Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij op of omstreeks 23 maart 2019 te Vollenhove, gemeente Steenwijkerland[slachtoffer 1] heeft mishandeld door deze [slachtoffer 1] :-(met kracht) bij de pols te pakken en/of-(met kracht) aan de arm(en) te trekken (waardoor deze [slachtoffer 1] op de grond viel) en/of-één of meerdere malen (met kracht) bij de keel te pakken en/of de keel dicht tedrukken en/of-aan de armen te pakken en/of over de grond te sleuren/trekken;2
hij op of omstreeks 23 maart 2019 te Vollenhove, gemeente Steenwijkerlandzijn kind, [slachtoffer 2] , heeft mishandeld door [slachtoffer 2] één of meerdere malen(met kracht) bij de hals/keel te pakken en/of (omver) te duwen;
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
mishandeling
mishandeling, begaan tegen zijn kind
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
19 december 2020 komt het beeld naar voren van een moeizame echtscheiding. Verdachte voelt zich sinds de scheiding benadeeld en bedonderd en ervaart veel stress en gevoelens van onmacht. Het recidiverisico kan door de reclassering niet geheel worden uitgesloten omdat [slachtoffer 1] en verdachte vanwege de kinderen opnieuw met elkaar in contact zullen komen. De reclassering adviseert oplegging van een (deels) voorwaardelijke straf, waaraan twee bijzondere voorwaarden zouden moeten worden verbonden: meldplicht en ambulante behandeling.
8.De schade van benadeelden
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
mishandeling
mishandeling, begaan tegen zijn kind
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
60 (zestig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van 30 dagen;
€ 492,72(zegge:
vierhonderd tweeënnegentig euro en tweeënzeventig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente over voornoemd bedrag vanaf
23 maart 2019 tot aan de dag van volledige betaling;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit 1 tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 492,72,te vermeerderen met de wettelijke rente over voornoemde bedrag vanaf 23 maart 2019 tot aan de dag van volledige betaling ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 9 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
de vordering en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter
kan aanbrengen.
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 24 maart 2019, doorgenummerde pagina’s 18 en 20, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) Ik ben gisteravond, zaterdag 23 maart 2019, (…) in mijn woning door mijn ex-man (…) mishandeld. Ik zag dat [verdachte] op mij af kwam lopen en dat hij mijn rechter pols vastpakte. Ik voelde een hevige pijn toen hij aan mijn arm trok. (…) Terwijl ik op de grond lag, zette [verdachte] zijn handen om mijn nek. Vervolgens greep hij mij bij mij onder en bovenarmen (…) Vervolgens greep [verdachte] mij opnieuw bij mijn hals met beide handen.(…) [slachtoffer 2] onze dochter hoorde mij gillen en was van boven gekomen. Ze zag wat er gebeurde (…) Ik zag dat [verdachte] [slachtoffer 2] ook bij de hals greep (…) Opnieuw zag ik dat [verdachte] [slachtoffer 2] bij haar hals vastpakte en haar met kracht wegdrukte. (…).
Een proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] , doorgenummerde pagina’s 91, 92, 94 en 95 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte van 24 maart 2019, doorgenummerde pagina 145, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) Ik heb haar toen bij de arm gepakt, omdat ik niet wilde dat ze weg liep. Ik wilde haar iets duidelijk maken. (…) Omdat mijn ex wilde weglopen hield ik haar vast bij haar arm. (…).
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte van 25 maart 2019, doorgenummerde pagina’s 152 en 153, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) Ik heb haar hooguit met beide handen bij de schouders gepakt. (…) in de keuken is wel een worsteling geweest (…) het was (…) trekken en duwen.
De verklaring van verdachte ten aanzien van de feiten die verdachte ter terechtzitting van 26 januari 2021 heeft afgelegd.
Een proces-verbaal van bevindingen van 23 maart 2019, doorgenummerde pagina 139, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Een proces-verbaal van aanhouding van 23 maart 2019, doorgenummerde pagina 5, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik, verbalisant (…), zag dat beide slachtoffer [slachtoffer 1] en slachtoffer [slachtoffer 2] striemen op hun nek hadden.
Een schriftelijk bescheid te weten een forensisch geneeskundig letselverslag van [slachtoffer 1] van 16 februari 2020, doorgenummerde pagina’s 26 t/m 41, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Samenvatting van de boven beschreven letsels:
alle bovenbeschreven letsels passen qua aard, ernst en tijdsinterval binnen het genoemde handgemeen;
(…)
met betrekking tot de letsels aan de extremiteiten, zijn deze letsels aanwezig en zijn hoogstwaarschijnlijk te relateren aan het handgemeen zoals heeft plaats gehad.
Een schriftelijk bescheid te weten een forensisch geneeskundig letselverslag van [slachtoffer 2] van 4 februari 2020, doorgenummerde pagina’s 48 t/m 68, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: