In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, is de vraag aan de orde of er sprake is van een huurachterstand die een ontbinding en ontruiming van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De eiser, vertegenwoordigd door mr. M.B. Bollen, heeft een kort geding aangespannen tegen Simoon B.V. en DS Holding B.V. wegens vermeende huurachterstanden. De onderhuurovereenkomst tussen eiser en Simoon B.V. is op 17 oktober 2018 aangegaan voor een periode van vijf jaar, met een maandelijkse huur van € 2.000,- exclusief btw. Eiser stelt dat er huurachterstanden zijn ontstaan in maart en april 2022, en vordert ontruiming van de bedrijfsruimte en betaling van openstaande bedragen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Simoon B.V. de huurbetalingen voor de maanden maart en april 2022 heeft verricht, maar dat eiser deze betalingen heeft afgeboekt als waarborgsom. De rechter oordeelt dat er geen huurachterstand is en dat Simoon B.V. geen boetes verschuldigd is. De vordering tot ontruiming wordt afgewezen, omdat de kantonrechter van mening is dat de betalingsachterstanden niet zodanig zijn dat deze een ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigen. De rechter wijst erop dat de coronamaatregelen ook een rol hebben gespeeld in de betalingsproblemen van Simoon B.V.
Uiteindelijk worden alle vorderingen van eiser afgewezen en wordt eiser veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 3 juni 2022 door mr. J.M. Marsman, kantonrechter.