Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
verwerende partij in reconventie,
eisende partij in reconventie,
1.De procedure
- de dagvaarding met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met producties;
- het vonnis van 12 januari 2022;
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties;
- producties tevens akte wijziging van 7 april 2022;
- producties tevens akte uitlating van 15 april 2022;
- de mondelinge behandeling op 19 april 2022, waarbij partijen met hun advocaten zijn verschenen.
2.De feiten
door opzegging door één van de partijen op het tijdstip tegen welke de opzegging is gedaan.
Indien de samenwoning eindigt op de wijze als bedoeld in artikel 8 sub a., b. of e., zal tussen partijen, dan wel tussen de langstlevende van hen en de rechtverkrijgenden van de overleden partner, worden afgerekend alsof partijen in algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd, een en ander op de wijze als hierna bepaald.
Binnen drie maanden na einde van de samenwoning wordt in verband met deze verrekening het vermogen van ieder van partijen beschreven.
De verrekening geschiedt als volgt:
Eerst wordt het onder lid 3. bedoelde vermogen van ieder van partijen voor wat betreft:
- de heer [X] verminderd met de door hem bij aanvang van de samenwoning ingebrachte waarde van een honderd vijf en zestig duizend twee honderd twee en twintig euro en vijf en veertig eurocent (€ 165.222,45);
- mevrouw [Y] verminderd met de door haar bij aanvang van de samenwoning ingebrachte waarde van vier honderd acht en twintig duizend drie honderd twee en veertig euro en een eurocent (€ 428.342,01).
De uitkering vindt plaats in geld binnen een jaar na de ontbinding van de samenwoning, tenzij partijen anders overeenkomen of de eisen van redelijkheid en billijkheid anders meebrengen.
(…)
Van het in lid 3 bedoelde vermogen worden uitgezonderd:
- de goederen die door partijen krachtens erfrecht of schenking zijn verkregen alsmede de op die verkrijgingen drukkende schulden en de wegens die verkrijgingen geheven belastingen, zoals erf- en schenkbelasting;
- al hetgeen krachtens zaaksvervanging voor bovengenoemde goederen in de plaats is getreden;
- het ondernemingsvermogen van een partij.
3.De vorderingen
bedoeld is: samenlevingsovereenkomst) vast te stellen die volgen uit de afspraken zoals vastgelegd in de samenlevingsovereenkomst als volgt:
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
voor zover vereistin de plaats treedt van de wilsverklaring, handtekening en medewerking van de man aan de levering van zijn eigendomsaandeel in de woning. Notariële levering vindt plaats, na schriftelijk aangeven van de vrouw/notaris aan de man per e-mail, vervolgens binnen 10 dagen plaats via een door de vrouw aan te wijzen notaris, waarbij beide partijen bij helfte de kosten van de levering dragen. De helft van de waarde van [adres 1] bedraagt € 193.000,-, welk bedrag de vrouw, los van de verrekening van de overige hierna te bespreken vermogensbestanddelen, bij de levering van genoemd eigendomsaandeel aan haar, aan de man moet voldoen.
expliciet voorlopig en uitdrukkelijk niet bindend- tussenvonnis heeft toegelicht en uiteengezet.
€ 193.000,-) + de waarde in verhuurde staat op peildatum 21/6/2021 van haar
drie woningen:[adres 5] , [adres 4] en [adres 3] - de rechtbank stelt de verrekenwaarden van laatstgenoemde drie panden vast op de (WOZ-aanslagen 2022 met als waardepeildatum van deze panden de WOZ-waarde op 1 januari 2021 + 5%) x 75% in verband met de verhuurde staat van deze
driewoningen (dus: niet de gemeenschappelijke woning [adres 1] ).
bankrekeningsaldivan de vrouw - tussen partijen onbetwist - ad in totaal € 6.525,-.
overdrachtsbelastingin verband met de eigendomsverkrijging van [adres 3] te [plaats] vóór 10/6/2021. De vrouw heeft hierover inmiddels contact gehad met de belastingdienst, zodat niet sprake is van een onzekere, latente belastingclaim die de belastingdienst mogelijk nimmer zal innen.
aangebrachtebedrag ad € 428.342,- én de door de vrouw tijdens de periode van samenleven - uitdrukkelijk niet betwist tussen partijen - ontvangen
schenkingenad € 63.956,-. Een en ander leidt tot een door partijen / de notaris vast te stellen bij helfte met de man te verrekenen bedrag
X.
in het geheel niet (meer) over eigen te verrekenen vermogensbestanddelen zou(den) beschikkenen de door de vrouw verkregen schenkingen - wat de man dan onderbouwd zou moeten stellen - zouden zijn opgegaan aan de kosten van de huishouding, waarvoor partijen krachtens de samenlevingsovereenkomst een bijdrageplicht uit vermogen hebben indien arbeidsinkomens ontbreken. In casu is evenwel sprake van het tegendeel: partijen beschikken beiden over relatief veel vermogen en niet weersproken is bovendien dat het arbeidsinkomen van de man dat van de vrouw ver overtrof. De man heeft voorts niet, laat staan gemotiveerd onderbouwd, gesteld dat de vrouw naast haar rol van moeder met de zorg voor de twee jonge kinderen van partijen niet (voldoende) bijdroeg aan de kosten van de huishouding, respectievelijk dat zij de schenkingen aan kosten huishouding besteedde en dat dat ook van haar te vergen was, ondanks het grote inkomensverschil tussen partijen en het kennelijk traditionele rollenpatroon van partijen.
€ 193.000,-+ (WOZ-aanslag 2022 van de
woning[adres 2] te [plaats] met WOZ-waardepeildatum 1 januari 2021 + 5%) x 75% in verband met de verhuurde staat van [adres 2] (dus niet: [adres 1] ). En voorts opgeteld de waarde van de
Audi- onbetwist tussen partijen - ad € 28.560,- en de
banksaldivan de man - onbetwist tussen partijen - ad € 52.880,-.
aanbrengstvan de man. Een en ander leidt tot een door partijen / de notaris vast te stellen bij helfte met de vrouw te verrekenen bedrag
Y.
5.De beslissing
voor zover vereistin de plaats treedt van de wilsverklaring, handtekening en medewerking van de man aan voornoemde toedeling en levering, die na schriftelijk aangeven van de vrouw/notaris aan de man per e-mail, vervolgens binnen 10 dagen zal plaatsvinden via een door de vrouw aan te wijzen notaris, waarbij partijen bij helfte de kosten hiervan dragen;
Xals bedoeld in rechtsoverwegingen 4.6. - 4.8. en het bedrag
Yals bedoeld in rechtsoverweging 4.13., welk bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van dagtekening van dit vonnis tot aan de datum der algehele voldoening;