Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij op of omstreeks 31 mei 2021 te Enschede
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
[slachtoffer]
opzettelijk
van het leven te beroven,
voornoemde [slachtoffer] één of meermalen met een mes,
althans enig scherp en/of puntig voorwerp
in en/of nabij de oksel en/of arm en/of borst en/of buik en/of flank
en/of heup, althans in het bovenlichaam, althans in het lichaam
heeft gestoken en/of geprikt en/of gesneden
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
aan [slachtoffer] ,
opzettelijk
zwaar lichamelijk letsel, te weten één of meerdere steekwond(en) en/of
snijwond(en) en/of een klaplong en/of één of meerdere interne
bloeding(en) en/of interne beschadiging(en) en/of een geperforeerde
maag, heeft toegebracht door voornoemde [slachtoffer] één of meermalen met een mes, althans enig scherp en/of puntig voorwerp in en/of nabij de oksel en/of arm en/of borst en/of buik en/of flank
en/of heup, althans in het bovenlichaam, althans in het lichaam
te steken en/of snijden en/of prikken
waardoor voornoemde [slachtoffer] geruime tijd in het
ziekenhuis heeft gelegen;
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan [slachtoffer]
opzettelijk
zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
voornoemde [slachtoffer] één of meermalen met een mes,
althans enig scherp en/of
puntig voorwerp
in en/of nabij de oksel en/of arm en/of borst en/of buik en/of flank
en/of heup, althans in het bovenlichaam, althans in het lichaam
heeft gestoken en/of geprikt en/of gesneden
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 31 mei 2021 te Enschede,
openlijk, te weten op of aan de openbare weg, de Wenninkgaarde en/of
de Minkgaarde en/of de Noorderhagen en/of de Bolwerkstraat en/of de
Molenstraat en/of het Willem Wilminkplein,
in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek
toegankelijke plaats,
in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer]
,
door
- die [slachtoffer] achterna te rennen/te achtervolgen en/of
- die [slachtoffer] te slaan en/of te schoppen en/of te duwen
en/of
- (dreigend) om die [slachtoffer] heen te staan en/of
- op die [slachtoffer] (toen hij gevallen was) te gaan
liggen/leunen en/of die [slachtoffer] te beletten om
op te staan en/of
- in de zakken van die [slachtoffer] te voelen en/of
- die [slachtoffer] te betasten aan zijn kleding.
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer] ,
door
- die [slachtoffer] achterna te rennen/te achtervolgen en
- die [slachtoffer] te slaan en te schoppen en te duwen en
- (dreigend) om die [slachtoffer] heen te staan en
- op die [slachtoffer] (toen hij gevallen was) te gaan liggen/leunen en die [slachtoffer] te beletten om op te staan.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
poging tot doodslag;
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelde
€ 3.342,00. Het bedrag is als volgt opgebouwd:
€ 1.114,00 per punt x 3 punten (1 punt voor het indienen van de vordering, 1 punt voor het bijwonen van de inhoudelijke behandeling alsmede 1 punt voor het houden van het pleidooi). De verdachte zal in zoverre in de proceskosten van de benadeelde partij worden veroordeeld.
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
poging tot doodslag;
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
jeugddetentievoor de duur van
8 (acht) maanden;
maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen;
[slachtoffer](feiten 1 en 2) van een bedrag van
€ 44.961,00(zegge: vierenveertigduizend negenhonderdeenenzestig euro), (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2021);
€ 3.342,00, (zegge: drieduizend driehonderdtweeënveertig euro), alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 44.961,00, (zegge: vierenveertigduizend negenhonderdeenenzestig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat
gijzeling voor de duur van nul (0) dagenkan worden toegepast;