Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser 1]
[eiser 2],
1.[gedaagde 1]
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.De beslissing samengevat
Waarover gaat deze zaak?
3.De beoordeling
Wat aan het geschil is voorafgegaan.
geleverd.
invloed van dwaling aan de zijde van [eiser 1] c.s. tot stand is gekomen, dan wel dat sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst. Als de rechtbank die verklaring voor recht weigert, willen [eiser 1] c.s. (subsidiair) dat de koopovereenkomst
gedeeltelijk wordt vernietigd op grond van dwaling, dan wel gedeeltelijk wordt ontbonden op grond van non-conformiteit. Hoe dan ook willen [eiser 1] c.s. dat [gedaagde 1] c.s. wordt veroordeeld tot betaling van de schade die [eiser 1] c.s. leiden als gevolg van de aanwijzing van de woning tot gemeentelijk monument. Ter zitting hebben [eiser 1] c.s. uitgelegd dat zij hun schade op dit punt op € 10.000,00 stellen.
veroordeeld.
beoordelen.
nietheeft plaatsgevonden.
‘ [B] , ik kan mij herinneren dat wij nog stukken zouden krijgen waaruit blijkt dat de olietank van de [adres] gesaneerd zou zijn, die hebben we niet gekregen. Er staat in het leverings contract wel een zin dat het gesaneerd is, maar we hebben niet de papieren die daar bij horen. Klopt mijn idee?’
‘Dat staat mij ook bij. Ik zal [gedaagde 1] een mailtje sturen’.[eiser 1] c.s. hebben een kopie van bepaalde documenten gekregen, maar willen alsnog originele stukken ontvangen.
gevraagde saneringscertificaat. Daardoor is het duidelijk geworden dat het [eiser 1] c.s. gaat om de zekerheid dat de documenten van WMO voldoende zijn voor een volgende verkoper om het vertrouwen op te baseren dat de tank is gesaneerd. [eiser 1] c.s. willen daarom dat de verklaring van WMO gewaarmerkt wordt of voorzien van een stempel/handtekening.
periode van het interbellum en dat daarvoor nodig is dat een medewerker van het Monumenten Advies Bureau de woning van binnen inspecteert. Ook schrijft de gemeente dat
‘hetuiteindelijke doel van de inventarisatie is om een selectie van de meest waardevolle gebouwen aan te wijzen als gemeentelijk monument. Indien wij zouden besluiten om uw pand de status van gemeentelijk monument te geven dan informeren wij u hierover en krijgt u in een zorgvuldige (wettelijke) procedure de mogelijkheid om uw mening kenbaar te maken’. Pas na het voornemen van de gemeente van 26 maart 2019 is de welstands-/monumentencommissie (in mei 2019) om advies gevraagd, zo blijkt uit de brief van de [gemeente] van 3 juni 2019 (reactie op een Wob-verzoek van [eiser 1] c.s.).
woning niet in de weg. Daarom, en omdat zij niet in gebreke zijn gesteld en omdat de gevorderde vergoeding niet goed is onderbouwd, verzetten zij zich tegen toewijzing van dit deel van de vordering.
woning als woonhuis belemmeren en dat de gebreken niet bekend of kenbaar waren. Dat staat zo in de koopovereenkomst omschreven. Over de belemmering van het normale gebruik hebben [eiser 1] c.s. zich niet uitgelaten. De rechtbank moet het er daarom op houden dat de geleverde woning beantwoordt aan de koopovereenkomst, in de daarin opgenomen zin dat de woning gebruikt kan worden als woonhuis. De rechtbank constateert verder dat [eiser 1] c.s. ermee bekend waren dat de kozijnen zich niet in goede staat bevonden. Dat blijkt namelijk uit het rapport van [A] . [eiser 1] c.s. hebben zich echter kennelijk verkeken op de ernst van de gebreken. Die waren voor niemand zichtbaar of bekend. De risicoverdeling uit de artikelen 6.1 en 6.3 van de koopovereenkomst, waarbij het uitgangspunt is dat [eiser 1] c.s. de woning overgedragen krijgen in de staat waarin deze zich bevindt, inclusief zichtbare en onzichtbare gebreken, brengt echter mee dat die inschattingsfout voor rekening van [eiser 1] c.s. blijven. Dat betekent dat ook dit deel van de vordering wordt afgewezen.