ECLI:NL:RBOVE:2022:154

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 januari 2022
Publicatiedatum
21 januari 2022
Zaaknummer
08/182964-21, 05/174603-21 en 08/179448-21 (ttz gevoegd) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor meerdere diefstallen in Overijssel

Op 21 januari 2022 heeft de Rechtbank Overijssel een 39-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 jaar voor diefstal. De man pleegde in een periode van 10 dagen vijf diefstallen, waarvan drie op één dag. Hij werd betrapt op het stelen van kleding en andere goederen uit een trekkershut in Voorthuizen, van een waslijn in Nijverdal en uit een tent op een camping in Hellendoorn. Ondanks zijn aanhouding op 2 juli 2021 ging hij door met stelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn en dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging. De verdachte heeft tijdens de zitting ontkend de diefstallen te hebben gepleegd, maar de rechtbank achtte de bewijsmiddelen overtuigend. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij voor materiële schade.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08/182964-21, 05/174603-21 en 08/179448-21 (ttz gevoegd) (P)
Datum vonnis: 21 januari 2022
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1982 in [geboorteplaats] (Roemenië),
zonder vaste woon- of verblijfsplaats in Nederland,
nu verblijvende in de P.I. Almelo.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 7 januari 2022.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. G.J. Jansen en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. K. Karapetyan, advocaat in Hengelo (O), naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
parketnummer 08/182964-21:
op 10 juli 2021 uit een woning verschillende goederen van [aangever 1] heeft gestolen door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
parketnummer 05/174603-21:
op 2 juli 2021 verschillende goederen van [aangever 2] , [aangever 3] , [aangever 4] , [aangever 5] en [aangever 6] heeft gestolen;
parketnummer 08/179448-21:
feit 1:op 6 juli 2021 verschillende goederen van [aangever 7] heeft gestolen;
feit 2:op 6 juli 2021 verschillende goederen van [aangever 8] heeft gestolen;
feit 3:op 6 juli 2021 een jas van [aangever 9] heeft gestolen door middel van braak,
verbreking en/of inklimming.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
parketnummer 08/182964-21:
hij op of omstreeks 10 juli 2021 te Agelo, gemeente Dinkelland, uit een woning (gelegen aan de [adres 1] )
- een of meer kledingstuk(ken)
- een paar schoenen
- een riem
- een fles(je) handgel
- een horloge en/of
- een autosleutel
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte, toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
parketnummer 05/174603-21:
hij op of omstreeks 2 juli 2021 te Voorthuizen, gemeente Barneveld een of meerdere (heup)tassen en/of een of meerder jassen en/of een of meerdere sportbroeken en/of een of meerdere slippers en/of een of meerdere t-shirts en/of een of meerdere kledingstukken, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 2] en/of [aangever 3] en/of [aangever 4] en/of [aangever 5] en/of [aangever 6] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
parketnummer 08/179448-21:
feit 1:
hij op of omstreeks 6 juli 2021 te Hellendoorn een paar (sport)schoenen, een (joggings)broek en/of een zonnebril, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 7] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
feit 2:
hij op of omstreeks 6 juli 2021 te Nijverdal, gemeente Hellendoorn een of meer(dere) broek(en), een T-shirt en/of een of meer(dere) sigaret(ten), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 8] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
feit 3:
hij op of omstreeks 6 juli 2021 te Nijverdal, gemeente Hellendoorn een jas, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 9] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/ofinklimming.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaken, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. De bewijsmotivering [1]
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder parketnummers 08/182964-21, 05/174603-21 en 08/179448-21 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen bewijsverweer gevoerd en zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
parketnummer 08/182964-21:
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder parketnummer 08/182964-21 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
  • het proces-verbaal aangifte van [aangever 1] van 11 juli 2021, pagina’s 4-6;
  • het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 10 juli 2021, pagina’s 8-9;
  • het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 11 juli 2021, pagina’s 10-12;
  • de bekennende verklaring van verdachte, zoals opgenomen in het proces-verbaal van de zitting van 7 januari 2022.
parketnummer 05/174603-21:
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder parketnummer 05/174603-21 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
  • het proces-verbaal aangifte van [aangever 2] van 2 juli 2021, pagina’s 14-18;
  • de bekennende verklaring van verdachte, zoals opgenomen in het proces-verbaal van de zitting van 7 januari 2022.
parketnummer 08/179448-21:
Verdachte heeft tijdens de zitting van 7 januari 2022 ontkend de onder parketnummer 08/179448-21 ten laste gelegde diefstallen te hebben gepleegd. Hij heeft verklaard dat hij over een bedrag van € 14,00 beschikte en daarvan de polo met opdruk ‘ [naam 1] ’ (feit 2) en de blauwe sportschoenen, joggingbroek en zonnebril (feit 1) bij een tweedehandswinkel heeft gekocht.
De rechtbank overweegt als volgt.
[aangever 8] (hierna: [aangever 8] ) en [aangever 9] (hierna: [aangever 9] ) hebben aangifte gedaan van diefstal op 6 juli 2021, gepleegd in Nijverdal, gemeente Hellendoorn.
[aangever 8] heeft verklaard dat een blauwe polo met opdruk ‘ [naam 1] ’, een grijze lange spijkerbroek en een korte zwarte spijkerbroek van zijn waslijn zijn weggenomen. Ook is een pakje sigaren van het merk Moods weggenomen.
Getuige [getuige 2] zag op 6 juli 2021 iemand door het raam van de bouwkeet van [aangever 9] naar binnen klimmen. Hij heeft [aangever 9] gewaarschuwd, waarna [aangever 9] naar de bouwplaats is gegaan. Hij zag daar een man weglopen met een jas aan afkomstig uit de bouwkeet. De man was 1.75 tot 1.85 meter lang, had een tenger postuur en donker haar. De dader is de bouwkeet binnen gekomen door het raam aan de voorzijde te forceren, aldus [aangever 9] .
Aangeefster [aangever 7] (hierna: [aangever 7] ) heeft verklaard dat de eigenaar van camping ‘ [camping] ’ in Hellendoorn haar op 6 juli 2021 vertelde dat haar schoenen waren weggenomen door een man. Hierop is [aangever 7] naar de camping gefietst. De politieagent, die haar blauwe sportschoenen liet zien, vroeg of die van haar waren. [aangever 7] herkende meteen haar sportschoenen. Ze zag daarnaast dat de man ook haar zwarte trainingsbroek van het merk Adidas aan had. [aangever 7] heeft verder verklaard dat ze op een later moment van de politie kreeg te horen dat de man een zwarte zonnebril bij zich droeg. [aangever 7] zei toen dat die bril van haar is als er de tekst ‘Go Ahead Eagles’ op staat. Hierop kreeg ze te horen dat die tekst op de bril stond.
[naam 2] , de zoon van de campingeigenaar, zag op 6 juli 2021 een man met blote voeten in het weiland lopen. Hij zag dat de man de weg overstak en het terrein van de camping opliep. [2]
[naam 3] , de campingeigenaar, trof de man naast de tent van [aangever 7] aan. Hij had blauwe gympen aan.
Verdachte had tijdens de aanhouding een zwarte zonnebril op met de opdruk ‘Go Ahead Eagles’. Hij had de volgende kleding aan: blauwe Adidas gymschoenen, zwarte Adidas joggingbroek, polo met de opdruk ‘ [naam 1] ’. In de joggingbroek zat een doosje sigaren van het merk Moods.
Op grond van deze bewijsmiddelen schuift de rechtbank de verklaring van verdachte als ongeloofwaardig terzijde.
De rechtbank stelt vast dat de kledingstukken die verdachte op het moment van de aanhouding droeg overeenkomen met, sommige zelfs zeer specifieke, kledingstukken die diezelfde dag in de omgeving zijn gestolen van [aangever 8] en [aangever 7] . De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen bewezen dat verdachte bij [aangever 8] en [aangever 7] de in de tenlastelegging genoemde goederen heeft weggenomen.
Nu een deel van de weggenomen goederen van [aangever 8] is aangetroffen bij verdachte en een ander deel van de weggenomen goederen van [aangever 8] is aangetroffen in de tuin van [aangever 9] , stelt de rechtbank vast dat verdachte, wiens uiterlijk overeenkomt met het gegeven signalement, ook de persoon was die gezien is bij de bouwkeet van [aangever 9] en daar de jas heeft weggenomen.
De rechtbank acht zodoende wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 6 juli 2021 verschillende goederen van [aangever 8] , [aangever 9] en [aangever 7] heeft weggenomen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven en de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
parketnummer 08/182964-21:
hij op 10 juli 2021 te Agelo, gemeente Dinkelland, uit een woning gelegen aan de [adres 1] , kledingstukken, een paar schoenen, een riem, een horloge en een autosleutel, die aan een ander dan aan verdachte toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking en inklimming;
parketnummer 05/174603-21:
hij omstreeks 2 juli 2021 te Voorthuizen, gemeente Barneveld, tassen en jassen en broeken en slippers en t-shirts en kledingstukken, die aan [aangever 2] en/of [aangever 3] en/of [aangever 4] en/of [aangever 5] en/of [aangever 6] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
parketnummer 08/179448-21:
feit 1:
hij op 6 juli 2021 te Hellendoorn een paar sportschoenen, een joggingbroek en een
zonnebril, die aan [aangever 7] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
feit 2:
hij op 6 juli 2021 te Nijverdal, gemeente Hellendoorn, broeken, een T-shirt en sigaren, die aan [aangever 8] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
feit 3
:
hij op 6 juli 2021 te Nijverdal, gemeente Hellendoorn, een jas, die aan [aangever 9] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking en inklimming.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
parketnummer 08/182964-21:
het misdrijf:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik
heeft gebracht door middel van verbreking en inklimming;
parketnummer 05/174603-21:
het misdrijf:
diefstal;
parketnummer 08/179448-21:
feiten 1 en 2, telkens:
het misdrijf:
diefstal;
feit 3:
het misdrijf:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik
heeft gebracht door middel van verbreking en inklimming.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van
verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de
bewezen verklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, met aftrek van de tijd die hij in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat er bij de strafoplegging rekening mee moet worden gehouden dat verdachte ten tijde van plegen van de diefstallen in de war was. Hij heeft spijt van de diefstallen en wil graag terug naar zijn gezin in Roemenië. Volgens de raadsman volstaat het om een gevangenisstraf op te leggen die qua duur gelijk is aan het voorarrest. Een voorwaardelijk strafdeel kan dienen als stok achter de deur, aldus de raadsman.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen.
De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft in een periode van tien dagen vijf diefstallen gepleegd, waarvan drie op één dag. Nadat verdachte op 1 juli 2021 uit een trekkershut in Voorthuizen onder andere kleding, jassen en tassen had weggenomen, heeft een aanhouding door de politie op 2 juli 2021 hem er niet van weerhouden om na heenzending opnieuw op dievenpad te gaan. Op 6 juli 2021 heeft hij namelijk van een waslijn en uit een bouwkeet in Nijverdal kleding en sigaren weggenomen. Uit een tent op een camping in Hellendoorn nam hij die dag schoenen, een joggingbroek en een zonnebril mee. Hij is hiervoor op dezelfde dag aangehouden en op 7 juli 2021 weer heengezonden. Ook daarna ging hij door met stelen. Op 10 juli 2021 nam hij uit een woning verschillende goederen mee. Verdachte heeft tijdens zijn strooptocht kennelijk geen moment stil gestaan bij de schade en het ongemak die hij veroorzaakte bij de slachtoffers. Het eigen gewin was het enige dat telde. De rechtbank neemt verdachte dit zeer kwalijk.
Uit de justitiële documentatie van verdachte blijkt dat hij in Duitsland en Groot-Brittannië meermalen onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke feiten en dat aan hem forse gevangenisstraffen zijn opgelegd, meest recent een veroordeling op 28 juni 2021 voor het onder andere op 24 juni 2021 helen van gestolen goederen in Groot-Brittannië. Verdachte is direct hierna naar Nederland gegaan om, terwijl er nog geen week verstreken was sinds zijn laatste veroordeling, hier verder te gaan met het plegen van strafbare feiten.
In het nadeel van verdachte weegt de rechtbank tevens mee dat verdachte ter zitting er geen blijk van heeft gegeven het kwalijke van zijn handelen in te zien.
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat voor deze feiten alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. De rechtbank zal de strafeis van de officier van justitie volgen, nu zij deze passend acht.

8.De schade van benadeelde

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[aangever 4] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces en een bedrag van
€ 400,00 aan materiële schade (‘gaatje in mijn jas’) gevorderd, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De benadeelde partij heeft daarnaast een verzoek gedaan tot het vergoeden van de proceskosten van € 20,00 (‘gat dichten’).
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot een bedrag van € 20,00 kan worden toegewezen.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman is, net als de officier van justitie, van mening dat een bedrag van € 20,00 kan worden toegewezen.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder parketnummer 05/174603-21 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schade van € 20,00 (‘gat dichten’) is niet betwist, voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 20,00, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor een deel van € 400,00 niet-ontvankelijk verklaren
en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.
Als door verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 1 dag gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op artikel 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummers 08/182964-21, 05/174603-21 en 08/179448-21 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 08/182964-21:
het misdrijf:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik
heeft gebracht door middel van verbreking en inklimming;
parketnummer 05/174603-21:
het misdrijf:
diefstal;
parketnummer 08/179448-21:
feiten 1 en 2, telkens:
het misdrijf:
diefstal;
feit 3:
het misdrijf:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik
heeft gebracht door middel van verbreking en inklimming;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij [aangever 4] toe tot een bedrag van € 20,00 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 4] (parketnummer 05/174603-21) van een bedrag van € 20,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2021;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit (parketnummer 05/174603-21) tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 20,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 1 dag kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [aangever 4] voor een deel van € 400,00 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.M.F. Schreurs, voorzitter, mr. A.M. Rikken en
mr. A.S. Metgod, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.R. Mulder, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 21 januari 2022.
Buiten staat
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Parketnummer 08/179448-21:
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2021312425. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 8] van 6 juli 2021, pagina 16, zakelijk weergegeven:
Plaats delict: [adres 2] , binnen de gemeente Hellendoorn.
Ik hoorde vandaag 6 juli 2021, van mijn buurman dat er bij hem goederen waren weggenomen en ook goederen die niet van hem waren, waren achter gebleven. Hierop ben ik ook gaan kijken of ik goederen miste. Ik kan u vertellen dat er van de waslijn een polo kleur blauw is weggenomen met de opdruk [naam 1] , 1 grijze lange spijkerbroek, 1 korte zwarte spijkerbroek en een pakje sigaren van het merk Moods. De sigaren lagen onder de carport.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen van 12 juli 2021, pagina 19, zakelijk weergegeven:
In de tuin van mijn buurman [aangever 9] is een korte spijkerbroek van mij aangetroffen, deze spijkerbroek hing bij ons aan de waslijn.
3.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 9] van 6 juli 2021, pagina 21, zakelijk weergegeven:
Plaats delict: [adres 3] , binnen de gemeente Hellendoorn.
Vandaag dinsdag 6 juli 2021, omstreeks 01.15 uur zag mijn buurman welke aan het wandelen was dat iemand door dit raam de bouwkeet aan het binnenklimmen was. Hij is naar huis gelopen en heeft mij gewaarschuwd. Toen ik na ongeveer een half uur bij de bouwplaats kwam zag ik dat een man met donkerhaar wegliep richting de Regge. Ik zag dat deze man een jas aan had welke afkomstig is uit mijn bouwkeet. Het betrof een zwarte jas met blauwe stukken aan de zijkant en onder de armen op de borst de opdruk 4bouw. De dader is inderdaad de bouwkeet binnen gekomen door het raam aan de voorzijde te forceren. Uit de keet werd ontvreemd de jas, koekjes en een mondkapje. Achter op het bouwterrein werd
aangetroffen. De lege verpakking van de koekjes uit de keet. Het mondkapje en een
zwarte werkbroek en een korte zwarte broek.
3.
Het proces-verbaal van verhoor aangever [aangever 9] van 8 juli 2021, pagina 26, zakelijk weergegeven:
Ik kan de verdachte als volgt omschrijven:
- 1,75 a 1,85 meter lang;
- tenger postuur;
- donker haar.
[aangever 8] heeft zijn eigen spullen herkend en weer mee terug genomen.
4.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 12 juli 2021, pagina 28, zakelijk weergegeven:
Ik liep ter hoogte van perceelnummer [perceel] aan de [straat] . Ik zag dat er iemand bij de schaftkeet stond die bij het raam bezig was. Ik zag dat hij een raam van de schaftkeet opende en hierdoor naar binnen klom. Ik vond dit verdacht. Ik heb hierop mijn wandelrondje afgemaakt en heb daarna direct mijn buurman van nummer [perceel] gebeld. Dit is de heer [aangever 9] .
5.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 7] van 6 juli 2021, pagina 4, zakelijk weergegeven:
Vandaag, dinsdag 6 juli 2021, werd ik door de eigenaar van de camping genaamd " [camping] " gelegen aan de [adres 4] gebeld. Ik kreeg van de
eigenaar te horen dat ik mogelijk ongewenst bezoek had gehad bij mijn tent. Hij vroeg mij of ik blauwe sportschoenen had. Tevens hoorde ik dat mijn schoenen door een manspersoon weg genomen waren.
Hierop ben ik naar de camping gefietst. Daar kwam ik de politie tegen. Ik hoorde van de politieagent, die mij blauwe sportschoenen liet zien, of die van mij waren. Ik herkende meteen mijn sprotschoenen. Verder zag ik dat de manspersoon in de dienstvoertuig van de politie zat. Gelijk zag ik dat de manspersoon ook een zwarte trainingsbroek van het merk Adidas aan had. Ik herkende meteen dat dat ook mijn broek was. Ik herkende meteen mijn broek aan de verwassen letters aan de achterzijde van mijn broek.
Nadien werd ik gebeld door de politie. Ik kreeg te horen of ik meer goederen vermiste. Ik kreeg te horen dat de manspersoon een zwarte zonnebril bij zich droeg. Ik zei toen tegen de politie, als er de tekst "Go Ahead Eagles" op de bril zou staan, dan is de bril van mij. Hierop kreeg ik inderdaad te horen dat de tekst op de bril stond.
6.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 3] van 6 juli 2021, pagina 7, zakelijk weergegeven:
Ik trof vervolgens de man, die in uw auto, bij de houtwal naast de tent van mevrouw [aangever 7] aan. Toen heb ik de politie gebeld en daarna mevrouw [aangever 7] . Ik weet zeker dat hij blauwe gympen aan had.
7.
Het proces-verbaal van bevindingen van 13 juli 2021, pagina 13, zakelijk weergegeven:
Tijdens het aantreffen van verdachte, zag ik dat de verdachte de volgende kleding aan had:
Blauwe Adidas gymschoenen, een zwarte Adidas jogging broek en een polo kleur blauw met zwart en de opdruk " [naam 1] ". Verdachte haalde op onze vraag, uit zijn jogging broek, een klein doosje sigaren merk Moods.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van:
2.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2] van 7 juli 2021, pagina’s 9-10.