4.5De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 25 april 2021 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), komende uit de richting van de Coba Ritsemastraat en gaande in de richting van de kruising van de wegen, de Willem de Kooningstraat en de Adriaen Brouwerstraat met de Johannes Vermeerstraat, daarmede rijdende over de weg, de Johannes Vermeerstraat, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend,
- terwijl hij ter plaatse zeer bekend is,
- voorafgaand aan en tijdens het afslaan naar links niet of in onvoldoende mate te kijken en te blijven kijken naar de busbaan (Weusthag) die parallel is gelegen aan de Johannes Vermeerstraat en het zich daarop bevindende verkeer en
- in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, niet de snelheid van dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig (personenauto) zodanig te regelen dat hij in staat was dat motorrijtuig (personenauto) tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij, verdachte, voormelde kruising en de busbaan kon overzien en waarover deze vrij waren en
- terwijl direct voor de kruising van de Willem de Kooningstraat en de Adriaen Brouwerstraat met de busbaan van de Johannes Vermeerstraat op het wegdek haaientanden, als bedoeld in artikel 80 van voormeld reglement, inhoudende: "Bestuurders moeten voorrang verlenen aan de bestuurders op de kruisende weg", waren aangebracht,
- bij het naar links afslaan en het passeren van de busbaan, teneinde de Willem de Kooningstraat in te rijden, een bestuurder van een bus (zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen), die op de busbaan van de Johannes Vermeerstraat zich naast, althans zich links dicht achter hem bevond, niet voor te laten gaan en
- ten gevolge waarvan de bestuurder van deze bus hard moest remmen en deze bus is in
aanrijding gekomen met het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig (personenauto) en
daarbij een passagier in de bus ten val is gekomen,
waardoor een ander (de passagier genaamd [slachtoffer] ) werd gedood.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.