In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 11 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een natuurvergunning aan een veehouderij. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verweerder, het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel, niet zonder meer mocht uitgaan van de Rav-emissiefactor voor het emissiearme stalsysteem. De referentiesituatie werd ontleend aan een natuurvergunning die toestemming gaf voor het houden van dezelfde soorten en aantallen dieren. De rechtbank concludeert dat er geen reden is om aan te nemen dat het aanleggen van een emissiearm stalsysteem leidt tot een toename van stikstofemissie. Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat voor het project geen natuurvergunning nodig is en heeft het beroep van de eisers gegrond verklaard. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en de aanvraag van de veehouder voor een natuurvergunning afgewezen. De rechtbank heeft ook bepaald dat de verweerder het griffierecht en de proceskosten aan de eisers moet vergoeden.