Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
gevestigd te Ruinerwold,
- mr. F. Koster, kantonrechter;
- mr. S. Bongers, griffier.
- [eiser 1] en [eiser 2] ;
- De kapelgemeente, vertegenwoordigd door [A] (bestuursvoorzitter) en [B] (bestuurslid).
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter op 16 mei 2022, staat de vraag centraal of er door verjaring een erfdienstbaarheid van overpad is ontstaan tussen het erf van eisers, [eiser 1] en [eiser 2], en de kapelgemeente. De kantonrechter oordeelt dat er inderdaad een erfdienstbaarheid is ontstaan, waardoor bezoekers van de kapel het erf van eisers mogen gebruiken om op hun eigen erf te komen. De zaak betreft een verharde steeg van vier meter breed die tussen de woningen van eisers en de kapel ligt. Eisers willen de grond van de steeg wijzigen en een erfafscheiding plaatsen, terwijl de kapelgemeente het gebruik van de steeg wil voortzetten om haar parkeerplaats te bereiken.
De kantonrechter stelt vast dat de kapel tussen 1912 en 1916 is gebouwd en sindsdien als kerkgebouw in gebruik is. De woning van eisers is in 1936 gebouwd en zij wonen daar sinds 2015. De kapelgemeente heeft voldoende aangetoond dat de steeg al tientallen jaren als weg is ingericht en door haar is gebruikt, ook door auto’s. De kantonrechter concludeert dat de kapelgemeente, door het gebruik van de steeg gedurende de afgelopen twintig jaar, een recht van erfdienstbaarheid heeft verkregen. Dit betekent dat eisers het gebruik van de steeg moeten dulden en de uitoefening van de erfdienstbaarheid door de kapelgemeente niet mogen belemmeren.
De kantonrechter compenseert de proceskosten, wat inhoudt dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis kan door de kapelgemeente in de openbare registers van het Kadaster worden ingeschreven.