Verweerder heeft naar aanleiding van de bevindingen van de toezichthouder tijdens beide controles in het primaire besluit aan eiser drie lasten onder dwangsom opgelegd wegens drie overtredingen van artikel 2.1, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Aan de eerste last heeft verweerder ten grondslag gelegd dat de hele opslaghal en een overkapping in gebruik zijn voor de houtzagerij en daaraan ondergeschikte detailhandel. Dit is meer dan de 40% van de oppervlakte aan gebouwen die daar op grond van het ter plaatse geldende bestemmingsplan “Tubbergen, Kloosteresweg 10” (het bestemmingsplan Kloosteresweg) voor mag worden gebruikt. Verweerder heeft eiser gelast om ervoor te zorgen dat uiterlijk op 1 maart 2021 maximaal 40% van het toegestane oppervlak aan bedrijfsgebouwen en overkappingen in gebruik is voor de houtzagerij onder oplegging van een dwangsom van € 10.000 ineens. Daarnaast heeft verweerder eiser gelast om, nadat hieraan is voldaan, de overtreding beëindigd te houden onder oplegging van een dwangsom van € 10.000 ineens. De rechtbank zal dit hierna de eerste last noemen.
Aan de tweede last heeft verweerder ten grondslag gelegd dat de overkapping tussen de stal en de machineberging, de buitenruimte vóór de bestaande gebouwen en het verharde deel van het weiland vlak achter de opslaghal worden gebruikt voor buitenopslag voor de houtzagerij, terwijl het bestemmingsplan dit niet toestaat. Verweerder heeft eiser gelast om uiterlijk 1 maart 2021 het gebruik van de gronden voor de buitenopslag voor de houtzagerij te beëindigen onder oplegging van een dwangsom van € 5.000 ineens. Daarnaast heeft verweerder eiser gelast om, nadat hieraan is voldaan, de overtreding beëindigd te houden onder oplegging van een dwangsom van € 5.000 ineens. De rechtbank zal dit hierna de tweede last noemen.
Aan de derde laste heeft verweerder ten grondslag gelegd dat achter de opslaghal en de verharding diverse (bouw)materialen in het weiland liggen, terwijl het bestemmingsplan Kloosteresweg dit niet toestaat. Verweerder heeft eiser gelast om uiterlijk 1 maart 2021 het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan voor de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouw- en gebruiksactiviteiten en werken en werkzaamheden, te beëindigen onder oplegging van een dwangsom van € 5.000 ineens. Daarnaast heeft verweerder eiser gelast om, nadat hieraan is voldaan, de overtreding beëindigd te houden onder oplegging van een dwangsom van € 5.000 ineens. De rechtbank zal dit hierna de derde last noemen.