ECLI:NL:RBOVE:2022:1570

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
1 juni 2022
Publicatiedatum
1 juni 2022
Zaaknummer
ak_22_895
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor plaatsing van elektrische deelscooters in Zwolle; afwijzing verzoek om voorlopige voorziening

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 1 juni 2022 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van GO Sharing B.V. tegen het college van burgemeester en wethouders van Zwolle. Het primaire besluit, genomen op 9 mei 2022, verleende aan derde partijen toestemming voor het plaatsen van elektrische deelscooters in de gemeente Zwolle. GO Sharing B.V. heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij meent dat de vergunningverlening onrechtmatig is en dat zij hierdoor financieel benadeeld wordt.

Tijdens de zitting op 31 mei 2022 is de zaak behandeld. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het spoedeisend belang van GO Sharing B.V. uitsluitend financieel van aard is en dat er geen evident onrechtmatige vergunningverlening is vastgesteld. De voorzieningenrechter benadrukte dat het oordeel voorlopig is en niet bindend voor een eventueel bodemgeding.

De voorzieningenrechter heeft verder overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en dat de vergunningverlening volgens de regels is verlopen. De argumenten van verzoekster dat zij geen eerlijke kans heeft gehad bij het indienen van de vergunningaanvraag zijn niet overtuigend gebleken. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen schending van het gelijkheidsbeginsel is aangetoond en dat de belangen van de derde partijen ook meegewogen moeten worden. De uitspraak is gedaan door mr. J.H.M. Hesseling, in aanwezigheid van griffier R.K. Witteveen, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 22/895
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

GO Sharing B.V., te Nieuwegein, verzoekster,

gemachtigden: mr. J.E. van der Holst en mr. M.A.J. west,
en

het college van burgemeester en wethouders van Zwolle, verweerder

gemachtigde: mr. M.W. van Nijendaal.
Derde-partijen:
1. Felyx Sharing B.V., te Amsterdam, gemachtigde: [naam 2] , en
2. Check Technologies B.V., te Amsterdam, gemachtigde: [naam 3] .

Procesverloop

Bij besluit van 9 mei 2022 (het primaire besluit) heeft verweerder aan de derde-partijen vergunning verleend voor het plaatsen van elektrische deelscooters in de gemeente Zwolle.
Verzoekster heeft tegen het primaire besluit op 30 mei 2022 bezwaar gemaakt. Zij heeft de voorzieningenrechter gelijktijdig verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 31 mei 2022. Voor verzoekster is
[naam 1] verschenen, bijgestaan door haar gemachtigden. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, bijgestaan door M. van Brussel. De derde-partijen zijn verschenen bij hun gemachtigden.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
3. In geschil is de vraag of de vergunningverlening voor de exploitatie van deelscooters voor de komende twee jaar in de gemeente Zwolle volgens de regels is verlopen en in het bijzonder of de gemeente daarbij niet heeft gehandeld in strijd met het formele gelijkheidsbeginsel.
Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen de vergunning en aan de voorzieningenrechter verzocht om de vergunning te schorsen tot dat op dit bezwaar is beslist.
Om een dergelijk verzoek te kunnen toewijzen moet er sprake zijn van een spoedeisend belang, waarbij ook van belang is hoe groot de kans wordt ingeschat dat het bezwaar succes zal hebben.
Anders gezegd, als al op voorhand duidelijk is dat het in bezwaar aangevochten besluit onrechtmatig is, zal sneller worden aangenomen dat er een spoedeisend belang aanwezig is.
Kijkend naar het spoedeisend belang, wordt vastgesteld dat dit uitsluitend financieel is. Verzoekster heeft aangegeven dat zij door de vergunningverlening aan twee concurrenten wekelijks een flinke omzet mis loopt en bovendien het volledig innemen van de scooters ook een flinke kostenpost is. Verzoekster heeft geen bedragen genoemd.
Aannemelijk is dat het per 1 juni 2022 niet langer kunnen exploiteren van deelscooters in Zwolle aanzienlijke financiële gevolgen heeft voor verzoekster maar gesteld nog gebleken is dat verzoekster als gevolg daarvan in de periode van bezwaar in financiële problemen komt. Als op enig moment mocht blijken dat verzoekster recht had op een vergunning vanaf genoemde datum zal dit kunnen leiden tot een schadeclaim bij de gemeente waardoor zij achteraf gecompenseerd kan worden voor de schade. Dit geldt ook voor de ter zitting gestelde marketingschade.
Gelet daarop wordt in beginsel geen reden gezien om het verzoek tot schorsing te honoreren.
Dat zou slechts anders zijn als al op dit moment evident is dat de vergunning (of beter de procedure die tot de vergunning verlening heeft geleid) onrechtmatig is. En die conclusie kan niet worden getrokken.
Het belangrijkste argument van verzoekster is dat zij ten opzichte van haar concurrenten geen eerlijke kans heeft gehad bij het indienen van het verzoek tot het verkrijgen van de vergunning. Onderkend wordt dat het elektronisch indienen van aanvragen in een situatie waarbij in beginsel geldt dat ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’ problematisch kan zijn. Maar niet gebleken is dat in dit concrete geval het gelijkheidsbeginsel is geschonden. Verzoekster is een professionele exploitant van deelscooters met veel vestigingen in Nederland en daarbuiten. Verzoekster heeft zelf ook meerdere mails tegelijkertijd in laten dienen om zo de kans om bovenaan te komen bij de indienen van het verzoek om vergunning te vergroten en was blijkens de in het bezwaarschrift genoemde uitspraak van rechtbank Oost-Brabant op de hoogte van het gebruik van zogenaamde mailbommen. Niet gebleken is dat verzoekster desondanks technisch en/of financieel niet in staat was om op eenzelfde manier het verzoek in te dienen als haar concurrenten. In die zin is de voorzieningenrechter er niet op voorhand van overtuigd dat er voor verzoekster geen sprake was van gelijke kansen bij de inschrijving en/of dat de voor het aanvragen van de vergunning geldende regels zijn geschonden.
Gelet op het voorgaande en ook met het oog op de belangen van de derde partijen om hun vergunningen te kunnen gaan gebruiken, kom ik tot een afwijzing van het verzoek.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H.M. Hesseling, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van R.K. Witteveen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.