Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
HET WOONCENTRUM B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Almelo,
1.De procedure
25 april 2022, waarbij aanwezig waren [eiseres] met haar gemachtigde, mr. Van Wattum. Tevens waren de eigenaren [A] en [B] namens Het Wooncentrum aanwezig. Ter zitting heeft mr. Van Wattum pleitaantekeningen overgelegd. Van de zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt. Tijdens de zitting is afgesproken dat Het Wooncentrum de loonstroken van september en oktober 2021 aan de kantonrechter zou toesturen. [eiseres] heeft in antwoord daarop laten weten dat zij de bedragen die op de loonstroken staan, heeft ontvangen. [eiseres] heeft dienovereenkomstig haar eis gewijzigd.
2.Waar gaat het over?
In deze zaak oordeelt de kantonrechter dat Het Wooncentrum de min-uren niet had mogen verrekenen met het vakantiegeld. Dit betekent dat Het Wooncentrum nog een bedrag aan [eiseres] verschuldigd is. De motivering van deze beslissing volgt hieronder.
3.De feiten
‘(…)
Jullie hebben tussen kerst en nieuwjaar de uren van ons gehad. Wij vinden het niet meer dan redelijk dat we de overblijvende min uren gezamenlijk verdelen Jij hebt op dit moment 138,25 min uren. Dit betekent dat er 69 min uren blijven staan.(…)’
‘(…)
Wat betreft je uren.Je hebt in de corona periode 138 min uren gemaakt hier hebben wij de helft van op ons genomen. We hebben dus 69 uur gecompenseerd, er bleven toen 69 min uren over. Inmiddels heb je dit weggewerkt tot 43 min uren. Je hebt op dit moment nog 16 vakantie uren. Dit betekent dat je aan het einde van je contract nog 27 min uren overhoudt.
‘(…)
Zoals in de vorige mail aangegeven heb je ook nog min uren staan van corona. Aangezien je aangeeft je vakantie uren te willen opnemen, gaan we dus je minuren verrekenen met je vakantiegeld.(…)’.
4.Het geschil
1. aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 731,00 (kantonrechter: bruto) ter zake onterecht in rekening gebrachte min-uren;
2. aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 58,40 bruto ter zake te weinig betaalde vakantiebijslag;
3. tot betaling van de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de bij punt 1 en 2 gevorderde bedragen;
4. tot betaling van de incassokosten ten bedrage van 15% over de bij punt 1 en 2 gevorderde bedragen;
5. tot betaling van de kosten van dit geding.
5.De beoordeling
5.5. Uit de processtukken volgt dat Het Wooncentrum in de onderhavige situatie heeft geprobeerd om, tijdens de sluiting van de winkels, de ‘pijn’ eerlijk te verdelen tussen haarzelf als werkgever en haar personeel. Zo heeft Het Wooncentrum de vaste medewerkers de dagen tussen kerst en nieuwjaar vrijgegeven, zonder dat daar wat tegenover heeft gestaan. Voor de andere dagen dat de medewerker minder werkt dan volgens contract zou moeten, heeft Het Wooncentrum voorgesteld om de uren in te halen of om vakantie uren in te leveren. De stelling van Het Wooncentrum dat [eiseres] akkoord is gegaan met een verrekening van de min-uren, houdt echter geen stand. De kantonrechter twijfelt er niet aan dat Het Wooncentrum het juiste heeft willen doen voor haar personeel, maar toch had zij er niet zonder meer van uit mogen gaan dat [eiseres] als individu (stilzwijgend) wel akkoord zou zijn met het voorstel. Uit niets blijkt dat [eiseres] akkoord is gegaan met het voorstel om de min-uren te verrekenen met het vakantiegeld. De afspraak kan niet hard worden gemaakt. Van aanbod en aanvaarding is geen sprake.
- dagvaarding: € 127,49
- salaris gemachtigde:
€ 248,00(2 punten x toepasselijk tarief € 124,00)
totaal: € 589,49
6.De beslissing
6:119 BW over € 731,00 en € 58,40 vanaf de datum van opeisbaarheid tot de dag van volledige betaling;