ECLI:NL:RBOVE:2022:1245

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 mei 2022
Publicatiedatum
4 mei 2022
Zaaknummer
C/08/243750 / HA ZA 20-67
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake benoeming deskundige voor vaststelling waarde perceel grond in faillissementen Megahome

In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, betreft het een tussenvonnis in het faillissement van verschillende vennootschappen onder de naam Megahome. De curator, Mr. J. van der Hel, heeft de rechtbank verzocht om een deskundige te benoemen voor de vaststelling van de waarde van een perceel grond nabij de Zwolseweg te Heino, kadastraal bekend als gemeente Heino, sectie GH 896, op 16 mei 2012. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 23 maart 2022 al aangegeven dat zij voornemens is een deskundige te benoemen en heeft partijen de gelegenheid gegeven om hun standpunten over het aantal deskundigen en de vragen die aan hen voorgelegd moeten worden, kenbaar te maken.

De rechtbank heeft vastgesteld dat beide partijen het erover eens zijn dat één deskundige kan volstaan. De benoeming van de deskundige, de heer H.J.W. Kruidenier van Leisure Taxateurs Nederland B.V., is gedaan met inachtneming van de vereisten dat de deskundige geen bemoeienis heeft gehad met de gedaagde of de Megahome vennootschappen. De rechtbank heeft de deskundige gevraagd om de marktwaarde van het perceel op de genoemde datum vast te stellen en om te beoordelen of de verkoopprijs van € 842.500,- destijds marktconform was.

De rechtbank heeft ook de verplichtingen van partijen benadrukt om mee te werken aan het deskundigenonderzoek en heeft de kosten van het onderzoek begroot op € 6.267,80, inclusief btw. Het voorschot op deze kosten moet door de curator worden gedeponeerd. De rechtbank heeft verder bepaald dat het deskundigenonderzoek zelfstandig zal worden ingesteld en dat de deskundige partijen kan benaderen voor aanvullende informatie. De verdere procedure is aangehouden in afwachting van het deskundigenbericht.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/243750 / HA ZA 20-67
Vonnis van 4 mei 2022
in de zaak van
Mr. J. VAN DER HEL, in zijn hoedanigheid van curator in de faillissementen van de besloten vennootschappen
Megahome.nl B.V.,
Megahome.nl Grond B.V.,
NPB Beheer B.V.,
Megahome.nl Beheer B.V.,
MEGA Bouwbedrijf B.V.,
NPB Bouw B.V.,
NPB Bouwbedrijf B.V.,
Megahome.nl Bouw B.V
NPB Onroerend Goed B.V.en
kantoorhoudende in Enschede,
hierna te noemen: de curator,
eiser,
advocaat mr. H. Versluis te Enschede,
tegen
WILHELMUS HERMANUS PETRUS [gedaagde],
wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gedaagde,
advocaat mr. H. Reitsma te Amsterdam.

1.Het vervolg van de procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
 het tussenvonnis van 23 maart 2022;
 de akte na tussenvonnis van de zijde van [gedaagde] ;
 de akte houdende uitlating na tussenvonnis van de zijde van de curator.
1.2.
De rechtbank heeft vonnis bepaald op vandaag.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In haar tussenvonnis van 23 maart 2022 heeft de rechtbank voorgenomen een deskundige te benoemen ter beantwoording van de vraag wat de waarde was van de grond gelegen nabij de Zwolseweg te Heino, kadastraal bekend gemeente Heino, sectie GH 896, op 16 mei 2012 (hierna: het perceel Old Heino).
2.2.
In dat tussenvonnis zijn partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over het aantal te benoemen deskundigen, de aan de deskundige(n) voor te leggen vraag en de aan de deskundige te verstrekken onderdelen (producties) van het procesdossier.
2.3.
Beide partijen hebben hierover een akte genomen waarin zij hun standpunten uiteenzetten. Op basis van de inhoud van die akten, komt de rechtbank tot de volgende oordelen.
De te benoemen deskundige
2.4.
Partijen zijn het er over eens dat kan worden volstaan met de benoeming van één deskundige en refereren zich aan het oordeel van de rechtbank betreffende de persoon van de deskundige. Van der Hel q.q. benoemt dat het moet gaan om een deskundige die op geen enkele wijze bemoeienis heeft (gehad) met [gedaagde] of de Megahome vennootschappen. [gedaagde] benoemt daarnaast dat de deskundige lid dient te zijn van het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs en kennis en ervaring moet hebben met (de ontwikkeling van) recreatiegrond.
2.5.
De rechtbank zal overgaan tot benoeming van één deskundige. Deze deskundige heeft aangegeven vrij te staan ten opzichte van partijen, en beschikt over de gewenste kennis en ervaring. Tot deskundige zal worden benoemd de heer H.J.W. Kruidenier, verbonden aan Leisure Taxateurs Nederland B.V.
Aan de deskundige te stellen vragen
2.6.
Met inachtneming van de door partijen ingenomen standpunten, zal de deskundige worden gevraagd de volgende vragen – schriftelijk, voorzien van een onderbouwing, toelichting en eventuele relevante (bewijs)stukken – te beantwoorden:
Wat was volgens u de marktwaarde van het perceel Old Heino op 16 mei 2012?
Was de op 16 mei 2012 gehanteerde verkoopprijs van € 842.500,- destijds een marktconforme prijs voor het perceel Old Heino, gelet op de daarbij volgens u in aanmerking te nemen omstandigheden?
Heeft u nog opmerkingen die voor de rechtbank van belang kunnen zijn?
2.7.
De rechtbank wijst partijen erop dat wanneer zij – desgevraagd of op eigen initiatief – schriftelijke opmerkingen of vragen aan de deskundige sturen, zij daarvan tegelijkertijd een afschrift aan de wederpartij moeten sturen.
Aan de deskundige te verstrekken informatie
2.8.
Volgens Van der Hel q.q. is het voor het uitvoeren van de taxatie niet nodig dat de deskundige kennis neemt van het volledige tussen partijen gevoerde debat over (de waarde van) de grond, anders dan wat daarover reeds in het tussenvonnis stelt. In aanvulling op de in het tussenvonnis genoemde producties, wenst Van der Hel q.q. dat ook aan de deskundige worden verstrekt productie 26 bij dagvaarding en producties 58 en 59 bij repliek. [gedaagde] daarentegen is van mening dat de deskundige van het tussen partijen gevoerde debat wel op voorhand kennis moet (kunnen) nemen, door ook de relevante passages uit de processtukken over de (waarde van) Old Heino en de daarbij te hanteren uitgangspunten aan hem te verstrekken.
2.9.
De rechtbank bepaalt dat niet het volledige procesdossier aan de deskundige zal worden verstrekt, maar een gedeelte daarvan. Daartoe is van belang dat het procesdossier zeer omvangrijk is, terwijl de vragen die aan de deskundige worden gesteld, zien op een onderdeel daarvan. De standpunten van partijen over dat onderdeel volgen uit de hieronder te noemen selectie van de processtukken, zoals die door de griffier aan de deskundige zal worden verstrekt :
  • producties 26, 27 en 28 bij dagvaarding;
  • productie 9 bij conclusie van antwoord;
  • producties 55, 57, 58, 59 en 59A bij conclusie van repliek;
  • dagvaarding: randnummers 23, 24 (pag. 11, 12) en randnummers 36 t/m 39 (pag. 20 t/m 22);
  • conclusie van antwoord: randnummers 111 t/m 122 (pag. 29 t/m 32);
  • conclusie van repliek: randnummer 16 (pag. 13), randnummers 24 t/m 29 (pag. 30-31);
  • conclusie van dupliek: randnummers 159 t/m 170 (pag. 43 t/m 45);
  • het tussenvonnis van deze rechtbank in deze procedure van 23 maart 2022.
2.10.
Het staat de deskundige vrij om, na zijn benoeming, partijen te benaderen omtrent door hen te verstrekken (aanvullende) inlichtingen, gegevens en stukken, voor zover de deskundige deze nodig acht voor de uitvoering van het deskundigenonderzoek.
Medewerkingsplicht
2.11.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
Het voorschot
2.12.
De deskundige heeft de aan het onderzoek verbonden kosten begroot op een totaalbedrag van € 6.267,80 (incl. 21% btw en kosten). De rechtbank zal de hoogte van het voorschot op dit bedrag vaststellen, tenzij (één van) partijen binnen twee weken na dit vonnis schriftelijk bij de rechtbank bezwaar maakt tegen deze begroting. Indien tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal het voorschot worden vastgesteld bij afzonderlijke rechterlijke beslissing.
2.13.
Zoals in het tussenvonnis reeds is aangekondigd, zal het voorschot op de kosten van de deskundige – in afwachting van het eindvonnis – door Van der Hel q.q. als eisende partij worden gedeponeerd, volgens de in het dictum beschreven werkwijze.
2.14.
In afwachting van het deskundigenbericht zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
het deskundigenonderzoek
3.1.
beveelt een onderzoek door één deskundige ter beantwoording van de vragen als vermeld in rechtsoverweging 2.6. van dit vonnis;
3.2.
benoemt tot deskundige:
De heer H.J.W. Kruidenier
Leisure Taxateurs Nederland B.V.
correspondentieadres: Leeuwarderweg 14, 8605 AH, Sneek
[telefoonnummer] ,
[e-mailadres]
het voorschot
3.3.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van € 6.267,80, tenzij (één van) partijen
binnen twee wekenna dit vonnis bij brief aan de rechtbank schriftelijk bezwaar maakt tegen de hoogte van het voorschot. Indien tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal de rechtbank op het bezwaar/de bezwaren beslissen en het voorschot bij afzonderlijke rechterlijke beslissing vaststellen,
3.4.
bepaalt dat Van der Hel q.q. het voorschot dient over te maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
3.5.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
3.6.
bepaalt dat de griffie dit vonnis en de in rechtsoverweging 2.9. van dit vonnis bedoelde informatie in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen,
3.7.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen,
3.8.
bepaalt dat het de deskundigen vrij staat om derden in te schakelen ter ondersteuning van de (praktische) uitvoering van het onderzoek, mits dit voor partijen kenbaar is, een en ander conform de Leidraad deskundigen in civiele zaken;
3.9.
wijst de deskundige er op dat:
  • het deskundigenonderzoek dient plaats te vinden met inachtneming van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie) en onverminderd het bepaalde in de artikelen 194-200 Rv,
  • de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
  • de deskundige partijen bij een eventueel onderzoek ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
  • indien partijen bij het onderzoek ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
3.10.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dient te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
3.11.
draagt de deskundige op om uiterlijk drie maanden na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend rapport in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
3.12.
wijst de deskundige er op dat:
- uit het schriftelijk rapport moet blijken op welke informatie en stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
overig
3.13.
draagt de griffier op de zaak op de rol te plaatsen na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht voor akte na deskundigenbericht, eerst aan de zijde van Van der Hel q.q. op een termijn van vier weken, waarna [gedaagde] een antwoordakte zal mogen nemen,
3.14.
draagt de griffier op de zaak op een eerdere rol te plaatsen:
- indien (één van) partijen bezwaar maakt tegen de hoogte van het voorschot: voor vonnis,
3.15.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mrs. J.M. van den Wall Bake, E.C. Rozeboom en A.M. van Diggele en in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2022.