Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[eiser]”,
[gedaagde]”,
1.Samenvatting
Differenzbetrag(het verschil tussen de Nederlandse kinderbijslag en het hogere Duitse Kindergeld). In 2014 hebben partijen een overeenkomst gesloten, waarbij [gedaagde] zich ertoe heeft verplicht om het Differenzbetrag af te dragen aan [eiser] in het eventuele geval dat zij dat zou ontvangen.
2.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding van 4 mei 2021 met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- de conclusie van repliek met producties,
- de conclusie van dupliek met productie,
- de akte uitlating productie van [eiser] met roldatum van 10 november 2021,
- de akte overlegging producties van [eiser] , ter griffie ontvangen op 24 februari 2022,
- de mondelinge behandeling van 11 maart 2022,
- de spreekaantekeningen van [eiser] .
3.De vaststaande feiten
.Op 6 augustus 2014 hebben partijen hierover een schriftelijke overeenkomst gesloten, waarvan artikel 2 het volgende bepaalt:
- Schilderijen:6 x Corneille, 4 x Te Wierik, 3 x Flint, 1 x Etienne, 6 x Molenveld, 1 x vd Burg, 4 x A.C. van Noort, 1 x Heyboer
- Overige waardevol antiek:(…)
4.De vordering en het verweer
De vordering van [eiser]
5.De beoordeling
- € 106,00 aan betekeningskosten,
- € 85,00 aan griffierecht,
- € 1.434,00 aan salaris gemachtigde (tarief I, 3 punten),