Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[X] ,
[Y],
1.De procedure
- het (tussen)vonnis van 24 maart 2021 waarbij de heer ing. A. de Wit als deskundige is benoemd;
- het deskundigenrapport van 23 september 2021 met daarbij gevoegd de einddeclaratie;
- de beslissing van 20 oktober 2021 ex artikel 199 lid 1 Rv (begroting loon deskundige);
- de conclusie na deskundigenbericht van [A] ;
- de conclusie na deskundigenbericht van [X] c.s.
2.De verdere beoordeling in conventie en in reconventie
Waar gaat de zaak over?
Ten aanzien van de eerste vraagis de deskundige nader ingegaan op de door hem op 20 september 2019 geconstateerde gebreken, zoals hij die destijds in een opleveringsrapport heeft opgetekend (productie 5 bij dagvaarding), en ook op de 'nazorgpunten' die [X] c.s. nadien bij [A] heeft gemeld (productie 7 en 9 bij dagvaarding). Daarbij heeft de deskundige per gebrek en nazorgpunt aangegeven voor wiens risico dit komt. Volgens de deskundige vallen de meeste 'nazorgpunten' buiten de oplevering waarbij [A] een afweging moet maken of al dan niet sprake is van een gebrek. Verder heeft de deskundige vastgesteld dat de door [X] c.s. gepleegde herstelwerkzaamheden beperkt zijn tot de afwerking van het plafond van de woonkamer en slaapkamers. Daarbij heeft de deskundige geen kosten genoemd die met deze herstelwerkzaamheden waren gemoeid.
staat op pagina 7; onderdeel 2, beschreven:'Aan de binnenzijde worden deze geschaafd uitgevoerd'. [A] zal aan de binnenzijde de ruwe plekken moeten schaven. Dit is ten tijde van de inspectie op 20 september niet door [X] gemeld en dus ook niet opgenomen in het opleverrapport. Voor mij als bouwkundige is het niet schaven van het hout geen technische tekortkoming en daarom is dit ook niet ter sprake geweest, ondanks dat het wel visueel waarneembaar was. Dit neemt niet weg dat geschaafd door [A] aan [X] is verkocht en dat [X] hier ook na de oplevering gewoon recht op heeft. [A] had dit zelf ook bij de oplevering kunnen/moeten melden.”