbod (
feit 2), het bedreigen van zijn ex-partner [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] )
feit 3) en het stalken van [slachtoffer 1] in de periode 22 december 2021 tot en met 1 februari 2022 (
feit 4);
Parketnummer 08/336155-21: het stalken van [slachtoffer 1] in de periode van 28 maart 2021 tot en met 13 december 2021 (
feit 1), het stalken van [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) en [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3] ) in de periode van 1 april 2021 tot en met 13 december 2021 (
feit 2), het bedreigen van [slachtoffer 2] op 13 december 2021 (
feit 3), het bedreigen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] op 12 december 2021 (
feit 4) en het bedreigen van [slachtoffer 3] op 2 oktober 2021 (
feit 5);
Parkernummer 08/013002-22:de diefstal met braak/verbreking van bouwmaterialen van [bedrijf] dan wel een poging daartoe (
feit 1) en het voorhanden hebben van een mes (
feit 2);
Parketnummer 08/019628-22: de diefstal van gereedschap van het [school 1] (
feit 1), het beledigen van de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (
feit 2) en het bedreigen van verbalisant [verbalisant 2] (
feit 3);
Parketnummer 08/343456-21:
het overtreden van een contact-/locatieverbod op 20 december 2021 (
feit 1)en op 22 en/of 23 december 2021 (
feit 2).
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Parketnummer 08/028344-22

1

hij op of omstreeks 1 februari 2022 te De Krim, gemeente Hardenberg
een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen, van het merk Walther, type p88 zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool
en/of
munitie in de zin van artikel 1 onder 4º, gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 5, bij het vuurwapen behorende, kogelpatronen van het kaliber 7.65mm, voorhanden heeft gehad;
2
Hij, op een of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 22 december 2021 tot en met 1 februari 2022te De Krim, in de gemeente Hardenberg, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 16 december 2021 gegeven door de officier van justitie te Oost-Nederland kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte,
- niet zich zal ophouden in een straal van 500 meter in/op/aan [adres 2] (Hardenberg) en/of de [adres 3] (Hardenberg) en/of het [adres 4] (de Krim, gemeente Hardenberg) en/of
- zich zal onthouden van direct en/of indirect contact met de volgende personen te weten [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
door: één of meer WhatsApp- en/of email-berichten te versturen naar voornoemde [slachtoffer 1] en/of een of meerdere foto's van voornoemde [slachtoffer 1] op zijn, verdachtes, Facebook account/profiel te plaatsen en/of voornoemde [slachtoffer 1] foto's toe te zenden en/of voornoemde [slachtoffer 1] meerdere malen, althans eenmaal te bellen;
3
hij op verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 31 januari 2022 tot en met 1 februari 2022 te De Krim, gemeente Hardenberg (telkens) [slachtoffer 1] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door:
voornoemde [slachtoffer 1] , op 31 januari 2021, via een telefoongesprek dreigend de woorden toe te voegen: "Ik zou maar gauw een keer bij mij komm'n " en/of
- vervolgens kort daarna een foto op zijn, verdachtes, Facebook account/profiel te zetten waarop hij, verdachte, met een vuurwapen staat afgebeeld en/of dat vuurwapen op iemand richt en/of
- vervolgens, op 1 februari 2022, via een telefoongesprek dreigend de woorden toe te voegen: "Als jij vandaag of morgen niet bij mij komt meissie, dan gaat het mis hoor",

althans woorden en/of feitelijkheden van gelijke dreigende aard of strekking;

4
Hij, op een of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 22 december 2021 tot en met 1 februari 2022 te De Krim, gemeente Hardenberg, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] door:
- voornoemde [slachtoffer 1] veelvuldig via WhatsApp en/of email berichten te sturen van beledigende en/of confronterende en/of bedreigende aard en/of strekking en/of
- een of meerdere foto's naar voornoemde [slachtoffer 1] te sturen en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] meerdere malen te bellen en/of
- foto's te plaatsen op zijn, verdachtes, Facebook account/profiel van voornoemde [slachtoffer 1] en/of foto’s en/of teksten te plaatsen op zijn, verdachtes, Facebook account/profiel gericht op en/of als boodschap voor/naar voornoemde [slachtoffer 1] ,
met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
Parketnummer 08/336155-21
1
hij in of omstreeks de periode van 28 maart 2021 tot en met 13 december 2021 te De Krim en/of te Hardenberg, gemeente Hardenberg, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] , door
- het veelvuldig (via whatsapp en/of sms en/of e-mail) versturen van (beledigende en/of bedreigende) spraak- en/of tekst berichten naar die [slachtoffer 1] en/of
- het veelvuldig aan te bellen bij de woning en/of op de ruiten slaan van de woning en/of het gooien van steentjes tegen de ruiten van de woning van die [slachtoffer 1] en/of
- het veelvuldig langs de woning van die [slachtoffer 1] te lopen en/of te rijden en/of
- het veelvuldig (dreigend) aanspreken van die [slachtoffer 1] en/of
- het met de auto klem rijden van die [slachtoffer 1]
met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2021 tot en met 13 december 2021 te Hardenberg, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig Opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , door
- het veelvuldig (via whatsapp en/of sms) versturen van (beledigende en/of bedreigende) spraak- en/of tekst berichten naar die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of
- het veelvuldig aan te bellen bij de woning en/of op de ruiten slaan van de woning van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of
- het veelvuldig langs de woning van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te lopen en/of te rijden en/of
- het veelvuldig (dreigend) aanspreken van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of
- het veelvuldig brieven met bedreigende teksten in de brievenbus van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te stoppen
met het oogmerk die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
3
hij op of omstreeks 13 december 2021 te Hardenberg [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen "Je zorgt dat [slachtoffer 1] bij mij terugkomt. Zo niet, dan maak ik je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
4
hij op of omstreeks 12 december 2021 te Hardenberg [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] (schriftelijk) dreigend de woorden toe te voegen
"Als ik iets hoor over dat het op school niet goed gaat met het kleintje, dan schiet ik" en/of "Maak ik jullie dood." en/of "Beloof dat ik jullie te pletter knal",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
5
hij op of omstreeks 2 oktober 2021 te Hardenberg [slachtoffer 3] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door die [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen "Ik maak jullie dood" en/of
"Jullie gaan dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Parketnummer 08/013002-22
1
hij, op of omstreeks 17 januari 2022 te Hardenberg één of meerdere bouwmateria(a)l(en) (ventilatiesystemen, spackspuitmachine), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 17 januari 2022 te Hardenberg ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om één of meerdere bouwmateria(a)l(en) (ventilatiesystemen, spackspuitmachine), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming
- het hek heeft geforceerd en/of
- over het hek is geklommen en/of
- de plank en/of plaat naast de voordeur van het flatgebouw op het bouwterrein

heeft ingetrapt en/of heeft kapotgemaakt

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij, op of omstreeks 17 januari 2022 te Hardenberg een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een (keuken)mes zijnde een voorwerp waarvan, gelet op zijn aard en/of de omstandigheden waaronder het werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat het bestemd was om letsel aan personen toe te brengen en/of te dreigen heeft gedragen;
Parketnummer 08/019628-22
1
hij op of omstreeks 23 januari 2022 in de gemeente Hardenberg, een krat met koffers met gereedschap, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan het [school 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op of omstreeks 23 januari 2022 in de gemeente(n) Hardenberg en/of Ommen,
althans in Nederland, opzettelijk (een) ambtena(a)r(en), te weten [verbalisant 1] en/of
[verbalisant 2] , hoofdagent(en) van politie, Eenheid Oost-Nederland, gedurende of ter
zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in zijn/haar/hun
tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar/hun de woorden toe te voegen: "Stelletje kankermongolen" en/of "NSB'ers" en/of "Mongolen", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
3
hij op of omstreeks 23 januari 2022 in de gemeente(n) Hardenberg en/of Ommen, althans in Nederland, [verbalisant 2] , hoofdagent van politie, Eenheid Oost-Nederland, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [verbalisant 2] dreigend de woorden toe te voegen
"Ik onthoud je gezicht jongen. Volgende keer dat wij elkaar in vrije tijd tegen komen
stomp ik jou je hele kop ik elkaar, oke? Kijk me maar recht in de ogen aan, daar kun
je van op aan!" en/of
"Ik vind jou wel! Ze moeten jou een keer een half uur op je kop beuken. ik onthoud je gezicht wel" en/of
hij, daarbij doelend op die [verbalisant 2] , een goede tandartsverzekering had omdat hij hem, daarbij doelend op die [verbalisant 2] , op zijn kaak wilde slaan, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Parketnummer 08/343456-21
1
hij op of omstreeks 20 december 2021 te Hardenberg opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 16 december 2021 gegeven door de officier van justitie te Oost-Nederland kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte,
- niet zich zal ophouden in een straal van 500 meter in/op/aan [adres 2] (Hardenberg) en/of de [adres 3] (Hardenberg) en/of het [adres 4] (de Krim, gemeente Hardenberg) en/of
- zich zal onthouden van direct en/of indirect contact met de volgende personen te weten [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]

door zich in de nabijheid van (de woning op/aan/in) [adres 2] te bevinden;

2
hij op of omstreeks 22 en/of 23 december 2021 in de gemeente Hardenberg opzettelijk
heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh,
eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 16 december 2021 gegeven door de officier van justitie te Oost-Nederland kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte,
- niet zich zal ophouden in een straal van 500 meter in/op/aan [adres 2] (Hardenberg) en/of de [adres 3] (Hardenberg) en/of [adres 4] (de Krim, gemeente Hardenberg) en/of
- zich zal onthouden van direct en/of indirect contact met de volgende personen te weten [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] door één of meer (e-mail)berichten te versturen naar [slachtoffer 1] .

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaken, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden, met uitzondering van feit 2 van parketnummer 08/019628-22. De officier van justitie heeft aangevoerd dat de beide verbalisanten niet hebben verklaard dat zij in hun eer of goede naam zijn aangetast, zodat niet kan worden gekomen tot een bewezenverklaring van dit feit.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 1 van parketnummer 08/013002-22 ten laste gelegde, omdat verdachte in de flat op de bouwplaats was om foto’s te maken in het kader van zijn nieuwe hobby ‘urban photography’ en daar niet was om te stelen. De raadsman heeft bepleit verdachte tevens vrij te spreken van het onder 2 van parketnummer 08/013002-22 ten laste gelegde, omdat verdachte het mes bij zich droeg voor zijn eigen veiligheid. Hij was immers op een laat tijdstip in een verlaten gebouw. Vervolgens heeft de raadsman vrijspraak bepleit voor feit 1 met parketnummer 08/019628-22, omdat verdachte de goederen in de school niet had gepakt met de bedoeling deze te stelen. Zijn bedoeling was de goederen mee te nemen en ze te repareren. Tot slot heeft de raadsman ook vrijspraak bepleit voor de feiten 2 en 3 met parketnummer 08/019628-22. Wat betreft de overige feiten heeft de raadsman zich, gelet op de bekennende verklaring van verdachte, gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten met de parketnummers 08/028344-22, 08/336155-21 en 08/343456-21 op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen [1] :
Parketnummer 08/028344-22
ten aanzien van de feiten 1, 2, 3 en 4
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 2 juni 2022;
ten aanzien van feit 1
  • het proces-verbaal van bevindingen van 1 februari 2022, pagina 66 tot en met 73;
  • het proces-verbaal van aanhouding van 1 februari 2022, pagina 106 en 107;
  • het proces-verbaal onderzoek wapen van 17 maart 2022, pagina 156 en 157;
ten aanzien van feit 2
  • een geschrift, zijnde een gedragsaanwijzing (artikel 509hh Sv) van 16 december 2021, pagina 52 tot en met 54;
  • het proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 1] van 1 februari 2022, pagina 47 tot en met 51;
  • het proces-verbaal van bevindingen van 27 januari 2022, pagina 57;
  • het proces-verbaal van bevindingen van 1 februari 2022, pagina 64 en 65;
  • het proces-verbaal van bevindingen van 1 februari 2022, pagina 58 en 59;
ten aanzien van feit 3
  • het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 2 februari 2022, pagina 45 en 46;
  • het proces-verbaal van bevindingen met bijlagen van 1 februari 2022, pagina 66 tot en met 73;
ten aanzien van feit 4
  • het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] met bijlagen van 31 januari 2022, pagina 13 tot en met 102;
  • het proces-verbaal van bevindingen met bijlagen van 1 februari 2022, pagina 91 tot en met 102;
Parketnummer 08/336155-21
ten aanzien van de feiten 1, 2, 3, 4 en 5
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 2 juni 2022;
ten aanzien van feit 1
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] met bijlagen van 13 december 2021, pagina 27 tot en met 261;
ten aanzien van feit 2
  • het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] met bijlagen van 12 december 2021, pagina 5 tot en met 13;
  • het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] met bijlagen van 12 december 2021, pagina 16 tot en met 26;
ten aanzien van feit 3
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 13 december 2021, pagina 14 en 15;
ten aanzien van feit 4
  • het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] met bijlagen van 12 december 2021, pagina 16 tot en met 26;
  • het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] met bijlagen van 12 december 2021, pagina 5 tot en met 13;
ten aanzien van feit 5
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 12 december 2021, pagina 16 tot en met 20;
Parketnummer 08/343456-21
ten aanzien van de feiten 1 en 2
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 2 juni 2022;
  • een geschrift, zijnde een gedragsaanwijzing (artikel 509hh Sv) van 16 december 2021, dossiernummer PL0600-2022049562: pagina 52 tot en met 54;
ten aanzien van feit 1
  • het proces-verbaal van bevindingen van 20 december 2021, proces-verbaalnummer PL0600-2021592777-2;
  • het proces-verbaal van bevindingen van 20 december 2021, proces-verbaalnummer PL0600-2021592777-4;
ten aanzien van feit 2
- het proces-verbaal van bevindingen van 23 december 2021, proces-verbaalnummer PL0600-2021592777-2;
Parketnummer 08/013002-22
ten aanzien van feit 1
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
[aangever 1] (hierna: [aangever 1] ) heeft namens [bedrijf] in zijn aangifte verklaard dat hij op 17 januari 2022 om 06:20 uur aankwam op het bouwterrein van de flat aan [adres 5] te Hardenberg, alwaar hij constateerde dat de plank naast de voordeur was ingetrapt en vervolgens zag hij dat er in de lift een aantal bouwmaterialen waren neergelegd, waaronder een spackspuitmachine en vier ventilatiesystemen. Ook waren veel kabels versleept en waren kabels in een kruiwagen gelegd. [aangever 1] heeft verklaard dat niets is weggenomen. [2] Getuige [getuige 1] (hierna: [getuige 1] ) heeft verklaard dat hij 17 januari 2022 om 01:00 uur gerammel hoorde aan het hek van het bouwterrein. Toen hij door het raam naar buiten keek, zag hij dat iemand met een buis in zijn handen op het hek aan het slaan was en probeerde het hek te forceren. [getuige 1] heeft vervolgens 112 gebeld. [3] De verbalisanten die ter plaatse kwamen, troffen verdachte aan in de flat en hebben verdachte aangehouden. Verdachte verklaarde tegen de verbalisanten dat hij nu twintigduizend euro was misgelopen en dat de politie in de lift moest gaan kijken. [4] Hij was al een tijdje blut en moest toch iets doen. [5]
Verdachte heeft in zijn verhoor bij de politie en ter terechtzitting verklaard dat hij niets wilde stelen, maar dat hij in de flat was om foto’s te maken, in het kader van zijn nieuwe hobby: urban photography (het maken van foto’s in verlaten gebouwen). De rechtbank acht de tijdens het verhoor afgelegde verklaring van verdachte over zijn aanwezigheid in de flat ongeloofwaardig. Aan het door verdachte geschetste scenario wordt door hem geen handen en voeten gegeven, zodat sprake is van een weinig concreet, niet verifieerbaar en onvoldoende aannemelijk scenario. Zo is er geen camera aangetroffen of lampen die gebruikt worden om te fotograferen. Ook staat het scenario haaks op de verklaring van verdachte zelf vlak na zijn aanhouding, dat hij twintigduizend euro is misgelopen.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte het voornemen had de goederen te stelen en dat zich een begin van uitvoering van de diefstal heeft geopenbaard door het hek te forceren, over het hek te klimmen en een plank naast de voordeur in te trappen en het leggen van de goederen in de lift om deze daarna te kunnen meenemen. Dat de diefstal niet is voltooid is enkel te danken aan de tussenkomst van de politie. De rechtbank acht het subsidiair ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen en zal verdachte vrijspreken van het primair ten laste gelegde.
ten aanzien van feit 2
De verbalisanten hebben bij de aanhouding van verdachte in zijn linkersok een mes in een zelfgemaakte schede aangetroffen. [6] Na onderzoek van het mes, bleek het te gaan om een keukenmes van het merk ‘Pearl of Kitchen’ met een roestvrijstalen lemmet van 12 centimeter lang. [7] Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij niet van plan was het mes te gebruiken en het alleen bij zich droeg om zichzelf te kunnen verdedigen.
Gelet op de omstandigheden waaronder het mes is aangetroffen bij verdachte -in zijn sok, in een schede- en de verklaring van verdachte dat hij het mes bij zich had om zichzelf te beschermen, is het mes in dit geval een wapen in de zin van categorie IV, onder 7 Wet wapens en munitie. De rechtbank overweegt dat door te besluiten een mes bij zich te dragen, verdachte er bewust voor heeft gekozen het mes zo nodig als wapen te kunnen gebruiken. Het feit dat hij zegt het mes alleen ter bescherming van zichzelf te dragen doet daar niets aan af. De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Parketnummer 08/019628-22
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten met parketnummer 08/019628-22 heeft begaan.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
ten aanzien van feit 1
[aangever 2] (hierna: [aangever 2] ) heeft namens [school 2] in zijn aangifte verklaard dat hij in de hal van de school een man aantrof die een blauw/grijs krat droeg met daarin koffertjes met gereedschap die eigendom bleken te zijn van het [school 1] . Op de camerabeelden heeft [aangever 2] gezien dat deze man de hele school is doorgelopen. [8] Getuige [getuige 2] (hierna [getuige 2] ) heeft verklaard dat hij een man in de school zag lopen die hij niet kende met een gereedschapskist vol gereedschap. De man verklaart tegen [getuige 2] dat hij gereedschap repareert. [9] Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting verklaard dat hij de gereedschappen niet wilde stelen, maar wilde repareren voor [naam 2] .
De rechtbank overweegt dat verdachte op het moment dat hij het kratje gereedschap, dat niet aan hem toebehoorde en waarvoor hij geen toestemming had om het weg te nemen, wegnam uit het klaslokaal, hij de feitelijke heerschappij over het gereedschap heeft verkregen en het zich wederrechtelijk heeft toegeëigend. Uit deze gedraging kan zijn bedoeling zich het gereedschap te willen toe-eigenen worden afgeleid. De rechtbank acht de diefstal dan ook wettig en overtuigend bewezen.
ten aanzien van feit 2
Verbalisant [verbalisant 2] , hoofdagent van de politie Oost-Nederland (hierna: [verbalisant 2] ) heeft in zijn aangifte verklaard dat verdachte tegen hem en verbalisant [verbalisant 1] , eveneens hoofdagent van de politie Oost-Nederland (hierna: [verbalisant 1] ) heeft gezegd: “stelletje kankermongolen” en “NSB’er”. [verbalisant 2] heeft verklaard dat hij zich persoonlijk maar ook in zijn functie als politieambtenaar grof beledigd voelde. [10] Ook verbalisant [verbalisant 1] heeft verklaard dat verdachte de bovenstaande uitlatingen richting hem en [verbalisant 2] heeft gedaan. [11]
De rechtbank is van oordeel dat verdachte door het roepen van bovenstaande uitlatingen zowel [verbalisant 2] als [verbalisant 1] heeft aangetast in hun eer en goede naam en zich dan ook schuldig heeft gemaakt aan een strafbare belediging.
ten aanzien van feit 3
[verbalisant 2] heeft verklaard dat verdachte hem heeft bedreigd met de bewoordingen uit de tenlastelegging. [verbalisant 2] heeft verklaard dat hij zich bedreigd voelde omdat verdachte hem boos aankeek en hij het gevoel had dat verdachte zijn woorden meende. Vervolgens verklaarde [verbalisant 2] dat hij zich niet prettig voelde bij de woorden van verdachte, omdat verdachte specifiek aangaf dat hij [verbalisant 2] in zijn vrije tijd zou komen opzoeken en hem in elkaar zou stompen. [verbalisant 2] heeft verklaard dat hij zich zowel persoonlijk als in zijn functie als politieambtenaar bedreigd voelde. [12]
Op grond van het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte [verbalisant 2] heeft bedreigd, waardoor bij [verbalisant 2] de redelijke vrees is ontstaan dat die bedreigingen werkelijkheid zouden worden. De rechtbank acht het ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 08/028344-22
1
hij op 1 februari 2022 te De Krim, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen, van het merk Walther, type p88 zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool,
en
munitie in de zin van artikel 1 onder 4º, gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 5, bij het vuurwapen behorende, kogelpatronen van het kaliber 7.65mm, voorhanden heeft gehad;
2
hij, in de periode van 22 december 2021 tot en met 1 februari 2022 te De Krim, telkens opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 16 december 2021 gegeven door de officier van justitie te Oost-Nederland kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte,
- niet zich zal ophouden in een straal van 500 meter in/op/aan [adres 2] (Hardenberg) en de [adres 3] (Hardenberg) en het [adres 4] (de Krim, gemeente Hardenberg) en
- zich zal onthouden van direct en/of indirect contact met de volgende personen te weten [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
door: WhatsApp- en email-berichten te versturen naar voornoemde [slachtoffer 1] en voornoemde [slachtoffer 1] foto's toe te zenden en voornoemde [slachtoffer 1] te bellen;
3
hij in de periode van 31 januari 2022 tot en met 1 februari 2022 te De Krim, gemeente Hardenberg (telkens) [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
door:
voornoemde [slachtoffer 1] , op 31 januari 2021, via een telefoongesprek dreigend de woorden toe te voegen: "Ik zou maar gauw een keer bij mij komm'n " en
- vervolgens kort daarna een foto op zijn, verdachtes, Facebook account te zetten waarop hij, verdachte, met een vuurwapen staat afgebeeld en dat vuurwapen op iemand richt en
- vervolgens, op 1 februari 2022, via een telefoongesprek dreigend de woorden toe te voegen: "Als jij vandaag of morgen niet bij mij komt meissie, dan gaat het mis hoor";
4
hij, in de periode van 22 december 2021 tot en met 1 februari 2022 te De Krim, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] door:
- voornoemde [slachtoffer 1] veelvuldig via WhatsApp en email berichten te sturen van beledigende en confronterende en bedreigende aard en/of strekking en
- foto's naar voornoemde [slachtoffer 1] te sturen en
- voornoemde [slachtoffer 1] meerdere malen te bellen en
- foto's te plaatsen op zijn, verdachtes, Facebook account van voornoemde [slachtoffer 1] en foto’s en teksten te plaatsen op zijn, verdachtes, Facebook account gericht op en als boodschap voor/naar voornoemde [slachtoffer 1] ,
met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, en vrees aan te jagen;
Parketnummer 08/336155-21
1
hij in de periode van 28 maart 2021 tot en met 13 december 2021 te De Krim en/of te Hardenberg, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] , door
- het veelvuldig (via whatsapp en sms en e-mail) versturen van (beledigende en bedreigende) spraak- en/of tekstberichten naar die [slachtoffer 1] en
- het veelvuldig aan te bellen bij de woning en op de ruiten slaan van de woning en het gooien van steentjes tegen de ruiten van de woning van die [slachtoffer 1] en
- het veelvuldig langs de woning van die [slachtoffer 1] te lopen en te rijden en
- het veelvuldig (dreigend) aanspreken van die [slachtoffer 1] en
- het met de auto klem rijden van die [slachtoffer 1] ,
met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, en vrees aan te jagen;
2
hij in de periode van 1 april 2021 tot en met 13 december 2021 te Hardenberg, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , door
- het veelvuldig (via whatsapp en sms) versturen van (beledigende en bedreigende) spraak- en/of tekstberichten naar die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en
- het veelvuldig aan te bellen bij de woning en op de ruiten slaan van de woning van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en
- het veelvuldig langs de woning van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] te lopen en te rijden en
- het veelvuldig (dreigend) aanspreken van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en
- het veelvuldig brieven met bedreigende teksten in de brievenbus van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] te stoppen
met het oogmerk die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , te dwingen iets te doen, en vrees aan te jagen;
3
hij op 13 december 2021 te Hardenberg [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen "Je zorgt dat [slachtoffer 1] bij mij terugkomt. Zo niet, dan maak ik je dood";
4
hij op 12 december 2021 te Hardenberg [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] (schriftelijk) dreigend de woorden toe te voegen
"Als ik iets hoor over dat het op school niet goed gaat met het kleintje, dan schiet ik" en "Maak ik jullie dood." en "Beloof dat ik jullie te pletter knal";
5
hij op 2 oktober 2021 te Hardenberg [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door die [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen "Ik maak jullie dood" en
"Jullie gaan dood";
Parketnummer 08/013002-22
1. subsidiair
hij op 17 januari 2022 te Hardenberg ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om bouwmaterialen (ventilatiesystemen, spackspuitmachine), aan [bedrijf] , toebehorend, weg te nemen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak
- het hek heeft geforceerd en
- over het hek is geklommen en
- de plank naast de voordeur van het flatgebouw op het bouwterrein heeft ingetrapt en heeft kapotgemaakt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij, op 17 januari 2022 te Hardenberg een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een (keuken)mes zijnde een voorwerp waarvan, gelet op zijn aard en de omstandigheden waaronder het werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat het bestemd was om letsel aan personen toe te brengen en te dreigen, heeft gedragen;
Parketnummer 08/019628-22
1
hij op 23 januari 2022 in de gemeente Hardenberg, een krat met koffers met gereedschap, aan het [school 1] toebehorend, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op 23 januari 2022 in de gemeente(n) Hardenberg en/of Ommen, opzettelijk ambtenaren, te weten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , hoofdagenten van politie, Eenheid Oost-Nederland, gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hun de woorden toe te voegen: "Stelletje kankermongolen" en "NSB'ers" en "Mongolen";
3
hij op 23 januari 2022 in de gemeente(n) Hardenberg en/of Ommen, [verbalisant 2] , hoofdagent van politie, Eenheid Oost-Nederland, gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, heeft bedreigd met zware mishandeling, door die [verbalisant 2] dreigend de woorden toe te voegen
"Ik onthoud je gezicht jongen. Volgende keer dat wij elkaar in vrije tijd tegen komen
stomp ik jou je hele kop ik elkaar, oke? Kijk me maar recht in de ogen aan, daar kun
je van op aan!" en
"Ik vind jou wel! Ze moeten jou een keer een half uur op je kop beuken. ik onthoud je gezicht wel" en
hij, daarbij doelend op die [verbalisant 2] , een goede tandartsverzekering had omdat hij hem, daarbij doelend op die [verbalisant 2] , op zijn kaak wilde slaan;
Parketnummer 08/343456-21
1
hij op 20 december 2021 te Hardenberg opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 16 december 2021 gegeven door de officier van justitie te Oost-Nederland kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte,
- niet zich zal ophouden in een straal van 500 meter in/op/aan [adres 2] (Hardenberg) en de [adres 3] (Hardenberg) en het [adres 4] (de Krim, gemeente Hardenberg) en
- zich zal onthouden van direct en/of indirect contact met de volgende personen te weten [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]
door zich in de nabijheid van de woning aan [adres 2] te bevinden;
2
hij op 22 en 23 december 2021 in de gemeente Hardenberg opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 16 december 2021 gegeven door de officier van justitie te Oost-Nederland kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte,
- niet zich zal ophouden in een straal van 500 meter in/op/aan [adres 2] (Hardenberg) en de [adres 3] (Hardenberg) en het [adres 4] (de Krim, gemeente Hardenberg) en
- zich zal onthouden van direct en/of indirect contact met de volgende personen te weten [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]
door (e-mail)berichten te versturen naar [slachtoffer 1] .
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45, 184a, 266, 267, 285, 285b, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en de artikelen 26, 27, 54 en 55 van de Wet wapens en munitie. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
Parketnummer 08/028344-22
feit 1
het misdrijf:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
het misdrijf:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
feit 2
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van Strafvordering, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
feit 4
het misdrijf:
belaging;
Parketnummer 08/336155-21
feit 1
het misdrijf:
belaging;
feit 2
het misdrijf:
belaging, meermalen gepleegd;
feit 3, feit 4 en feit 5
telkens het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
Parketnummer 08/013002-22
feit 1 subsidiair
het misdrijf:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 2
de overtreding:
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
Parketnummer 08/019628-22
feit 1
het misdrijf:
diefstal;
feit 2
het misdrijf:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf:
bedreiging met zware mishandeling;
Parketnummer 08/343456-21
feit 1 en feit 2
telkens het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van Strafvordering.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf en maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van 18 maanden, waarvan een gedeelte van tien maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht. De officier van justitie heeft gevorderd bij het voorwaardelijke gedeelte van de straf de voorwaarden op te leggen die de reclassering heeft geadviseerd in haar rapport van 31 mei 2022 en daar als voorwaarden aan toe te voegen een contact- en locatieverbod ten aanzien van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . De officier van justitie heeft gevorderd aan het contactverbod met [slachtoffer 1] de woorden
“tenzij het gaat om de omgang met zijn zoontje door tussenkomst van een derde”toe te voegen. De officier van justitie heeft gevorderd de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
Ten slotte heeft de officier van justitie gevorderd verdachte de maatregel als bedoeld in artikel 38v Sr op te leggen voor de duur van drie jaren, bestaande uit een (direct en indirect) contactverbod en een locatieverbod ten aanzien van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . Bij het contactverbod met [slachtoffer 1] heeft de officier van justitie gevorderd de woorden
“tenzij het gaat om de omgang met zijn zoontje door tussenkomst van een derde”toe te voegen. Voor elke overtreding van de maatregel geldt twee weken vervangende hechtenis, met een maximum van zes maanden. De officier van justitie heeft verzocht de dadelijke uitvoerbaarheid te bevelen ten aanzien van de 38v-maatregel.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit verdachte een straf op te leggen met een groot voorwaardelijk gedeelte en met een proeftijd van één jaar. Ten slotte heeft de raadsman aangevoerd dat hij geen aanleiding ziet voor een contact- en locatieverbod met de slachtoffers voor de duur van drie jaren.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich gedurende een periode van bijna een jaar schuldig gemaakt aan het stalken van zijn ex-vriendin, [slachtoffer 1] , haar moeder ( [slachtoffer 3] ) en de vriend van haar moeder ( [slachtoffer 2] ). Daarbij heeft verdachte [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ook bedreigd en hij heeft meermalen het contact- en locatieverbod in relatie tot hen overtreden. Het delictgedrag van verdachte is begonnen nadat hij en zijn vriendin uit elkaar zijn gegaan en verdachte zijn zoontje niet meer/minder dan hij wenste mocht zien. Verdachte heeft daarmee een grove inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] . Hoe groot de impact is geweest blijkt uit hun slachtofferverklaringen die namens hen zijn voorgelezen ter terechtzitting. [slachtoffer 1] is naar een andere stad verhuisd om meer rust te krijgen, maar omdat verdachte haar daar ook niet met rust heeft gelaten, is zij constant op haar hoede en alert en is ze bang dat verdachte haar iets aan zal doen. [slachtoffer 3] kan door de continue angst haar normale sociale leven niet meer leiden, zij werkt nog slechts op therapeutische basis, zij durft niet meer in haar eigen woonplaats te wandelen of boodschappen te doen en slaapt slecht door de stress en angst. Ook [slachtoffer 2] leeft in angst voor verdachte en wordt daardoor belemmerd in het leiden van zijn dagelijks leven.
Verdachte heeft respectloos gehandeld jegens aangevers door aan zijn eigen boosheid en frustratie toe te geven zonder daarbij rekening te houden met de mogelijke impact daarvan op de aangevers en in het verlengde daarvan op zijn zoon. Slachtoffers van stalking en bedreiging kunnen doorgaans nog lang gevoelens van angst, onzekerheid en onveiligheid ondervinden. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan de belediging van de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1] en de bedreiging van [verbalisant 2] . Deze verbalisanten deden niets anders dan hun werk. Het gedrag van verdachte getuigt niet van enig respect voor het openbaar gezag in het algemeen en het werk van deze twee verbalisanten in het bijzonder.
Ten slotte heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een diefstal en een poging tot diefstal, waarbij hij geen enkel respect heeft getoond voor de eigendommen van anderen.
Persoon van de verdachte
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met het uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 6 mei 2022. Hieruit blijkt dat verdachte niet recentelijk voor soortgelijke delicten is veroordeeld.
De rechtbank heeft acht geslagen op de Pro Justitia rapportage van 24 mei 2022, opgesteld door mr. drs. R.A. Sterk, psycholoog.
De psycholoog komt tot de conclusie dat verdachte lijdt aan een vermijdende persoonlijkheidsstoornis, waarmee zijn stemmings- en angstproblemen samenhangen. Daarnaast is bij verdachte sprake van een ernstige stoornis in alcoholgebruik. De stoornissen brengen voor verdachte forse minderwaardigheidsgevoelens en een vermijdende houding op alle levensgebieden mee. Als reactie op de toename van stress ontwikkelt verdachte stemmings- en angstproblemen en daardoor gaat verdachte middelen gebruiken, hetgeen ontremming meebrengt en leidt tot grensoverschrijdend handelen. Ten tijde van de ten laste gelegde feiten was de voornoemde psychische problematiek aanwezig. Door de geconstateerde psychische problematiek kan verdachte niet goed in staat worden geacht zijn wil in vrijheid te bepalen en de psycholoog adviseert dan ook de ten laste gelegde feiten in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. De psycholoog schat de kans op herhaling van (vooral verbaal) fysiek agressief gedrag van verdachte in op hoog. De psycholoog stelt vast dat vanuit forensisch oogpunt een behandeling gericht op zijn persoonlijkheidsstoornis en middelengebruik is geïndiceerd. Omdat de problematiek meervoudig en fors is, acht de psycholoog een ambulante behandeling ontoereikend. Verdachte zou een behandeling in een klinische setting moeten krijgen als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel, waarbij, indien mogelijk, aandacht dient uit te gaan naar de omgang met zijn zoon.
De rechtbank heeft voorts acht geslagen op de rapportage van Reclassering Nederland van 31 mei 2022, waarin de reclassering heeft geconcludeerd dat het delictgedrag van verdachte is ontstaan toen hij, na het verbreken van zijn relatie, door toenemend middelengebruik, zijn zoon niet meer mocht zien. De betekenis die het gezinsleven aan zijn leven gaf, viel weg en verdachte was als gevolg van de geconstateerde psychische problematiek onvoldoende in staat de tegenslagen in zijn leven te verdragen en er op een adequate manier mee om te gaan. Vanwege zijn gebrekkige probleem- en zelfinzicht, heeft verdachte een ambivalente houding ten opzichte van hulpverlening. De reclassering schat de kans op herhaling in op hoog. De reclassering adviseert bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden: een meldplicht, een klinische opname in een zorginstelling, een ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, een drugs- en alcoholverbod, een contact- en locatieverbod (met elektronische monitoring) en een locatiegebod (met elektronische monitoring). Vanwege het hoge recidiverisico adviseert de reclassering een proeftijd op te leggen voor de duur van drie jaren.
Ter terechtzitting van 2 juni 2022 heeft mevrouw D.J.G. Albersen, reclasseringswerker bij Reclassering Nederland het advies onderstreept en aangevuld. Zij heeft verklaard dat de reclassering de noodzaak ziet om te starten met een klinische behandeling om daarna te kunnen vervolgen met een ambulante behandeling en (eventueel) een ‘beschermd wonen-plek’.
Strafoplegging
De rechtbank onderschrijft de conclusies van de psycholoog over de toerekeningsvatbaarheid van verdachte en maakt deze conclusies tot de hare. Dit betekent dat de rechtbank vaststelt dat bij verdachte ten tijde van het begaan van het bewezenverklaarde een ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond. Daardoor kan het bewezenverklaarde hem in verminderde mate worden toegerekend. De rechtbank zal bij de strafoplegging rekening houden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte.
Gezien de ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Alles overwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden – met een voorwaardelijk gedeelte voor de duur van 12 maanden als stok achter de deur om verdachte ervan te weerhouden nieuwe strafbare feiten te plegen en hem te motiveren zich aan de bijzondere voorwaarden en behandeling te (blijven) houden – passend en geboden. De rechtbank zal daarbij ter recidivebeperking de bijzondere voorwaarden, zoals geadviseerd door de reclassering en geëist door de officier van justitie opleggen.
De rechtbank is van oordeel dat de op grond van artikel 14c Sr te stellen voorwaarden en het op grond van artikel 14d Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar moeten zijn. Gezien de hardnekkigheid van verdachtes stalkingsgedrag, waarmee hij doorging ondanks contactverboden en wat gepaard ging met bedreigingen en (vuur)wapenbezit en
gelet op de aan verdachtes gedragingen ten grondslag liggende vooralsnog onbehandelde persoonlijkheidsproblematiek en de nog altijd aanwezige problematiek rondom de omgang met zijn zoontje, moet er ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen.
De rechtbank acht, gelet op het grote risico op herhaling, ter voorkoming van strafbare feiten ook een contact- en locatieverbod noodzakelijk in de vorm van een vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v Sr, zodat gelijk kan worden ingegrepen als verdachte wederom contact zoekt met de slachtoffers, zonder dat deze overtreding per definitie de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf, en daarmee het einde van de behandeling, tot gevolg hoeft te hebben. De maatregel zal worden opgelegd voor de duur van drie jaren, inhoudende:
  • een contactverbod, direct en indirect, met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] , met uitzondering van het contact met [slachtoffer 1] via een derde, indien en voor zover dit plaatsvindt in het kader van een omgangsregeling ten aanzien van de zoon van verdachte en [slachtoffer 1] en uitsluitend voor zover dit contact noodzakelijk is voor een goed verloop van de omgang met de zoon van verdachte en [slachtoffer 1] ;
  • een locatieverbod voor:
o binnen een straal van 500 meter tot [adres 4] te De Krim (gemeente Hardenberg);
o binnen een straal van 500 meter tot de [adres 3] te Hardenberg;
o binnen een straal van 500 meter tot [adres 2] te Hardenberg.
De rechtbank beveelt dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is, nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich belastend gedraagt jegens genoemde personen. Daarnaast zal de rechtbank bevelen dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van twee weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van zes maanden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.
De rechtbank zal voor de overtreding (feit 2 van parketnummer 08/013002-22) volstaan met schuldigverklaring zonder oplegging van een straf of maatregel, nu dit feit in relatief kleine verhouding staat tot de misdrijven waarvoor de gevangenisstraf wordt opgelegd.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces ten aanzien van de feiten 3 en 4 met parketnummer 08/028344-22 en feit 1 met parketnummer 08/336155-21. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 5.000,00 (vijfduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde schadevergoeding ziet op immateriële schade.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij integraal kan worden toegewezen.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de vordering van de benadeelde partij gehalveerd dient te worden, gelet op de rol van benadeelde bij het ontstaan van de schade.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezen verklaarde feiten 3 en 4 met parketnummer 08/028344-22 en feit 1 met parketnummer 08/336155-21 rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De rechtbank acht voldoende onderbouwd dat [slachtoffer 1] voor vergoeding in aanmerking komende immateriële schade heeft geleden hetgeen is gebleken uit de onderbouwing van haar vordering en uit hetgeen namens haar in haar slachtofferverklaring ter terechtzitting is verklaard. [slachtoffer 1] is angstig, onrustig en ze voelt zich onveilig door het stelselmatig schenden van haar persoonlijke levenssfeer door verdachte en zij krijgt hiervoor ondersteuning. De rechtbank acht, gelet op vorderingen toegekend in soortgelijke zaken en gezien de gegeven onderbouwing een immateriële schadevergoeding van
€ 3.500,00 redelijk en billijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 3.500,00, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. De rechtbank zal de vordering voor het overige niet-ontvankelijk verklaren, nu het nader onderbouwen van dat deel van de vordering een onevenredige belasting van dit strafproces tot gevolg zou hebben.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten 3 en 4 met parketnummer 08/028344-22 en feit 1 met parketnummer 08/336155-21 is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 45 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 38v, 38w, 57 en 62 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 primair van parketnummer 08/013002-22 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 van parketnummer 08/028344-22, het onder 1, 2, 3, 4 en 5 van parketnummer 08/336155-21, het onder 1 subsidiair en 2 van parketnummer 08/013002-22, het onder 1, 2 en 3 van parketnummer 08/019628-22 en het onder 1 en 2 van parketnummer 08/343456-21 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer 08/028344-22
feit 1
het misdrijf:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
het misdrijf:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
feit 2
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van Strafvordering, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
feit 4
het misdrijf:
belaging;
Parketnummer 08/336155-21
feit 1
het misdrijf:
belaging;
feit 2
het misdrijf:
belaging, meermalen gepleegd;
feit 3, feit 4 en feit 5
telkens het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
Parketnummer 08/013002-22
feit 1 subsidiair
het misdrijf:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 2
de overtreding:
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
Parketnummer 08/019628-22
feit 1
het misdrijf:
diefstal;
feit 2
het misdrijf:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf:
bedreiging met zware mishandeling;
Parketnummer 08/343456-21
feit 1 en feit 2
telkens het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van Strafvordering.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3 en 4 van parketnummer 08/028344-22, het onder 1, 2, 3, 4 en 5 van parketnummer 08/336155-21, het onder 1 subsidiair en 2 van parketnummer 08/013002-22, het onder 1, 2 en 3 van parketnummer 08/019628-22 en het onder 1 en 2 van parketnummer 08/343456-21 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
12 (twaalf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd op uitnodiging meldt bij Reclassering Nederland en zich blijft melden op afspraken bij de reclassering, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich laat opnemen in de Piet Roorda Kliniek of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijke is voor plaatsing. De opname start aansluitend aan de detentie en duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling en als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang nodig vindt, werkt verdachte mee aan indicatiestelling en plaatsing;
- zich ambulant laat behandelen door Tactus of een soortgelijke zorgverlener, ter beoordeling van de reclassering. De behandeling start na de klinische opname en duurt de gehele proeftijd, of zoveel korter als de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte zal zich dan houden aan de huisregels en de aanwijzingen die door of namens de zorgverlener zullen worden gegeven voor de behandeling. Als een kans bestaat op risicovolle situaties, kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Verdachte laat zich dan opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.;
- verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang – indien de reclassering dat nodig vindt– te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- geen drugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod, door middel van urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd;
- geen alcohol gebruikt en meewerkt aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest)
om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt met
 [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1991;
 [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 1959;
 [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 4] 1967;
zo lang het Openbaar Ministerie dit nodig acht, met uitzondering van het contact met [slachtoffer 1] via een derde, indien en voor zover dit plaatsvindt in het kader van een omgangsregeling ten aanzien van de zoon van verdachte en [slachtoffer 1] en uitsluitend voor zover dit contact noodzakelijk is voor een goed verloop van de omgang met de zoon van verdachte en [slachtoffer 1]
- zich gedurende de proeftijd niet ophoudt
 binnen een straal van 500 meter van de woning, gelegen aan [adres 4] De Krim (gemeente Hardenberg) van [slachtoffer 1] ;
 binnen een straal van 500 meter van de woning, gelegen aan [adres 3] Hardenberg van [slachtoffer 3] ;
 binnen een straal van 500 meter van de woning, gelegen aan [adres 2] Hardenberg van [slachtoffer 2] ;
zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. Verdachte werkt mee aan elektronische monitoring van dit locatieverbod en hij gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische monitoring nodig is dat verdachte in Nederland blijft;
- gedurende de proeftijd op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig is op zijn verblijfsadres, zolang het Openbaar Ministerie dat nodig vindt. De reclassering stelt de precieze tijdstippen vast, in overleg met verdachte en afhankelijk van de dagbesteding. Verdachte werkt mee aan elektronische monitoring van dit locatiegebod.
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- beveelt dat de op grond van artikel 14c Sr gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14c, zesde lid, Sr uit te oefenen toezicht,
dadelijk uitvoerbaaris;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf
geheel in minderingzal worden gebracht;
- bepaalt dat aan verdachte ter zake van de overtreding (feit 2 van parketnummer 08/013002-22) geen straf of maatregel zal worden opgelegd;
- legt aan de verdachte op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheidals
bedoeld in artikel 38v Sr voor de duur van
3 (drie) jaren;
- beveelt dat de verdachte gedurende 3 jaren op geen enkele wijze – direct of
indirect – contact op zal nemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , met uitzondering van het contact met [slachtoffer 1] via een derde, indien en voor zover dit plaatsvindt in het kader van een omgangsregeling ten aanzien van de zoon van verdachte en [slachtoffer 1] en uitsluitend voor zover dit contact noodzakelijk is voor een goed verloop van de omgang met de zoon van verdachte en [slachtoffer 1]
- beveelt dat de verdachte zich gedurende 3 jaren niet mag bevinden:
 binnen een straal van 500 meter van de woning, gelegen aan [adres 4] De Krim (gemeente Hardenberg) van [slachtoffer 1] ;
 binnen een straal van 500 meter van de woning, gelegen aan [adres 3] Hardenberg van [slachtoffer 3] ;
 binnen een straal van 500 meter van de woning, gelegen aan [adres 2] Hardenberg van [slachtoffer 2] ;
- beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel per overtreding wordt vervangen door
2 (twee) wekenhechtenis en bepaalt daarbij dat de maximale hechtenis 6 (zes) maanden bedraagt;
- beveelt dat deze maatregel
dadelijk uitvoerbaaris, omdat er ernstig rekening mee moet
worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en/of zich
belastend zal gedragen jegens [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] ;
- toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op;
schadevergoeding
-
wijstde vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1] toetot een bedrag van € 3.500,00 (bestaande uit immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] (ten aanzien van de feiten 3 en 4 met parketnummer 08/028344-22 en feit 1 met parketnummer 08/336155-21): van een bedrag van € 3.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2022;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten 3 en 4 met parketnummer 08/028344-22 en feit 1 met parketnummer 08/336155-21, tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.500,00, (zegge: vijfendertighonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 45 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van het tijdstip dat het voorarrest gelijk wordt aan de opgelegde onvoorwaardelijke straf;
Dit vonnis is gewezen door mr. A.S. Metgod, voorzitter, mr. V.P.K van Rosmalen en mr. D. van den Berg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. de Bruin, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 16 juni 2022.
Buiten staat
mr. A.S. Metgod en mr. D. van den Berg zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, voor parketnummer 08/028344-22: dossiernummer PL0600-2022049562, voor parketnummer 08/336155-21: dossiernummer PL0600-2021580451, voor parketnummer 08/013002-22: dossiernummer PL0600-2022025285, voor parketnummer 08/019628-22: dossiernummer PL0600-2022035063 en voor parketnummer 08/343456-21: dossiernummer PL0600-2021596956. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Proces-verbaal van aangifte van 17 januari 2022, pagina 3.
3.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 17 januari 2022, pagina 5.
4.Proces-verbaal van bevindingen van 17 januari 2022, pagina 11.
5.Proces-verbaal van aanhouding van 17 januari 2022, pagina 19.
6.Proces-verbaal van bevindingen van 17 januari 2022, pagina 11.
7.Proces-verbaal van bevindingen van onderzoek wapen van 17 januari 2022, pagina 11
8.Proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] van 23 januari 2022, pagina 5.
9.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 23 januari 2022, pagina 18.
10.Proces-verbaal van aangifte van [verbalisant 2] van 23 januari 2022, pagina 7 en 8.
11.Proces-verbaal van aanhouding van 23 januari 2022, pagina 30 en 31.
12.Proces-verbaal van aangifte van [verbalisant 2] van 23 januari 2022, pagina 7 en 8