Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het verzoek tot verbetering
2.De beoordeling
3.De beslissing
656,00
656,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 20 april 2022 een herstelvonnis gewezen in de procedure tussen [eiser], vertegenwoordigd door mr. M.E. Kikkert, en ABN AMRO BANK N.V., vertegenwoordigd door mr. P.K.J. van der Wal. Het herstelvonnis betreft een verzoek van ABN AMRO om een kennelijke fout in het vonnis van 19 april 2022 te corrigeren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er per abuis een onjuist bedrag voor het griffierecht was opgenomen in de proceskostenveroordeling. In plaats van het bedrag van € 86,00, dat geldt voor natuurlijke personen, had het bedrag van € 676,00, dat geldt voor rechtspersonen, opgenomen moeten worden.
De rechtbank heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten over het verzoek tot verbetering naar voren te brengen. Na ontvangst van de reacties heeft de rechtbank geoordeeld dat de fout eenvoudig te herstellen was. In het herstelvonnis is bepaald dat de proceskostenveroordeling wordt aangepast, waarbij het griffierecht wordt gewijzigd van € 86,00 naar € 676,00. Dit heeft ook gevolgen voor het totaalbedrag van de proceskosten, dat nu op € 1.332,00 wordt vastgesteld.
De rechtbank heeft verder gelast dat partijen de ontvangen afschriften van het oorspronkelijke vonnis na ontvangst van het herstelvonnis aan de griffie dienen te retourneren. Dit herstelvonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.