ECLI:NL:RBOVE:2022:1072
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil ontruiming; vordering afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing medische noodtoestand
In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, heeft eiseres, wonende te [woonplaats], een vordering ingediend tegen de stichting Woningstichting De Woonplaats, gevestigd te Enschede. De vordering betreft een verbod op de uitvoering van een ontruiming van haar woning, die was aangezegd op basis van een eerder vonnis van 25 januari 2022, waarin de huurovereenkomst was ontbonden vanwege huurachterstand. Eiseres stelt dat zij door een medische noodtoestand niet in staat is om te verhuizen en dat de ontruiming haar in een noodsituatie zal brengen. De Woonplaats heeft echter betwist dat er sprake is van een noodtoestand en heeft aangevoerd dat eiseres al jaren betalingsproblemen heeft en dat de huurachterstand nog steeds bestaat.
De kantonrechter heeft de vordering van eiseres afgewezen. De rechter oordeelde dat de belangen van de Woonplaats bij het uitvoeren van het vonnis zwaarder wegen dan de belangen van eiseres bij het behoud van haar woning. De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar stelling dat de ontruiming zou leiden tot een medische noodsituatie. Bovendien is er geen sprake van een kennelijke misslag in het eerdere vonnis, waardoor de uitvoerbaarheid bij voorraad gehandhaafd blijft. De rechter heeft wel bepaald dat de Woonplaats de ontruiming met 14 dagen zal uitstellen, tot 22 maart 2022, en eiseres is veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige huurbetalingen en de gevolgen van herhaaldelijke betalingsproblemen voor huurders. De rechter heeft de belangen van de verhuurder, die recht heeft op tijdige betaling van de huur, zwaarder laten wegen dan de persoonlijke omstandigheden van de huurder, die onvoldoende onderbouwd waren.