ECLI:NL:RBOVE:2022:1146

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
13 april 2022
Publicatiedatum
28 april 2022
Zaaknummer
C/08/272175 / HA ZA 21-411
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugvordering van konijnen na afstandsverklaring en de ontvankelijkheid van de eiseres

In deze zaak heeft eiseres konijnen afgestaan aan gedaagde, een stichting, waarbij een afstandsverklaring is ondertekend door haar partner. Eiseres stelt dat de konijnen niet goed zijn verzorgd, omdat ze buiten zijn geplaatst, terwijl zij van mening is dat het tamme konijnen zijn die binnen horen. Eiseres vordert de terugkeer van de konijnen, maar gedaagde verzet zich hiertegen en stelt dat het (half)wilde konijnen zijn die niet binnen thuishoren. De rechtbank moet eerst beoordelen of eiseres ontvankelijk is in haar vordering, aangezien de afstandsverklaring door haar partner is ondertekend. De rechtbank concludeert dat eiseres ontvankelijk is in haar vordering, ondanks dat de afstandsverklaring door haar partner is ondertekend.

Vervolgens onderzoekt de rechtbank of de overeenkomst of de afstandsverklaring kan worden vernietigd op grond van dwaling. De rechtbank wijst de vordering van eiseres af, omdat er bewust afstand is gedaan van de konijnen en eiseres op dat moment geen rechten meer had over de konijnen. Gedaagde is eigenaar geworden van de konijnen en had het recht om over hen te beschikken. De rechtbank oordeelt dat er geen overtuigende argumenten zijn om terug te komen op de afstandsverklaring. Gedaagde heeft de expertise om de konijnen op een juiste manier te plaatsen en de rechtbank ziet geen reden om aan te nemen dat de stichting niet de juiste beslissing heeft genomen. De rechtbank wijst de vorderingen van eiseres af en veroordeelt haar in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/272175 / HA ZA 21-411
Vonnis van 13 april 2022
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. P. Bollema te Leeuwarden,
tegen
de stichting
[X],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. M. van Leussen te Oldenzaal.
Partijen zullen hierna [eiseres] en de Stichting worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Voor het verloop van de procedure tot nu toe verwijst de rechtbank naar haar tussenvonnis van 15 december 2021. [eiseres] heeft aanvullende stukken in het geding gebracht ten behoeve van de mondelinge behandeling. Die heeft plaatsgevonden op
24 februari 2022, waarbij [eiseres] aanwezig was samen met haar partner de heer [A] , bijgestaan door mr. Bollema. Namens de Stichting is mevrouw [B] verschenen, samen met mevrouw [C] en mevrouw [D] (vrijwilligers bij de Stichting) en bijgestaan door mr. Van Leussen. Van de zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.2.
Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de rechtbank bepaald dat zij voldoende is geïnformeerd om een beslissing te nemen in deze zaak. Die beslissing wordt vandaag medegedeeld en toegelicht in dit vonnis.

2.Waar gaat de zaak over?

2.1.
[eiseres] heeft konijnen afgestaan aan de Stichting en er is een afstandsverklaring ondertekend door haar partner, de heer [A] . [eiseres] vindt dat er niet goed voor de konijnen is gezorgd. Dat komt omdat de Stichting de konijnen buiten heeft geplaatst, terwijl het tamme konijnen zijn die binnen horen. [eiseres] wil de konijnen terug.
De Stichting verzet zich daartegen en stelt dat het (half)wilde konijnen waren, die niet binnen thuishoorden en/of die niet bij een ander gezin herplaatst konden worden.
2.2.
De eerste vraag die de rechtbank moet beantwoorden, is of [eiseres] ontvankelijk is in haar vordering tot afgifte van de konijnen. Het is namelijk [A] die de afstandsverklaring heeft ondertekend. De rechtbank komt in dit vonnis tot de conclusie dat [eiseres] ontvankelijk is in haar vordering. Vervolgens staat de vraag centraal of de overeenkomst dan wel de afstandsverklaring is vernietigd op grond van dwaling en of daarmee de afgifte van de konijnen toewijsbaar is. De rechtbank wijst de vordering af. De motivering van deze beslissing volgt hierna.
3. De feiten
3.1.
[eiseres] heeft in juni 2020 een konijn opgehaald uit België. Het konijn bleek zwanger en op 26 juni 2020 zijn negen konijnen geboren: vijf mannetjes en vier vrouwtjes.
3.2.
Op 19 december 2018 heeft [eiseres] samen met [A] acht konijnen bij de Stichting gebracht. De Stichting heeft als doel het opvangen en herplaatsen van konijnen en cavia’s.
3.3.
[A] heeft een afstandsverklaring ondertekend en daarmee afstand gedaan van de acht konijnen.
3.4.
De Stichting heeft zeven van de acht konijnen geplaatst bij Akka’s stadsboerderij in Emmen, op het oude terrein van de dierentuin. Eén konijn, een ram, heeft de Stichting op de opvang gehouden.
3.5.
Op 24 februari 2021 heeft de advocaat van [eiseres] de Stichting geschreven:
‘(…)
De overdracht en het tekenen van de afstandsverklaring hebben plaatsgevonden op of omstreeks 19 december 2020.Cliënten hebben contact met u onderhouden omdat zij zich het lot van de konijnen nog steeds erg aantrekken en zij zich ook ervan wilden verzekeren dat zij een goed nieuw thuis zouden krijgen. U heeft cliënten in januari 2020 laten weten, dat 7 van de 8 konijntjes zijn geplaatst bij Stadsboerderij Akka in Emmen. Vooralsnog leek dat erg positief nieuws, en waren cliënten blij te horen dat de konijntjes een nieuw thuis hadden gekregen.Cliënten zijn nadien gaan kijken bij Stadsboerderij Akka in Emmen. Cliënten zijn erg geschrokken van wat zij daar aantroffen, en hebben u dit ook reeds laten weten (…).Hadden cliënten van tevoren geweten dat u ze zou loslaten in een buitenweide, zonder konijnenvoer en water, en zonder binnenverblijf en/of goede schuilmogelijkheden, dan hadden cliënten de konijnen nooit afgestaan. Cliënten zijn dan ook van mening dat u tekort bent geschoten in uw verplichting om een goed thuis voor de konijnen te vinden, en dat zij erop mocht vertrouwen dat u een goed tehuis voor de konijntjes zou zoeken. Nu de binnenkonijntjes zijn gedumpt op de kale weide en aan hun lot worden overgelaten, hetgeen dierenmishandeling is en strafbaar is, vernietigen cliënten hierbij dan ook de afstandsverklaring en vorderen zij de konijnen terug.(…)’.
3.6.
De Stichting heeft geantwoord op de brief van 24 februari 2021:
‘(…)
In zijn algemeenheid geldt dat als er afstand gedaan wordt van een konijn, die zorg en plaatsing in zijn geheel in handen wordt gelegd van de stichting waarbij normaliter geen mededeling meer over gedaan worden naar de oude eigenaren. Dit betekent dat zij geen rechten kunnen ontleden of terug kunnen komen op hun besluit.(…)
Al snel bleek dat de konijnen zeer angstig en instinctief waren. Gedrag welk mogelijk ontstaan is doordat zij uit hun veilige omgeving gehaald zijn, hun wild instinct nam hun gedrag over (…).Een overleg met een konijnen gedragsadviseur en konijnenverzorgers van de opvang is besloten dat het voor deze konijnen niet meer mogelijk is om ze in een hok of afgesloten ren te huisvesten, Dit werd zeker hun dood (…).In overleg met hen en de konijnen gedragsadviseur is besloten dat de savanne bij Akka’s stadsboerderij in Emmen de beste plaats is voor deze konijnen. Hier hebben zij de ruimte om konijn te kunnen zijn. Ze worden daar goed in de gaten gehouden. Ze zitten goed in hun vacht, hebben al heel wat holen gemaakt om te schuilen en weinig tot geen aanwezigheid van roofdieren (…).De konijnen worden geregeld gezien maar zoals u wel zult weten zijn half wilde/wilde konijnen vaak in de schemer en in de vroege ochtend actief. Door hun wild instinct zijn ze niet of moeilijk benaderbaar.(…)’.

4.Het geschil

4.1.
[eiseres] vordert samengevat - dat de rechtbank, uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat de overeenkomst op grond van dwaling is vernietigd door de buitengerechtelijke verklaring van 24 februari 2021 dan wel dat de rechtbank alsnog de overeenkomst vernietigt op grond van dwaling, dan wel subsidiair voor recht verklaart dat de afstandsverklaring op grond van dwaling is vernietigd door de buitengerechtelijke verklaring van 24 februari 2021 dan wel dat de rechtbank alsnog de afstandsverklaring vernietigt op grond van dwaling;
II. de Stichting veroordeelt om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis tot afgifte van de 7 konijnen over te gaan, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag per konijn met een maximum van € 1.500,00 per konijn;
III. de Stichting veroordeelt in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.2.
De Stichting voert verweer.

5.De beoordeling

Ontvankelijkheid [eiseres]5.1. De Stichting vraagt om [eiseres] niet ontvankelijk te verklaren, omdat niet zij maar [A] afstand gedaan heeft van de konijnen. Op een afstandsverklaring terugkomen kan alleen door de persoon die daadwerkelijk afstand heeft gedaan. Dit geldt te meer nu er een beroep wordt gedaan op dwaling. [A] had dus de eisende partij moeten zijn, aldus de Stichting.
5.2. Volgens [eiseres] kan zij in dit geschil als eisende partij optreden. Er was namelijk sprake van gezamenlijk eigendom van de konijnen. [eiseres] hoeft als echtgenoot niet mee te tekenen als er afstand wordt gedaan. Bovendien is de afstandsverklaring in het bijzijn van [eiseres] ondertekend.
5.3.
De rechtbank oordeelt als volgt. Gelet op het feit dat [A] de afstandsverklaring heeft ondertekend en niet als eisende partij optreedt, heeft de Stichting formeel wellicht een punt ten aanzien van de ontvankelijkheid van [eiseres] . Feit is echter ook dat [eiseres] en [A] echtgenoten zijn. Wat daar ook van zij, de rechtbank is zich er van bewust dat beide partijen baat hebben bij een oplossing c.q. einduitspraak en stapt daarom over dit punt heen. Dit betekent dat de rechtbank de zaak inhoudelijk zal behandelen.
Afstandsverklaring5.4. Volgens [eiseres] is er sprake van dwaling. Als [eiseres] en [A] hadden geweten dat de konijnen buiten zouden worden losgelaten, zonder voldoende voer/water/goede schuilplek, zonder benodigde winterwacht en zonder een natuurlijk overlevingsinstinct, dan hadden zij de konijnen nooit aan de Stichting overgedragen en had [A] ook nooit een afstandsverklaring getekend. Door de vernietiging van de afstandsverklaring zijn [eiseres] en [A] weer eigenaar geworden van de konijnen en daarom moet de Stichting de konijnen weer overdragen, zo stelt [eiseres] .
5.5.
De Stichting heeft naar voren gebracht dat de konijnen voor grote overlast zorgden. Ze bleken (half)wild te zijn en probeerden te ontsnappen uit de kooien en kamers bij de Stichting. De konijnen zijn eerst in onverwarmde quarantaine buiten geplaatst. Ook daar liepen de konijnen tegen de muren op in een poging te ontsnappen. Omdat het (half)wilde konijnen zijn, heeft de Stichting ze overgedragen naar Akka’s stadsboerderij in Emmen. De (half)wilde konijnen zaten goed in de vacht. Het overdragen naar Akka’s stadsboerderij was een juiste beslissing en de Stichting zou deze beslissing tot buitenplaatsing zo weer nemen. Deze feiten en omstandigheden sluiten volgens de Stichting een beroep op dwaling uit. De afstandsverklaring is er nou juist om onzekerheid of een geschil tussen partijen (in de toekomst) te voorkomen. De konijnen zijn eigendom geworden van de Stichting. Er is bij [eiseres] (en [A] ) geen recht om continue een vinger aan de pols te houden en als het niet goed bevalt, de verklaring te vernietigen, aldus de Stichting.
5.6.
De rechtbank overweegt als volgt. Tussen partijen is niet in geschil dat [A] een afstandsverklaring heeft ondertekend voor de acht konijnen. Van deze konijnen is bewust afstand gedaan en de konijnen zijn zonder druk en uit eigen beweging aan de Stichting overgedragen. [eiseres] heeft vanaf dat moment -cru gezegd- niets meer over de konijnen te vertellen. De Stichting is eigenaar van de konijnen geworden en was vrij om over de konijnen te beschikken. [eiseres] heeft tijdens de mondelinge behandeling desgevraagd ook bevestigd dat zij na de overdracht geen recht meer heeft op controle en/of inspraak.
5.7.
Dat [eiseres] niet blij is met de door de Stichting gekozen plaatsing van de konijnen, maakt niet dat daarom de afstandsverklaring vernietigd kan worden. Wil een partij terug kunnen komen op de afstandsverklaring, dan moeten er wel heel overtuigende argumenten aanwezig zijn op grond waarvan dat mogelijk is.
Zo zou er bijvoorbeeld sprake moeten zijn van het in strijd handelen met de Wet Dieren en/of moet sprake zijn van dierenmishandeling.
5.8.
De stelling van [eiseres] dat de Stichting in deze situatie onjuist en in strijd met de geldende regelgeving heeft gehandeld, volgt de rechtbank niet. De rechtbank ziet geen enkele aanleiding om aan te nemen dat de Stichting niet de juiste beslissing heeft genomen ten aanzien van de konijnen. Juist de Stichting heeft de expertise en de ervaring om tot een juiste plaatsing van de konijnen die aan haar zorg zijn toevertrouwd te komen. De Stichting heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de konijnen stap voor stap naar het voor de konijnen beste onderkomen zijn geleid. De rechtbank acht het dan ook aannemelijk dat de Stichting de konijnen verantwoord heeft geplaatst in Akka’s stadsboerderij in Emmen. Deze beslissing is niet als evident verkeerd te kwalificeren. Daar komt bij dat het van tweeën één is: als de konijnen nog leven, hebben ze de winterperiode buiten overleefd en dan is het niet goed om de konijnen uit hun leefomgeving weg te halen. Als de konijnen niet meer leven, kan van een afgifte van de konijnen ook geen sprake meer zijn.
5.9.
Er is al met al geen grond aanwezig om tot vernietiging van de afstandsverklaring te komen. De rechtbank wijst de vorderingen af.
Proceskosten5.10. Omdat [eiseres] in het ongelijk is gesteld, zal zij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Stichting worden begroot op:
- griffierecht 667,00
- salaris advocaat
1.126,00(2 punten × tarief € 563,00)
Totaal € 1.793,00

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst de vorderingen af,
6.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van de Stichting begroot op € 1.793,00,
6.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. U. van Houten en in het openbaar uitgesproken op
13 april 2022.