Op 19 mei 2022 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 43-jarige man, die werd verdacht van mensensmokkel en mensenhandel. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten. De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek op de openbare terechtzittingen van 11 april 2022 en 12 mei 2022. De officier van justitie, mr. D.M. Noordzij, had de verdachte aangeklaagd voor het helpen van vier vrouwen bij het verkrijgen van wederrechtelijk verblijf in Nederland en het faciliteren van hun prostitutiewerkzaamheden. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. D.P. Kant, voerde aan dat de verdachte niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de beschuldigingen, omdat er geen bewijs was dat hij opzettelijk voordeel had getrokken uit de seksuele uitbuiting van de vrouwen.
De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen van mensensmokkel en mensenhandel. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wist of ernstige redenen had om te vermoeden dat de vrouwen wederrechtelijk in Nederland verbleven. De rechtbank stelde vast dat de vrouwen zonder verblijfsvergunning naar Nederland waren gekomen om in de prostitutie te werken, maar dat er geen bewijs was dat de verdachte hen had uitgebuit of dat hij opzettelijk voordeel had getrokken uit hun situatie. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen.
Daarnaast werden de vorderingen van de benadeelde partijen, die schadevergoeding eisten, niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte van de feiten was vrijgesproken. De rechtbank gelastte ook de teruggave van een in beslag genomen mobiele telefoon aan de verdachte en hevelde het bevel tot voorlopige hechtenis op. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. S.K. Huisman, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.